Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 4 oktober 2023, nr. Min-Buza.2023.19898-11, tot wijziging van de Sanctieregeling Haïti 2022

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën, de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelet op Besluit (GBVB) 2023/1574 van de Raad van 28 juli 2023 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2022/2319 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Haïti (Pb EU 2023, L 192), Verordening (EU) nr. 2023/1569 van de Raad van de Europese Unie van 28 juli 2023 tot wijziging van de Verordening (EU) 2022/2309 inzake beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Haïti (Pb EU 2023, L 192) en de artikelen 2, tweede lid, en 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

ARTIKEL I

De Sanctieregeling Haïti 2022 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, tweede lid, wordt na ‘6, eerste en tweede lid,’ ingevoegd ‘6 bis, eerste lid, 6 ter, eerste lid,’ en wordt ‘of 11, vijfde lid,’ vervangen door ‘, 11, vijfde lid of lid 5 bis,’.

B

In artikel 3 wordt ‘ongeacht of de goederen afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese Unie’ vervangen door ‘dan wel aan of ten behoeve van de in bijlage II van Besluit (GBVB) 2022/2319 van de Raad van de Europese Unie van 25 november 2022 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Haïti (Pb EU 2022, L 47) opgenomen personen en entiteiten, ongeacht of de goederen afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese Unie’.

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikelen 6, eerste en tweede lid, 6 bis, eerste lid, 6 ter, eerste lid, 7, eerste lid, 8, eerste lid, 9, eerste lid, en 10, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 2022/2309 is de Minister van Financiën voor zover het betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van tegoeden of informatie van financiële aard, met dien verstande dat instellingen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder a, c, e tot en met j, l en m, van de Sanctiewet 1977 de informatie, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 2022/2309 verstrekken aan De Nederlandsche Bank en instellingen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder b, d en k, van de Sanctiewet 1977 de informatie, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 2022/2309 verstrekken aan de Autoriteit Financiële Markten. De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten zijn ten behoeve van de uitvoering van voornoemd artikel 10 bevoegd de ontvangen informatie aan de Minister van Financiën te verstrekken.

2. In het tweede lid, wordt na ‘6, eerste en tweede lid,’ ingevoegd ‘6 bis, eerste lid, 6 ter, eerste lid,’ en wordt ‘10, eerste lid en 11, tweede lid’ vervangen door ‘en 10, eerste lid,’.

3. Toegevoegd wordt een derde lid, luidende:

  • 3. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 11, tweede lid, van Verordening (EU) nr. 2022/2309, is de Minister van Financiën voor zover het betreft tegoeden, de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening voor zover het betreft vastgoed, inclusief bedrijfspanden, de Minister van Economische Zaken en Klimaat voor zover het betreft niet-beursgenoteerde ondernemingen, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor zover het betreft kunst- en cultuurobjecten en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat voor zover het betreft vaar- en luchtvaartuigen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot

TOELICHTING

Deze regeling strekt tot wijziging van de Sanctieregeling Haïti 2022 (hierna: sanctieregeling).

De wijziging is het gevolg van Verordening (EU) nr. 2023/1569 die uitvoering geeft aan het Besluit (GBVB) 2023/15741. In dit op 28 juli 2023 door de Raad van de Europese Unie vastgestelde besluit, alsmede door middel van Verordening (EU) nr. 2023/15692, worden aanvullende beperkende maatregelen vastgesteld in het licht van de situatie in Haïti die nog steeds gekenmerkt wordt door duidelijke instabiliteit in verband met de kwetsbaarheid van de staat.

De algemene veiligheidsomstandigheden zijn uiterst precair als gevolg van de gewapende bendes die betrokken zijn bij illegale activiteiten en daardoor ook de verstrekking van humanitaire hulp belemmeren. In deze context en in het licht van de verdere achteruitgang van de politieke, economische, humanitaire en veiligheidssituatie in Haïti, acht de Raad van de Europese Unie het nodig een specifiek kader tot stand te brengen voor gerichte beperkende maatregelen tegen natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die verantwoordelijk zijn voor handelingen die de vrede, de stabiliteit en de veiligheid van Haïti in het gedrang brengen, en voor handelingen die de democratie of de rechtsstaat in Haïti ondermijnen, alsook tegen daarmee verbonden natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

Eén van de reeds bestaande financiële beperkende maatregelen betreft de bevriezing van de tegoeden en economische middelen van bepaalde (rechts)personen die door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of het betrokken Sanctiecomité van de Verenigde Naties zijn aangewezen voor het plegen of ondersteunen van bendegeweld, criminele activiteiten of schendingen van de mensenrechten, of het anderszins nemen van maatregelen die de vrede, de stabiliteit en de veiligheid van Haïti en de regio ondermijnen.

Besluit (GBVB) 2023/1574 stelt aanvullende criteria vast op basis waarvan de Europese Unie autonoom reisbeperkingen, bevriezing van tegoeden en economische middelen kan toepassen, alsmede een verboden om tegoeden en economische middelen ter beschikking te stellen. Ten aanzien van deze door de Europese Unie geliste natuurlijke personen en entiteiten geldt tevens een wapenembargo.

Artikelsgewijs

In artikel 2, tweede lid, van de sanctieregeling zijn de uitzonderingen op de verbodsbepalingen uit Verordening (EU) nr. 2022/2309 geactualiseerd naar aanleiding van de wijzigingen van Verordening (EU) 2023/1569. De uitzonderingen zijn opgenomen in artikel 6 bis, artikel 6 ter en artikel 11, lid 5 bis, van Verordening (EU) 2022/2309 (artikel I, onderdeel A).

In artikel 3 van de sanctieregeling wordt artikel 1 bis van Besluit (GBVB) 2022/2319 geïmplementeerd. Dit betreft het wapenembargo dat ook van toepassing is jegens de door de Europese Unie geliste personen en entiteiten opgenomen in bijlage II van dat besluit (artikel I, onderdeel B).

Voorts wordt in artikel 4, eerste en tweede lid, van de sanctieregeling de aanwijzing naar de bevoegde autoriteiten toegevoegd als gevolg van de eerder bedoelde uitzonderingen. Met betrekking tot het melden van bevroren rekeningen en bedragen zoals bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder a, van Verordening (EU) nr. 2022/2309 wordt verduidelijkt waar deze meldingen moeten plaatsvinden in het geval van financiële tegoeden.

Tevens worden in artikel 4, derde lid (nieuw), van de sanctieregeling de bevoegde autoriteiten aangewezen in het kader van de meldplicht, bedoeld in het nieuwe artikel 11, tweede lid, van Verordening (EU) nr. 2022/2309. Deze meldplicht komt mede voort uit de toenemende complexiteit van constructies om sancties te omzeilen. Het wordt noodzakelijk geacht de geliste personen en entiteiten te verplichten om de onder de jurisdictie van een lidstaat vallende tegoeden en economische middelen te melden en met de bevoegde autoriteit samen te werken bij de verificatie van de melding. Het niet naleven van deze verplichting wordt beschouwd als een overtreding van het verbod op omzeiling van de bepalingen inzake bevriezing van tegoeden en is strafbaar op grond van artikel 2a, eerste lid, van de sanctieregeling jo artikel 1, onder 1°, van de Wet op de economische delicten (artikel I, onderdeel C).

Voor meer informatie over de beperkende maatregelen zij verwezen naar de website

www.Rijksoverheid.nl/sancties.

Ten slotte kan worden gemeld dat deze regeling strekt tot naleving van een internationale verplichting. Hierdoor is een uitzondering op de vaste verandermomenten toegestaan conform het beleid inzake vaste verandermomenten.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot


X Noot
1

Besluit (GBVB) 2023/1574 van de Raad van 28 juli 2023 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2022/2319 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Haïti (Pb EU 2023, L 192).

X Noot
2

Verordening (EU) nr. 2023/1569 van de Raad van de Europese Unie van 28 juli 2023 tot wijziging van de Verordening (EU) 2022/2309 inzake beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Haïti (Pb EU 2023, L 192).

Naar boven