Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 17 oktober 2023, nr. IENW/BSK-2023/233307, tot wijziging van de Regeling specifieke uitkering Schone Lucht Akkoord in verband met de vaststelling van het subsidieplafond en de aanvraagperiode voor het jaar 2024

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, aanhef en onder b, en artikel 4, tweede lid, van de Kaderwet subsidies I en M;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling specifieke uitkering Schone Lucht Akkoord wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 4, derde lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. voor het kalenderjaar 2024, tussen 1 maart 2024, 9:00 uur, en 27 september 2024, 17:00 uur.

B

In artikel 6 wordt onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot zesde en zevende, een lid ingevoegd, luidende:

  • 5. Kosten als bedoeld in het eerste lid die betrekking hebben op een aanvraag in de periode, bedoeld in artikel 4, derde lid, onderdeel d, en die zijn gemaakt vanaf 1 januari 2024 komen voor vergoeding in aanmerking.

C

Aan artikel 7 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Het plafond voor het jaar 2024 bedraagt inclusief omzetbelasting € 5.000.000.

D

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘de dag’ vervangen door ‘het tijdstip’.

2. Aan het derde lid wordt onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel c door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. in 2024: maximaal € 700.000 aan uitkeringen.

E

In artikel 14 wordt ‘1 januari 2024’ vervangen door ‘1 januari 2026’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 31 december 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

TOELICHTING

1. Inleiding

Deze regeling wijzigt de op 1 april 2021 in werking getreden Regeling specifieke uitkering Schone Lucht Akkoord (Spuk SLA). De Spuk SLA is een invulling van de afspraak uit het Regeerakkoord van het kabinet Rutte III om te komen tot een nationaal actieplan luchtkwaliteit dat zich richt op een permanente verbetering van de luchtkwaliteit. Met deze wijziging van de regeling wordt voorzien in een uitkeringsplafond en een aanvraagperiode in het jaar 2024. Om de optie open te houden om ook in 2025 een aanvraagperiode open te stellen wordt nu alvast de einddatum van de regeling verlengd tot 1 januari 2026.

2. Inhoud en noodzaak tot wijziging

De Rijksoverheid ondersteunt sinds 2021 de uitvoering van projecten via de Spuk SLA. Het doel van deze regeling is het stimuleren van deelnemers van het SLA om projecten te starten in het kader van dit akkoord door middel van het beschikbaar stellen van financiële middelen. Het gaat om activiteiten die direct dan wel indirect bijdragen aan de doelen van het Schone Lucht Akkoord (SLA) 1. Deze doelen zijn een permanente verbetering van de luchtkwaliteit ten behoeve van gezondheidswinst voor iedereen in Nederland, toewerken naar de WHO-advieswaarden voor stikstofdioxide en fijn stof in 2030, en landelijk minimaal 50% gezondheidswinst in 2030 ten opzichte van 2016 te behalen, voor de gezondheidseffecten afkomstig van Nederlandse bronnen.

Zonder deze wijziging kunnen in 2024 aan de deelnemers aan het SLA geen specifieke uitkeringen worden verstrekt voor projecten ter verbetering van de luchtkwaliteit. Op de website van de Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO), die met de uitvoering van deze regeling is belast, en op de website van het Schone Lucht Akkoord2 staat een actueel overzicht van projecten en pilots waarvoor gemeenten en provincies een uitkering kunnen aanvragen. De Spuk SLA maakt het voor deelnemende gemeenten en provincies mogelijk om versnelling te realiseren door nieuwe pilotprojecten uit te laten voeren waar anders geen geld voor zou zijn, maar ook om projecten uit te laten voeren die ervoor zorgen dat emissies worden voorkomen of door projecten uit te laten voeren die inzetten op innovatie, kennisontwikkeling of communicatie en participatie. Hierbij valt te denken aan projecten rondom voorlichting en communicatie over houtstook.

Versnelling wordt tevens bereikt doordat kennis die is opgedaan via de Spuk SLA projecten gedeeld wordt met de deelnemers van het SLA. Ontvangers van de Spuk SLA zijn verplicht om ervaringen, resultaten en ontwikkelde kennis te delen met de andere deelnemers van het SLA.

3. Gevolgen van de wijziging

Het adviescollege toetsing regeldruk (ATR) adviseert over ministeriële regelingen indien er aanzienlijke regeldrukgevolgen zijn. Nu deze regeling slechts de vaststelling en wijziging van de openstellingsperiode betreft is daar geen sprake van.

De wijziging van de regeling heeft naar haar aard geen gevolgen voor de administratieve lasten voor ondernemers en burgers en ook geen andere noemenswaardige gevolgen voor burgers en bedrijven. Op grond van het kabinetsstandpunt inzake internetconsultatie3, is internetconsultatie daarom achterwege gebleven.

De financiële gevolgen voor de Rijksoverheid van de onderhavige wijziging van de regeling vallen binnen de kaders van de Rijksbegroting.

4. Inwerkingtreding van de regeling

Deze regeling treedt in werking met ingang van 31 december 2023. De regeling Spuk SLA vervalt met ingang van 1 januari 2026 met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op een uitkering die voor die datum op grond van deze regeling zijn aangevraagd. De wijzigingen hebben betrekking op nog komende aanvraagperiodes en niet op al eerder ingediende aanvragen. Daarom blijft overgangsrecht achterwege.

Bij de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding is afgeweken van de minimuminvoeringstermijn van drie maanden (artikel 4.17, vierde lid, Aanwijzingen voor de regelgeving). De reden van deze afwijking is dat hiermee de doelgroep is gediend (artikel 4.17, vijfde lid, onderdeel a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving). Bovendien kunnen aanvragen worden ingediend met ingang van 1 maart 2024. Dit betekent dat inhoudelijk wel aan de invoeringstermijn van drie maanden wordt voldaan. De afwijking van deze termijn zorgt ervoor dat de deelnemers aan het SLA gestimuleerd worden snel aan de slag te gaan met de uitvoering van nieuwe projecten ter verbetering van de luchtkwaliteit.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

Zie voor het SLA Kamerstukken II 2019/20, 30 175, nr. 343, p. 1–2.

X Noot
3

Kamerstukken II 2009/10, 29 279, nr. 114 en Kamerstukken II 2012/13, 29 362, nr. 224.

Naar boven