Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 28 september 2023, nr. IENW/BSK-2023/270414, tot wijziging van de Tijdelijke regeling specifieke uitkering ERTMS regionaal personenvervoer per trein 2020–2031 in verband met indexering van het plafond van de specifieke uitkering

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 17, vijfde lid, van de Financiële-verhoudingswet, artikel 2, derde lid, van het Kaderbesluit subsidies I en M;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Tijdelijke regeling specifieke uitkering ERTMS regionaal personenvervoer per trein 2020–2031 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 3 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, wordt met ingang van 2024 jaarlijks geïndexeerd conform de Index Bruto Overheidsinvesteringen.

B

Aan artikel 4 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Het deel van de uitkering, bedoeld in het eerste lid, dat nog niet is overgemaakt naar de ontvangers wordt met ingang van 2024 jaarlijks geïndexeerd conform de Index Bruto Overheidsinvesteringen.

C

Aan artikel 5 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. De ontvangers is het toegestaan deze uitkering te besteden aan de maatregelen die de concessiehouder neemt, die aan het implementatieplan ondersteunend zijn en die de programmadirectie ERTMS, bedoeld in artikel 4, tweede lid van deze regeling, de concessiehouder adviseert te nemen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2023. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 oktober 2023, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

TOELICHTING

1. Inhoud regeling

Op 17 mei 2019 heeft het kabinet Rutte III de programmabeslissing ERTMS genomen en heeft daarmee besloten het huidige analoge treinbeveiligingssysteem te vervangen door de digitale, Europees verplichte, standaard European Rail Traffic Management System (hierna: ERTMS). De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Tijdelijke regeling specifieke uitkering ERTMS regionaal personenvervoer per trein 2020–2031. Met deze regeling wordt het mogelijk voor ontvangers om een uitkering te ontvangen ten behoeve van de implementatie van ERTMS. In de regeling was niet voorzien in indexatie. Met deze wijziging wordt de bijdrage aan ontvangers jaarlijks geïndexeerd. Verder wordt expliciet gemaakt dat uitkeringen ook specifiek aan maatregelen ter uitvoering van het implementatieplan kunnen worden besteed. Het implementatieplan is het plan dat een provincie opstelt met een regionale concessiehouder ter implementatie van ERTMS.

Aanleiding voor de wijziging is de nadere uitwerking van voorstellen van ontvangers die gebruik willen maken van de regeling. Bij de uitwerking is gebleken dat het onder de huidige regeling niet mogelijk is om de resterende bijdragen aan ontvangers te indexeren, terwijl de looptijd van de bijdragen langjarig van aard is. Dit zou betekenen dat de ontvangers van de bijdragen garant moeten staan voor de indexeringsverschillen die in de loop van de jaren zullen ontstaan. De jaarlijkse indexatie zal plaatsvinden aan de hand van de Index Bruto Overheidsinvesteringen, welke reeds gebruikt wordt voor de indexatie van budgetten op het Mobiliteitsfonds.

2. Gevolgen

De regeling heeft geen directe regeldrukgevolgen voor burgers, bedrijven of professionals. Het ontwerp van deze regeling is niet voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) omdat de regeling alleen betrekking heeft op de (nakoming van) de hiervoor bedoelde afspraken met decentrale overheden. Hieruit vloeien geen (in)directe regeldrukgevolgen uit voort.

Om dezelfde reden is van internetconsultatie afgezien. Consultatie zou in dit geval niet in betekenende mate kunnen leiden tot aanpassing van de regeling.

Artikelsgewijs

Artikel I

Artikel 4, vierde lid, omvat indexatie van het bedrag dat na verlening van de specifieke uitkering nog niet is uitgekeerd aan aanvragers. Het resterende bedrag dat nog gereserveerd staat om overgemaakt te worden naar een ontvanger, wordt met ingang van 1 januari 2024 jaarlijks geïndexeerd tot het moment dat de bijdrage wordt overgeboekt naar de ontvanger. Reeds uitgekeerde bedragen worden dus niet meer geïndexeerd. Om te voorkomen dat het plafondbedrag van deze regeling wordt overschreden, wordt ook het plafondbedrag jaarlijks geïndexeerd vanaf 2024 op grond van artikel 3, vierde lid.

Daarnaast wordt het in artikel 5, vierde lid, mogelijk gemaakt voor provincies om een uitkering, die zij op grond van deze regeling hebben ontvangen, te besteden aan regionale concessiehouders die maatregelen doorvoeren die noodzakelijk zijn voor de implementatie van ERTMS. De Staatssecretaris vraagt de provincies de implementatie van ERTMS op te nemen als verplichting in hun concessies met de regionale vervoerders. Als gevolg hiervan kunnen deze vervoerders aan de concessieverleners vragen om een vergoeding van het Netto Financieel Effect. De regeling legt vast hoe het Rijk financiële middelen in de vorm van een specifieke uitkering kan verstrekken om provincies in staat te stellen aan dit vergoedingsvraagstuk te voldoen. Dit is het geval wanneer het advies van de programmadirectie ERTMS en de invoering van het implementatieplan hier om vragen. Provincies kunnen hier uitsluitend toe beslissen indien die in overeenstemming is met een advies van de programmadirectie ERTMS, zoals genoemd in artikel 4, tweede lid, van deze regeling. Deze regeling voorziet in een uitkering aan de provincies. Vervolgens zullen de provincies deze uitkering besteden aan concessiehouders om zodoende de concessiehouders de financiële middelen te verstrekken om de maatregelen, die aan het implementatieplan ondersteunend zijn en die de programmadirectie ERTMS de concessiehouder adviseert te nemen, door te voeren. Deze maatregelen van concessiehouders zijn bijvoorbeeld maatregelen waarmee hun materieel in overeenstemming wordt gebracht met de ERTMS vereisten.

De onderhavige regeling is getoetst op mogelijke staatssteunelementen. Een specifieke uitkering aan een provincie – een decentrale overheid – als begunstigde vormt op zich geen staatssteun. Wel is van belang dat de begunstigden met de verstrekte middelen zelf geen staatssteun verstrekken door aan de regionale concessiehouders een economisch voordeel te verschaffen.

Artikel II

Het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling is in overeenstemming met het beleid inzake de vaste verandermomenten voor ministeriële regelingen, zoals opgenomen in aanwijzing 4.17, tweede lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 oktober 2023, treedt deze regeling in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

In dit geval is de termijn tussen de publicatiedatum van de ministeriële regeling en het tijdstip van inwerkingtreding minder dan de termijn van drie maanden, die geldt voor regelingen die direct relevant zijn voor medeoverheden. Aangezien met deze wijziging voor de doelgroep aanmerkelijke ongewenste publieke nadelen worden voorkomen, wordt deze uitzondering op de minimuminvoeringstermijn gerechtvaardigd geacht. Het is immers voor de betrokken vervoerder die personenvervoer per trein aanbiedt belangrijk om op korte termijn contracten met leveranciers te kunnen sluiten ten behoeve van de inbouw van ERTMS in zijn materieel.

De toekomstige ontvangers van de specifieke uitkeringen zijn reeds bekend met de inhoud van de regeling.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

Naar boven