Regeling van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport van 2 oktober 2023, kenmerk 3654284-1038978-LZ, houdende wijziging van de Regeling subsidies aardbevingsbestendige zorg in verband met indexatie van enkele bedragen en het invoeren van een bijstelling verhoogde bouwkosten

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,

Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling subsidies aardbevingsbestendige zorg wordt als volgt gewijzigd:

A

In de alfabetische volgorde van artikel 1.1 worden de volgende begripsbepalingen ingevoegd:

bouwteam:

een projectgebonden samenwerkingsverband tussen een opdrachtgever en één of meerdere personen waarbinnen wordt samengewerkt aan het ontwerp van de te realiseren nieuwbouw en het realiseren van nieuwbouw, bedoeld in artikel 4.2, eerste lid, van deze subsidieregeling;

bouwteamovereenkomst:

een overeenkomst van het bouwteam waarin prijsafspraken zijn vastgelegd voor het realiseren van nieuwbouw, bedoeld in artikel 4.2, eerste lid, van deze subsidieregeling;

CBS tabel bouwkosten nieuwbouwwoningen:

de tabel ‘Nieuwbouwwoningen; inputprijsindex bouwkosten 2015=100’ van het Centraal Bureau voor de Statistiek;

prijsvorming:

de datum waarop een prijsafspraak is neergelegd in:

  • a. een overeenkomst tot aanneming van werk als bedoeld in artikel 750 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek; of

  • b. een bouwteamovereenkomst;

B

Artikel 4.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt ‘€ 104.206’ vervangen door ‘€ 106.811’.

2. In het vierde lid wordt ‘€ 75.673’ vervangen door ‘€ 77.565’.

3. In het vijfde lid wordt ‘€ 31.013’ vervangen door ‘€ 31.788’.

4. Het zesde lid vervalt.

C

Na artikel 4.3 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4.3a Subsidie voor verhoogde bouwkosten

  • 1. De minister kan besluiten het subsidiebedrag, bedoeld in artikel 4.3, eerste lid, te verhogen in het geval in verband met gestegen bouwkosten.

  • 2. De verhoging, bedoeld in het eerste lid, bedraagt ten hoogste het op basis van het in het derde lid berekende percentage van het op basis van het vierde lid berekende bedrag van de totale bouwkosten.

  • 3. Het percentage wordt berekend aan de hand van de volgende formule:

    (H – J) * 100/106,5

    waarbij wordt verstaan onder:

    H: de inputprijsindex bouwkosten uit de CBS tabel bouwkosten nieuwbouwwoningen die werd gehanteerd in de maand van de prijsvorming;

    J: 106,5 * 1,025a

    waarbij wordt verstaan onder:

    a het aantal jaren van indexatie, vanaf het jaar 2018 tot aan het moment van de prijsvorming.

  • 4. Het bedrag van de totale bouwkosten wordt berekend aan de hand van de volgende formule:

    D x 2,83 x 0,9

    waarbij wordt verstaan onder:

    D: het bedrag van de subsidie voor het realiseren van nieuwbouw door de aanvrager, bedoeld in artikel 4.3, eerste lid.

  • 5. Het subsidieplafond voor de verhoging, bedoeld in het eerste lid, bedraagt € 25.000.000 voor de looptijd van deze regeling.

  • 6. De minister verdeelt het ingevolge het subsidieplafond beschikbare bedrag op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

D

In artikel 4.5 wordt onder vernummering van het derde lid tot het vierde lid een lid ingevoegd, luidende:

3. Wanneer de aanvraag mede ziet op verhoging van het subsidiebedrag als bedoeld in artikel 4.3a, bevat de aanvraag een afschrift van het document waarin de prijsvorming is vastgelegd.

E

In artikel 4.6, vierde lid, wordt ‘twee jaar’ vervangen door ‘vier jaar’.

F

In artikel 4.7, wordt onder vernummering van het vierde lid tot het zesde lid een nieuw vierde en vijfde lid ingevoegd, luidende:

  • 4. De subsidie wordt vastgesteld op een bedrag dat bestaat uit:

    • a) de normbedragen voor de gerealiseerde plaatsen, bedoeld in artikel 4.3, derde tot en met vijfde lid, waarbij uitgegaan wordt van het normbedrag in het jaar van de aanvraag tot verlening; en

    • b) de verleende subsidie voor verhoogde bouwkosten, bedoeld in artikel 4.3a.

  • 5. In afwijking van het vierde lid wordt het subsidiebedrag voor verhoogde bouwkosten, op het moment dat niet alle te realiseren plaatsen zijn gerealiseerd, lager vastgesteld naar rato van het aantal plaatsen dat niet gerealiseerd is en het bijbehorende normbedrag.

G

In artikel 5.1, tweede lid, wordt ‘€ 3.500.000’ vervangen door ‘€ 7.500.000’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

TOELICHTING

Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling subsidies aardbevingsbestendige zorg (hierna: de Subsidieregeling).

De wijziging is ingegeven door de jaarlijkse indexatie van de normbedragen in de Subsidieregeling en het introduceren van een mogelijkheid tot correctie naar boven vanwege gestegen bouwkosten.

De correctie voor de verhoogde bouwkosten is noodzakelijk voor de uitzonderlijke stijging die de bouwkosten de afgelopen jaren hebben ondergaan. Vanwege de inval van Rusland in Oekraïne zijn de energiekosten gestegen en zijn er belemmeringen in de aanvoer van verschillende (bouw)materialen. Dit heeft zijn weerslag op de bouwkosten. Om redenen van veiligheid is het ongewenst dat de bouw in Groningen vertraagt door bouwkostenstijgingen. In het aardbevingsgebied Groningen kan zo de continuïteit van zorg worden geborgd doordat door kan worden gegaan met het realiseren van veilige, aardbevingsbestendige plaatsen in de intramurale zorg, dagbesteding of voor kinderdagcentrumplaatsen.

Daarnaast kan de minister, in bijzondere omstandigheden, vier jaar uitstel verlenen voor de realisatie van nieuwbouw. Gebleken is dat in grotere projecten in de gefaseerde uitvoering en de aandacht voor het draagvlak van de buurt, meer tijd nodig is dan initieel gedacht.

Verder is het beschikbare subsidiebedrag voor het inrichten van de projectorganisatie aangepast naar maximaal € 7.500.000. Vanuit het Nationaal Programma Groningen is extra geld beschikbaar gesteld voor de projectorganisatie om innovaties nog beter te verankeren, hetgeen gezien de ambities van het Groninger Zorgakkoord passend is.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

A

In artikel 1.1 van de Subsidieregeling zijn een aantal begripsbepalingen ingevoegd.

Een van de begrippen duidt nader aan wat onder bouwteam wordt verstaan. In de bouw is het werken met een bouwteam gebruikelijk. Dan wordt gekozen voor de stapsgewijze realisatie van het project, waarbij naar bevind van zaken een team wordt gevormd van bijvoorbeeld een bouwkundige, architect of een technisch tekenaar.

De regeling biedt daarom ruimte om – als alternatief van een overeenkomst van aanneming tussen een opdrachtgever en opdrachtnemer voor de realisatie van werk – met een bouwteam te werken.

De afspraken die worden gemaakt binnen het bouwteam zijn vastgelegd in de bouwteamovereenkomst.

In de definitie voor prijsvorming is te vinden dat de datum waarop een prijsafspraak is gemaakt zowel te vinden kan zijn in de overeenkomst met een bouwteam als die met een aannemer. De bij de initiële subsidieaanvraag gebruikte datum van prijsvorming wordt gehanteerd voor de vaststelling van de hoogte van de subsidie. Deze datum kan daarna in principe niet meer worden gewijzigd.

B

In het Groninger Zorgakkoord (Stcrt. 2019, 30316) is afgesproken dat er een jaarlijkse indexatie van de normbedragen plaatsvindt, conform de systematiek van de Normatieve Huisvestingscomponent. Dit heeft tot gevolg dat de normbedragen voor het realiseren van nieuwbouw, genoemd in artikel 4.3. van de Subsidieregeling, voor het jaar 2023 zijn geïndexeerd met het vaste indexcijfer van 2,5%.

C

In aanvulling op de subsidie voor het realiseren van nieuwbouw kan de minister de subsidie op aanvraag verhogen voor de prijsopslag van bouwkosten ten opzichte van het peiljaar 2018. Een bouwkostenstijging mag de bouw van aardbevingsbestendige nieuwbouw niet vertragen. Gezien deze bijzondere situatie rond spanningen in de wereld, zijn logistieke ketens verstoord en de prijzen van bouwmaterialen in korte tijd sterk gestegen. Met de onderhavige wijziging kan de bouwkostenstijging worden gecompenseerd. De verhoging van de subsidie wordt evenredig verdeeld over soort en aantal plaatsen en het bijbehorend normtarief.

Voor deze verhoging van het subsidiebedrag vanwege de gestegen bouwkosten is in totaal een bedrag van € 25.000.000 (het subsidieplafond) beschikbaar, welk bedrag wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen tot verlening van de subsidie voor te realiseren nieuwbouw. De minister verdeelt het ingevolge het subsidieplafond beschikbare bedrag op volgorde van binnenkomst van de aanvragen, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld als datum van ontvangst geldt.

Toepassing formule

In artikel 4.3a, tweede, derde en vierde lid, is te vinden met welk bedrag de subsidie kan worden verhoogd. Deze berekening vindt in twee stappen plaats.

Eerst wordt het percentage berekend op de wijze van het derde lid. Daarna worden de totale bouwkosten berekend op de wijze zoals omschreven in het vierde lid. Vervolgens wordt het volgens het derde lid berekende percentage vermenigvuldigd met het volgens het vierde lid berekende bedrag aan totale bouwkosten.

De uitkomst van deze som is het bedrag dat als subsidie kan worden verstrekt wegens de gestegen bouwkosten.

Berekening percentage derde lid

Het percentage wordt berekend aan de hand van de volgende formule:

(H – J) * 100/106,5, waarbij wordt verstaan onder:

H: de inputprijsindex bouwkosten uit de CBS tabel bouwkosten nieuwbouwwoningen die werd gehanteerd tijdens maand prijsvorming;

106,5: de inputprijs bouwkosten uit de CBS tabel bouwkosten uit het jaar 2018. Dit moment wordt voor de inputprijs bouwkosten gehanteerd omdat dit het startjaar is voor de tariefafspraken die volgen uit het Groninger Zorgakkoord.

In feite wordt hier dus het verschil gezocht tussen de prijs op het moment dat de prijsafspraken werden gemaakt, en de prijs zoals deze was tijdens het moment van afsluiten van het Groninger Zorgakkoord.

Vervolgens wordt er met ‘J’ gezorgd dat de subsidie gecorrigeerd wordt op indexaties die reeds hebben plaatsgevonden. Sinds het jaar 2018 zijn zorginstellingen reeds op andere wijze gecompenseerd voor de inflatie. Dit gebeurt onder andere door indexatie van het normatieve huisvestingscomponent (nhc). De nhc wordt jaarlijks geïndexeerd met een vast indexcijfer: 2,5%. Dit percentage wordt in de berekening meegenomen, waarbij het tot de macht van het aantal jaren vanaf het jaar 2018 tot aan het moment van de prijsvorming wordt vermenigvuldigd.

Voorbeeld berekening percentage prijsvorming mei 2023

Stel dat de maand van prijsvorming in mei 2023 ligt.

Dat betekent dat H (de inputprijs bouwkosten uit de CBS tabel bouwkosten nieuwbouwwoningen die werd gehanteerd in maand prijsvorming) 134,7 zou zijn.

Onderdeel J zou 106,5 * 1,0255zijn. 1,025 wordt tot de 5e macht vermenigvuldigd omdat er vijf jaar zit tussen 2018 en 2023. De uitkomst van J zou dan afgerond 120,5 zijn.

De volledige berekening van het percentage zou er dan als volgt uitzien: (134,7 – 120,5) * 100/106,5 = 13,3 procent

Berekening totale bouwkosten vierde lid

Het bedrag van de totale bouwkosten wordt berekend aan de hand van de volgende formule:

D x 2,83 x 0,9, waarbij wordt verstaan onder:

D: het bedrag van de subsidie voor het realiseren van nieuwbouw door de aanvrager, bedoeld in artikel 4.3, eerste lid van de Subsidieregeling.

2,83: de verhouding van de totale investeringskosten in de bouw ten opzichte van het subsidiebedrag van artikel 4.3 van de Subsidieregeling. De totale investeringskosten van de bouw liggen hoger dan het subsidiebedrag, omdat de subsidieaanvragers zelf ook een aanzienlijke eigen bijdrage aanleveren. Om de totale bouwkosten te berekenen moet de subsidie met dit bedrag vermenigvuldigd worden.

0,9: de daadwerkelijk uitvoeringskosten van de bouw, verminderd met de voorbereidingskosten. Er wordt een berekening gemaakt waarin enkel de totale kosten van de bouw worden meegenomen. 10% van het totale bedrag dat tot nu toe is berekend ziet op voorbereidingskosten.

Voorbeeld berekening bouwkosten

Als de subsidieontvanger dus € 10.000.000 (D) ontvangt, is in dit voorbeeld dan het bedrag aan totale bouwkosten: € 10.000.000 x 2,83 x 0,9 = € 25.470.000.

Voorbeeld uiteindelijke berekening verhoging 4.3a

Om tot de som van het maximale subsidiabele bedrag voor gestegen bouwkosten te komen wordt gekeken wat het percentage is (berekend in het derde lid) van de totale bouwkosten (berekend in het vierde lid) van € 25.470.000. Een percentage van 13,3 procent van deze bouwkosten is € 25.470.000 x 0,133 = € 3.387.510.

D

Artikel 4.5 wordt gewijzigd in de zin dat daarin de stukken worden genoemd die de aanvrager moet indienen indien deze aanspraak wenst te maken op een verhoging van het subsidiebedrag voor de gestegen bouwkosten.

In het door de minister vastgestelde modelformulier als bedoeld in artikel 4.5, eerste lid, kan worden aangegeven of naast de subsidie voor de te realiseren nieuwbouw de verhoging vanwege gestegen bouwkosten wordt aangevraagd.

Bij de aanvraag voor de verhoging van de subsidie dient dan in aanvulling op de in artikel 4.5, tweede lid, genoemde stukken de bouwteamovereenkomst te worden overgelegd of de overeenkomst tot aanneming van werk, waarin een prijsafspraak is neergelegd.

E

In artikel 4.6 van de Subsidieregeling is geregeld dat de minister ontheffing kan verlenen van de termijn voor het realiseren van nieuwbouw. De termijn is nu van twee jaar verlengd naar vier jaar. In de praktijk blijkt dat een deel van de grotere nieuwbouwtrajecten uitlopen door bijvoorbeeld inspraakprocedures en ook al eerder te maken hadden met vertragingen vanwege de COVID-19 uitbraak.

F.

In artikel 4.3 was voorheen een bepaling opgenomen die ziet op de vaststelling. Die is nu met deze wijziging ondergebracht in artikel 4.7, dat ziet op de vaststelling. Door het invoegen van de mogelijkheid tot verhoging van artikel 4.3a, is ook een andere wijziging nodig van de bepaling die betrekking heeft op de vaststelling. Met het nieuw ingevoegde leden 4 en 5 van artikel 4.7 is nu het volgende bepaald. Op het moment dat niet alle plaatsen waarvoor subsidie is aangevraagd zijn gerealiseerd wordt bij het vaststellen van het subsidiebedrag gekeken naar de gerealiseerde plaatsen ook voor wat betreft het verhoogde bedrag van artikel 4.3a. Wanneer niet alle plaatsen zijn gerealiseerd wordt de subsidie die is verstrekt op grond van artikel 4.3a evenredig aan het aantal en soort plaatsen en het bijbehorende normtarief lager vastgesteld.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na plaatsing in de Staatscourant. De regeling wordt minder dan twee maanden voorafgaande aan de inwerkingtreding gepubliceerd. Hiermee wordt afgeweken van de minimale periode van twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding van regelingen. Dit is wenselijk om zo spoedig mogelijk aanvragen te kunnen afhandelen op grond van de geïndexeerde bedragen en dat aanvragers zo spoedig mogelijk een aanvraag voor verhoging in verband met de gestegen bouwkosten kunnen indienen. Ditzelfde geldt voor de ruimere ontheffingstermijn en de verhoging van het subsidiebedrag voor de projectorganisatie. Omdat de wijzigingen louter begunstigend zijn voor aanvragers is ook voor hen spoedige inwerkingtreding wenselijk.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

Naar boven