Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2023, 25632 | interne regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2023, 25632 | interne regeling |
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie, bedrijfsvoering en informatiesystemen rijksdienst;
Besluit:
In dit besluit wordt verstaan onder:
Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
vallend onder het gezagsbereik van de genoemde functionaris;
plaatsvervangend Secretaris-Generaal;
Secretaris-Generaal.
Het ministerie bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:
a. de Algemene Leiding;
b. het Directoraat-Generaal Volksgezondheid (DGV);
c. het Directoraat-Generaal Curatieve Zorg (DGCZ);
d. het Directoraat-Generaal Langdurige zorg (DGLZ);
e. de (staf)directies;
f. de diensten en instellingen;
g. de secretariaten van raden en commissies.
1. De Algemene Leiding ressorteert onder de minister.
2. De Algemene Leiding bestaat uit:
a. de Secretaris-Generaal (SG);
Onder de SG ressorteren de volgende onderdelen:
1. de directie Macro-Economische Vraagstukken en Arbeidsmarkt (MEVA);
2. de directie Financieel-Economische Zaken (FEZ);
b. de plaatsvervangend Secretaris-Generaal (pSG);
De pSG is belast met de interne organisatie en het beheer van het ministerie en vervangt de SG bij diens afwezigheid. Onder de pSG ressorteren de volgende onderdelen:
1. de directie Bestuurlijke en Politieke Zaken (BPZ);
2. de directie Organisatie, Bedrijfsvoering en Personeel (OBP);
3. de directie Informatiebeleid-CIO (DI/CIO);
4. de directie Communicatie (DCo);
5. de directie Wetgeving en Juridische Zaken (WJZ);
6. de directie Eenheid Secretariaten Tuchtcolleges en Toetsingscommissies (ESTT);
7. de programmadirectie PGB;
8. het programma Nafase COVID-19;
9. de directie Zorg en Jeugd in Caribisch Nederland (ZJCN);
10. de programmadirectie Openbaarheid.
c. de Directeur-Generaal Volksgezondheid (DGV);
Onder de DGV ressorteren de volgende onderdelen:
1. de directie Publieke Gezondheid (PG);
2. de directie Sport (S);
3. de directie Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie (VGP);
4. de directie Internationale Zaken (IZ);
5. de programmadirectie COVID-19 Volksgezondheid (PDCV);
6. de programmadirectie COVID-19 Informatie en Coördinatie (PDCIC);
7. de programmadirectie Pandemische Paraatheid Publieke Gezondheid;
d. de Directeur-Generaal Curatieve Zorg (DGCZ);
Onder de DGCZ ressorteren de volgende onderdelen:
1. de directie Curatieve Zorg (CZ);
2. de directie Geneesmiddelen en Medische Technologie (GMT);
3. de directie Patiënt en Zorgordening (PZo);
4. de programmadirectie COVID-19 Zorg (PDCZ);
5. de programmadirectie Medische Isotopen.
e. de Directeur-Generaal Langdurige Zorg (DGLZ);
Onder de DGLZ ressorteren de volgende onderdelen:
1. de directie Langdurige Zorg (LZ);
2. de directie Zorgverzekeringen (Z);
3. de directie Maatschappelijke Ondersteuning (DMO);
4. de directie Jeugd (DJ).
Onder de SG ressorteert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ);
De volgende diensten en instellingen ressorteren onder de pSG:
1. de baten-lastendienst Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM);
2. de baten-lastendienst agentschap College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (aCBG);
3. de baten-lastendienst CIBG;
4. de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I);
5. de Dienst Testen (DT) tot 1 september 2023;
6. het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
De volgende secretariaten van raden en commissies maken deel uit van het ministerie.
Onder de pSG ressorteren:
1. het secretariaat van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS);
2. het secretariaat van de Gezondheidsraad (GR);
3. het secretariaat van de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO);
4. het secretariaat van de Nederlandse Sportraad (NLsportraad).
1. Het RIVM, het Directoraat-Generaal Volksgezondheid, het Directoraat-Generaal Curatieve Zorg en het Directoraat-Generaal Langdurige Zorg ressorteren onder een Directeur-Generaal.
2. De IGJ staat onder leiding van een Inspecteur-Generaal.
3. De directies, de stafdirecties, het agentschap CBG, Dienst Testen en SCP staan onder leiding van een directeur.
4. Het CIBG en DUS-I staan onder leiding van een Algemeen Directeur.
5. De programma’s en programmadirecties staan onder leiding van een programmamanager of programmadirecteur.
De directie Macro-Economische Vraagstukken en Arbeidsmarkt bestaat uit de volgende onderdelen:
a. Algemeen Economische Beleid;
b. Arbeidsmarkt;
c. Beroepen;
d. Opleidingen, Beleidsadvies en Financiën;
e. Programma Duurzame Zorg (PDZ)
De directie Financieel-Economische Zaken bestaat uit de volgende onderdelen:
a. Beleidstoetsing en Advies;
b. Budgettaire Zaken;
c. Ontwikkeling Financieel Beleid en Beheer.
De directie Bestuurlijke en Politieke Zaken bestaat uit de volgende onderdelen:
a. Bestuurlijke Politieke Advisering;
b. Logistiek, Kabinet en Secretariaat;
c. Eigenaarsadvisering;
d. Stukkenstroom.
De directie Organisatie, Bedrijfsvoering en Personeel bestaat uit de volgende onderdelen:
a. Bedrijfsbureau;
b. Afdeling Personeel en Organisatie;
c. Afdeling Bedrijfsvoering;
d. Afdeling CIO Kern en Informatiemanagement;
e. Afdeling VWS Flex.
De directie Informatiebeleid-CIO bestaat uit de volgende onderdelen:
a. Cluster iStaf;
b. Cluster iBeleid team A;
c. Cluster iBeleid team B;
d. Cluster iAdvies en Toetsing;
e. Bureau Informatieberaad;
f. Programma Realisatie Digitale Ondersteuning.
De directie Communicatie bestaat uit de volgende onderdelen:
a. Media;
b. Advies;
c. Publiek;
d. Corporate.
De directie Wetgeving en Juridische Zaken staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de directie.
De directie Eenheid Secretariaten Tuchtcolleges en Toetsingscommissies bestaat uit de volgende onderdelen:
a. EST (Eenheid Secretariaten Tuchtcolleges);
b. RTE (Regionale Toetsingscommissies Euthanasie).
De programmadirectie PGB bestaat uit de volgende onderdelen:
1. Beleid en parlementair;
2. Staf en bestuur.
Het programma Nafase COVID-19 staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de directie.
De directie Zorg en Jeugd in Caribisch Nederland bestaat uit de volgende onderdelen:
a. Zorg;
b. Sociaal & Jeugd;
c. Landen.
De directie Publieke Gezondheid bestaat uit de volgende onderdelen:
a. Bevolkingsonderzoek en Medische Ethiek;
b. Gezond Leven en Preventie;
c. Strategie en Organisatie;
d. Vaccinaties en Infectieziekten.
De directie Sport staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de directie.
De directie Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de directie.
De directie Internationale Zaken staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de directie.
De programmadirectie Covid-19 Volksgezondheid staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de (programma)directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de programmadirectie.
De programmadirectie Covid-19 Informatie en Coördinatie staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de (programma)directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de programmadirectie.
De programmadirectie Pandemische Paraatheid van de Publieke Gezondheid staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de (programma)directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de programmadirectie.
De directie Curatieve Zorg staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de directie.
De directie Geneesmiddelen en Medische Technologie staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de directie.
De directie Patiënt en Zorgordening staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de directie.
De programmadirectie Medische Isotopen staat onder leiding van een programmadirecteur die stuurt op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de programmadirectie.
De programmadirectie Covid-19 Zorg staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de (programma)directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de programmadirectie.
De directie Langdurige Zorg staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het collegiaal managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de dienst.
De directie Zorgverzekeringen staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de directie.
De directie Maatschappelijke Ondersteuning staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de directie.
De directie Jeugd staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de directie.
De Jeugdautoriteit ressorteert onder de directie Jeugd.
1. Het agentschap College Beoordeling Geneesmiddelen staat onder leiding van een Directeur.
2. Onder de directeur ressorteren:
a. Het divisiehoofd Beoordelen & Vergunning Verlenen;
b. Het divisiehoofd Europa, Geneesmiddelengebruik & Veterinair;
c. Het divisiehoofd Bedrijfsvoering, Juridische zaken & Communicatie.
3. Onder het divisiehoofd Beoordelen & Vergunning Verlenen ressorteren de volgende onderdelen:
a. Regulatory Datamanagement;
b. Casemanagement & Implementatiegroep;
c. Farmacotherapeutische-groep I;
d. Farmacotherapeutische-groep II;
e. Farmacotherapeutische-groep III;
f. Farmacotherapeutische-groep IV;
g. Geneesmiddelenbewaking;
h. Kwaliteit 1 (CFB, Veterinair & BNV);
i. Kwaliteit 2 (CFB & Stoffen);
j. Kwaliteit 3 (CFB & BTG);
k. Farmacologie, Toxicologie en Kinetiek.
4. Onder het divisiehoofd Europa, Geneesmiddelengebruik & Veterinair ressorteren de volgende onderdelen:
a. Europese Vertegenwoordiging;
b. Bureau Diergeneesmiddelen;
c. Wetenschap;
d. Bestuurlijke Zaken & Geneesmiddelgebruik.
5. Onder het divisiehoofd Bedrijfsvoering, Juridische zaken & Communicatie ressorteren de volgende onderdelen:
a. Corporate communicatie;
b. Informatievoorziening;
c. Financiën, Inkoop, Kwaliteit en Control;
d. Human Resource Management & Ontwikkeling;
e. Facilitair en Managementondersteuning;
f. Juridische Zaken & Public Assessment Report.
1. Het CIBG staat onder leiding van een Algemeen Directeur.
2. Onder de Algemeen Directeur ressorteren:
a. de directeur Operationele Zaken/COO;
b. de directeur Informatiemanagement/CIO;
c. de directeur Bedrijfsvoering/CFO;
d. de stafafdeling Account-, Project- en Kwaliteitsmanagement;
e. de stafafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken.
3. Onder de directeur Operationele Zaken/COO ressorteren de volgende onderdelen:
a. Authenticatie en Gegevensverstrekking (A&G);
b. Toelating en Toezicht (T&T);
c. Publieke Knooppunten en Registers;
d. Farmatec;
e. Klant en Communicatie;
f. Projectbureau LCH.
4. Onder de directeur Informatiemanagement/CIO ressorteren de volgende onderdelen:
a. CIO Office;
b. Functioneel Beheer;
c. Delivery;
d. Applicatie- en Servicemanagement.
5. Onder de directeur Bedrijfsvoering/CFO ressorteren de volgende onderdelen:
a. Financiën;
b. Control;
c. Facilitair;
d. Inkoop en CLM;
e. HRM;
f. Managementondersteuning.
1. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd staat onder leiding van een inspecteur-generaal (IG).
2. Onder de IG ressorteren:
a. de Hoofdinspecteurs die belast zijn met bepaalde gebieden van de zorg en tevens aangewezen kunnen worden als plaatsvervangend IG:
1°. de Hoofdinspecteur Cure en GMT;
2°. de Hoofdinspecteur Maatschappelijke Zorg en Jeugd;
3°. de Project Hoofdinspecteur Front-office.
b. de directeur Strategie en Organisatie;
c. de directeur Bedrijfsvoering;
d. de Programmadirecteur Toezicht Sociaal Domein.
3. Onder de Hoofdinspecteur Cure en GMT ressorteren de volgende onderdelen:
a. Medisch Specialistische Zorg 1;
b. Medisch Specialistische Zorg 2;
c. Medische Technologie;
d. Eerstelijnszorg 1;
e. Eerstelijnszorg 2;
f. Farmaceutische Producten.
4. Onder de Hoofdinspecteur Jeugd en Maatschappelijke Zorg ressorteren de volgende onderdelen:
a. Jeugd 1;
b. Jeugd 2;
c. Geestelijke Gezondheidszorg;
d. Gehandicaptenzorg en Zorg voor Asielzoekers en Justitiabelen;
e. Netwerkzorg en Preventie.
5. Onder de Project Hoofdinspecteur ressorteren de volgende onderdelen:
a. Landelijk Meldpunt Zorg;
b. Meldpunt;
c. Administratie en Digitale informatie voorziening.
6. Onder de directeur Strategie en Organisatie ressorteren de volgende onderdelen:
a. Bestuursondersteuning, Beleid en Strategie;
b. Juridische Zaken;
c. Communicatie;
d. Bureau Opsporing en Boetes.
7. Onder de directeur Bedrijfsvoering ressorteren de volgende onderdelen:
a. Financiën, Kwaliteit en Control;
b. Personeel en Organisatie;
c. Risicodetectie en Ontwikkeling;
d. Informatie en ICT;
e. Facilitaire Management Ondersteuning.
1. De baten-lastendienst Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu staat onder leiding van een Directeur-Generaal (DG). De Chief Financial Officer (CFO) is tevens plaatsvervangend Directeur-Generaal (pDG) en is verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering.
2. Onder de DG ressorteren:
a. de directeur Bedrijfsvoering/CFO (pDG);
b. de directeur Volksgezondheid en Zorg;
c. de directeur Centrum Infectieziektebestrijding;
d. de directeur Milieu en Veiligheid;
e. de directeur Informatievoorziening;
f. de directeur (kwartiermaker) van de Tijdelijke werkorganisatie.
3. Onder de directeur Bedrijfsvoering/CFO (pDG) ressorteren:
a. de stafeenheid Bureau Directieraad;
b. de stafeenheid Communicatie en Documentaire Informatievoorziening;
c. de stafeenheid Organisatie, Bedrijfsvoering en Personeel;
d. de stafeenheid Finance, Control & Inkoop;
e. het Projectbureau Nieuwe Huisvesting RIVM.
4. Onder de directeur Volksgezondheid en Zorg ressorteren de volgende onderdelen:
a. Centrum Gezondheid en Maatschappij;
b. Centrum Gezondheidsbescherming;
c. Centrum Voeding, Preventie en Zorg.
5. Onder de directeur Centrum Infectieziektebestrijding ressorteren de volgende onderdelen:
a. Centrum Epidemiologie en Surveillance van Infectieziekten;
b. Centrum Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding;
c. Centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en Laboratorium Surveillance;
d. Centrum Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie;
e. Centrum Immunologie van Infectieziekten en Vaccins.
6. Onder de directeur Milieu en Veiligheid ressorteren de volgende onderdelen:
a. Centrum Veiligheid van Stoffen en Producten;
b. Centrum Duurzaamheid, Milieu en Gezondheid;
c. Centrum Milieukwaliteit;
d. Centrum Veiligheid.
7. Onder de directeur Informatievoorziening ressorteren de volgende onderdelen:
a. de stafeenheid CIO-office, Kwaliteit & Support;
b. de stafeenheid Applicaties en databases;
c. de stafeenheid Generieke ICT-Voorzieningen;
d. de stafeenheid Onderzoek en Datadiensten;
e. de stafeenheid IV-advies & Regie.
8. Onder de directeur (kwartiermaker) van de Tijdelijke werkorganisatie LFI ressorteren de volgende onderdelen:
a. Centrum voor Bevolkingsonderzoek;
b. Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma’s;
c. Landelijke Functie Opschaling Infectieziektebestrijding
d. COVID-19 vaccinatieprogramma.
De Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen staat onder leiding van het collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de algemeen directeur stuurt het collegiaal managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de dienst.
Het Sociaal en Cultureel Planbureau staat onder leiding van een directeur en een adjunct-directeur.
Het Planbureau werkt met een flexibele programmastructuur en kent daarnaast de volgende vaste onderdelen:
a. Afdeling Bedrijfsvoering;
b. Afdeling Methodologie;
c. Afdeling Communicatie.
Het secretariaat van de Gezondheidsraad staat onder leiding van de Algemeen Secretaris en bestaat uit de volgende onderdelen:
a. Wetenschappelijke staf team 1;
b. Wetenschappelijke staf team 2;
c. Bedrijfsvoering;
d. Communicatie en Redactie.
Het secretariaat van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving staat onder leiding van een Directeur/Algemeen secretaris.
Het Secretariaat van de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek staat onder leiding van een Algemeen Secretaris en bestaat uit de volgende onderdelen:
a. Bedrijfsvoering;
b. Landelijk Bureau;
c. Bureau CCMO.
Het Secretariaat van de Nederlandse Sportraad staat onder leiding van een Algemeen Secretaris.
Het secretariaat van de Commissie Genetische Modificatie staat onder leiding van een secretaris en is ambtelijk ondergebracht bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.
Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers
Sinds de laatste update van het organisatiebesluit van VWS hebben zich opnieuw wijzigingen voor gedaan met betrekking tot de inrichting van het ministerie, waaronder de naamgeving en/of de structuur van enkele (programma)directies, raden en instellingen. Tot slot is van de gelegenheid gebruik gemaakt enkele redactionele verbeteringen door te voeren.
Artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie, bedrijfsvoering en informatiesystemen rijksdienst schrijft voor dat Onze Ministers de organisatie en formatie van hun ministerie vaststellen. Met het vaststellen van het onderhavige organisatiebesluit geeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hieraan gevolg.
In artikel 1 is onder andere vastgelegd wat onder ressorteren wordt verstaan: vallend onder het gezagsbereik van de genoemde functionaris. Dit laat natuurlijk onverlet dat de Secretaris-Generaal eindverantwoordelijk blijft, zoals geregeld in het koninklijk besluit van 18 oktober 1988 (Staatsblad 1988, 499), houdende regeling van de functie en verantwoordelijkheid van de secretaris-generaal.
In artikel 2 is de hoofdstructuur van het ministerie beschreven met inbegrip van de diensten en instellingen en de secretariaten van raden en commissies. In artikel 3 is de verantwoordelijkheidsverdeling binnen de algemene leiding aangegeven. Bepaald is dat een Secretaris-Generaal (SG), plaatsvervangend Secretaris-Generaal (pSG), dan wel Directeur-Generaal (DG) inhoudelijk verantwoordelijk is voor een beleidsdomein en beheersmatig voor een aantal onderdelen (directies, diensten) voor zover die behoren tot diens werkterrein. Hier hebben enkele wijzigingen in plaatsgevonden die tot wijzigingen in het organisatiebeleid hebben geleid.
Project- of programma-organisaties waaraan ambtenaren vanuit hun eigen directie deelnemen en die meer het karakter hebben van een samenwerkingsverband zijn niet opgenomen in het organisatiebesluit. Project- en programmaorganisaties die werken met speciaal daarvoor aangetrokken of vrijgesteld personeel en die niet zijn ingebed in de organisatie van een bestaande directie zijn wel opgenomen in het organisatiebesluit. Bij de instelling van deze organisaties wordt steeds bepaald wie als bevoegd gezag wordt aangemerkt.
In de Mandaatregeling VWS, de Volmachtregeling VWS en de Volmachtregeling personele aangelegenheden VWS 2019 zijn de bevoegdheden van de in dit besluit opgenomen functionarissen nader geregeld.
Met de publicatie en inwerkingtreding van het Organisatiebesluit VWS 2023 is het Organisatiebesluit VWS 2021 ingetrokken.
De regeling treedt in principe per 1 juli 2023 in werking. De meeste tussentijdse organisatiewijzigingen zijn reeds opgenomen in bijzondere besluiten van de Secretaris-Generaal, waardoor het niet nodig is de gehele regeling met terugwerkende kracht inwerking te laten treden. Waar nodig, is aangegeven welke onderdelen van de regeling toch met een afwijkende datum in werking treden.
Indien de publicatie van de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, onverhoopt plaatsvindt na 1 juli 2023, treedt de regeling de dag na publicatie van de Staatscourant in werking.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2023-25632.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.