Besluit van de directeur Divisie Individuele Zaken van 26 september 2023, nr. 4924760, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging aan de onder de directeur Divisie Individuele Zaken ressorterende ambtenaren (Mandaatbesluit directeur Divisie Individuele Zaken 2023)

De directeur Divisie Individuele Zaken,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Van het ingevolge artikel 1, onder e, van het Mandaatbesluit plv directeur-generaal DJI aan de directeur Divisie Individuele Zaken verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden bedoeld in het tweede lid, met uitzondering van hetgeen in artikel 2 is bepaald, ondermandaat verleend aan:

    • a. het hoofd Afdeling Individuele Zaken Forensische Zorg;

    • b. het hoofd Afdeling Individuele Zaken Jeugd, Capaciteit, Internationaal en Divisieondersteuning; en

    • c. het hoofd Afdeling Individuele Zaken Gevangeniswezen en Vreemdelingenbewaring.

  • 2. Aan het hoofd bedoeld in het eerste lid, onder a, b en c, wordt ondermandaat verleend ten aanzien van de aangelegenheden die de eigen afdeling betreffen.

  • 3. De in het eerste lid, onder a, b en c genoemde hoofden wordt toegestaan elkaar te vervangen. Zij treden daarbij in elkaars, in dit besluit genoemde bevoegdheden.

Artikel 2

Aan de directeur Divisie Individuele Zaken is voorbehouden het nemen van ministeriële beslissingen aangaande:

  • a. beëindiging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen op grond van artikel 6:2:22 van het Wetboek van Strafvordering;

  • b. beëindiging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders op grond van artikel 6:2:20 van het Wetboek van Strafvordering;

  • c. beëindiging van de maatregel terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege ten aanzien van de vreemdeling zonder rechtmatig verblijf in Nederland op grond van artikel 6:2:18 van het Wetboek van Strafvordering;

  • d. voortduring van de tenuitvoerlegging van de maatregel van terbeschikkingstelling op grond van artikel 8 van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen;

  • e. plaatsing van een veroordeelde tot gevangenisstraf in een instelling voor verpleging van ter beschikking gestelden en de beëindiging daarvan op grond van artikel 6:2:8 juncto artikel 6:2:9 van het Wetboek van Strafvordering;

  • f. vervroegde plaatsing van een veroordeelde tot gevangenisstraf, die tevens de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege is opgelegd, in een inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden op grond van artikel 6:2:8 van het Wetboek van Strafvordering juncto artikel 6.4 van het Besluit forensische zorg;

  • g. re-integratieverlof van levenslanggestraften op grond van artikel 26 Penitentiaire beginselenwet juncto artikel 20d. van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting.

Artikel 3

  • 1. Het aan de hoofden bedoeld in artikel 1 verleende ondermandaat kan niet worden doorgegeven, met uitzondering van hetgeen in de eerste volzin van het tweede, derde en vierde lid van dit artikel is bepaald. Voor de toepassing van dit besluit wordt met het verlenen van ondermandaat gelijkgesteld het doorgeven van volmacht en machtiging met uitzondering van hetgeen in de tweede volzin van het tweede, derde en vierde lid van dit artikel is bepaald.

  • 2. Van het aan het hoofd van de Afdeling Individuele Zaken Forensische Zorg verleende ondermandaat kan ondermandaat worden verleend aan de onder hem ressorterende functionarissen voor het nemen van ministeriële beslissingen op grond van de Wet forensische zorg, de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten en de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden. Het hoofd van deze afdeling kan geen volmacht en machtiging doorgeven inzake het sluiten van convenanten en overeenkomsten, het aanbieden van vergoedingen aan en het dienaangaande sluiten van vaststellingsovereenkomsten met ter beschikking gestelde passanten en het voeren van verweer in beroepszaken terbeschikkingstelling bij de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming.

  • 3. Van het aan het hoofd van de Afdeling Individuele Zaken Jeugd, Capaciteit, Internationaal en Divisieondersteuning verleende ondermandaat kan ondermandaat worden verleend aan de onder hem ressorterende functionarissen voor het nemen van ministeriële beslissingen op grond van artikel 8 van de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, behalve de artikelen 18 en 19 van deze beginselenwet, artikel 6:2:4 van het Wetboek van Strafvordering en de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties en de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen. Het hoofd van deze afdeling kan geen volmacht en machtiging doorgeven inzake het sluiten van convenanten en overeenkomsten.

  • 4. Van het aan het hoofd van de Afdeling Individuele Zaken Gevangeniswezen en Vreemdelingenbewaring verleende ondermandaat kan ondermandaat worden verleend aan de onder hem ressorterende functionarissen voor het nemen van ministeriële beslissingen op grond van de Penitentiaire beginselenwet, behalve artikel 8 van deze beginselenwet, de artikelen 18 en 19 van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, artikel 6:2:4 van het Wetboek van Strafvordering en de artikelen 12, 38 en 39 van de Wet beginselen gevangeniswezen BES. Het hoofd van deze afdeling kan geen volmacht en machtiging doorgeven inzake het sluiten van convenanten en overeenkomsten.

Artikel 4

Het Mandaatbesluit directeur Divisie Individuele Zaken 2019 wordt ingetrokken.

Artikel 5

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2023.

  • 2. Ministeriële beslissingen of (privaatrechtelijke rechts)handelingen die vóór het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit zijn genomen of verricht door een functionaris van een dienstonderdeel van de Divisie Individuele Zaken op grond van de tot dat tijdstip geldende mandaatbesluiten, behouden hun rechtskracht.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit directeur Divisie Individuele Zaken 2023.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De directeur Divisie Individuele Zaken, L.M. Broersen

TOELICHTING

In dit mandaatbesluit wordt geregeld aan welke functionarissen binnen de Divisie Individuele Zaken van de Dienst Justitiële Inrichtingen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid de bevoegdheid wordt doorgegeven om namens de bewindspersoon beslissingen te nemen (mandaat), privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten (volmacht) en andere handelingen te verrichten (machtiging).

Dit besluit is vastgesteld in verband met een actualisatie van de bevoegdheden en de nieuwe organisatorische vormgeving van de Divisie Individuele Zaken die op 1 juni 2023 is vastgesteld en op 1 juli 2023 in praktijk is gebracht.

De senior adviseurs capaciteitsmanagement van de Divisie Individuele Zaken zijn organisatorisch ondergebracht in de afdeling Jeugd, Capaciteit, Internationaal en Divisieondersteuning. Zij zijn bevoegd tot het nemen van besluiten inzake het bepalen van de bestemming van een penitentiaire inrichting of afdeling op grond van artikel 8 van de Penitentiaire beginselenwet. Om deze reden is artikel 8 van de Penitentiaire beginselenwet opgenomen in artikel 3, derde lid, en uitgezonderd van artikel 3, vierde lid, van dit besluit.

Het Team Bezwaar en Beroep van de Divisie Individuele Zaken is organisatorisch ondergebracht in de afdeling Gevangeniswezen en Vreemdelingenbewaring. De (senior) selectiefunctionarissen van dit team zijn bevoegd tot het nemen van besluiten inzake de indiening van een bezwaar- en beroepschrift op grond van de artikelen 17 en 18 van de Penitentiaire beginselenwet alsmede de artikelen 18 en 19 van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen. Om deze reden zijn de artikelen 18 en 19 van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen opgenomen in artikel 3, vierde lid, en uitgezonderd van artikel 3, derde lid, van dit besluit.

In artikel 5, eerste lid, is aan het besluit terugwerkende kracht verleend tot en met 1 juli 2023, omdat op die datum de nieuwe organisatorische vormgeving van de Divisie Individuele Zaken in de praktijk is ingevoerd. Uit het tweede lid volgt dat de rechtsgeldigheid van beslissingen of (privaatrechtelijke rechts)handelingen niet wordt aangetast voor zover deze vóór de inwerkingtreding van dit besluit zijn ondertekend door functionarissen onder de voorheen geldende mandaatbesluiten.

De directeur Divisie Individuele Zaken, L.M. Broersen

Naar boven