De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op artikel 14, tweede lid, van het Besluit subsidiëring sloop- en ombouwkosten
pelsdierhouderij;
Besluit:
ARTIKEL I
In artikel 8b van de Regeling subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij
wordt ‘drie jaar’ vervangen door ‘de periode tussen de datum van de verleningsbeschikking
en 31 december 2029’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
’s-Gravenhage, 4 oktober 2023
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema
TOELICHTING
Pelsdierhouderijen zijn als gevolg van de Wet verbod pelsdierhouderij hun functie
verloren. Op grond van het Besluit subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij
(hierna: het Besluit) en de Regeling subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij
(hierna: de Regeling) was het mogelijk voor pelsdierhouders om subsidie aan te vragen
voor de sloop van opstallen van pelsdierhouderijen. Voor de ombouw van een pelsdierhouderij
naar een andere onderneming is het tot en met 31 december 2023 mogelijk subsidie aan
te vragen. Met deze regelgeving is beoogd om vanuit landschappelijk oogpunt ervoor
te zorgen dat ongebruikte of verouderde opstallen verdwijnen, dat de percelen zoveel
mogelijk een nuttige bestemming krijgen, en dat wordt bijgedragen aan het maken van
een doorstart van de voormalige pelsdierhouder in de uitoefening van nieuwe (bedrijfs)activiteiten.
De huidige stikstofproblematiek zorgt voor vertraging in de procedures, zoals bij
vergunningaanvragen en bestemmingsplanwijzigingen. Die vergunningen of wijzigingen
zijn veelal nodig om voormalige nertsenhouderijen te mogen slopen of ombouwen. Door
de vertraging dreigen subsidiebetalingen aan voormalig pelsdierhouders op korte termijn
stop gezet te moeten worden.
Deze wijzigingsregeling voorziet in een verlenging van de projectperiode die generiek
is voor alle ingediende subsidieaanvragen. Die houdt in dat ondernemers tot en met
31 december 2029 de tijd krijgen om hun project af te ronden, in plaats van een termijn
van drie jaar die ingaat vanaf het moment van subsidieverlening, zoals tot dusverre
gold op grond van artikel 14 van het Besluit en het vorige artikel 8b van de Regeling.
De oorzaak van de vertraging in het sloop- en ombouwproject ligt niet aan de ondernemers.
Om deze reden is het redelijk de projectperiode te verlengen waarbinnen de sloop en/of
ombouw moet zijn afgerond. Ook de relevante staatssteunkaders verzetten zich niet
tegen deze aanpassing. De reden om te kiezen voor een einddatum waarop het project
moet zijn afgerond, in plaats van een verlenging van de termijn, is dat de problematiek
rondom vergunningverleningen en bestemmingsplannen, los staat van het moment van indienen
van een subsidieaanvraag. Het ligt in de lijn der verwachting dat als er een oplossing
komt voor de stikstokproblematiek dat dan in gelijk tempo de vergunningverlening en
wijziging van de bestemmingsplannen op gang kan komen. Daarnaast komt een generieke
einddatum van de projectperiode de uitvoerbaarheid van de regeling ten goede. Dan
hoeft namelijk niet per aanvrager te worden bijgehouden of de termijn al verstreken
is en of betalingen moeten worden stopgezet.
Regeldruk
Het Adviescollege Toetsing Regeldruk heeft besloten om geen formeel advies uit te
brengen. Er is geen regeldruk bij de wijziging van deze regeling.
Inwerkingtreding
Met artikel II van deze regeling wordt afgeweken van het beleid omtrent vaste verandermomenten
en de minimuminvoeringstermijn. Deze afwijking is gerechtvaardigd omdat deze afwijking,
gelet op de doelgroep, aanmerkelijke ongewenste private en publieke nadelen voorkomt.
Met een onmiddellijke inwerkingtreding is er direct zekerheid voor ondernemers dat
zij niet langer gehouden worden aan het afronden van hun project op een termijn die
niet haalbaar is. Publieke nadelen worden voorkomen, omdat er geen werkzaamheden nodig
zijn om subsidiebetalingen stop te zetten.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema