Regeling van het College voor toetsen en examens van 25 september 2023, CvTE- 23.00980, houdende regels inzake toepassing van de hardheidsclausule ten behoeve van deelname aan het staatsexamen voor specifieke groepen leerlingen (Regeling toelating specifieke groepen leerlingen tot de staatsexamens vo)

Het College voor toetsen en examens,

Gelet op artikelen 2.72 en 2.85 van de Wet voortgezet onderwijs 2020 en 4.1 van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020,

Besluit:

Artikel 1

Het College voor toetsen en examens laat onverlet artikel 2.51 van de Wet voortgezet onderwijs 2020 een leerling die staat ingeschreven op een school voor voortgezet onderwijs toe tot het staatsexamen als bedoeld in artikel 2.72 van de Wet voortgezet onderwijs 2020, indien:

  • a. De leerling wegens ziekte of een andere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid niet deelneemt aan het reguliere onderwijsprogramma van de school;

  • b. Het bevoegd gezag om deze reden niet in staat is de leerling de gelegenheid te geven om het onderwijs af te sluiten met een eindexamen op de school, en

  • c. Het bevoegd gezag een verklaring verstrekt waaruit blijkt dat het bevoegd gezag het eindexamen niet zelf kan verzorgen.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 oktober 2023.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling toelating specifieke groepen leerlingen tot de staatsexamens vo.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Het College voor toetsen en examens, De voorzitter, J.H. van der Vegt

TOELICHTING

Het College voor toetsen en examens (hierna: het College) is verantwoordelijk voor het vaststellen van de regels inzake de aanmelding en toelating voor de staatsexamens vo. Het College heeft ook de bevoegdheid om af te wijken van de regelgeving met betrekking tot de staatsexamens vo, waaronder de regels inzake toelating tot deze examens. Met deze regeling wordt een groep leerlingen beschreven waarvoor het College een uitzondering maakt op de huidige toelatingsregels van het staatsexamen. De regeling draagt niet alleen bij aan helderheid voor de leerlingen die het betreft, maar ook aan uitvoerbaarheid van de organisatie van de staatsexamens. Wanneer blijkt dat een leerling in de groep valt die in deze regeling wordt beschreven, hoeft immers niet per individuele leerling beoordeeld te worden of een uitzondering op de regels voor toelating gerechtvaardigd is.

Het staatsexamen is niet toegankelijk voor leerlingen die zijn ingeschreven op een school voor voortgezet onderwijs, tenzij het een aanmelding betreft voor een vak dat niet op de school van inschrijving wordt geëxamineerd. Deze leerlingen die staan ingeschreven op een school voor voortgezet onderwijs hebben namelijk in de regel reeds de mogelijkheid om het eindexamen af te leggen aan de school van inschrijving. Er zijn echter leerlingen die weliswaar ingeschreven staan op een school voor voortgezet onderwijs, maar om uiteenlopende redenen niet deelnemen aan het onderwijsprogramma op die school, en als gevolg van de onderliggende problematiek ook niet deelnemen aan het eindexamen op de school van inschrijving. Het betreft leerlingen die vanwege ziekte of een andere van hun wil onafhankelijke omstandigheid, een aangepast onderwijstraject volgen.

Er zijn leerlingen die als onderdeel van een onderwijszorgarrangement op een andere manier, bijvoorbeeld op een orthopedagogisch didactisch centrum (OPDC), onderwijs volgen dan de andere leerlingen op de school waar ze zijn ingeschreven. Voor deze groep leerlingen kan gelden dat de school van inschrijving vanwege de specifieke situatie van een individuele leerling niet in staat is een eindexamen te faciliteren. Deelname aan het staatsexamen is daarom voor deze groep op dit moment de meest passende mogelijkheid om het eindexamen af te leggen en zo het diploma te behalen. Op grond van de huidige toelatingsregels kunnen zij echter niet toegelaten worden tot het staatsexamen. In de huidige uitvoeringspraktijk worden deze leerlingen toch toegelaten. Tot voor kort was het voor het College namelijk niet mogelijk om te achterhalen of een kandidaat die zich voor het staatsexamen had aangemeld tevens ingeschreven stond op een school voor voortgezet onderwijs. Inmiddels is het voor het College wel mogelijk om dit na te gaan. Hierdoor ontstond de noodzaak voor deze regeling.

Het College past op grond van deze regeling een uitzondering toe op de regels inzake toelating tot het staatsexamen. Het gaat om een kandidaat die vanwege bijzondere omstandigheden, een specifieke ondersteuningsbehoefte, ziekte of een andere omstandigheid geen onderwijs op de school van inschrijving volgt, maar elders. Het bevoegd gezag van de school van inschrijving dient een verklaring aan te leveren aan het College waarin hij verklaart waarom de school niet in staat is de leerling deel te laten nemen aan het eindexamen. Dat betekent ook dat de leerling geen enkel eindexamen aflegt aan de school van inschrijving in het examenjaar dat de leerling deelneemt aan het staatsexamen. Dit geldt ook voor de leerling die al één of meerdere staatsexamenresultaten heeft behaald. Deze leerling krijgt de mogelijkheid om dit traject af te ronden en een diploma te behalen via het staatsexamen.

De Dienst Uitvoering Onderwijs, DUO, acht de regeling uitvoerbaar.

Deze regeling treedt in werking op de dag nadat zij in de Staatscourant wordt gepubliceerd. Op die manier kan zo snel mogelijk zekerheid worden geboden aan de groep kandidaten waarop deze regeling ziet inzake hun toelating tot het staatsexamen. De werking werkt terug tot 1 oktober 2023, omdat de kandidaten zich vanaf die datum kunnen aanmelden voor het daaropvolgende examenjaar.

Het College voor toetsen en examens, De voorzitter, J.H. van der Vegt

Naar boven