Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2023, 24886 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2023, 24886 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,
Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 1 van de Wet op de expertisecentra of artikel 1.1 van de Wet voortgezet onderwijs 2020;
b. bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs; of
c. instellingsbestuur als bedoeld artikel 1.1 onder j, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderwijs van een instelling die een of meer lerarenopleidingen verzorgt;
Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen;
wetenschappelijk onderwijs en hoger beroepsonderwijs als bedoeld in artikel 1.1, onder b en d van de WHW;
Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;
op basis van de WHW bekostigde bachelor- of masteropleiding die opleidt tot het verkrijgen van een bevoegdheid om les te geven in een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de WPO, artikel 1 van de WEC, artikel 1 van de WVO 2020 of artikel 1 van de WEB;
middelbaar beroepsonderwijs: beroepsonderwijs en opleiding voortgezet algemeen volwassenenonderwijs als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs;
penvoerder als bedoeld in artikel 6;
primair onderwijs als bedoeld in de WPO en de WEC;
een organisatie opgericht door het Ministerie van OCW en in samenwerking met onderwijsraden en werknemersorganisaties, met de opdracht zorg te dragen voor de vorming van een landelijk dekkend netwerk van onderwijsregio’s en hier regie op te voeren;
een door middel van een brief van de minister bevestigde regio waarbinnen schoolbesturen, lerarenopleidingen en de beroepsgroep samen deelnemen aan de lerende aanpak gericht op de vorming van onderwijsregio’s;
voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 1.4 van de WVO 2020;
Wet op educatie en beroepsonderwijs;
Wet op de Expertisecentra;
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
Wet voortgezet onderwijs 2020.
Deze regeling geldt in aanvulling op de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS.
De minister kan aan een penvoerder eenmalig in het kalenderjaar 2023 tegemoetkoming verstrekken aan een voorloper onderwijsregio om een projectleider aan te stellen en om deel te nemen aan de activiteiten rond de lerende aanpak om te komen tot onderwijsregio’s, georganiseerd door de Realisatie Eenheid.
1. Voor subsidieverstrekking op grond van deze regeling is in het kalenderjaar 2023 in totaal een bedrag beschikbaar van € 2.700.000.
2. De subsidie bedraagt € 100.000 per voorloper onderwijsregio.
1. Een penvoerder kan een aanvraag voor subsidie indienen van 4 september 2023, 09.00 tot en met 2 oktober 2023 uiterlijk om 16.00 uur. Aanvragen die worden ontvangen na 2 oktober 2023 worden afgewezen.
2. De aanvraag wordt mede ondertekend door alle deelnemende partijen. Hiermee verklaren zij gezamenlijk zich in te zetten voor het zijn van voorloper onderwijsregio. Zij verklaren bovendien dat de penvoerder gemachtigd is om hen in het kader van de subsidieverstrekking in en buiten rechte te vertegenwoordigen en dat alle gegevens die noodzakelijk zijn voor de verantwoording door de penvoerder van de besteding van de subsidie op verzoek worden verstrekt.
3. De aanvraag geschiedt met het aanvraagformulier dat door DUS-I beschikbaar wordt gesteld.
1. Een bevoegd gezag dat deelneemt aan de onderwijsregio treedt namens de andere bevoegde gezagsorganen in de regio op als penvoerder onderwijsregio.
2. De subsidie wordt aangevraagd door, verstrekt aan en verantwoord door de penvoerder.
3. De penvoerder is verantwoordelijk voor alle aan de subsidie verbonden verplichtingen, ongeacht welke van de samenwerkende partijen feitelijk is belast met de uitvoering van de daarop betrekking hebbende werkzaamheden.
1. De subsidie wordt direct binnen acht weken na sluiting van de aanvraagperiode vastgesteld.
2. De minister betaalt het subsidiebedrag aan de penvoerder in één keer uit.
1. De verantwoording van de tegemoetkoming geschiedt in de jaarverslaggeving overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs met model G, onderdeel 1, zoals bedoeld in richtlijn 660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving.
2. De subsidieontvanger toont op verzoek van de minister aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen die aan de subsidie verbonden zijn.
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
2. Deze regeling vervalt met ingang van 31 december 2026 met dien verstande dat zij van toepassing blijft ten aanzien van de subsidies die voor die datum zijn verstrekt.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf
Op basis van deze regeling kunnen voorlopers onderwijsregio’s subsidie aanvragen voor de activiteiten die samenhangen met de deelname aan de lerende aanpak onderwijsregio’s.
In december 2022 is samen met de sectorraden, vak- en beroepsorganisaties en de lerarenopleidingen, het werkplan ‘Samen voor het beste onderwijs’1 opgesteld. Doel hiervan is te zorgen voor voldoende leraren en schoolleiders, die met plezier werken in het onderwijs, goed opgeleid zijn en hun vak bijhouden. De vorming van onderwijsregio’s is een kernelement van de lerarenstrategie voor de aanpak van de tekorten.
Bij de vorming van de onderwijsregio’s wordt voortgebouwd op de regionale aanpak van de tekorten (RAP) en Samen opleiden en professionaliseren (SO&P). Om te komen tot een effectieve aanpak waarbij RAP en SO&P regionaal worden verbonden, is gekozen voor een lerende aanpak. Onderdeel hiervan is het werken met een aantal onderwijsregio’s die als voorloper zijn aangewezen door de minister. Deze voorlopers onderwijsregio’s werken samen met de landelijke realisatie-eenheid uit hoe onderwijsregio’s vormgegeven kunnen worden om de taken (werven, matchen, opleiden, begeleiden en professionaliseren van onderwijspersoneel) uit te voeren. Vraagstukken die om uitwerking vragen zijn onder meer hoe de governance vormgegeven kan worden, de beroepsgroep betrokken kan worden en hoe een vervangingspool kan bijdragen aan het realiseren van personeel op alle scholen en de inzet van uitzendbureaus kan worden voorkomen.
Gezien de urgentie om de tekorten in het onderwijs aan te pakken, is de inzet om in relatief korte tijd te leren van wat er al is ontwikkeld in regio’s, dit verder uit te werken en breder te verspreiden. Gelet hierop kunnen voorlopers onderwijsregio’s subsidie aanvragen voor de aanstelling van een projectleider en voor activiteiten die samenhangen met de lerende aanpak onderwijsregio’s, zoals ontwikkel- en kennisdelingssessie en het versterken van de verbinding tussen RAP en SO&P.
Toegepaste selectieprocedure
In april konden alle samenwerkende schoolbesturen, lerarenopleidingen en beroepsgroep zich aanmelden als voorloper voor de ontwikkeling van een onderwijsregio. De mogelijkheid hiertoe is door de onderwijspartners en OCW onder de aandacht gebracht. Onderdeel van de informatievoorziening betrof een bestuurlijk afgestemde notitie (link) met informatie over het afwegingskader en selectieproces. De ingediende aanvragen zijn volgens dit proces en kader beoordeeld. Er zijn 27 regio’s aangewezen als voorloper onderwijsregio.
Uitvoering door DUS-I
De regeling wordt door Dienst Uitvoering Subsidies-Instellingen (DUS-I) uitgevoerd. De aanvraag voor subsidie wordt door de penvoerder gedaan via een invulbare PDF. Deze PDF wordt beschikbaar gesteld door DUS-I en via de landelijke realisatie-eenheid naar de contactpersonen van de 27 voorlopers gestuurd.
Communicatie
Over de regeling worden de voorlopers onderwijsregio’s rechtstreeks geïnformeerd door de landelijke Realisatie Eenheid.
Regeldruk
Administratieve lasten worden gedefinieerd als de kosten om te voldoen aan informatieverplichtingen aan de overheid, voortvloeiend uit wet- en regelgeving.
Er is gekozen voor een zo licht mogelijke verantwoording over de verstrekte subsidie. Daarom is gekozen voor verantwoording in de jaarrekening samen met model G, onderdeel 1. Er zijn geen voorwaarden opgenomen die achteraf getoetst worden, dus de verantwoording betreft het opnemen van accountantsgegevens in het jaarverslag.
Uitgangspunt is dat het aanvraagproces zo wordt ingericht dat het zo min mogelijk administratieve lasten creëert voor de voorlopers. Vanuit DUS-I wordt een pdf-formulier beschikbaar gesteld, deze wordt gemaild aan de onderwijsregio’s en kan ingevuld worden geretourneerd. Het pdf-formulier vraagt enkel gegevens over de penvoerder en een handtekening van deelnemende partners. Afhankelijk van de grootte van een voorloper onderwijsregio zal het verzamelen van deze handtekeningen leiden tot administratieve lasten. Er hoeven geen inhoudelijke plannen geschreven te worden. Deze zijn in het voorjaar van 2023 al geschreven en beoordeeld door de Realisatie Eenheid en het Bestuurlijk Overleg. DUS-I ontvangt van het Ministerie van de Realisatie Eenheid een overzicht met de partners in de voorlopers onderwijsregio zodat zij de handtekeningen in de pdf-formulieren aan de hand van deze lijst kunnen controleren.
Onderwijsregio |
|
---|---|
Aanvraagformulier invullen • Kennisnemen van de regeling • Aanwijzen penvoerder • Handtekeningen deelnemende partijen verzamelen |
30 uur per penvoerder voor de onderwijsregio Uitgaande van maximaal 27 onderwijsregio’s leidt dit tot maximaal 810 uur. |
Administratie en interne afstemming |
5 uur per deelnemend bestuur |
Verantwoording, monitoring, evaluatie en toezicht |
5 uur per penvoerder (elke onderwijsregio 1 penvoerder). Uitgaande van 27 onderwijsregio’s leidt dit tot maximaal 135 uur. |
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.
Caribisch Nederland
Voor Caribisch Nederland geldt het comply or explain principe. Aangezien de eisen die deze regeling stelt aan een aanvraag voor subsidie op grond van deze regeling specifiek gericht zijn op Europees Nederland geldt voor deze regeling het explain principe. Besturen in Caribische Nederland kunnen op grond van deze regeling geen aanspraak maken op subsidie. Wel wordt overleg gevoerd met vertegenwoordigers in Caribisch Nederland over wat er nodig is om de tekorten daar aan te pakken en wordt Samen Opleiden uitgevoerd in het Caribische partnerschap Kibrahacha.
Uitvoerbaarheid
Deze regeling is voorgelegd aan de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I). DUS-I geeft aan dat de subsidie regeling uitvoerbaar is.
De Realisatie Eenheid is ingericht door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In samenwerking met onderwijsraden, lerarenopleidingen en vak- en beroepsorganisaties, heeft de Realisatie Eenheid de opdracht om zorg te dragen voor de vorming van een landelijk dekkend netwerk van onderwijsregio’s en hierop regie te voeren. De regio’s worden door de Realisatie Eenheid ondersteund en aangejaagd. De Realisatie Eenheid deelt kennis en monitort de resultaten binnen de regio’s. De Realisatie Eenheid stuurt op de totale impact van de onderwijsregio’s door te zorgen voor een wisselwerking tussen regio’s en tussen de regionale en landelijke ontwikkelingen.
Het doel van de regeling is om aan de penvoerder van een voorlopers regio, eenmalig een subsidie te verstrekken, waarmee een projectleider kan worden aangesteld en deel kan worden genomen aan de activiteiten van de Landelijke Realisatie eenheid.
De hoogte van het de subsidie is een vast bedrag van € 100.000 per voorloper onderwijsregio. Er zijn 27 onderwijsregio’s als voorloper door de minister aangewezen.
De subsidie wordt aangevraagd door de penvoerder van de onderwijsregio. Voor het aanvragen van de subsidie maakt de penvoerder gebruik van de het pdf formulier dat DUS-I aan de penvoerder beschikbaar stelt. De aanvraag wordt mede ondertekend door alle deelnemende partijen van de onderwijsregio.
De penvoerder moet desgevraagd inzichtelijk kunnen maken aan welke activiteiten de voorloper onderwijsregio’s heeft deelgenomen en dat er een projectleider is aangesteld. De penvoerder moet, conform de Kaderregeling kunnen verklaren en aantonen dat de ontvangen subsidie op een verantwoorde wijze is of wordt besteed in lijn met artikel 3.
De subsidie wordt uiterlijk 8 weken na 2 oktober 2023 vastgesteld. De subsidie wordt in een keer aan de penvoerder betaald.
Als de activiteiten zijn uitgevoerd en aan de verplichtingen is voldaan, kan het niet aangewende deel van de subsidie worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.
Verantwoording van deze middelen vindt plaats middels de jaarverslaggeving overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs met model G, onderdeel 1. De subsidieontvanger toont op verzoek van de minister aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen die aan de subsidie verbonden zijn.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2023-24886.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.