Besluit van de Autoriteit Consument en Markt van codebesluit 12 oktober 2023, kenmerk ACM/UIT/597935 tot wijziging van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet betreffende de introductie van een capaciteitscriterium voor gas

Zaaknummer: ACM/22/177787

De Autoriteit Consument en Markt,

Gelet op artikel 12f, eerste lid, van de Gaswet;

Besluit

ARTIKEL I

De Allocatiecode gas wordt gewijzigd als volgt:

A

Aan artikel 4.3.1.3 wordt na ‘1000.000 m³(n;35.17)’ ingevoegd ‘of die beschikken over een aansluiting met een aansluitcapaciteit groter dan 2.500 m³(n;35,17) per uur’.

B

Aan artikel 4.3.1.5 wordt na ‘250.000 m³(n;35.17)’ ingevoegd ‘of die beschikken over een aansluiting met een aansluitcapaciteit groter dan 400 m³(n;35,17) per uur’.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 oktober 2023

Autoriteit Consument en Markt, namens deze: M.R. Leijten bestuurslid

Als u rechtstreeks belanghebbende bent, kunt u tegen dit besluit beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Het postadres is: College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA Den Haag. Het beroepschrift moet binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt zijn ontvangen. Het beroepschrift moet zijn ondertekend en moet ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht bevatten. Voorts moet het beroepschrift de gronden van het beroep bevatten en dient een afschrift van het bestreden besluit te worden meegezonden.

TOELICHTING

1 Samenvatting

  • 1. De vereniging Netbeheer Nederland (hierna: Netbeheer Nederland) heeft een voorstel ingediend tot wijziging van de Allocatiecode gas. Het voorstel bevat de introductie van een capaciteitscriterium voor de indeling van aansluitingen in afnamecategorieën van gas, zodat vervuilingen in de allocatie door incidentele grote gasafnames worden verminderd. Deze vervuilingen worden nu ten onrechte gesocialiseerd over alle aangeslotenen die worden afgerekend op basis van een afnameprofiel (het profielsegment). In lijn met het kostenveroorzakingsprincipe hebben deze wijzigingen tot doel om te zorgen dat deze kosten enkel door desbetreffende aangeslotenen worden gedragen. De Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) is van oordeel dat de voorgestelde wijzigingen niet in strijd zijn met de belangen, eisen en regels als bedoeld in artikel 12f van de Gaswet.

2 Aanleiding en gevolgde procedure

  • 2. De ACM stelt op grond van artikel 12f van de Gaswet regelgeving vast voor de energiemarkt. Dit besluit is tot stand gekomen op basis van een voorstel dat de ACM op 4 april 2022 van de gezamenlijke netbeheerders heeft ontvangen. De gezamenlijke netbeheerders worden statutair vertegenwoordigd door Netbeheer Nederland. Dit voorstel van Netbeheer Nederland is tot stand gekomen in samenwerking met de Vereniging Nederlandse Energie Data Uitwisseling (hierna: NEDU).

  • 3. Netbeheer Nederland en NEDU noemen als aanleiding voor dit voorstel het besluit met kenmerk ACM/DE/2016/207598 dat de ACM op 22 december 2016 heeft genomen. Het voorstel onderliggende aan het besluit uit 2016 bevatte drie onderdelen, waarvan twee in het eerder genoemde besluit zijn opgenomen. Het derde onderdeel: een voorstel om de indeling van aansluitingen in afnamecategorieën, naast volume-gebaseerd, ook capaciteit-gebaseerd te maken, is in 2016 aangehouden. De reden hiervoor was dat tijdens het overleg met representatieve organisaties van partijen op de elektriciteits- en gasmarkt zoals bedoeld in artikel 12d van de Gaswet bleek dat er meer inzicht nodig was in hoeveel aansluitingen met het voorstel gemoeid zouden zijn en wat het voorstel voor de desbetreffende aangeslotenen zou betekenen. Aangezien de destijds gevraagde informatie nu beschikbaar is, hebben Netbeheer Nederland en NEDU deze informatie in dit voorstel opgenomen om het te kunnen voorgeleggen aan de ACM.

  • 4. Met dit voorstel wil Netbeheer Nederland voor de indeling van aansluitingen in afnamecategorieën een capaciteitscriterium voor gas introduceren, zodat vervuilingen in de allocatie door incidentele grote gasafnames worden verminderd. De kosten welke samenhangen met deze vervuilingen worden op dit moment ten onrechte gesocialiseerd over het gehele profielsegment.

  • 5. Als onderdeel van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure heeft de ACM het ontwerpbesluit en de bijbehorende stukken ter inzage gelegd en gepubliceerd op haar internetpagina. De terinzagelegging is gemeld in de Staatscourant van 16 maart 2023. De ACM heeft belanghebbenden in de gelegenheid gesteld binnen zes weken hun zienswijzen op het ontwerp kenbaar te maken.

  • 6. Zienswijzen op het ontwerpbesluit zijn ingediend door Energie-Nederland en SEFE Energy.

  • 7. De ACM is van mening dat het voorstel geen technische voorschriften bevat zoals bedoeld in Richtlijn 2015/1535. Om die reden zijn de voorwaarden in dit besluit niet in ontwerp ter notificatie aangeboden.

3 Beoordeling

3.1 Procedureel

  • 8. De ACM constateert dat het voorstel op 10 maart 2022 in een overleg met representatieve organisaties is besproken, zoals bedoeld in artikel 12d, eerste lid, van de Gaswet. In het voorstel is een verslag opgenomen van dit overleg. Netbeheer Nederland heeft in het voorstel aangegeven welke gevolgtrekkingen zij heeft verbonden aan de zienswijzen die de organisaties naar voren hebben gebracht.

  • 9. Naar het oordeel van de ACM voldoet het voorstel daarmee aan de vereisten bedoeld in artikel 12d van de Gaswet.

3.2 Inhoudelijk

  • 10. Netbeheer Nederland stelt voor om in de artikelen 4.3.1.3 en 4.3.1.5 van de Allocatiecode gas de indeling van gasaansluitingen in afnamecategorieën uit te breiden met een aanvullend capaciteitscriterium voor gas.

3.2.1 Allocatie
  • 11. Het doel van de voorwaarden in de Allocatiecode gas is om alle gasstromen in het landelijke gastransportnet en in de regionale gasdistributienetten toe te wijzen aan de programmaverantwoordelijken. Dit is nodig om de verrekening van de onbalans door de beheerder van het landelijk gastransportnet met de programmaverantwoordelijken ten behoeve van de gasbalancering uit te voeren. Daarnaast worden de uitkomsten van de allocatie gebruikt voor de vaststelling van de transportvergoeding van de landelijke netbeheerder die wordt betaald voor de aangeslotenen. Een onderdeel van de allocatie van gas is dat voor iedere gasaansluiting voor ieder uur een gasvolume wordt vastgesteld. Dit wordt uitgevoerd op basis van een meetgegeven of op basis van een vooraf vastgesteld afnameprofiel.

3.2.2 Afnamecategorieën
  • 12. Om onderscheid te kunnen maken tussen welke gasaansluitingen geprofileerd worden en welke op basis van meetgegevens worden gealloceerd, worden alle gasaansluitingen ingedeeld in een bepaalde afnamecategorie. De volgende afnamecategorieën worden gebruikt:

    • Voor profielafnemers: G1A, G2A en G2C;

    • Voor grootverbruikers met een dagelijks uitleesbare gasmeting: GXX en GIN;

    • Voor grootverbruikers met een uitleesbare gasmeting per uur: GGV en GIS.

    Op grond van de huidige voorwaarden in de Allocatiecode gas wordt de indeling van de afnamecategorieën alleen gebaseerd op het jaarvolume van de gasaansluiting. Dit is volgens Netbeheer Nederland voor het overgrote deel van de gasaansluitingen een goed bruikbare methode.

3.2.3 Profileringsmethodiek
  • 13. Netbeheer Nederland geeft in het voorstel aan dat deze indeling voor een kleine groep profielafnemers en grootverbruikers in de afnamecategorie GXX en GIN negatieve gevolgen kan hebben voor de uitkomsten van de allocatie. Deze gevolgen hebben betrekking op de wijze waarop de profileringsmethodiek binnen de allocatie wordt uitgevoerd. Op het moment dat de allocatie voor deze groep aangeslotenen wordt uitgevoerd, zijn er geen meetgegevens beschikbaar waardoor de gasvolumes voor deze aangeslotenen moeten worden geprofileerd. De profileringsmethodiek werkt zodanig dat het totale volume dat geprofileerd dient te worden vooraf vastgesteld wordt. Dit volume wordt berekend door het verschil te bepalen tussen de gemeten invoeding op het netgebied en het totaal gemeten gasvolume van de GGV en GIS-aansluitingen per uur en het netverlies per uur. De afnameprofielen van de overige aansluitingen worden vervolgens als een verdeelsleutel gebruikt om dit volume te verdelen.

  • 14. Een belangrijke aanname daarbij is dat de afnamepatronen van alle aansluitingen binnen één afnamecategorie enigszins overeenkomen met het afnameprofiel van die afnamecategorie. Dit is niet het geval wanneer een bepaalde aansluiting in een bepaald uur veel meer of minder gas afneemt dan op grond van het afnameprofiel van de desbetreffende afnamecategorie wordt verwacht. De ACM maakt uit het voorstel op dat in dat geval de resultaten van de allocatie van deze aansluitingen dan geen juiste afspiegeling meer zijn van de werkelijke afnames. Doordat de omvang van het te profileren volume vooraf is vastgesteld, zullen deze afwijkingen als gevolg daarvan gecompenseerd worden door de overige profielafnemers. Hierdoor vormen de resultaten van de allocatie in dat geval voor de overige profielafnemers ook geen juiste afspiegeling van de werkelijke afnames.

3.2.4 Negatieve effecten
  • 15. De ACM stelt dat wanneer de resultaten van de allocatie geen juiste afspiegeling zijn van de werkelijke afnames, dit twee negatieve effecten heeft. In de eerste plaats heeft dit tot gevolg dat de in rekening gebrachte onbalanskosten voor de programmaverantwoordelijken door de landelijke netbeheerder geen juiste afspiegeling zijn van de werkelijke kosten. In de tweede plaats heeft dit voor de profielafnemers tot gevolg dat ook de hoogte van de transportvergoeding van de landelijke netbeheerder voor deze groep afnemers geen juiste afspiegeling is van de werkelijke kosten. De ACM is van mening dat voor beide situaties geldt dat dit in strijd is met:

    • a. het kostenveroorzakingsbeginsel, dat inhoudt dat de tarieven moeten aansluiten bij de kosten die de dienst, waarvoor het tarief in rekening wordt gebracht, veroorzaakt.

    • b. Kruissubsidiëring, doordat de overige profielafnemers de kosten zullen dragen voor het afwijkende afnamepatroon.

3.2.5 Onderzoek Netbeheer Nederland en de NEDU
  • 16. Netbeheer Nederland geeft in het voorstel aan dat zij samen met de NEDU een onderzoek heeft uitgevoerd of deze negatieve effecten ook daadwerkelijk bij bepaalde afnamecategorieën optreden. Daarnaast is onderzocht welke aanpassingen in de voorwaarden in de Allocatiecode gas nodig zijn om deze negatieve effecten weg te nemen. Uit het onderzoek van Netbeheer Nederland en de NEDU is naar voren gekomen dat voor de afnamecategorieën G2C en GXX de negatieve effecten optreden en stellen daarom voor om de voorwaarden voor deze afnamecategorieën aan te passen.

3.2.6 Wijzigingen G2C
  • 17. De afnamecategorie G2C heeft betrekking op gasgrootverbruikers (aansluitcapaciteit groter dan 40 m3 per uur) met een gemiddeld jaarlijks gasverbruik dat lager is dan 170.000 m3. Voor deze afnemerscategorie wordt voor de allocatie van gas een afnameprofiel gebruikt. Netbeheer Nederland stelt voor om naast het volumecriterium in artikel 4.3.1.5 van de Allocatiecode gas ook een maximum capaciteitsgrens van 400 m3 per uur op te nemen. Netbeheer Nederland geeft aan dat als gevolg daarvan 175 grootverbruikers die nu nog in afnamecategorie G2C zijn ingedeeld, zullen worden ingedeeld in afnamecategorie GXX. De belangrijkste wijziging voor deze groep grootverbruikers is dat met de overgang naar afnamecategorie GXX de vaststelling van de transportvergoeding van de landelijke netbeheerder niet meer gebaseerd zal zijn op een afnameprofiel, maar op een meetwaarde. De ACM maakt uit het voorstel op dat met de introductie van dit aanvullende capaciteitscriterium de strijdigheid met het kostenveroorzakingsbeginsel en de kruissubsidiëring bij zowel de transportvergoeding als de onbalansafrekening wordt weggenomen waardoor zowel de programmaverantwoordelijken als de profielafnemers kosten in rekening krijgen gebracht die ze ook werkelijk zouden moeten betalen.

  • 18. In het voorstel geeft Netbeheer Nederland aan dat de financiële gevolgen voor deze groep grootverbruikers bestaan uit:

    • een hogere transportvergoeding van de landelijke netbeheerder;

    • een hogere commodity prijs die de leverancier hanteert richting de aangeslotene;

    • een gewijzigde transportvergoeding van de regionale netbeheerder; en

    • een investering voor het aanpassen aan de meetinrichting en hogere kosten voor het meten.

  • 19. Netbeheer Nederland heeft berekend wat de maximale financiële impact voor deze groep grootverbruikers zal zijn. Afhankelijk van het afnamepatroon per uur kunnen volgens Netbeheer Nederland de meerkosten voor een individuele G2C grootverbruiker verschillen. Wel wordt aangegeven dat met name de transportvergoeding van de landelijke netbeheerder tot hogere kosten kan leiden. Dit kan in het slechtste geval voor een aangeslotene oplopen tot maximaal € 100.000 per jaar. Voor de overige profielafnemers betekent dit dat zij geconfronteerd zullen worden met lagere kosten, omdat de kruissubsidiëring zal verminderen.

3.2.7 Wijzigingen GXX
  • 20. De afnamecategorie GXX heeft betrekking op gasgrootverbruikers met een gemiddeld jaarlijks gasverbruik tussen de 170.000 m3 en 1.000.000 m3. Hoewel de grootverbruikers uit deze afnemerscategorie beschikken over een dagelijks uitleesbare meetinrichting, wordt tijdens de allocatie voor de onbalansafrekening een afnameprofiel toegepast. Dit komt omdat de allocatie niet dagelijks maar per uur wordt uitgevoerd. Netbeheer Nederland stelt voor om voor deze afnemerscategorie naast het volumecriterium in artikel 4.3.1.3 van de Allocatiecode gas ook een maximum capaciteitsgrens van 2.500 m3 per uur op te nemen. Netbeheer Nederland geeft aan dat als gevolg daarvan 20 grootverbruikers, die nu nog in afnamecategorie GXX zijn ingedeeld, zullen worden ingedeeld in afnamecategorie GGV. Als gevolg daarvan wordt de allocatie voor deze groep niet meer uitgevoerd op basis van een afnameprofiel maar op basis van verstrekte meetgegevens per uur. De ACM maakt uit het voorstel op dat met de introductie van dit aanvullende capaciteitscriterium de strijdigheid met het kostenveroorzakingsbeginsel en de kruissubsidiëring bij de onbalansafrekening wordt weggenomen.

  • 21. Netbeheer Nederland geeft in het voorstel aan dat de financiële gevolgen voor deze groep grootverbruikers vooral worden veroorzaakt door het feit dat zij een op afstand uitleesbare meetinrichting per uur moeten aanschaffen voor de uitvoering van de allocatie. Een ander gevolg van deze wijziging is dat bij de programmaverantwoordelijken onbalanskosten in rekening worden gebracht die een betere afspiegeling zijn van de werkelijke kosten. Doordat de kruissubsidiering wordt verminderd, zullen daardoor de commodity kosten voor deze groep grootverbruikers toenemen en zullen de commodity kosten voor alle profielafnemers afnemen.

3.2.8 Oordeel ACM
  • 22. De ACM stelt vast dat door de introductie van een maximum capaciteitsgrens voor de afnamecategorieën G2C en GXX een aantal grootverbruikers zullen worden ingedeeld in een andere afnamecategorie. Daarmee wordt volgens de ACM de kruisubsidiëring tussen aangeslotenen beperkt en worden bij programmaverantwoordelijken en aangeslotenen kosten in rekening gebracht die beter in overeenstemming zijn met het kostenveroorzakingsbeginsel. Dit geldt voor zowel de verrekening van de onbalanskosten als voor de verrekening van de transportvergoeding van de landelijke netbeheerder voor profielafnemers. De ACM is van oordeel dat de investeringen die de betreffende grootverbruikers moeten doen en de hogere transportvergoeding van de landelijke netbeheerder die bij bepaalde grootverbruikers in rekening zullen worden gebracht in verhouding staan ten opzichte van deze verbeteringen.

  • 23. De ACM komt tot het oordeel dat de uitbreiding met een capaciteitscriterium in de artikelen 4.3.1.3 en 4.3.1.5 van de Allocatiecode gas niet in strijd zijn met de belangen, regels en eisen bedoeld in artikel 12f, eerste en tweede lid, van de Gaswet.

4 Reactie op ontvangen zienswijzen

4.1 Verplicht gebruik van uurlijkse telemetriegegevens

  • 24. Energie-Nederland en SEFE Energy stellen in hun zienswijze voor om in aanvulling op het codevoorstel aan de voorwaarden een bepaling toe te voegen waarin wordt vastgelegd dat wanneer de gasaansluiting van een grootverbruiker beschikt over een telemetrie meetinrichting, de uurlijkse meetgegevens uit deze meetinrichting ook gebruikt worden voor de allocatie. Aangegeven wordt dat binnen de huidige voorwaarden voor G2C afnemers deze verplichting niet geldt en het voorkomt dat hoewel deze aansluitingen over een telemetrie meetinrichting beschikken, de allocatie voor deze aansluitingen wordt uitgevoerd aan de hand van een verbruiksprofiel. Beide partijen doen het voorstel om deze verplichting in artikel 4.3.1.6 van de Allocatiecode gas op te nemen.

Reactie ACM

  • 25. De ACM stelt vast dat in het codevoorstel alleen de criteria worden gewijzigd over de indeling van gasaansluitingen in een bepaalde afnamecategorie. Eisen over het verplichte gebruik van uurlijkse telemetriegegevens in de allocatie zijn geen onderdeel van dit codevoorstel. Mogelijk kan het opnemen van zo’n verplichting in de voorwaarden de kwaliteit van de allocatie verbeteren. De ACM beschikt op dit moment alleen over onvoldoende informatie om dit voorstel te kunnen beoordelen. Daarvoor is het noodzakelijk dat er een codevoorstel door de gezamenlijke netbeheerders wordt ingediend waarin deze wijziging wordt voorgesteld. De ACM is voornemens om hierover in gesprek te gaan met de gezamenlijke netbeheerders. Deze zienswijze heeft niet geleid tot een aanpassing van de voorwaarden.

4.2 Verplichte plaatsing telemetrie meetinrichtingen

  • 26. Energie Nederland en SEFE Energy geven in hun zienswijze aan dat in de concept Energiewet wordt voorgesteld dat per 1 januari 2027 iedere grootverbruikersaansluiting moet beschikken over een telemetrie meetinrichting. Beide partijen geven aan dat in het codevoorstel geen plan is opgenomen wat er voor zorgt dat voor die tijd alle grootverbruikersaansluitingen, die nog niet beschikken over een telemetrie meetinrichting, van een telemetrie meetinrichting worden voorzien. De partijen stellen voor om in de voorwaarden een drempelwaarde voor de aansluitcapaciteit op te nemen die een telemetrie meetinrichting verplicht stelt. Voorgesteld wordt om deze drempelwaarde vervolgens jaarlijks te verlagen. De partijen doen tekstvoorstellen om artikel 4.3.1.5 van de Allocatiecode gas hierop aan te passen. Aangegeven wordt dat zo’n voorwaarde er voor zorgt dat alle gasgrootverbruikers zullen beschikken over een telemetrie meetinrichting op het moment van inwerkingtreding van deze regeling. Daarnaast geven beide partijen aan dat het Ministerie van EZK werkt aan de uitwerking van het Bescherm- en Herstelplan voor gas. Om deze regeling in de praktijk goed te kunnen uitvoeren is het volgens beide partijen noodzakelijk dat men voor alle gasaansluitingen kan beschikken over telemetriegegevens.

Reactie ACM

  • 27. Zoals reeds aangegeven worden in het codevoorstel alleen de criteria gewijzigd over de indeling van gasaansluitingen in een bepaalde afnamecategorie. Het opnemen van een verplichting in de voorwaarden voor het plaatsen van telemetrie meetinrichtingen bij alle grootverbruikersaansluitingen en het opnemen van een faseringsplan, maken geen onderdeel uit van het codevoorstel. Mogelijk kan het opnemen van zo’n verplichting in de voorwaarden de kwaliteit van de allocatie verbeteren. De ACM beschikt op dit moment alleen over onvoldoende informatie om dit voorstel te kunnen beoordelen. Daarvoor is het noodzakelijk dat er een codevoorstel door de gezamenlijke netbeheerders wordt ingediend waarin deze verplichting wordt voorgesteld. De ACM is voornemens om hierover in gesprek te gaan met de gezamenlijke netbeheerders. Deze zienswijze heeft niet geleid tot een aanpassing van de voorwaarden.

’s-Gravenhage, 12 oktober 2023

Autoriteit Consument en Markt, namens deze: M.R. Leijten bestuurslid

Naar boven