Regeling van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 14 september 2023 nr. 40809305, tot wijziging van de Regeling leerresultaten PO 2020 in verband met de wetswijziging betreffende de doorstroomtoets en enkele overige wijzigingen

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

Gelet op de artikelen 2.2 en 2.4 van het Inrichtingsbesluit WPO;

Besluit:

ARTIKEL I. REGELING LEERRESULTATEN PO 2020

De Regeling leerresultaten PO 2020 wordt als volgt gewijzigd:

A

Bijlage A wordt als volgt gewijzigd:

1. In Deel 1. ‘Beoordeling leerresultaten’ worden onder ‘Gebruikte gegevens’ de zinnen ‘DUO verwerkt de gegevens in het Basis Register Onderwijs (BRON). De inspectie ontvangt de geanonimiseerde gegevens van de individuele leerlingen uit BRON.’ vervangen door ‘DUO verwerkt de gegevens in het Register Onderwijsdeelnemers (ROD). De inspectie ontvangt de geanonimiseerde gegevens van de individuele leerlingen uit ROD.’

2. In Deel 1. ‘Beoordeling leerresultaten’ worden onder ‘Indicatoren’ de zinnen: ‘Bij de beoordeling kijkt de inspectie naar de behaalde referentieniveaus op de eindtoets in de laatste drie schooljaren1. De leerresultaten van leerlingen die voldoen aan de ontheffingsgronden, zoals bedoeld in artikel 10a, derde lid, van de WPO, laat de inspectie hierbij buiten beschouwing. Voor alle leerlingen die in de laatste drie schooljaren een eindtoets hebben gemaakt, beschikt de school over de behaalde referentieniveaus (1F of 1S/2F) voor lezen, taalverzorging en rekenen2.’ vervangen door ‘Bij de beoordeling kijkt de inspectie naar de behaalde referentieniveaus op de eind- of doorstroomtoets in de laatste drie schooljaren3. De leerresultaten van leerlingen die voldoen aan de ontheffingsgronden, zoals bedoeld in artikel 10a, derde lid, van de WPO, laat de inspectie hierbij buiten beschouwing. Voor alle leerlingen die in de laatste drie schooljaren een eind- of doorstroomtoets hebben gemaakt, beschikt de school over de behaalde referentieniveaus (1F of 1S/2F) voor lezen, taalverzorging en rekenen4.’

3. In Deel 1. ‘Beoordeling leerresultaten’ wordt onder ‘Indicatoren’ de zin: ‘Tabel 1 vermeldt tevens de correctiewaarden die gehanteerd worden bij de beoordeling van de leerresultaten in de schooljaren 2022–2023 en 2023–2024.’ vervangen door ‘Tabel 1 vermeldt tevens de correctiewaarden die gehanteerd worden bij de beoordeling van de leerresultaten in het schooljaar 2023–2024.’

4. In Deel 1. ‘Beoordeling leerresultaten’ wordt onder ‘Indicatoren’ Tabel 1 vervangen door:

Tabel 1. Signaleringswaarden en correctiewaarden in percentages behaalde referentieniveaus1

Schoolweging

Signaleringswaarde

% ≥ 1F

Correctiewaarde

% ≥ 1F

23/24

 

Signaleringswaarde

% ≥ 1S/2F

Correctiewaarde

% ≥ 1S/2F

23/24

20–21

85

82

 

66,8

62,0

21–22

85

82

 

63,9

59,9

22–23

85

82

 

61,1

57,9

23–24

85

82

 

58,6

55,8

24–25

85

82

 

56,6

53,8

25–26

85

82

 

55,1

51,7

26–27

85

82

 

53,6

49,7

27–28

85

82

 

52,1

47,6

28–29

85

82

 

50,6

45,6

29–30

85

82

 

49,0

43,5

30–31

85

82

 

47,3

41,5

31–32

85

82

 

45,5

39,4

32–33

85

82

 

43,5

37,4

33–34

85

82

 

41,5

35,3

34–35

85

82

 

39,5

33,3

35–36

85

82

 

37,5

31,2

36–37

85

82

 

35,7

29,2

37–38

85

82

 

33,9

27,1

38–39

85

82

 

32,1

25,1

39–40

85

82

 

30,3

23,0

X Noot
1

Als de schoolweging een rond getal is, dan geldt de hoogste schoolwegingscategorie. Bijvoorbeeld, de signaleringswaarden van schoolwegingscategorie 25–26 gelden voor een school met schoolweging 25.

5. In Deel 1 wordt onder ‘Schoolweging is geen goede afspiegeling van leerlingenpopulatie’ de zin ‘Als een school meerdere vestigingen heeft die door de inspectie als afzonderlijke objecten van toezicht worden gezien, maar er is in BRON niet duidelijk aangegeven op welke locatie de leerlingen zijn ingeschreven.’ vervangen door ‘Als een school meerdere vestigingen heeft die door de inspectie als afzonderlijke objecten van toezicht worden gezien, maar er is in ROD niet duidelijk aangegeven op welke locatie de leerlingen zijn ingeschreven.’

6. In Deel 1. ‘Beoordeling leerresultaten’ vervalt

‘Geen oordeel wegens COVID-19

In verband met de uitbraak van COVID-19 zijn er in het schooljaar 2021–2022 onvoldoende gegevens voor een betrouwbaar oordeel over de meting van de leerresultaten. Daarom worden de leerresultaten van scholen in het schooljaar 2021–2022 niet beoordeeld. Alle scholen krijgen in die periode ‘geen oordeel’. Er wordt geen aanvullend onderzoek als bedoeld in bijlage B verricht, overeenkomstig artikel 2.4, tweede lid, van het Inrichtingsbesluit WPO.’

7. In Deel 2. ‘Kleine scholen’ wordt de zin ‘Een school is een kleine school als er in het meest recente schooljaar dat wordt beschouwd minder dan vijf leerlingen in het achtste leerjaar zitten.’ vervangen door ‘Een school is een kleine school als er in de laatste drie schooljaren minder dan 15 leerlingen in totaal in het achtste leerjaar zaten.’

8. In Deel 3 wordt onder ‘Correctie voor schoolkenmerken en individuele kenmerken van leerlingen’ de zin ‘De inspectie gebruikt bij de beoordeling van de leerresultaten de gemiddelde schoolweging van de laatste drie schooljaren.’ vervangen door ‘De inspectie gebruikt bij de beoordeling van de leerresultaten de gemiddelde schoolweging van de drie voorgaande schooljaren, bijvoorbeeld: bij de beoordeling van de leerresultaten van 2021–2022, 2022–2023 en 2023–2024 wordt de gemiddelde schoolweging van de schooljaren 2020–2021, 2021–2022 en 2022–2023 gebruikt.’

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul

TOELICHTING

1. Inleiding

Jaarlijks bezoekt en beoordeelt de inspectie een deel van de scholen. De beoordeling van de leerresultaten is één aspect van het eindoordeel over de school. Artikel 10a van de Wet op het primair onderwijs (hierna: WPO) vormt de basis voor de beoordeling van de leerresultaten, waarbij de normering en dergelijke verder is uitgewerkt in lagere regelgeving. Het betreft hoofdstuk 2 van het Inrichtingsbesluit WPO en de Regeling leerresultaten PO 2020. De wijzigingen rond de doorstroomtoets vragen om enige aanpassingen in de Regeling leerresultaten po. Daarnaast zijn enkele andere wijzigingen aangewezen. Deze wijzigingen zijn door de inspecteur-generaal voorgedragen op 14 juli 2023, conform het bepaalde in artikel 2.3 van het Inrichtingsbesluit WPO. Onderstaand wordt ingegaan op de wijzigingen in de regeling.

2. Wijzigingen

BRON wordt ROD

BRON is bij DUO vervangen door het Register Onderwijsdeelnemers (ROD). De benodigde tekstuele aanpassingen zijn in de regeling aangebracht.

Eindtoets wordt doorstroomtoets

De beoordeling van de leerresultaten wordt vanaf het schooljaar 2023–2024 gebaseerd op de eindtoetsresultaten tot 2024 en de doorstroomtoetsresultaten vanaf 2024. De benodigde tekstuele aanpassingen zijn in de regeling aangebracht.

Schoolweging

In de regeling is duidelijk gemaakt welke schoolweging van toepassing is bij de beoordeling van de leerresultaten. Deze wijziging is nodig, omdat het CBS de schoolweging met ingang van het schooljaar 2022–2023 later in het jaar publiceert dan voorheen het geval was. Daardoor kan de inspectie de schoolweging niet langer in april–mei publiceren, maar pas na de zomervakantie. In de regeling werd ervan uit gegaan dat de meest recent gepubliceerde schoolweging van toepassing is bij de beoordeling van de leerresultaten. In dat geval maakt het uit wanneer de leerresultaten van een school worden beoordeeld. Voor de zomervakantie geldt dan een andere schoolweging dan na de zomervakantie. Dat is onwenselijk, omdat dit kan leiden tot verschillen in oordelen.

Bij de beoordeling van de leerresultaten wordt met ingang van het schooljaar 2023–2024 uitgegaan van de schoolweging behorend bij de drie voorgaande schooljaren. Dat betekent bijvoorbeeld dat bij de beoordeling van de leerresultaten van 2021–2022, 2022–2023, 2023–2024 de schoolweging behorend bij de schooljaren 2020–2021, 2021–2022 en 2022–2023 wordt gehanteerd. Dit heeft als voordeel dat scholen voor de afname van de doorstroomtoets in februari exact weten welke schoolweging voor hen van toepassing is en welke normen gelden.

De schoolweging is in de regel zeer stabiel en wijzigt van jaar op jaar niet of nauwelijks. Voor scholen maakt het daarom in de praktijk niet uit welke schoolweging wordt gebruikt.

Correctiewaarden 22–23 verwijderd

De correctiewaarden die in schooljaar 2022–2023 van toepassing waren, zijn uit Tabel 1 verwijderd, omdat ze materieel zijn uitgewerkt. De bijbehorende tekst is eveneens aangepast.

COVID-19

In het schooljaar 2021–2022 heeft de inspectie de leerresultaten van scholen niet beoordeeld vanwege COVID-19. Deze tekst is verwijderd aangezien deze niet langer van toepassing is.

Kleine scholen

De definitie van een kleine school is gewijzigd. Een kleine school wordt nu gedefinieerd als een school waar in de laatste drie schooljaren minder dan 15 leerlingen in totaal in het achtste leerjaar zaten. De definitie van een kleine school die de afgelopen jaren werd gehanteerd (een school is een kleine school als er in het meest recente schooljaar dat wordt beschouwd minder dan vijf leerlingen in het achtste leerjaar zitten) bleek geen goede indicatie voor de omvang van de school, mede omdat de leerresultaten over drie leerjaren worden gemeten.

3. Administratieve lasten

De wijzigingen hebben geen gevolgen voor de uitvoeringsorganisaties DUO en de Inspectie van het Onderwijs. Ook veranderen de administratieve lasten voor de scholen niet.

4. Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

Op basis van de uitvoeringstoets is de verwachting dat de impact van de deze regeling op de uitvoering DUO] en de handhaafbaarheid bij Inspectie en ADR gering tot nul zal zijn.

5. Inwerkingtreding

De regeling heeft terugwerkende kracht tot en met 1 augustus 2023. Zonder deze terugwerkende kracht zouden de door deze regeling aangebrachte verbeteringen niet voor het gehele schooljaar van toepassing zijn, hetgeen onwenselijk is.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul


X Noot
1

Voor zover de periode van drie schooljaren de schooljaren 2018–2019 tot en met 2020–2021 of 2019–2020 tot en met 2021–2022 betreft, worden overeenkomstig artikel 1.2., tweede lid, van de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19 de leerresultaten gemeten over de drie meest recente schooljaren waarin centrale eindtoetsen of andere eindtoetsen als bedoeld in artikel 9b van de Wet op het primair onderwijs wet zijn afgenomen.

X Noot
2

Voor zover de periode van drie schooljaren de schooljaren 2018–2019 tot en met 2020–2021 of 2019–2020 tot en met 2021–2022 betreft, worden overeenkomstig artikel 1.2., tweede lid, van de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19 de leerresultaten gemeten over de drie meest recente schooljaren waarin centrale eindtoetsen of andere eindtoetsen als bedoeld in artikel 9b van de Wet op het primair onderwijs wet zijn afgenomen.

X Noot
3

Voor zover de periode van drie schooljaren de schooljaren 2018–2019 tot en met 2020–2021 of 2019–2020 tot en met 2021–2022 betreft, worden overeenkomstig artikel 1.2., tweede lid, van de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19 de leerresultaten gemeten over de drie meest recente schooljaren waarin centrale eindtoetsen of andere eindtoetsen als bedoeld in artikel 9b van de Wet op het primair onderwijs wet zijn afgenomen.

X Noot
4

Voor zover de periode van drie schooljaren de schooljaren 2018–2019 tot en met 2020–2021 of 2019–2020 tot en met 2021–2022 betreft, worden overeenkomstig artikel 1.2., tweede lid, van de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19 de leerresultaten gemeten over de drie meest recente schooljaren waarin centrale eindtoetsen of andere eindtoetsen als bedoeld in artikel 9b van de Wet op het primair onderwijs wet zijn afgenomen.

Naar boven