Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 10 oktober 2023, kenmerk 3702450-1054841-J, houdende wijziging van de Subsidieregeling opvang kinderen van ouders met een trekkend/varend bestaan in verband met de aanpassing van de normbedragen voor het kalenderjaar 2024

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling opvang kinderen van ouders met een trekkend/varend bestaan wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘2023’ vervangen door ‘2024’.

2. In onderdeel B, onder 1º, wordt ‘€ 30.909,00’ vervangen door ‘€ 31.596,00’.

3. In onderdeel B, onder 2º, wordt ‘€ 36.289,00’ vervangen door ‘€ 32.554,00’.

4. In onderdeel B, onder 3º, wordt ‘€ 28.962,00’ vervangen door ‘€ 32.114,00’.

5. In onderdeel B, onder sub 4º, wordt ‘€ 29.115,00’ vervangen door ‘€ 33.044,00’.

6. In onderdeel E wordt ‘€ 6.628,00’ vervangen door ‘€ 7.311,00’.

B

Artikel 9, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘2023’ vervangen door ‘2024’.

2. In onderdeel a wordt ‘€ 1.829,29’ vervangen door ‘€ 2.017,71’ en wordt ‘€ 3.317,30’ vervangen door ‘€ 3.658,99’.

3. In onderdeel b wordt ‘€ 1.219,33’ vervangen door ‘€ 1.344,92’ en wordt ‘€ 1.963,30’ vervangen door ‘€ 2.165,52’.

C

Artikel 10, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘2023’ vervangen door ‘2024’.

2. In onderdeel a wordt ‘€ 1.829,29’ vervangen door ‘€ 2.017,71’ en wordt ‘€ 2.325,31’ vervangen door ‘€ 2.564,82’.

3. In onderdeel b wordt ‘€ 1.219,33’ vervangen door ‘€ 1.344,92’ en wordt ‘€ 1.467,30’ vervangen door ‘€ 1.618,43’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,Welzijn en Sport, M. van Ooijen

TOELICHTING

Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Subsidieregeling opvang kinderen van ouders met trekkend/varend bestaan (hierna: de Subsidieregeling). Met deze wijzigingsregeling wordt voorzien in de jaarlijkse aanpassing van de normbedragen. Het gaat om de normbedragen voor het kalenderjaar 2024.

Artikelsgewijs

Artikel I

A

In artikel 5, eerste lid, zijn de normbedragen voor de hoogte van de instellingssubsidie voor het kalenderjaar 2024 geactualiseerd.

In onderdeel B van de formule worden de normbedragen voor de opvang van kinderen in de internaten van de exploitant verhoogd naar aanleiding van advies in onderzoeksrapport KPMG1, en vervolgens zijn de bedragen verhoogd met de van toepassing zijnde ‘Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling’ (OVA) over het loongevoelige deel van de subsidie. Het bedrag per kind voor een internaat met een hypotheek (en financieringslasten) ligt nu lager.

Het normbedrag voor elk kind waarvoor de exploitant bemiddelt in de pleegopvang (onderdeel E van de formule uit artikel 5, eerste lid) is verhoogd op basis van het procentuele verschil tussen de consumentenprijsindex ‘Alle huishoudens’ over de julimaanden van de twee direct aan het betreffende jaar voorafgaande jaren. Deze indexcijfers zijn gepubliceerd in het Statistisch bulletin van het Centraal Bureau van de Statistiek.

B en C

Deze onderdelen bevatten de aanpassing van bedragen van de ouderbijdragen voor het kalenderjaar 2024 in artikel 9, tweede lid, en artikel 10, tweede lid.

De bedragen voor de berekening van de ouderbijdrage voor de opvang van een kind in een internaat of een pleeggezin worden verhoogd, op basis van het procentuele verschil tussen de consumentenprijsindex ‘Alle huishoudens’ over de julimaanden van de twee direct aan het betreffende jaar voorafgaande jaren. Dit in lijn met de aanpassing van het normbedrag, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel E. De bedoelde indexcijfers over de desbetreffende julimaanden zijn gepubliceerd in het Statistisch bulletin van het Centraal Bureau van de Statistiek.

Artikel II

Het subsidiejaar valt samen met het kalenderjaar. De regeling treedt daarom in werking met ingang van 1 januari 2024, overeenkomstig de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving (VVM). De regeling wordt spoedig bekendgemaakt, met het oog op de aanvragen ten behoeve van het subsidiejaar 2024, die voor 1 november 2023 moeten worden ingediend.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen

Naar boven