Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 28 juli 2023, nr. 2023-0000030508, houdende instelling van een onafhankelijke visitatiecommissie ABD (Instellingsbesluit visitatiecommissie ABD)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

b. commissie:

Visitatiecommissie Algemene Bestuursdienst;

c. ABD:

De Algemene Bestuursdienst

d. DGABD:

Directoraat-generaal Algemene Bestuursdienst

Artikel 2 Instelling en taak

  • 1. Er is een onafhankelijke visitatiecommissie ABD.

  • 2. De commissie heeft tot taak om onderzoek te doen naar het beleid en de processen van de ABD.

Artikel 3 Samenstelling, benoeming, ontslag

  • 1. De commissie bestaat uit vijf leden, waaronder een voorzitter.

  • 2. De leden worden voor de duur van de commissie door de minister benoemd.

  • 3. De voorzitter en overige leden kunnen op eigen verzoek of wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden worden geschorst en ontslagen door de minister.

Artikel 4 Leden

Tot lid van de commissie worden benoemd:

  • a. Dhr. prof. dr. M.A. van der Steen, tevens voorzitter;

  • b. Dhr. M. van Beek, MSc, MA

  • c. Dhr. drs. A. Kasem

  • d. Mevr. ir. M.A. Verhoef

  • e. Mevr. dr. H. Paanakker

Artikel 5 Instellingsduur

De commissie wordt opgeheven nadat het eindrapport is uitgebracht en uiterlijk op 31 december 2023.

Artikel 6 Secretariaat

  • 1. De minister benoemt en vergoedt de externe secretaris van de commissie.

  • 2. De secretaris is voor de uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig aan de voorzitter van de commissie.

Artikel 7 Werkwijze

  • 1. De commissie en de minister leggen in een protocol vast op welke wijze informatie wordt verstrekt en de vertrouwelijkheid daarvan wordt geborgd, op welke wijze personen worden gehoord en daarvan verslag wordt gedaan en hoe in het kader van hoor en wederhoor, bevindingen worden voorgelegd aan personen of instanties die door deze bevindingen worden geraakt of die daartegen bedenkingen zouden kunnen hebben.

  • 2. De voorzitter van de commissie ondertekent het protocol namens de commissie.

  • 3. De commissie verantwoordt haar werkwijze in het eindrapport.

Artikel 8 Inwinnen van inlichtingen onderzoekscommissie

  • 1. De commissie is bevoegd zich voor het inwinnen van inlichtingen rechtstreeks te wenden tot personen en instellingen en hen te verzoeken die medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van het onderzoek.

  • 2. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verleent de commissie de verlangde medewerking en toegang tot alle informatie die zij nodig heeft met inachtneming van het nog op te stellen visitatieprotocol.

  • 3. Ambtenaren van het DGABD, onderdeel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, zijn verplicht om de leden van de commissie de verlangde medewerking te verlenen, voor zover deze samenhangt met hun ambtelijke taak.

Artikel 9 Vergoeding

  • 1. De leden ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden.

  • 2. Aan de voorzitter van de commissie wordt een vaste maandelijkse vergoeding toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op het maximum van schaal 18 zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsoverkomst voor rijksambtenaren en de arbeidsduurfactor op 0,25 per week;

  • 3. Aan de andere leden van de commissie wordt een vaste maandelijkse vergoeding toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op het maximum van schaal 17 zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsoverkomst voor rijksambtenaren en de arbeidsduurfactor op 0,17 per week;

  • 4. De leden ontvangen een tegemoetkoming in reis- en verblijfskosten op de voet van de regeling voor de ambtenaren die op grond van een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn.

Artikel 10 Eindrapport en uiterste datum voor oplevering

De commissie brengt vóór 29 december 2023 haar eindrapport uit aan de minister. De minister draagt zorg voor de openbaarmaking van de rapportage.

Artikel 11 Archiefbescheiden

De commissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van het ministerie.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 17 juli 2023.

  • 2. Dit besluit vervalt met uitbrengen van het eindrapport en uiterlijk op 31 december 2023.

Artikel 13 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit visitatiecommissie ABD.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot

TOELICHTING

De afgelopen twee jaar zijn er binnen DGABD verschillende maatregelen en veranderingen in gang gezet om ervoor te zorgen dat het ABD-stelsel blijft bijdragen aan het waarborgen en vergroten van de kwaliteit van de ambtelijke top van de Rijksoverheid en blijft aansluiten bij de maatschappelijke ontwikkelingen. Deze maatregelen zijn beschreven in de brieven aan de Tweede Kamer van 15 januari 2021, 18 mei 2021, 15 oktober 2021, 9 december 2021 en 13 mei 2022.1

Een onafhankelijke kritische blik is van belang voor het continu verbeteren van processen, producten en dienstverlening en om ervoor te zorgen dat het ABD-stelsel aan blijft sluiten bij deze ontwikkelingen. Een externe visitatie kan hier een belangrijke bijdrage aan leveren.

Over de opzet van de visitatie ABD is de Tweede Kamer op 25 januari geïnformeerd2.

Doel van de onafhankelijke visitatiecommissie is om de effectiviteit van het beleid en de manier waarop uitvoering wordt gegeven aan dit beleid, te toetsen. Ook kan door middel van een visitatie verantwoording worden afgelegd over gekozen beleidsrichtingen.

Deze visitatie zal ingaan op een aantal organisatiethema’s die o.a. voortvloeien uit het rapport van de Universiteit Utrecht, departement Bestuurs- en organisatiewetenschap (USBO), ‘de kwaliteit van mobiliteit’ en het coalitieakkoord ‘omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ uit 2021.

Voor de visitatiecommissie zijn drie hoofdvragen geformuleerd:

  • 1. Zijn de maatregelen die zijn toegezegd, uitgevoerd en geïmplementeerd in de organisatie?

    De visitatiecommissie wordt gevraagd om te beoordelen of alle toezeggingen nav het USBO-rapport, het coalitieakkoord en moties uit de Tweede Kamer zijn uitgevoerd en doorgevoerd in de organisatie.

  • 2. Zijn er signalen dat de huidige werkwijze wel of niet aansluit bij de doelstellingen die gesteld zijn?

    De visitatiecommissie wordt gevraagd om door middel van het inzien van documentatie, het voeren van interne en externe gesprekken en het bekijken van casuïstiek, te toetsen of er signalen zijn dat de huidige werkwijze bij DGABD wel of juist niet aansluit bij de doelstelling van de ABD (kwaliteit van de top van de Rijksoverheid te waarborgen en bevorderen) en die van specfieke thema’s (in de tabel hieronder gespecificeerd). De visitatiecommissie kiest zelf welke casuïstiek relevant is voor het onderzoek.

  • 3. Zijn er aanbevelingen om de kwaliteit en de effectiviteit van de werking van het ABD-stelsel te verbeteren?

    De visitatiecommissie wordt gevraagd om naar aanleiding van de bevindingen op vraag 1 en 2, aanbevelingen te doen voor verbetering en ook suggesties te doen voor thema’s die relevant zijn voor DGABD om in de toekomst op te pakken.

Binnen deze vragen zal de visitatiecommissie gevraagd worden om in te gaan op hoe DGABD bijdraagt aan de volgende thema’s:

Thema

Doelstelling

Zittingsduur en domeinspecifieke expertise

Zittingsduur van topambtenaren verlengen en domeinspecifieke expertise vergroten.

Functioneren topambtenaren

Structureel inzicht in het functioneren van topambtenaren.

Opgavegericht werven & selecteren

Meer aandacht in werving- en selectieprocessen voor de context van een functie (person-environment fit) en niet alleen de persoonlijke kwaliteiten (person-job fit).

Transparantie

Meer en betere communicatie over de werking van de ABD en benoemingen op ABD-functies.

Publiek Leiderschap

Implementatie van de Rijksbrede visie op publiek leiderschap.

Aandacht voor uitvoering

Uitvoering heeft dezelfde positie als beleid binnen het ABD-stelsel.

Diversiteit en Inclusie

Een diverse samenstelling van de ABD doelgroep om ruimte te bieden aan verschillende perspectieven (bv. op basis van achtergrond, identiteit of werkervaring).

Voor de samenstelling van de visitatiecommissie is nadrukkelijk gekozen voor diversiteit in achtergrond en expertise waardoor er sprake is van een brede maatschappelijke en professionele vertegenwoordiging. Het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, en de wetenschap zijn in de commissie vertegenwoordigd. Daarnaast is ervoor zorggedragen dat de commissie beschikt over de volgende expertises: kennis van Management Development in een grote organisatie, kennis van publieke leiderschapsontwikkeling, kennis van openbaar bestuur en kennis van ethiek en integriteit.

De leden van de visitatiecommissie zijn: Prof. Dr. Martijn van der Steen (co-decaan van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) en hoogleraar bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit), Mariënne Verhoef (Bestuurder van jeugdzorgorganisatie Levvel), Ila Kasem (partner bij Van de Bunt adviseurs), Maarten van Beek (Chief HR Officer ING Benelux), Hester Paanakker (universitair docent bestuurskunde met specialisatie publieke waarden, integriteit en vakmanschap aan de Radboud Universiteit Nijmegen)

Na afronding van de visitatie zal de Tweede Kamer geïnformeerd worden over de uitkomsten van de visitatie en de aanbevelingen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot


X Noot
1

Kamerstuk 31 490, nrs. 295, 300, 308, 310, nr. 315

X Noot
2

Kamerstuk 31 490, nr. 326

Naar boven