Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Justitie en Veiligheid | Staatscourant 2023, 28614 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Justitie en Veiligheid | Staatscourant 2023, 28614 | ander besluit van algemene strekking |
De Minister van Justitie en Veiligheid,
Gelet op artikel 2, eerste lid onder d van de Kaderwet overige JenV-subsidies;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
buitengewoon agent van politie zoals bedoeld in het Besluit buitengewone agenten van politie BES;
buitengewoon opsporingsambtenaar;
personen die:
1°. in Europees Nederland:
I. in het bezit zijn van een geldige akte in domein II zoals bedoeld in de bijlage bij de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar, dan wel in opleiding zijn voor boa in domein II;
II. werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst of vrijwilligersovereenkomst of daarmee gelijk te stellen rechtsverhouding; en
III. werkzaamheden in Europees Nederland verrichten die in hoofdzaak gericht zijn op handhaving en toezicht van onder andere natuurwetgeving, niet zijnde milieu, natuur- of omgevingsvergunning gebonden toezicht, in het landelijk gebied buiten de bebouwde kom.
2°. op Bonaire, Sint Eustatius of Saba:
werkzaam zijn als buitengewoon agent van politie van wie de werkzaamheden als BavPol in hoofdzaak gericht zijn op handhaving en toezicht van onder andere natuurwetgeving en de lokale regelgeving, niet zijnde milieu, natuur- of omgevingsvergunning gebonden toezicht, in het landelijk gebied buiten de bebouwde kom van de drie genoemde openbare lichamen;
de Minister van Justitie en Veiligheid;
de werkgever van de groene boa.
1. De Minister kan subsidie verlenen aan werkgevers van groene boa’s en werkgevers van vrijwillige groene boa’s voor het uitbreiden van de groene boa-capaciteit en voor het behouden van bestaande groene boa-capaciteit in het jaar 2023.
2. Het aan te vragen subsidiebedrag bedraagt maximaal € 10.000 per groene boa in dienst bij een werkgever. Ten aanzien van de vrijwillige groene boa bedraagt het maximaal aan te vragen subsidiebedrag € 4.000 per vrijwillige groene boa.
1. De aanvraag tot subsidieverlening kan worden ingediend tot en met 6 november 2023.
2. Een werkgever vraagt subsidieverlening aan bij de Minister met gebruikmaking van de formulieren opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling.
1. De Minister beslist binnen 13 weken op de aanvragen tot subsidieverlening.
2. Indien het aanvraagformulier bedoeld in artikel 3, tweede lid, niet volledig is ingevuld, wordt de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid gesteld binnen twee weken alsnog het formulier volledig in te vullen.
Voor de subsidie komen aanmerking de in redelijkheid gemaakte kosten:
a. voor capaciteitsuitbreiding door indienstneming van nieuwe boa´s en het aannemen van nieuwe vrijwillige groene boa’s;
b. voor het betalen van loon of vrijwilligersvergoeding van bestaande boa’s of bestaande vrijwillige groene boa’s;
c. voor het opleiden van boa´s of vrijwillige groene boa’s ten behoeve van hun werkzaamheden;
d. voor de uitrusting van boa´s of vrijwillige groene boa’s ten behoeve van hun werkzaamheden.
Niet in aanmerking voor subsidie komen de kosten:
a. die zijn gemaakt vóór 1 januari 2023;
b. die zijn gemaakt na 31 december 2023;
c. waarvoor reeds aan een werkgever subsidie is verstrekt door een bestuursorgaan of de Europese Commissie voor het geheel of een gedeelte van de kosten zoals omschreven in artikel 5. In dat geval wordt slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat het totale bedrag aan subsidies niet meer bedraagt dan maximaal 100 procent van de werkelijk gemaakte kosten.
1. Indien de verleende subsidie minder dan € 25.000 bedraagt, wordt deze uiterlijk op 1 april 2024 ambtshalve vastgesteld.
2. Indien de subsidie minder dan € 25.000 bedraagt, toont de werkgever desgevraagd uiterlijk op 1 april 2024 aan, met gebruikmaking van het formulier opgenomen in bijlage 2 bij deze regeling en middels facturen of loonstroken, dat de voor subsidie in aanmerking komende gemaakte activiteiten zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
3. Indien de verleende subsidie € 25.000 of meer bedraagt, wordt een aanvraag tot subsidievaststelling uiterlijk op 1 april 2024 ingediend bij de Minister, met gebruikmaking van het formulier opgenomen in bijlage 3 bij deze regeling. De Minister stelt de subsidie vast binnen 22 weken na ontvangst van de aanvraag, dan wel binnen 22 weken nadat de termijn voor het indienen van de aanvraag tot vaststelling is verstreken.
4. De aanvraag tot subsidievaststelling bevat:
a. indien de subsidie € 25.000 of meer bedraagt, doch minder dan € 125.000, een verantwoording met facturen of loonstroken waaruit blijkt dat de voor subsidie in aanmerking komende gemaakte activiteiten zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;
b. indien de subsidie € 125.000 of meer bedraagt, een controleverklaring door een accountant waaruit blijkt dat de voor subsidie in aanmerking komende gemaakte activiteiten zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2023.
2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de subsidies die voor die datum zijn verleend.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 16 oktober 2023
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
Aan het in dienst nemen van buitengewoon opsporingsambtenaren (hierna: boa´s), hun opleiding en het verkrijgen en behouden van opsporingsbevoegdheden zijn voor de werkgever van deze boa´s kosten verbonden. Sinds de invoering van aanvullende opleidings- en bijscholingseisen zijn de kosten voor her- en bijscholing voor boa’s substantieel toegenomen. Er is, naar aanleiding van de motie-Hermans1 waarin onder meer geld is vrijgemaakt voor handhaving en veiligheid, € 5.500.000 (minus de uitvoeringskosten van € 210.000) beschikbaar voor zowel publieke als particuliere werkgevers als tegemoetkoming in de kosten die zij moeten maken voor hun groene boa’s. Deze middelen zullen jaarlijks beschikbaar worden gesteld door de Minister van Justitie en Veiligheid. Bij brief 23 juni 20222 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de ontwikkelingen op het gebied van boa’s en de besteding van de beschikbaar gestelde middelen.
Voor deze regeling wordt aansluiting gezocht bij de definitie van de groene coalitie3, die onder het begrip groene boa’s verstaat:
− personen met een geldige akte in domein II (milieu, welzijn en infrastructuur);
− in dienst van een particuliere of publieke werkgever, op basis van een arbeids- of vrijwilligersovereenkomst of een daarmee gelijk te stellen rechtsverhouding;
− van wie de werkzaamheden als boa in hoofdzaak gericht zijn op handhaving en toezicht van o.a. natuurwetgeving in het landelijk gebied buiten de bebouwde kom.
Deze definitie betreft het zogenaamde “vrije veld toezicht” en toezicht op jachtaktes, en betreft niet het milieu, natuur- of omgevingsvergunning gebonden toezicht.
Ook werkgevers van buitengewoon agenten van politie (Bavpol) op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba van wie de werkzaamheden als Bavpol in hoofdzaak gericht zijn op handhaving en toezicht van o.a. natuurwetgeving en de lokale regelgeving in het landelijk gebied buiten de bebouwde kom van de drie genoemde openbare lichamen, kunnen onder deze regeling in aanmerking komen voor subsidie.
Groene boa-werkgevers geven aan last te hebben van een krimp in hun boa-bestand doordat veel boa’s de functie neerleggen of elders aan de slag gaan. Het doel van deze subsidieregeling is het versterken van de veiligheid en handhaving door het stoppen van krimp en het aantal groene boa’s te vergroten (capaciteitsbehoud- en uitbreiding). De kostenverlichting die door deze subsidie wordt gerealiseerd moet het voor werkgevers aantrekkelijk maken hun boa-bestand uit te breiden, dan wel hun huidige boa´s voorziening te bieden met het doel hen als boa te behouden. Hierdoor wordt bijgedragen aan het behoud en de uitbreiding van boa-capaciteit in het groene domein.
Om de subsidieregeling optimaal te kunnen inzetten wordt ervoor gekozen om alleen bestaande boa-werkgevers voor subsidie in aanmerking te laten komen. Groene boa’s maken onderdeel uit van domein II (milieu, welzijn en infrastructuur). Het is niet precies bekend hoeveel groene boa´s er zijn en voor hoeveel werkgevers zij werken. Naar schatting zijn er op dit moment 700–850 groene boa´s in Nederland, verdeeld over ongeveer 150–170 werkgevers.
Van het beschikbaar gestelde bedrag € 5.500.000 zullen de uitvoeringskosten van € 210.000 worden afgetrokken. Dat betekent dat het subsidieplafond € 5.290.000 bedraagt. De subsidie zal worden verdeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen tot subsidieverlening. Zodra het subsidieplafond wordt overschreden, wordt iedere volgende subsidieaanvraag geweigerd. In dat geval is er immers geen geld meer beschikbaar.
Als de werkgevers van groene boa’s in gelijke mate zouden meedelen in de subsidie van € 5.290.000 dan zou dat leiden tot een bedrag van ongeveer € 7.500 per groene boa bij 700 boa’s. Bij de vorige subsidieregeling (Regeling Subsidie uitbreiding capaciteit groene boa en bavpol 2022) is gebleken dat de meeste werkgevers die een betaalde boa in dienst hebben, veel meer kosten hebben gemaakt dan waarvoor zij subsidie hebben ontvangen. Veel werkgevers met vrijwillige boa’s hebben niet de volledige subsidieruimte voor een vrijwillige boa benut. Om die reden wordt de maximale subsidieruimte per betaalde boa vastgesteld op € 10.000 en blijft het maximum bedrag per vrijwillige boa € 4.000.
De kosten die voor subsidie in aanmerking komen moeten in redelijkheid samenhangen met het doel van de subsidie: capaciteitsuitbreiding- en behoud. Denk hierbij bijvoorbeeld kosten voor uitrusting die de werkgever maakt zodat de groene boa veilig zijn werk kan doen of opleidingskosten voor een werk gerelateerde opleiding omdat de boa zichzelf binnen het vak wenst te ontwikkelen.
In de praktijk komt het vaak voor dat een boa actief is bij meerdere werkgevers: bij de één in dienst en bij de andere als vrijwilliger. In dat geval komen beide werkgevers in aanmerking voor een subsidie voor de door hen gemaakte kosten.
Werkgevers van de groene boa’s, die in het jaar 2023 kosten kunnen maken en hebben gemaakt voor groene boa’s als bedoeld in paragraaf 3 van deze regeling en voldoen aan de in paragraaf 1 gestelde voorwaarden, kunnen bij de Minister van Justitie en Veiligheid met gebruikmaking van de formulieren opgenomen in de bijlage bij deze regeling een aanvraag indienen. Er zijn specifieke formulieren voor groene boa’s in Europees Nederland en formulieren voor groene boa’s BES (BavPol). Aanvragen die na de uiterste aanvraagdatum binnenkomen zullen niet in behandeling worden genomen.
De Minister van Justitie en Veiligheid zal binnen dertien weken nadat een aanvraag is ingediend, beslissen op de aanvragen. Het besluit wordt aan de werkgever gestuurd.
De verstrekte subsidies zullen aan de hand van de daadwerkelijk door de subsidieaanvragers gemaakte en door een factuur van de aangetoonde kosten dan wel loonstroken worden vastgesteld. De subsidieaanvragers dienen vóór 1 april 2024 bij de Minister van Justitie en Veiligheid de bewijsstukken aan te leveren waarmee zij aantonen dat de kosten ook daadwerkelijk gemaakt zijn, ten behoeve van de subsidievaststelling, met gebruikmaking van de formulieren opgenomen in de bijlage bij deze regeling. Er zijn specifieke formulieren voor groene boa’s in Europees Nederland en formulieren voor groene boa’s BES (BavPol). Bij subsidies onder de € 25.000 geschiedt de subsidievaststelling ambtshalve. De werkgever wordt gevraagd om aan te tonen dat de activiteiten verricht zijn.
Kosten die voor subsidie in aanmerking komen zijn kosten die de werkgever vanaf 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 heeft gemaakt met betrekking tot het aan de boa te betalen loon en/of vrijwilligersvergoeding, de uitrusting van de nieuwe- en bestaande boa ten behoeve van zijn werkzaamheden en kosten voor werk gerelateerde opleidingen.
De kosten die reeds onder een andere subsidieregeling worden gesubsidieerd, komen niet tevens in aanmerking voor subsidie onder deze regeling. Wanneer enige andere regeling reeds voorziet in de subsidie voor een deel van de gemaakte kosten ten aanzien van capaciteitsuitbreiding of behoud van groene boa´s, dan kan het resterende deel van de kosten onder deze regeling in aanmerking komen voor subsidie. Het ligt in dat geval op de weg van de werkgever aan te tonen welke kosten buiten een eerder aangevraagde subsidie vallen.
’s-Gravenhage, 16 oktober 2023
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
Provincie Noord-Brabant namens alle provincies, Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren en Staatsbosbeheer.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2023-28614.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.