Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 25 september 2023, nummer WBN-CM 2023/5, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003, toegespitst op het gebruik in Curaçao en Sint Maarten

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de Rijkswet op het Nederlanderschap, het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap, het Besluit optie-en naturalisatiegelden 2002, de Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap;

Besluit:

ARTIKEL I

De Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Curaçao en Sint Maarten wordt als volgt gewijzigd:

A

13-1 Toelichting ad artikel 13, eerste lid, HRWN komt te luiden:

13-1 Toelichting ad artikel 13, eerste lid

Bij algemene maatregel van rijksbestuur worden regelen gesteld betreffende het recht dat verschuldigd is voor het afleggen en de behandeling van de verklaring van optie en van het verzoek tot verlening van het Nederlanderschap, de gevallen en de mate waarin daarvan ontheffing kan worden verleend en de wijze waarop het moet worden voldaan.

De te betalen bedragen voor het afleggen van een optieverklaring en voor het indienen van een verzoek om naturalisatie zijn vastgelegd in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002 (BON).

Met het oog op de jaarlijkse indexering van de optie- en naturalisatiegelden (zie artikel 9, eerste lid, BON) wordt verwezen naar de in onderstaande tabel vermelde tariefgroepen en de daarbij behorende tariefcodes en bedragen (in Nederlands-Antilliaanse florin).

Tariefgroep

Tarief(code)

Bedrag

optie; enkelvoudig

A

Naf. 423

optie; gemeenschappelijk

B

Naf. 721

optie; medeopterende minderjarige

C

Naf. 47

naturalisatie; enkelvoudig; standaard

D

Naf. 1994

naturalisatie; gemeenschappelijk; standaard

E

Naf. 2544

naturalisatie; enkelvoudig; verlaagd

F

Naf. 1481

naturalisatie; gemeenschappelijk; verlaagd

G

Naf. 2035

naturalisatie; meenaturaliserende minderjarige

H

Naf. 294

B

Paragraaf 4/13-1 Toelichting ad artikel 13, eerste lid, HRWN komt te luiden:

Paragraaf 4. Afdracht naturalisatiegelden

De Gouverneur hoeft de ontvangen optiegelden niet af te dragen aan Onze Minister.

De behandeling van en de beslissing op de optieverklaring liggen immers geheel in handen van de ontvangende instantie.

Artikel 8 BON bepaalt dat een gedeelte van de ontvangen naturalisatiegelden moet worden afgedragen aan de rijksoverheid. De Gouverneur draagt zorg voor een rechtstreekse afdracht aan Onze Minister. Tevens regelt artikel 8 BON de hoogte van het bedrag dat de Gouverneur behoudt en op welke wijze de afdracht aan Onze Minister geschiedt. Over de wijze van afdracht van de ontvangen naturalisatiegelden door de Gouverneur aan Onze Minister, wordt de Gouverneur nader geïnformeerd met een brief van de IND.

De Gouverneur behoudt per enkelvoudig verzoek om naturalisatie Naf. 423, ongeacht of betrokkene het standaard of het verlaagde tarief betaalt. Het resterende bedrag dat aan leges is ontvangen, wordt afgedragen aan Onze Minister (Naf. 1571 bij standaard tarief en Naf. 1058 bij verlaagd tarief).

Bij een gemeenschappelijk verzoek of een gelijktijdig verzoek om naturalisatie van meerdere kinderen binnen één gezin behoudt de Gouverneur Naf. 721 eveneens ongeacht of standaard of verlaagd tarief is betaald. Het resterende bedrag dat aan leges is ontvangen wordt afgedragen Onze Minister (Naf. 1823 bij het standaard tarief en Naf. 1314 bij het verlaagd tarief). In het geval van een verzoek tot medeverlening als bedoeld in artikel 11, eerste lid, RWN behoudt de Gouverneur Naf. 47 per kind. Het resterende bedrag dat aan leges is ontvangen (Naf. 247) wordt afgedragen aan Onze Minister. Als de verzoeker tijdens de naturalisatieprocedure verhuist, behoudt de Gouverneur die de leges geïnd heeft het bedrag dat niet afgedragen hoeft te worden en draagt zorg voor de afdracht van het resterende bedrag.

De afdracht geschiedt rechtstreeks aan Onze Minister zonder tussenkomst van de landen Curaçao of Sint Maarten.

Vanaf 1 januari 2024 gelden de volgende afdrachtbedragen en afdrachtcodes:

Tariefgroep

af te dragen bedrag

afdrachtcode

optie; enkelvoudig

nvt

nvt

optie; gemeenschappelijk

nvt

nvt

optie; medeopterende minderjarige

nvt

nvt

naturalisatie; enkelvoudig; standaard

Naf. 1571

240-NA

naturalisatie; enkelvoudig; verlaagd

Naf. 1058

241-NA

naturalisatie; gemeenschappelijk; standaard

Naf. 1823

243-NA

naturalisatie; gemeenschappelijk; verlaagd

Naf. 1314

244-NA

naturalisatie; meenaturaliserende minderjarige

Naf. 247

245-NA

In geval van ontheffing van betaling van de naturalisatiegelden kan de Gouverneur verzoeken om een vergoeding (artikel 8, tweede lid, BON). Een dergelijk schriftelijk verzoek moet worden gericht aan de IND, Directie Bedrijfsvoering, Afdeling Financiën en Business Informatie, Team Financiële Administratie, Postbus 85449, 2508 CC Den Haag. Als het verzoek van de Gouverneur door de IND wordt gehonoreerd, ontvangt de Gouverneur een bedrag van Naf. 423 voor een enkelvoudig verzoek en Naf. 721 voor een gemeenschappelijk verzoek.

C

Model 1.25 HRWN-CM is gewijzigd en komt te luiden zal aangegeven in bijlage 1.

D

Model 2.8 HRWN-CM is gewijzigd en komt te luiden als aangegeven in bijlage 2.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant, de Curaçaose Courant en de Landscourant van Sint Maarten worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 25 september 2023

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie

BIJLAGE 1

BIJLAGE 2

TOELICHTING

ALGEMEEN

Elk jaar worden de optie- en naturalisatiegelden geïndexeerd. Dit gebeurt op grond van artikel 9 van het Besluit Optie- en Naturalisatiegelden (BON 2002). Op grond van de beschikking wijzigingspercen-tage optie- en naturalisatiegelden 2024 van 6 augustus 2023 nr. 2023/1, Staatscourant 2023, nr. 22652 van 10 augustus 2023, worden de optie- en naturalisatiegelden per 1 januari 2024 verhoogd met 5,4%. De procentuele stijging valt echter hoger uit, dit heeft te maken met de hoogte van de koers tussen de euro en de Nederlands-antilliaanse florin op 1 juli. Met dit WBN-CM worden de legestarieven voor naturalisatie en optie zoals deze gelden per 1 januari 2024 in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap, toegespitst op het gebruik in Curacao en Sint Maarten opgenomen. Ook zijn de bedragen die het Kabinet van de Gouverneur zelf behouden en het deel dat zij afdragen aan de IND aangepast. Voorts zijn de relevante modelformulieren aangepast.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie

Naar boven