De Minister van Buitenlandse Zaken,
Gelet op artikel 2.23, eerste lid, aanhef en onder e, van de Aanbestedingswet 2012;
Besluit:
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot
TOELICHTING:
Tijdens de Vilnius NAVO-top op 11 en 12 juli 2023 is besloten dat de NAVO-top van
2025 in Nederland wordt georganiseerd. Aan een NAVO-top nemen behalve regeringsleiders
ook Ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie van de 31 NAVO bondgenoten en circa
14 partnerlanden en -organisaties deel. Na de toewijzing van de NAVO-top heeft de
Nederlandse regering mede op basis van de door de NAVO gestelde eisen besloten de
opdrachten in het kader van de organisatie van de NAVO-top 2025 geheim te verklaren.
Voor de nationale en internationale veiligheid is het van belang dat het verblijf
en de vergaderingen van de NAVO bondgenoten en de partnerlanden ongestoord en in strikt
vertrouwen (geheim) kunnen plaatsvinden. Een inbreuk hierop zou niet alleen de Nederlandse
staatsveiligheid en de democratische rechtsorde, maar ook andere belangen van de staat
ernstig kunnen schaden. Gelet op de aard en het niveau van de top geldt dit ook voor
de internationale veiligheid. De NAVO stelt daarom ook hoge veiligheidseisen. Dat
betreft onder meer geheimhouding van de indeling en inrichting van de locatie, de
ICT infrastructuur en de ICT toepassingen (waaronder de registratie en toegangscontrole),
catering (ook i.h.k.v. voedselveiligheid) alsmede de verblijfs- en vervoersbewegingen
van de deelnemende delegaties. Daarnaast dienen alle betrokkenen bij de organisatie
van de top te worden gescreend. Op grond van het bovenstaande is het noodzakelijk
de risico’s die vanaf de aanloop tot en met de top zelf een inbreuk kunnen vormen
op de veiligheidssituatie zo veel mogelijk te beperken.
Bij het verstrekken van opdrachten in het kader van de organisatie van de NAVO-top
2025 dient gedetailleerde informatie beschikbaar te worden gesteld. Hieruit kunnen
de aard en zwaarte van huidige en toekomstige veiligheidsmaatregelen rondom de NAVO-top
worden afgeleid. Indien deze informatie in het kader van een openbare aanbestedingsprocedure
moet worden verstrekt, of indien aan een partij moet worden gegund met wie geen vertrouwensrelatie
bestaat, brengt dit aanzienlijke risico’s met zich ten aanzien van de veiligheidssituatie
van de locatie en voor de deelnemers aan deze top. Deze risico’s kunnen worden beperkt
door het toepassen van de mogelijkheid van het geheim verklaren van opdrachten voor
diensten, leveringen en werken, zoals vastgelegd in artikel 2.23, eerste lid, aanhef
en onder e, van de Aanbestedingswet 2012. Dit besluit strekt daartoe.
De genoemde risico’s kunnen niet afdoende worden beperkt met minder ingrijpende maatregelen.
Ook bij het toepassen van een niet-openbare aanbestedingsprocedure zal een grote groep
personen en ondernemingen met wie geen vertrouwensrelatie bestaat, kennis kunnen nemen
van zeer gevoelige informatie. En zelfs indien personen en ondernemingen vooraf worden
gescreend en worden verplicht tot geheimhouding, leidt een dergelijke aanbesteding
tot kennis bij een te grote groep geïnformeerden. Screening en toezicht op de naleving
van de geheimhoudingsverplichtingen van een dergelijke grote groep geïnformeerden
zou bovendien een te grote inzet vergen van de rijksonderdelen die daarmee zijn belast.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot