Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2023, 26168 | overige overheidsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2023, 26168 | overige overheidsinformatie |
De Landelijke commissie sociale hygiëne, gelet op artikel 11b, derde lid, van de Alcoholwet, besluit het volgende bestuursreglement vast te stellen:
In dit bestuursreglement wordt verstaan onder:
de Alcoholwet;
de Landelijke Commissie Sociale Hygiëne zoals genoemd in de Alcoholwet, afgekort met de Commissie;
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
de voorzitter van de Commissie;
lid / leden van de Commissie waaronder de voorzitter;
ambtelijk secretaris van de Commissie;
zoals gedefinieerd in het Alcoholbesluit art. 4.1a bijlage II.
1. Dit bestuursreglement is het reglement als bedoeld in artikel 11b, derde lid van de Alcoholwet.
2. Indien en voor zover een bepaling uit dit bestuursreglement in strijd is met de wet blijft de betreffende bepaling buiten werking.
3. Dit bestuursreglement is vastgesteld door de Commissie, en daarna goedgekeurd door de Minister.
1. De Minister benoemt de leden voor een periode van ten hoogste vier jaar, conform artikel 11b, tweede lid, van de Alcoholwet. De leden kunnen eenmaal worden herbenoemd voor een periode van ten hoogste vier jaar.
2. De Commissie bestaat conform artikel 11b, eerste lid, van de Alcoholwet uit ten minste drie en ten hoogste vijf leden, waaronder de voorzitter.
3. De voorzitter wijst uit zijn/haar midden een plaatsvervangend voorzitter aan. De plaatsvervangend voorzitter treedt in alle bevoegdheden van de voorzitter als hij/zij de voorzitter vervangt.
4. De Commissie heeft een ambtelijk secretaris.
1. De Commissie voert de bij of krachtens de wet aan haar opgedragen taken uit. Daartoe behoren krachtens artikel 11c van de Alcoholwet;
a. Het erkennen van diploma’s op grond van de bijbehorende eindtermen als bewijsstuk;
b. Het inschrijven van personen in het Register sociale hygiëne en het afgeven van de Verklaring kennis en inzicht sociale hygiëne;
c. Het voor eenieder raadpleegbaar maken van het Register sociale hygiëne op basis van achternaam, voorletters en geboortedatum;
d. Het verwerken van persoonsgegevens voor zover dit voor de uitvoering van haar taken noodzakelijk is.
2. Taken die de Commissie uitvoert als onderdeel van het erkennen van diploma’s (artikel 4.1a van het Alcoholbesluit) zijn:
a. Een diploma wordt door de Landelijke commissie sociale hygiëne erkend als bewijsstuk indien het diploma in ieder geval voldoet aan de vastgestelde eindtermen.
b. Bij de beoordeling van het diploma wordt gekeken naar de kwaliteit van de ingezette examens:
i. Voor de examens van het middelbaar en hoger beroepsonderwijs gelden de vigerende kwaliteitseisen. Reguliere examencommissies stellen vast dat het ingezet examen aan de gestelde eisen voldoet.
ii. Voor examens die worden ingezet in het cursorisch onderwijs gelden vergelijkbare vigerende kwaliteitseisen zoals gesteld voor het middelbaar en hoger beroepsonderwijs. Voor examens die worden ingezet in het cursorisch onderwijs laat de Commissie door certificerende autoriteiten vaststellen dat een in te zetten examen aan vigerende kwaliteitseisen voldoet.
c. Voor wat betreft cursorisch onderwijs definieert de Commissie welke informatie een diploma moet bevatten.
3. Taken die de Commissie uitvoert (of laat uitvoeren) als onderdeel van het erkennen van buitenlandse diploma’s:
a. Opvragen van benodigde informatie over de opleiding en afgelegde examens;
b. Het beoordelen van ontvangen informatie volgens een daartoe uitgewerkte procedure;
c. Vaststellen of opleiding en examen de eindtermen in voldoende mate afdekken.
4. De website van de Commissie bevat een overzicht van erkende diploma’s.
5. Taken die de Commissie uitvoert (of laat uitvoeren) als onderdeel van de erkenning van beroepskwalificaties conform artikel 19 van Richtlijn 2005/36/EG (in lijn met art. 11e, lid 1c van de Alcoholwet):
a. Opvragen van benodigde informatie over werkervaring in lijn met gestelde in art. 19 van de Richtlijn;
b. Beoordelen of ontvangen informatie voldoet aan de voorwaarden zoals gesteld in art. 19 van de Richtlijn;
c. Vaststellen of erkenning van beroepskwalificatie kan worden verleend.
6. In aanvulling op bovenstaande voert de Commissie de volgende taken uit:
a. Het uitbrengen van advies aan het ministerie bij het vaststellen van de eindtermen voor een diploma sociale hygiëne;
b. Het uitbrengen van advies over de hoogte van het tarief voor de inschrijving in het Register sociale hygiëne.
7. Vanaf de start van de Commissie wordt het register geactualiseerd. Dat is nodig volgens de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Iedereen die in het huidige register staat, dient de registratie te herbevestigen en eventueel te corrigeren. Deze herbevestiging brengt de volgende aanvullende, tijdelijke taken voor de Commissie met zich mee:
a. Actief communiceren met het veld met de bedoeling om geregistreerden in het LEC-SVH-register te informeren over de noodzaak om de inschrijving in het Lcsh-register te bevestigen;
b. Het uitbrengen van adviezen aan het ministerie over het beëindigen van de periode van de herregistratie.
8. In de uitoefening van haar taken zoekt de Commissie actief inhoudelijke inbreng vanuit en afstemming met het veld, met behoud van de onafhankelijke rol die de Commissie heeft.
1. De voorzitter leidt de vergaderingen van de Commissie.
2. De secretaris woont de vergaderingen van de Commissie bij.
3. De Commissie vergadert in beginsel 2 keer per jaar of vaker als een der leden dat nodig acht.
4. De vergadering vindt plaats bij de aanwezigheid van tenminste drie leden.
5. De vergadering is niet openbaar, tenzij de voorzitter anders beslist.
6. De voorzitter stelt met de secretaris de agenda op voor de vergadering van de Commissie.
7. De voorzitter brengt alle stukken ter vergadering. De secretaris draagt zorg voor een tijdige verspreiding van de stukken.
8. Ieder lid van de Commissie heeft één stem.
9. De leden van de Commissie stemmen zonder last of ruggespraak.
10. De Commissie neemt besluiten bij volstrekte meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken beslist de Voorzitter. Uit oogpunt van bedrijfsbelang kan de Voorzitter ook besluiten dat een extra stemmingsronde noodzakelijk is. Indien de stemmen dan wederom staken, beslist de Voorzitter.
11. Bij de voorbereiding van besluiten zorgt de Commissie dat de nodige informatievergaring heeft plaatsgevonden en neemt die aantoonbaar mee in haar afweging en besluitvorming.
12. De secretaris legt de besluiten van de Commissie vast in een verslag. De Commissie stelt het verslag eventueel na aanpassingen vast in de eerstvolgende vergadering.
Als zelfstandig bestuursorgaan valt de Commissie onder de Kaderwet zbo’s. Gelet hierop gelden in ieder geval de volgende bepalingen voor de Commissie:
1. Een lid meldt het voornemen tot het aanvaarden van een nevenfunctie anders dan uit hoofde van zijn/haar functie aan Onze Minister.
2. Nevenfuncties van een lid worden openbaar gemaakt. Openbaarmaking geschiedt door publicatie van een opgave van deze nevenfuncties op de website van de Commissie.
3. De Minister stelt de bezoldiging vast.
4. De inlichtingenplicht is van toepassing.
5. Jaarlijks voor 15 maart wordt een jaarverslag aan de Minister toegezonden waarin verantwoording wordt afgelegd over de uitvoering van de taken en over het beleid in het voorafgaande jaar. Het jaarverslag beschrijft de taakuitoefening en het gevoerde beleid en het gevoerde beleid met betrekking tot kwaliteitszorg. Voor de derde woensdag in mei wordt het jaarverslag toegezonden aan beide Kamers der Staten-Generaal.
6. De Commissie en het ministerie maken samenwerkingsafspraken.
1. Elke vorm en schijn van belangenverstrengeling of schijn van vooringenomenheid van leden van de Commissie bij het uitoefenen van hun publiekrechtelijke bevoegdheden, wordt vermeden.
2. De leden van de Commissie doen gedurende de duur van hun lidmaatschap afstand van hun recht op het afnemen van een examen Sociale Hygiëne.
3. Indien een lid van de Commissie een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de Lcsh meldt hij dit onverwijld aan de voorzitter en de overige leden van de Commissie. Hij/zij verschaft daarover gevraagd en ongevraagd alle relevante informatie.
4. Een lid van de Commissie neemt niet deel aan de beraadslaging/vergadering en de besluitvorming indien hij/zij daarbij een tegenstrijdig belang heeft.
5. De leden van de Commissie vervullen geen nevenfuncties die ongewenst zijn met het oog op een goede vervulling van hun functie of de handhaving van hun onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin.
6. De Commissie kan een lid voor schorsing of ontslag bij de Minister voordragen als het lid zijn/haar taak naar het oordeel van de Commissie niet naar behoren vervult.
7. De Commissie past het Rijksbrede beleid inzake integriteit toe, zoals dat is vastgelegd in de Gedragscode Integriteit Rijk. Elk lid van de Commissie handelt overeenkomstig de Gedragscode Integriteit Rijk.
8. De Commissie informeert de Minister over eventuele directe contacten van leden met de Eerste en Tweede Kamer.
9. Elk lid van de Commissie is gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak.
10. Elk lid van de Commissie handelt integer en transparant, met inachtneming van de algemene beginselen van goede trouw.
1. De leden van de Commissie zijn verplicht tot volledige geheimhouding van alle zaken waarvan zij in hun hoedanigheid als lid van de Commissie kennis nemen, waaronder zaken met betrekking tot examens en kandidaten, ook na hun aftreden.
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op diegenen die belast zijn met de administratieve en secretariële ondersteuning van de Commissie en op diegenen die vergaderingen geheel of gedeeltelijk hebben bijgewoond.
1. De Commissie stelt, met inachtneming van hoofdstuk 9 van de Algemene Wet Bestuursrecht, een klachtenregeling vast op grond waarvan eenieder recht heeft om over de wijze waarop de Lcsh zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen een klacht in te dienen bij de Lcsh. De wijze van behandelen van de klacht is vastgelegd in de klachtenregeling.
1. Wijziging van dit bestuursreglement geschiedt in overeenstemming met de besluitvormingsprocedure zoals bepaald in artikel 5 van dit reglement.
2. Een wijziging als bedoeld in het eerste lid van dit artikel behoeft de goedkeuring van de Minister.
3. Een wijziging in dit bestuursreglement wordt gepubliceerd in de Staatscourant, waarna deze wijziging in werking treedt.
1. Dit bestuursreglement kan worden aangehaald als: Bestuursreglement van de Lcsh.
2. Dit bestuursreglement wordt na goedkeuring door de Minister gepubliceerd in de Staatscourant.
3. Dit bestuursreglement treedt in werking op de dag na publicatie in de Staatscourant en wordt dan tevens gepubliceerd op de website van de Lcsh.
4. In geval van onvoorziene omstandigheden waarin dit bestuursreglement niet voorziet en in geschillen over de uitleg van dit bestuursreglement, beslist de Voorzitter.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2023-26168.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.