Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 5 september 2023, nr. 4805574, tot wijziging van de Regeling vergoeding schade persoonlijk eigendom en de Regeling tegemoetkoming rechtskundige hulp politie in verband met de aanpassing van de bedragen aan de prijsontwikkeling

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 69, vijfde lid, en artikel 69a, zesde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 3, derde lid, van de Regeling vergoeding schade persoonlijk eigendom wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 237,68’ vervangen door ‘€ 277,02’.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 118,83’ vervangen door ‘€ 138,50’.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 118,83’ vervangen door ‘€ 138,50’

4. In onderdeel d wordt ‘€ 59,41’ vervangen door ‘€ 69,24’.

ARTIKEL II

In artikel 2, derde lid, van de Regeling tegemoetkoming rechtskundige hulp politie wordt ‘€ 172,40’ vervangen door ‘€ 178,61’.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2023. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 september 2023, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 oktober 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

TOELICHTING

Artikel I

Het komt voor dat aan persoonlijk eigendom van politieambtenaren tijdens de uitoefening van hun werkzaamheden schade wordt toegebracht. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan brillen, horloges of kleding. In artikel 3, vierde lid, van de Regeling vergoeding schade persoonlijk eigendom, is aangegeven dat de hoogte van de bedragen, genoemd in het derde lid van dat artikel, iedere drie jaar wordt herzien. Deze regeling bevat de aanpassing van deze bedragen overeenkomstig de indexcijfers van de prijs- en loonontwikkeling. Bij de aanpassing van de bedragen wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de prijsontwikkeling van brilmonturen, horloges, sieraden en zonnebrillen. De bedragen worden aangepast aan de door het Centraal Planbureau in het Centraal Economisch Plan (CEP) gepubliceerde afgeleide consumentenprijsindex. Omdat de bedragen iedere drie jaar worden herzien wordt voor deze wijziging rekening gehouden met de consumentenprijsindex over de jaren 2021, 2022 en 2023. Voor het jaar 2021 bedroeg deze index 2,5%, voor 2022 11,7% en voor 2023 was dat 1,8%.

De nieuwe vergoedingen luiden derhalve per 1 oktober 2023 als volgt:

  • brilmonturen: € 277,02 (was € 237,68);

  • horloges: € 138,50 (was € 118,83);

  • sieraden: € 138,50 (was € 118,83);

  • zonnebrillen: € 69,24 (was € 59,41).

Artikel II

Artikel 2, derde lid, van de Regeling tegemoetkoming rechtskundige hulp politie vermeldt het maximale uurtarief dat geldt voor de vergoeding bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c, van datzelfde artikel. Dit maximale uurtarief geldt wanneer het bevoegd gezag voor de tegemoetkoming een rechtsbijstandsverzekering heeft afgesloten voor de toevoeging van rechtskundige hulp als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a van de Regeling tegemoetkoming rechtskundige hulp politie. Dit maximumtarief is in 2008 vastgesteld op € 150 en wordt sindsdien, overeenkomstig artikel 2, vijfde lid, van de Regeling tegemoetkoming rechtskundige hulp politie jaarlijks geïndexeerd aan de hand van de prijsindex voor rechtskundige diensten van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) van het voorgaande jaar.

Voor de indexatie per 1 oktober 2023 wordt de jaarmutatie van het CBS van 2022 gebruikt betreffende ‘69101A Rechtskundige diensten, advocatuur’. De jaarmutatie van dit cijfer is 3,6%. Hierdoor luidt het nieuwe bedrag per 1 oktober 2023 € 178,61 per uur.

De wijziging van de bedragen is in overeenstemming met de politievakorganisaties tot stand gekomen.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven