Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 25 augustus 2023, nr. 40554498, tot wijziging van de Regeling financiën hoger onderwijs in verband met wijzigingen als gevolg van de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het begrotingsjaar 2024

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikelen 4.11, eerste lid, 4.20, eerste lid, 4.21, eerste en tweede lid, 4.23, eerste lid, 4.24, eerste lid, 4.27, eerste lid, 4.30, eerste lid en 4.32, eerste lid van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008;

Besluit:

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE REGELING FINANCIËN HOGER ONDERWIJS

De Regeling financiën hoger onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4, vierde tot en met zesde lid, komen te luiden:

B

Bijlage 1 komt te luiden:

Bijlage 1. bij artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de regeling

De bedragen onderwijsopslag universiteiten, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid, van het besluit

Universiteit

Kwaliteit

Kwetsbare opleidingen

Bijzondere voorzieningen

Totaalbedrag

00DV

Protestantse Theologische Universiteit

€ 0

€ 0

€ 360.578

€ 360.578

21PB

Universiteit Leiden

€ 0

€ 2.893.797

€ 3.772.440

€ 6.666.237

21PC

Rijksuniversiteit Groningen

€ 0

€ 2.439.858

€ 3.120.736

€ 5.560.594

21PD

Universiteit Utrecht

€ 0

€ 6.849.205

€ 4.571.814

€ 11.421.019

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

€ 0

€ 563.585

€ 11.578.775

€ 12.142.360

21PF

Technische Universiteit Delft

€ 0

€ 0

€ 10.118.082

€ 10.118.082

21PG

Technische Universiteit Eindhoven

€ 0

€ 0

€ 1.439.216

€ 1.439.216

21PH

Universiteit Twente

€ 0

€ 0

€ 17.052.187

€ 17.052.187

21PI

Wageningen University

€ 0

€ 0

€ 1.200.317

€ 1.200.317

21PJ

Universiteit Maastricht

€ 0

€ 701.347

€ 4.106.162

€ 4.807.509

21PK

Universiteit van Amsterdam

€ 0

€ 3.203.702

€ 3.276.994

€ 6.480.696

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

€ 0

€ 967.787

€ 4.577.879

€ 5.545.666

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

€ 0

€ 1.706.720

€ 2.598.359

€ 4.305.079

21PN

Tilburg University

€ 0

€ 613.680

€ 1.551.707

€ 2.165.387

21QO

Theologische Universiteit Apeldoorn

€ 0

€ 0

€ 90.037

€ 90.037

22NC

Open Universiteit

€ 0

€ 350.695

€ 572.202

€ 922.897

23BF

Universiteit voor Humanistiek

€ 0

€ 0

€ 89.295

€ 89.295

25AV

Theologische Universiteit Kampen

€ 0

€ 0

€ 6.511

€ 6.511

 

Totaal

€ 0

€ 20.290.376

€ 70.083.291

€ 90.373.667

C

Bijlage 3 komt te luiden:

Bijlage 3. bij artikel 3, tweede lid, onderdeel a, van de regeling

De bedragen onderwijsopslag hogescholen, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid, van het besluit

Hogeschool

Kwaliteit

Kwetsbare opleidingen

Bijzondere voorzieningen

Totaalbedrag

00IC

Katholieke PABO Zwolle

€ 0

€ 0

€ 432.200

€ 432.200

00MF

Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

€ 0

€ 507.657

€ 645.778

€ 1.153.435

01VU

Christelijke Hogeschool Windesheim

€ 0

€ 0

€ 4.932.771

€ 4.932.771

02BY

Gerrit Rietveld Academie

€ 0

€ 1.097.049

€ 166.999

€ 1.264.048

02NR

Hotelschool The Hague

€ 0

€ 0

€ 268.501

€ 268.501

02NT

Design Academy Eindhoven

€ 0

€ 502.208

€ 153.677

€ 655.885

07GR

Avans Hogeschool

€ 0

€ 459.525

€ 4.341.114

€ 4.800.639

08OK

Pedagogische Hogeschool De Kempel

€ 0

€ 0

€ 546.458

€ 546.458

09OT

Iselinge Hogeschool

€ 0

€ 0

€ 306.333

€ 306.333

10IZ

Marnix Academie

€ 0

€ 0

€ 786.366

€ 786.366

14NI

Codarts, Hogeschool voor de Kunsten

€ 0

€ 839.133

€ 538.419

€ 1.377.552

15BK

Driestar educatief

€ 0

€ 0

€ 705.772

€ 705.772

21CW

HAS Hogeschool

€ 0

€ 0

€ 502.063

€ 502.063

21MI

HZ University of Applied Sciences

€ 0

€ 0

€ 1.913.967

€ 1.913.967

21QA

Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten

€ 0

€ 855.480

€ 563.705

€ 1.419.185

21RI

Hogeschool Leiden

€ 0

€ 114.857

€ 2.346.354

€ 2.461.211

21UG

Hogeschool IPABO Amsterdam Alkmaar

€ 0

€ 0

€ 974.234

€ 974.234

21UI

Breda University of Applied Sciences

€ 0

€ 0

€ 850.204

€ 850.204

22HH

Hogeschool Viaa

€ 0

€ 0

€ 591.273

€ 591.273

22OJ

Hogeschool Rotterdam

€ 0

€ 1.115.480

€ 6.286.172

€ 7.401.652

23AH

Saxion Hogeschool

€ 0

€ 214.400

€ 4.645.173

€ 4.859.573

23KJ

Hogeschool der Kunsten Den Haag

€ 0

€ 794.634

€ 259.969

€ 1.054.603

25BA

Christelijke Hogeschool Ede

€ 0

€ 0

€ 870.226

€ 870.226

25BE

Hanzehogeschool Groningen

€ 0

€ 1.327.329

€ 5.056.750

€ 6.384.079

25DW

Hogeschool Utrecht

€ 0

€ 1.125.604

€ 7.309.878

€ 8.435.482

25JX

Zuyd Hogeschool

€ 0

€ 817.538

€ 2.714.300

€ 3.531.838

25KB

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

€ 0

€ 1.225.148

€ 6.753.481

€ 7.978.629

27NF

ArtEZ

€ 0

€ 1.373.127

€ 675.025

€ 2.048.152

27PZ

Hogeschool INHolland

€ 0

€ 620.231

€ 3.856.677

€ 4.476.908

27UM

De Haagse Hogeschool

€ 0

€ 0

€ 3.562.536

€ 3.562.536

28DN

Hogeschool van Amsterdam

€ 0

€ 0

€ 7.710.717

€ 7.710.717

30GB

Fontys Hogescholen

€ 0

€ 1.291.346

€ 9.207.172

€ 10.498.518

30HD

Hogeschool Van Hall Larenstein

€ 0

€ 0

€ 836.009

€ 836.009

30TX

Aeres Hogeschool

€ 0

€ 0

€ 636.508

€ 636.508

30VP

Hogeschool Thomas More

€ 0

€ 0

€ 516.348

€ 516.348

31FR

NHL Stenden Hogeschool

€ 0

€ 0

€ 5.007.376

€ 5.007.376

 

Totaal

€ 0

€ 14.280.746

€ 87.470.505

€ 101.751.251

D

Bijlage 5 komt te luiden:

Bijlage 5. bij artikel 4, eerste lid, van de regeling

De bedragen onderzoek universiteiten, bedoeld in artikel 4.23, eerste lid, van het besluit

Universiteit

Bedrag

00DV

Protestantse Theologische Universiteit

€ 532.430

21PB

Universiteit Leiden

€ 70.452.210

21PC

Rijksuniversiteit Groningen

€ 66.170.564

21PD

Universiteit Utrecht

€ 68.930.416

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

€ 62.844.001

21PF

Technische Universiteit Delft

€ 58.980.349

21PG

Technische Universiteit Eindhoven

€ 34.611.906

21PH

Universiteit Twente

€ 38.226.219

21PI

Wageningen University

€ 27.366.600

21PJ

Universiteit Maastricht

€ 48.113.411

21PK

Universiteit van Amsterdam

€ 67.146.167

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

€ 61.584.431

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

€ 55.404.190

21PN

Tilburg University

€ 29.942.844

21QO

Theologische Universiteit Apeldoorn

€ 532.430

22NC

Open Universiteit

€ 7.194.779

23BF

Universiteit voor Humanistiek

€ 2.662.152

25AV

Theologische Universiteit Kampen

€ 1.597.291

 

Totaal

€ 702.292.390

E

In bijlage 8 wordt in de tabel na de kolom 2023 een kolom toegevoegd, luidende:

 

2024

   

€ 11.576.679

   

€ 13.201.476

   

€ 15.943.322

   

€ 12.998.377

   

€ 7.311.587

   

€ 20.716.163

   

€ 9.139.484

   

€ 10.662.731

F

Bijlage 9 komt te luiden:

Bijlage 9. bij artikel 4, derde lid, van de regeling

Bedragen ontwerp en ontwikkeling hogescholen, bedoeld in artikel 4.24, eerste lid, van het besluit

Hogeschool

Bedrag

00IC

Katholieke PABO Zwolle

€ 55.205

00MF

Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

€ 27.554

01VU

Christelijke Hogeschool Windesheim

€ 305.874

02BY

Gerrit Rietveld Academie

€ 0

02NR

Hotelschool The Hague

€ 0

02NT

Design Academy Eindhoven

€ 0

07GR

Avans Hogeschool

€ 58.745

08OK

Pedagogische Hogeschool De Kempel

€ 82.185

09OT

Iselinge Hogeschool

€ 37.313

10IZ

Marnix Academie

€ 118.350

14NI

Codarts, Hogeschool voor de Kunsten

€ 11.672

15BK

Driestar educatief

€ 100.363

21CW

HAS Hogeschool

€ 0

21MI

HZ University of Applied Sciences

€ 32.817

21QA

Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten

€ 35.591

21RI

Hogeschool Leiden

€ 142.173

21UG

Hogeschool IPABO Amsterdam Alkmaar

€ 98.354

21UI

Breda University of Applied Sciences

€ 0

22HH

Hogeschool Viaa

€ 57.883

22OJ

Hogeschool Rotterdam

€ 290.470

23AH

Saxion Hogeschool

€ 98.641

23KJ

Hogeschool der Kunsten Den Haag

€ 3.253

25BA

Christelijke Hogeschool Ede

€ 62.763

25BE

Hanzehogeschool Groningen

€ 154.515

25DW

Hogeschool Utrecht

€ 323.478

25JX

Zuyd Hogeschool

€ 37.600

25KB

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

€ 371.889

27NF

ArtEZ

€ 60.562

27PZ

Hogeschool INHolland

€ 218.809

27UM

De Haagse Hogeschool

€ 84.194

28DN

Hogeschool van Amsterdam

€ 312.571

30GB

Fontys Hogescholen

€ 520.186

30HD

Hogeschool Van Hall Larenstein

€ 0

30TX

Aeres Hogeschool

€ 42.001

30VP

Hogeschool Thomas More

€ 76.540

31FR

NHL Stenden Hogeschool

€ 297.454

 

Totaal

€ 4.119.005

G

Bijlage 10 komt te luiden:

Bijlage 10. bij artikel 3i, van de regeling

De bedragen kwaliteitsbekostiging universiteiten, bedoeld in de artikelen 4.30, eerste lid, en 4.32, eerste lid, van het besluit

Universiteit

Bedrag

00DV

Protestantse Theologische Universiteit

€ 49.623

21PB

Universiteit Leiden

€ 22.122.386

21PC

Rijksuniversiteit Groningen

€ 25.938.209

21PD

Universiteit Utrecht

€ 30.859.510

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

€ 21.090.752

21PF

Technische Universiteit Delft

€ 19.739.178

21PG

Technische Universiteit Eindhoven

€ 9.731.521

21PH

Universiteit Twente

€ 9.223.997

21PI

Wageningen University

€ 9.573.663

21PJ

Universiteit Maastricht

€ 19.129.804

21PK

Universiteit van Amsterdam

€ 27.675.224

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

€ 23.383.062

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

€ 17.297.145

21PN

Tilburg University

€ 10.637.056

21QO

Theologische Universiteit Apeldoorn

€ 36.296

22NC

Open Universiteit

€ 2.497.090

23BF

Universiteit voor Humanistiek

€ 265.339

25AV

Theologische Universiteit Kampen

€ 37.548

 

Totaal

€ 249.287.403

H

Bijlage 11 komt te luiden:

Bijlage 11. bij artikel 3i, van de regeling

De bedragen kwaliteitsbekostiging hogescholen, bedoeld in de artikelen 4.30, eerste lid, en 4.32, eerste lid, van het besluit

Hogeschool

Bedrag

00IC

Katholieke PABO Zwolle

€ 695.152

00MF

Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

€ 5.737.556

01VU

Christelijke Hogeschool Windesheim

€ 20.611.952

02BY

Gerrit Rietveld Academie

€ 1.488.488

02NR

Hotelschool The Hague

€ 2.564.373

02NT

Design Academy Eindhoven

€ 1.065.524

07GR

Avans Hogeschool

€ 27.827.578

08OK

Pedagogische Hogeschool De Kempel

€ 908.964

09OT

Iselinge Hogeschool

€ 483.009

10IZ

Marnix Academie

€ 1.433.866

14NI

Codarts, Hogeschool voor de Kunsten

€ 2.810.299

15BK

Driestar educatief

€ 1.251.803

21CW

HAS Hogeschool

€ 3.836.233

21MI

HZ University of Applied Sciences

€ 4.495.292

21QA

Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten

€ 7.580.526

21RI

Hogeschool Leiden

€ 10.029.992

21UG

Hogeschool IPABO Amsterdam Alkmaar

€ 1.132.306

21UI

Breda University of Applied Sciences

€ 6.043.800

22HH

Hogeschool Viaa

€ 1.741.228

22OJ

Hogeschool Rotterdam

€ 31.212.111

23AH

Saxion Hogeschool

€ 22.641.681

23KJ

Hogeschool der Kunsten Den Haag

€ 3.906.070

25BA

Christelijke Hogeschool Ede

€ 3.795.452

25BE

Hanzehogeschool Groningen

€ 24.741.368

25DW

Hogeschool Utrecht

€ 28.885.866

25JX

Zuyd Hogeschool

€ 14.561.762

25KB

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

€ 29.176.848

27NF

ArtEZ

€ 6.199.473

27PZ

Hogeschool INHolland

€ 22.819.816

27UM

De Haagse Hogeschool

€ 18.783.558

28DN

Hogeschool van Amsterdam

€ 36.835.920

30GB

Fontys Hogescholen

€ 36.665.878

30HD

Hogeschool Van Hall Larenstein

€ 4.774.458

30TX

Aeres Hogeschool

€ 3.851.748

30VP

Hogeschool Thomas More

€ 770.817

31FR

NHL Stenden Hogeschool

€ 18.790.414

 

Totaal

€ 410.151.181

I

Bijlage 13 wordt als volgt gewijzigd:

In onderdeel A wordt in de tabel CROHO onderdeel Economie (standaard niveau bekostiging 'Laag') de rij:

Opleiding

Niveau

B Hotel management

Hoog

Vervangen door:

Opleiding

Niveau

B Hotel Management

Hoog

In onderdeel A in de tabel CROHO onderdeel Economie (standaard niveau bekostiging 'Laag') vervallen de rijen:

Opleiding

Niveau

B Communicatiesystemen

Hoog

B Media, Informatie en Communicatie

Hoog

In onderdeel A in de tabel CROHO onderdeel Landbouw en natuurlijke omgeving (standaard niveau bekostiging 'Hoog') vervalt de rij:

Opleiding

Niveau

B International Business and Management Studies

Laag

In onderdeel A in de tabel CROHO onderdeel Taal en cultuur (standaard niveau bekostiging 'Laag') vervallen de rijen:

Opleiding

Niveau

B Cabaret

Hoog

B Interior Design & Styling

Hoog

ARTIKEL II. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024, met uitzondering van artikel I, onderdeel I, die inwerking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en terug werkt tot en met 1 september 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

TOELICHTING

Algemene toelichting

1. Algemeen

Met deze regeling wordt de Regeling financiën hoger onderwijs gewijzigd. De aanpassingen van de Regeling financiën hoger onderwijs hangen samen met de berekening van de rijksbijdrage 2024 in overeenstemming met de ontwerpbegroting 2024 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

2. Gevoerd overleg

Een concept van de regeling is voor bestuurlijke reactie voorgelegd aan de Universiteiten van Nederland (UNL), Vereniging Hogescholen (VH) en Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). Uit hun bestuurlijke reacties komen geen bijzonderheden naar voren.

3. Uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets

DUO acht de regeling uitvoerbaar en handhaafbaar.

4. Financiële gevolgen

De wijzigingen in deze regeling hebben geen gevolgen voor de Rijksbegroting. Een wijziging van de eerste en tweede suppletoire (ontwerp)begroting 2024 kan op grond van artikel 2.5, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek nog leiden tot nadere bepaling van de in deze regeling opgenomen bedragen en percentages.

5. Gevolgen administratieve lasten

De regeling heeft geen gevolgen voor administratieve lasten.

Artikelsgewijs

Grondslagen

  • In artikel 4.11, eerste lid, van het UWHW is bepaald dat de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap uit het onderwijsdeel van de rijksbijdrage aan een universiteit onderscheidenlijk hogeschool een bij ministeriële regeling vast te stellen bedrag kan toekennen in relatie tot kwaliteit, kwetsbare opleidingen of bijzondere voorzieningen. Dit is de grondslag voor het aanpassen van bijlagen 1 en 3 van de Rfho waarin deze bedragen worden vastgesteld.

  • In artikel 4.20, eerste lid, van het UWHW is bepaald dat het deel van het onderzoekdeel wo dat verdeeld wordt over de universiteiten naar rato van de som van de aantallen bekostigde graden per opleiding, die in de peilperiode onderzoek door een universiteit zijn verleend, bij ministeriële regeling wordt vastgesteld. Dit is de grondslag voor het aanpassen van artikel 4, vierde lid, van de Rfho waarin het percentage van het onderzoekdeel wo, bestemd voor de graden, wordt vastgesteld.

  • In artikel 4.21, eerste lid, van het UWHW is bepaald dat het deel van het onderzoekdeel wo dat verdeeld wordt over de universiteiten naar rato van de som van de aantallen proefschriften die hebben geleid tot een promotie ten overstaan van het college voor promoties of de commissie bedoeld in artikel 7.18, vierde lid van de wet en de aantallen ontwerperscertificaten die in het tweede, derde en vierde kalenderjaar voorafgaand aan het begrotingsjaar door een universiteit zijn verleend, bij ministeriële regeling wordt vastgesteld. Dit is de grondslag voor het aanpassen van artikel 4, vijfde lid, van de Rfho waarin het percentage van het onderzoekdeel wo, bestemd voor promoties en ontwerperscertificaten, wordt vastgesteld. In artikel 4.21, tweede lid, van het UWHW is bepaald dat de per promotie en ontwerperscertificaat toe te kennen bedragen bij ministeriële regeling worden bepaald. Dit is de grondslag voor het aanpassen artikel 4, zesde lid, van de Rfho waarin de bedragen per promotie en ontwerperscertificaat worden vastgesteld.

  • In artikel 4.23, eerste lid, van het UWHW is bepaald dat bij ministeriële regeling bedragen worden vastgesteld, die uit het onderzoekdeel wo aan universiteiten worden toegekend in verband met toponderzoekscholen en bijzondere voorzieningen. Dit is de grondslag voor het aanpassen van bijlage 5 van de Rfho waarin deze bedragen worden vastgesteld.

  • In artikel 4.24, eerste lid, van het UWHW is bepaald dat de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap uit het deel ontwerp en ontwikkeling hbo aan een instelling een bedrag kan toekennen dat bij ministeriële regeling wordt vastgesteld. Dit is de grondslag voor het aanpassen van bijlage 9 van de Rfho waarin deze bedragen worden vastgesteld.

  • In artikel 4.27, eerste lid, van het UWHW is bepaald dat uit het deel ondersteuning geneeskundig onderwijs en onderzoek van een universiteit waaraan een academisch ziekenhuis is verbonden een bedrag wordt toegevoegd voor rente en afschrijving. De investeringsbedragen die hier aan ten grondslag liggen worden bij ministeriële regeling voor een begrotingsjaar vastgesteld (zie bijlage 8 Regeling financiën hoger onderwijs).

  • In artikel 4.30, eerste lid, van het UWHW is bepaald dat de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op aanvraag kwaliteitsbekostiging kan toekennen aan een instellingsbestuur vanwege in het vooruitzicht gestelde kwaliteit. In artikel 4.32, eerste lid, van het UWHW is bepaald dat de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ambtshalve kwaliteitsbekostiging kan toekennen aan een instellingsbestuur vanwege gerealiseerde kwaliteit. Deze twee artikelen zijn de grondslag voor het aanpassen van bijlage 10 en 11 van de Rfho waarin deze bedragen worden vastgesteld

Artikel I

A

Dit onderdeel betreft een aanpassing van de percentages en bedragen voor graden en promoties en ontwerperscertificaten in artikel 4. De percentages en bedragen zijn gewijzigd als gevolg van de wijziging van de omvang van het totale onderzoekdeel in de rijksbijdrage. Het onderzoekdeel is gewijzigd als gevolg van het tijdelijk uitnemen van de nog niet verdeelde middelen voor het programma Zwaartekracht.

B

Dit onderdeel betreft de aanpassing van de ‘bedragen onderwijsopslag universiteiten’ in bijlage 1. Er is sprake van wijzigingen om de volgende redenen:

  • a. onder de noemer kwetsbare opleidingen is een bedrag van € 364.192 voor het experiment educatieve module voor het jaar 2024 komen te vervallen.

  • b. onder de noemer bijzondere voorzieningen zijn in het kader van het programma Holland Scholarship de vanuit OCW beschikbare middelen voor deelnemende universiteiten voor inkomende en uitgaande beurzen herverdeeld op basis van de opgegeven aantallen inkomende en uitgaande beurzen per instelling voor het studiejaar 2023–2024. De bijdrage voor het jaar 2024 komt daarbij uit op € 1.599.707.

  • c. onder de noemer bijzondere voorzieningen is voor het jaar 2024 een bedrag van € 973.584 opgenomen ten behoeve van halvering collegegeld eerstejaars studenten bij de Open Universiteit en studenten bij eerstegraads masterlerarenopleidingen. Universiteiten ontvangen via de rijksbijdrage compensatie voor de Regeerakkoord maatregel ‘halvering collegegeld eerstejaars HO’. Met dit voorstel wordt het wettelijk collegegeld voor eerstejaars studenten in het hoger onderwijs gehalveerd. De Open Universiteit mag een verhoogd wettelijk collegegeld vragen. Dit verhoogde tarief wordt ook gehalveerd en daarvoor ontvangt de Open Universiteit via de onderwijsopslag in bedragen extra middelen. Voor lerarenopleidingen geldt een extra jaar halvering van het collegegeld. De desbetreffende universiteiten ontvangen hiervoor extra middelen via de onderwijsopslag in bedragen (brief van 9 april 2018 met kenmerk 1346352).

  • d. onder de noemer bijzondere voorzieningen is vanaf 2024 € 6.447.559 toegevoegd voor studentenwelzijn (brief 38992467).

  • e. onder de noemer bijzondere voorzieningen is in 2024 € 7.909.879, in 2025 € 5.760.557, in 2026 € 3.396.344 en vanaf 2027 € 3.447.218 toegevoegd voor cyber security (brief 39568517).

  • f. onder de noemer bijzondere voorzieningen is vanaf 2024 € 1.373.983 toegevoegd voor sociale veiligheid (brief 39060527).

C

Dit onderdeel betreft de aanpassing van de ‘bedragen onderwijsopslag hogescholen’ in bijlage 3. Er is sprake van wijzigingen om de volgende redenen:

  • a. onder de noemer bijzondere voorzieningen zijn in het kader van het programma Holland Scholarship de vanuit OCW beschikbare middelen voor deelnemende hogescholen voor inkomende en uitgaande beurzen herverdeeld op basis van de opgegeven aantallen inkomende en uitgaande beurzen per instelling voor het studiejaar 2023–2024. De bijdrage voor het jaar 2024 komt daarbij uit op € 1.428.068.

  • b. onder de noemer bijzondere voorzieningen is voor het jaar 2024 een bedrag van € 14.238.042 opgenomen ten behoeve van halvering collegegeld tweedejaars studenten HO bij lerarenopleidingen. Hogescholen ontvangen via de rijksbijdrage compensatie voor de Regeerakkoord maatregel ‘halvering collegegeld eerstejaars HO’. Met dit voorstel wordt het wettelijk collegegeld voor eerstejaars studenten in het HO gehalveerd. Voor lerarenopleidingen geldt een tweede jaar halvering van het collegegeld. De desbetreffende hogescholen ontvangen hiervoor extra middelen via de onderwijsopslag in bedragen (brief van 9 april 2018 met kenmerk 1346352).

  • c. onder de noemer bijzondere voorzieningen is in 2024 en 2025 een incidenteel bedrag toegevoegd voor de Hogeschool Zeeland (HZ) University of Applied Sciences van € 258.840 voor de doorontwikkeling van de rekentoets PABO (brief 37898569).

  • d. onder de noemer bijzondere voorzieningen is vanaf 2024 € 9.394.441 toegevoegd voor studentenwelzijn (brief 38992467).

  • e. onder de noemer bijzondere voorzieningen is in 2024 € 11.525.121, in 2025 € 8.393.443, in 2026 € 4.948.656 en vanaf 2027 € 5.022.782 toegevoegd voor cyber security (brief 39568517).

  • f. onder de noemer bijzondere voorzieningen is vanaf 2024 € 2.626.017 toegevoegd voor sociale veiligheid (brief 39060527).

  • g. onder de noemer bijzondere voorzieningen is in 2024 € 5.333.813 toegevoegd voor krimp (brief 38990682). Deze middelen zijn aangemerkt als niet-normatief.

D

Dit onderdeel betreft de aanpassing van de ‘bedragen voorziening onderzoek universiteiten’ in bijlage 5. Dit onderdeel is gewijzigd doordat niet verdeelde middelen voor het programma Zwaartekracht uit de bekostiging zijn gehaald (de middelen blijven wel beschikbaar binnen de begroting). Deze middelen zullen weer worden toegevoegd nadat ze zijn toegekend aan projecten/instellingen.

E

Dit onderdeel betreft de aanpassing van de investeringsbedragen in bijlage 8. Deze bedragen liggen ten grondslag aan de berekening van de rente en afschrijving in het deel ondersteuning geneeskundig onderwijs en onderzoek van de rijksbijdrage van een universiteit waaraan een academisch ziekenhuis is verbonden.

F

Dit onderdeel betreft de aanpassing van de ‘bedragen ontwerp en ontwikkeling hogescholen’ in bijlage 9. De hogescholen die lerarenopleidingen verzorgen ontvangen een bedrag bepaald in de regeling. De verdeling van het bedrag wordt jaarlijks herijkt op basis van het aantal bekostigde inschrijvingen bij lerarenopleidingen. Het gedeelte van het deel ontwerp en ontwikkeling hbo dat resteert wordt over de hogescholen verdeeld naar rato van de verdeling van het onderwijsdeel hbo.

G en H

Deze onderdelen betreffen de verdeling van de middelen voor kwaliteitsbekostiging over de universiteiten en hogescholen. Tot en met 2021 maakten deze middelen onderdeel uit van het onderwijsdeel van universiteiten en hogescholen. Vanaf 2022 kennen deze middelen een aparte post ‘kwaliteitsbekostiging’ en worden ze ook als zodanig gepresenteerd in de Regeling financiën hoger onderwijs. Voor 2024 is het bedrag voor ‘kwaliteitsbekostiging’ € 249.287.403 voor de universiteiten en € 410.151.181 voor de hogescholen. De middelen worden over de instellingen verdeeld op basis van het aandeel in de studentgebonden financiering.

I

Dit onderdeel betreft de aanpassing van de Indeling register en bekostigingsniveaus, bedoeld in artikel 1.1, van het besluit, voor opleidingen van het hoger beroepsonderwijs' en de 'Indeling register en bekostigingsniveaus, bedoeld in artikel 1.1, van het besluit, voor opleidingen van het wetenschappelijk onderwijs' in bijlage 13. Er is sprake van wijzigingen om de volgende redenen:

  • a. Binnen het CROHO onderdeel Economie in het hbo is de schrijfwijze van de opleiding 'B Hotel management' gewijzigd in 'B Hotel Management'.

  • b. Binnen het CROHO onderdeel Economie in het hbo zijn de opleiding ‘B Communicatiesystemen’ en ‘B Media, Informatie en Communicatie’ per 31-08-2023 gestopt (deze opleidingen gaan op in de opleiding ‘B Creative Business’)

  • c. Binnen het CROHO onderdeel Landbouw en natuurlijke omgeving is de opleiding ‘B International Business and Management Studies’ gestopt per 31-08-2023 (deze opleiding gaat op in de opleiding ‘International Business’).

  • d. Binnen het CROHO onderdeel Taal en cultuur worden de opleidingen ‘B Cabaret’ en ‘B Interior Design & Styling’ uit bijlage 13 verwijderd omdat ze onder het subonderdeel ‘Opleidingen op het gebied van de kunst’ vallen en daarmee hoog worden bekostigd.

Artikel II Inwerkingtreding

De wijziging van de Regeling financiën hoger onderwijs heeft betrekking op het begrotingsjaar 2024. Deze onderhavige regeling treedt daarom in werking met ingang van 1 januari 2024.

Artikel I, onderdeel I, heeft betrekking op de indeling van opleidingen in Croho voor studiejaar 2023–2024. Gezien het technische karakter van deze wijzigingen en het feit dat het wenselijk is dat bijlage 13 van de Regeling financiën hoger onderwijs aan het begin van het studiejaar 2023–2024 correct is, werkt de wijzing in artikel I, onderdeel I, terug tot en met 1 september 2023.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

Naar boven