Convenant houdende afspraken over de samenwerking in het kader van het Crisis Expert Team Milieu en Drinkwater (CET-md)

Partijen:

1. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, de heer Mark Harbers, hierna te noemen: IenW;

2. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, voor deze de directeur-generaal van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, de heer J. Brug, hierna te noemen: VWS;

3. De Staatssecretaris van Defensie, de heer Christophe van der Maat, hierna te noemen: Defensie;

Partijen 1 t/m 3, ieder handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, hierna samen te noemen: Rijksoverheid.

4. Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut te De Bilt, vertegenwoordigd door Prof. Dr. M.K. van Aalst hierna; KNMI.

5. KWR Water Research Institute, te Nieuwegein, vertegenwoordigd door directeur KWR Water B.V, prof. Dragan Savic FREng hierna; KWR.

6. Het Landelijk Informatiepunt Ongevallen Gevaarlijke Stoffen als onderdeel van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond te Rotterdam, vertegenwoordigd door de heer A. Littooij hierna; LIOGS.

7. Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) als onderdeel van het UMC Utrecht, vertegenwoordigd door Prof. Dr. D.W. de Lange; hierna NVIC.

8. Wageningen Food Safety Research, vertegenwoordigd door Dr. ir. B.P. Loos; hierna WFSR.

Partijen 4 t/m 8 samen te noemen: Kennisinstituten

Algemene overwegingen:

Naar aanleiding van de evaluatie van de brand in Moerdijk in januari 2011 en op basis van het rapport Eenheid in Verscheidenheid van de bestuurlijke Werkgroep Bovenregionale Samenwerking is door de Ministerraad besloten om de adviesstructuur van de landelijke adviesnetwerken te vereenvoudigen en te standaardiseren door te kiezen voor een structuur waarbij de inhoudelijke experts van Kennisinstituten in geval van crises samenwerken.

Complexe incidenten als ernstige milieuverontreinigingen of verstoringen van de drinkwatervoorziening, kunnen risico’s voor de volksgezondheid opleveren. In dat geval is specialistische kennis nodig. Het Crisis Expert Team milieu en drinkwater (hierna: CET-md) biedt 24/7 ondersteuning bij incidenten op het gebied van milieu of drinkwater. Dit expert- en adviesnetwerk bundelt de kennis van acht (overheids)instellingen en Kennisinstituten. Samen bieden zij een deskundig gevraagd of ongevraagd advies over mogelijke risico’s en maatregelen.

In artikel 4, onder n, van het Besluit instelling Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing Infrastructuur en Waterstaat is vastgelegd dat het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing Infrastructuur en Waterstaat (hierna: het DCC-IenW) dient zorg te dragen voor de inrichting, werking en kwaliteitsborging van het CET-md, alsmede het coördineren van vragen (vraagregie) vanuit het ministerie en de nationale crisisstructuur aan het CET-md. Met dit convenant draagt het DCC-IenW er zorg voor dat het CET-md op de gewenste wijze functioneert.

Het DCC-IenW biedt, ter uitvoering van het bepaalde in artikel 4, onder n, van het Besluit instelling Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing Infrastructuur en Waterstaat, opleidingen aan.

Specifieke overwegingen/ambities en doelen:

De taken van IenW worden uitgevoerd door:

  • a. Het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing Infrastructuur en Waterstaat (hierna: DCC-IenW) dat het ministerie in de (inter)nationale wereld van crisisbeheersing vertegenwoordigt. Zij speelt een centrale rol bij het coördineren van calamiteiten, crises en rampen op het gebied van infrastructuur, water, klimaat en milieu. Het DCC-IenW is een verbindende schakel bij elke crisis, en

  • b. De Landelijke Coördinatiecommissie Milieuverontreiniging Water van het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN-LCM) dat het CET-md kennis levert bij chemische en biologische waterincidenten. Hiervoor zijn verschillende experts beschikbaar en kan er een beroep worden gedaan op het RWS-laboratorium voor meetexpertise en analyse

De taken van Defensie worden uitgevoerd door het Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG) te Doorn. Het CEAG draagt bij aan het in stand houden en verbeteren van de inzetbaarheid van Defensiepersoneel door het leveren van expertise, adviezen en diensten op het gebied van Force Health Protection, veiligheidsmanagement en arbodienstverlening. Het CEAG expertise centrum levert expertise op het gebied van toxicologie, microbiologie, straling, epidemiologie, (sociale) veiligheid en arbeidshygiëne. Het CEAG levert het CET-MD kennis bij Chemische incidenten van terroristische aard en ondersteunt bij incidenten met chemische stoffen die Defensie specifiek zijn.

De taken van VWS worden uitgevoerd onder eindverantwoordelijkheid van de Minister van VWS krachtens de VWS Volmachtregeling door het Centrum Veiligheid van Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). In overeenstemming met artikel 2, lid 3 Wet op het RIVM heeft het DCC-IenW een meerjarige opdracht verstrekt met het oog op de instandhouding van een responseorganisatie voor incidenten met een Chemisch, Biologisch, Radiologisch en Nucleair (CBRN) karakter. Onderdeel van deze responseorganisatie is de Milieu Ongevallen Dienst (hierna RIVM-MOD) welke ondersteuning biedt aan hulpverleningsdiensten in de regio en andere overheidsdiensten bij incidenten, zoals branden, geuroverlast en lekkages van vloeibare stoffen. De MOD meet, bemonstert en analyseert vrijgekomen stoffen. Zodat tijdig maatregelen getroffen kunnen worden om mens en milieu te beschermen tegen effecten en risico’s van blootstelling aan gevaarlijke stoffen.

De partijen genoemd onder 4 tot en met 8 bij dit convenant zijn Kennisinstituten die binnen het CET-md ondersteunen bij incidenten en calamiteiten én grootschalige crises op het gebied van milieu en drinkwater.

Het KNMI levert weersverwachtingen en actuele weersinformatie voor verspreidingsberekeningen. Daarnaast levert het KNMI informatie die van belang is bij het uitvoeren van metingen en monsternames.

KWR is het kennisinstituut van en voor de drinkwaterbedrijven. Het heeft kennis in huis van alle aspecten van de drinkwatervoorziening: van bron tot tap: kenmerken van verschillende watersystemen, zuiveringstechnologieën, distributienetwerken en chemische en microbiologische waterkwaliteit. Voor onderzoek beschikt KWR over moderne laboratoria en werkt het nauw samen met de laboratoria van de drinkwaterbedrijven.

Het LIOGS heeft een grote inhoudelijke deskundigheid en kennis op het gebied van gevaarlijke stoffen en industriële processen. En het heeft praktische ervaring met chemische incidenten en multidisciplinair crisismanagement bij grote bedrijven.

Het NVIC adviseert professionele hulpverleners over de gezondheidseffecten en behandeling van acute vergiftigingen. Het levert ook kennis over toxicologie en verontreinigingen. De kracht van het advies aan het CET-md zit in de verankering van het NVIC in de medische sector. De benodigde kennis is snel bij de hulpverleners.

Wageningen Food Safety Research (WFSR) heeft voedselveiligheid als aandachtsgebied. Zijn gewassen na een incident nog wel veilig voor mens en dier? Kunnen gevaarlijke stoffen in dierlijke producten, zoals melk en eieren, terechtkomen? Kunnen productnormen overschreden worden? Dit zijn vragen die WFSR kan beantwoorden. Het WFSR adviseert ook over mogelijke maatregelen. Verder beschikt het over laboratoria voor chemische en microbiologische analyses.

Partijen komen het volgende overeen:

Er is een samengesteld CET-md, dat op basis van een adviesvraag of op verzoek van één of meer partijen (digitaal) bijeen komt (in de warme fase) en die de werkwijze en procedures van het CET-md, die in het handboek zijn vastgelegd, volgt.

Elke partij draagt er zorg voor dat de aan het CET-md deelnemende experts de middelen, de financiën en de kennis hebben om ingezet te worden bij een adviestraject. Het DCC-IenW stelt opleidingen ter beschikking.

Partijen wensen afspraken over het samengesteld CET-md opnieuw vast te leggen in dit convenant.

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit convenant wordt verstaan onder:

a. CET-md:

het Crisis Expert Team Milieu en Drinkwater, in de warme fase, als bedoeld in artikel 4, onder n van het Besluit instelling Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing Infrastructuur en Waterstaat;

b. Handboek:

het handboek CET-md waarin de werkwijze en procedures van het CET-md zijn vastgelegd;

c. DCC-IenW:

het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;

d. Vraagregisseur:

een door het bevoegd gezag aangewezen functionaris belast met de coördinatie van de adviesvragen aan het CET Milieu en Drinkwater.

e. Dienstdoende procesmanager:

de op basis van het piketrooster dienstdoende functionaris die het proces van het CET-md bij een incident of crisis coördineert en begeleidt.

f. Hoofdaannemer:

een instituut dat betrokken is bij de behandeling van de gestelde adviesvragen en de inhoudelijke regie voert op het adviesproces.

Paragraaf 2. Algemeen

Artikel 2

  • 1. Partijen werken bij incidenten en een (dreigende) crisis met mogelijke besmetting van het milieu en drinkwater en mogelijke gevolgen daarvan voor omwonenden, hulpverleners, landbouw, (huis)dieren, en voedselveiligheid samen in een CET-md. Bij de opstart van een adviestraject en daarmee de betrokkenheid van één van de partijen worden ook de overige partijen in kennis gesteld;

  • 2. De in het eerste lid bedoelde samenwerking heeft tot doel een technisch inhoudelijke en tijdige advisering te leveren afgestemd op de vraagstelling. Een (deel)advies dient altijd te zijn onderbouwd en in samenhang met andere (deel)adviezen te worden bezien;

  • 3. Partijen zullen zich inspannen om de in het eerste lid genoemde samenwerking zoveel als mogelijk te optimaliseren;

  • 4. Wettelijke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van partijen inzake advisering op het gebied van milieu en drinkwater blijven onverkort van kracht;

  • 5. Partijen zijn zelf verantwoordelijk voor de tijdigheid en inhoud van de geleverde (deel)adviezen op hun werkterrein binnen het adviesproces van het CET-md;

  • 6. DCC-IenW zal bilaterale afspraken maken met de partijen. Deze afspraken zullen worden opgenomen in samenwerkingsovereenkomsten.

Paragraaf 3. Samenstelling en taakverdeling CET Milieu en Drinkwater

Artikel 3

  • 1. Het CET-md in de warme fase bestaat uit:

    • a. experts van de deelnemende partijen;

    • b. een dienstdoende procesmanager;

    • c. optioneel een hoofdaannemer die bij de opstart van een adviestraject door partijen wordt benoemd. Indien meerdere partijen gelijktijdig betrokken zijn, kiezen zij, indien van toepassing, na onderling overleg een hoofdaannemer.

Artikel 4

  • 1. Alle partijen worden door de dienstdoende procesmanager op de hoogte gesteld van de opstart van een adviestraject of het door een partij gegeven ongevraagd advies.

  • 2. Alle partijen worden in de gelegenheid gesteld gevraagd en ongevraagd kennis in te brengen.

Artikel 5

  • 1. De procesmanager faciliteert het proces rondom de advisering van (complexe) vragen. Hierbij ondersteunt de procesmanager de experts van de Kennisinstituten en, indien van toepassing, de hoofdaannemer.

  • 2. De procesmanager draagt er zorg voor dat het contact met de vragende instantie verloopt via een vraagregisseur, indien deze aangesteld is.

  • 3. De werkwijze en taken van de procesmanager zijn nader vastgelegd in het Handboek CET-md.

Artikel 6

  • 1. Ten behoeve van de samenwerking in het CET-md is er:

    • a. een Stuurgroep CET-md;

    • b. een Expertgroep CET-md;

    • c. een Bureau CET-md;

Artikel 7

  • 1. De Stuurgroep CET-md bestaat uit:

    • a. de voorzitter, zijnde het hoofd DCC-IenW;

    • b. een vertegenwoordiger op geëigende managementniveau met beslissingsbevoegdheid van alle deelnemende partijen;

Artikel 8

  • 1. De Expertgroep CET-md bestaat uit:

    • a. de voorzitter, zijnde een medewerker van het Bureau CET-md;

    • b. een vertegenwoordiging van twee experts (waarvan één vervanger kan zijn) van iedere partij;

Artikel 9

  • 1. Het Bureau CET-md bestaat uit:

    • a. medewerkers (twee fte) van het DCC-IenW;

    • b. nader te bepalen inzet van overige partijen.

  • 2. Het Bureau CET-md ondersteunt de Stuurgroep en de Expertgroep.

  • 3. De organisatie van het Bureau CET-md wordt vastgelegd in het Handboek CET-md.

Artikel 10

  • 1. De stuurgroep CET-md heeft tot taak:

    • a. De samenwerking in het kader van het CET-md aan te sturen;

    • b. Het vaststellen van het jaarplan CET-md met daarin in ieder geval opgenomen het Opleidings-, trainings- en oefenplan en het Communicatieplan;

    • c. Te besluiten over de vaststelling en wijziging van het Handboek CET-md;

    • d. Het vaststellen van de jaarrapportage CET-md.

  • 2. De Stuurgroep CET-md komt tenminste tweemaal per jaar bijeen.

Artikel 11

1. De Expertgroep CET-md heeft tot taak:

  • a. Een platform te bieden voor uitwisseling en toepassing van kennis en ervaring met betrekking tot de werkwijze van het CET-md;

  • b. Het inventariseren en signaleren van knelpunten en het doen van voorstellen ter verbetering van de samenwerking al dan niet vast te stellen door de stuurgroep en/of op te nemen in het handboek.

Artikel 12

  • 1. Het Bureau CET-md heeft tot taak:

    • a. De Stuurgroep jaarlijks schriftelijk te rapporteren over de samenwerking tussen partijen en de inzet van het CET-md bij adviesvragen;

    • b. Knelpunten in de samenwerking te signaleren en deze, zo nodig, voor te leggen aan de Expertgroep en /of de Stuurgroep;

    • c. Het Handboek te beheren door het verwerken van leer- en verbeterpunten;

    • d. Bijeenkomsten van de Expertgroep, Stuurgroep en andere (netwerk)bijeenkomsten binnen het samenwerkingsverband te organiseren;

    • e. Een plan op te stellen en (doen) uitvoeren met betrekking tot opleiden, trainen en oefenen;

    • f. Zorg te dragen voor de algemene externe en interne communicatie over het CET-md.

    • g. Indien nodig het initiëren van een evaluatie van en incident.

Paragraaf 4. Financiële bepalingen, gegevensbescherming en informatie-uitwisseling

Artikel 13

Partijen spreken elkaar over en weer aan bij het niet naleven van samenwerkingsafspraken uit dit convenant.

Artikel 14

Partijen dragen elk hun eigen kosten met betrekking tot de uitvoering van de afspraken

uit dit convenant, tenzij anders wordt overeengekomen.

Artikel 15

In het Handboek CET-md wordt vastgelegd aan wie adviezen in afschrift worden toegezonden.

Artikel 16

  • 1. Over eventueel in het kader van dit convenant te verstrekken persoonsgegevens of andere gegevens, zoals bedrijfsgegevens, concurrentiegevoelige informatie, en de verwerking dragen partijen er zorg voor dat wordt voldaan aan de eisen die de van toepassing zijnde Europese en nationale wet- en regelgeving daaraan stelt.

  • 2. Partijen zullen in het kader van gegevensverstrekking een of meer samenwerkingsovereenkomsten opstellen waarin afspraken worden neergelegd over het delen van informatie en de naleving van de daarop van toepassing zijnde Europese en nationale wet- en regelgeving zoals de Algemene Verordening Gegevensverstrekking en de Wet open overheid.

Artikel 17

  • 1. De door het CET-md uitgebrachte adviezen en alle onderliggende informatie worden geregistreerd in daartoe bestemde informatievoorzieningssystemen.

  • 2. Het DCC-IenW draagt er zorg voor dat partijen een directe, permanente en beveiligde toegang tot de in het eerste lid genoemde informatievoorzieningssystemen hebben.

Paragraaf 5. Slotbepalingen

Artikel 18

  • 1. Teneinde andere experts de mogelijkheid te bieden te participeren in dit convenant, bestaat voor hen de mogelijkheid om gedurende de looptijd van het convenant op verzoek van IenW als partij toe te treden tot het CET-md. Een toetredende partij moet de afspraken die voor haar uit het convenant voortvloeien, willen naleven

  • 2. Zodra een toetredende partij schriftelijk heeft aangegeven het verzoek tot toetreding te aanvaarden, ontvangt zij de status van partij bij het convenant en gelden voor haar de uit het convenant voortvloeiende rechten en verplichtingen.

  • 3. De verklaring tot instemming wordt als bijlage aan het convenant gehecht.

  • 4. Na toetreding van een nieuwe partij wordt hiervan melding gemaakt in de Staatscourant door de Minister van IenW.

Artikel 19

  • 1. Een partij kan schriftelijk, gemotiveerd en ondertekend uit dit convenant treden. Het uittreden van een partij heeft geen gevolgen voor het in stand houden van dit convenant.

  • 2. Een verklaring van uittreden wordt als bijlage aan dit convenant gehecht.

  • 3. Na de uittreding van een partij wordt hiervan melding gemaakt in de Staatscourant door IenW.

Artikel 20

  • 1. Elke partij kan de andere partijen schriftelijk verzoeken om het convenant te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle partijen.

  • 2. Partijen treden in overleg binnen vier weken nadat een partij de wens daartoe aan de andere partijen schriftelijk heeft medegedeeld.

  • 3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlage aan het convenant gehecht.

  • 4. De zakelijke inhoud van de wijziging wordt gepubliceerd in de Staatscourant door IenW.

Artikel 21

Partijen komen overeen dat de nakoming van de afspraken uit dit convenant niet in rechte afdwingbaar is.

Artikel 22

  • 1. Dit convenant treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en heeft een looptijd van 5 jaar.

  • 2. Na afloop van de in het eerste lid genoemde duur wordt dit convenant telkens voor dezelfde duur voortgezet.

  • 3. Het convenant van 1 juli 2014 wordt hierbij ingetrokken.

Artikel 23

Dit convenant wordt aangehaald als: Samenwerkingsconvenant CET Milieu en Drinkwater (CET-md) 2022.

Artikel 24

Binnen twee weken na ondertekening van dit convenant door alle partijen wordt de tekst daarvan gepubliceerd in de Staatscourant.

Artikel 25 (verklaring bewindslieden)

Aldus opgemaakt en ondertekend door:

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

de heer M. Harbers;

Datum & plaats: 10 januari 2023, Den Haag  

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, voor deze de directeur-generaal van het RIVM,

de heer J. Brug;

Datum & plaats: 27 juli 2023, Bilthoven

De Staatssecretaris van Defensie,

de heer C. van der Maat;

Datum & plaats: 13 maart 2023, Den Haag

Artikel 26 (verklaring kennisinstituten)

Aldus opgemaakt en ondertekend door:

Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

de heer M.K. van Aalst;

Datum & plaats: 15 augustus 2023, De Bilt  

KWR Water Research Institute

de heer Dragan Savic FREng;

Datum & plaats: 21 juni 2023, Nieuwegein  

Het Landelijk Informatiepunt Ongevallen Gevaarlijke Stoffen

de heer A. Littooij;

Datum & plaats: 19 juni 2023  

UMC Utrecht – NVIC

de heer D.W. de Lange;

Datum & plaats: 8 juni 2023, Utrecht  

Wageningen Food Safety Research

mevrouw B.P. Loos;

Datum & plaats: 21 augustus 2023, Wageningen

Naar boven