Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 14 augustus 2023, nr. 37543462, houdende de wijziging van de Regeling aanmelding en toelating hoger onderwijs in verband met de invoering van loting als selectie-instrument en met de wijziging van de nadere vooropleidingseisen

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op de artikelen 7.25, eerste en tweede lid en 7.53, zevende lid van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE REGELING AANMELDING EN TOELATING HOGER ONDERWIJS

De Regeling aanmelding en toelating hoger onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 4.7 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 4.7a. Loting

  • 1. Het instellingsbestuur maakt tijdig bekend:

    • a. onder welke voorwaarden een aspirant-student op basis van tenminste twee kwalitatieve selectiecriteria meteen wordt toegelaten tot de opleiding; en

    • b. onder welke voorwaarden een aspirant-student in aanmerking komt voor een rankingnummer op grond van loting bij de keuze voor toepassing van artikel 7.53 tweede lid, onderdeel c, van de wet.

  • 2. Indien een instelling gewicht toekent aan de loting op basis van de kwalitatieve selectiecriteria zoals bedoeld in artikel 7.53 tweede lid, onderdeel c, onder 2, van de wet, dan maakt zij tijdig voorafgaand aan de selectieprocedure bekend hoe dit gewicht wordt bepaald;

  • 3. Indien een instelling werkt met lotingsklassen, dan maakt zij tijdig voorafgaand aan de selectieprocedure bekend wat de verhouding in toelatingskans is tussen de verschillende lotingsklassen.

  • 4. De loting wordt verricht in het bijzijn van een door het instellingsbestuur aan te wijzen notaris.

Artikel 4.7b. Herkansingsmogelijkheid

Het instellingsbestuur kan in het reglement, bedoeld in artikel 7.53, derde lid, van de wet, bepalen dat de instelling een herkansingsmogelijkheid biedt aan een aspirant-student die niet heeft kunnen deelnemen aan de selectieprocedure, zodat alsnog aan de kwalitatieve selectiecriteria kan worden voldaan, indien zonder deze herkansingsmogelijkheid sprake zou zijn van een onbillijkheid van overwegende aard. Het aanbieden van een dergelijke herkansingsmogelijkheid is uitsluitend mogelijk in het geval dat:

  • a. de instelling gebruik maakt van de selectievorm, bedoeld in artikel 7.53, tweede lid, onderdeel a, van de wet; of

  • b. de instelling gebruik maakt van de selectievorm, bedoeld in artikel 7.53, tweede lid, onderdeel c, van de wet en de loting nog niet heeft plaatsgevonden.

B

Bijlage A wordt als volgt gewijzigd:

1. In de tabel onder ‘1. In deze bijlage wordt verstaan onder:’ wordt na de rij ‘wisB’ een rij ingevoegd, luidende:

wisC

wiskunde C

2. In de tabel ‘Economie’ wordt de rij ‘B Econometrie’ vervangen door:

B Econometrics and Data Science

wisB

wisB

wisB

wisB

3. In de tabel ‘Gedrag en maatschappij’ wordt de rij ‘B Organisatiewetenschappen’ vervangen door:

B Organisatie- en Managementwetenschappen

*

*

*

*

4. In de tabel ‘Landbouw en natuurlijke omgeving’ wordt in de alfabetische rangschikking de rij ‘B Marine Sciences’ ingevoegd, luidende:

B Marine Sciences

*

*

*

*

5. In tabel ‘Natuur’ wordt de rij ‘B Bèta-gamma’ vervangen door:

B Bèta-gamma

*

wisB+nat

wisB+nat+schk

wisB+nat+schk

6. In de tabel ‘Taal en cultuur’ wordt de rij ‘B Oude Nabije-Oosten studies’ vervangen door:

B Oude Nabije Oosten-studies

*

*

*

*

C

Bijlage B wordt als volgt gewijzigd:

1. In de tabel onder ‘1. In deze bijlage wordt verstaan onder:’ wordt na de rij ‘wisB’ een rij ingevoegd, luidende:

wisC

wiskunde C

2. In paragraaf 1. Associate degree-instroom met havo-diploma wordt de tabel ‘Economie (instroom met havo-diploma)’ als volgt gewijzigd:

a. De rij ‘Ad Business IT & Management’ vervalt.

b. In de alfabetische rangschikking wordt een rij ingevoegd, luidende:

Ad Event & Experience Management’

*

*

*

*

c. De rij ‘Ad Facilitair Eventmanagement’ wordt vervangen door:

Ad Facilitair Eventmanagement

*

*

*

*

d. De rij ‘Ad Facility Management’ wordt vervangen door:

Ad Facility Management

*

*

*

*

e. De rij ‘Ad Logistics Management’ wordt vervangen door:

Ad Logistics Management

*

*

*

*

3. In paragraaf 1. Associate degree-instroom met havo-diploma wordt in de alfabetische rangschikking van de tabel ‘Gedrag en maatschappij (instroom met havo-diploma)’ een rij ingevoegd, luidende:

Ad Participatie en Buurtontwikkeling

*

*

*

*

4. In paragraaf 1. Associate degree-instroom met havo-diploma wordt de tabel ‘Landbouw en natuurlijke omgeving (instroom met havo-diploma)’ als volgt gewijzigd:

a. De rij ‘Ad Dier- en Veehouderij’ wordt vervangen door:

Ad Dier- en Veehouderij

*

*

schk

schk + (wisA of wisB of wisC)

b. De rij ‘Ad Duurzaam Bodembeheer’ vervalt.

c. De rij ‘Ad Duurzame Watertechnologie’ vervalt.

d. De rij ‘Ad Land- en Watermanagement’ wordt vervangen door:

Ad Land- en Watermanagement

*

*

*

#

e. De rij ‘Ad Melkveehouderij’ wordt vervangen door:

Ad Melkveehouderij

*

*

schk

schk + (wisA of wisB of wisC)

5. In paragraaf 1. Associate degree-instroom met havo-diploma wordt in de tabel ‘Taal en cultuur (instroom met havo-diploma)’ de rij ‘Ad Design’ vervangen door:

Ad Design1

*

*

*

*

6. In paragraaf 1. Associate degree-instroom met havo-diploma wordt de tabel ‘Techniek (instroom met havo-diploma)’ als volgt gewijzigd:

a. De rij ‘Ad Constructeur Werktuigbouwkunde’ vervalt.

b. De rij ‘Ad Elektrotechniek/Energietechniek’ vervalt.

c. In de alfabetische rangschikking wordt een rij ingevoegd, luidende:

Ad Energy Transition Engineer

wisA of wisB

wisA of wisB

wisA of wisB

wisA of wisB

d. In de alfabetische rangschikking wordt een rij ingevoegd, luidende:

Ad Maintenance

*

*

wisA of wisB

wisA of wisB

e. De rij ‘Ad Technische Informatica’ vervalt.

7. In paragraaf 2. Associate degree-instroom met vwo-diploma wordt de tabel ‘Economie (instroom met vwo-diploma)’ als volgt gewijzigd:

a. De rij ‘Ad Business IT & Management’ vervalt.

b. In de alfabetische rangschikking wordt een rij ingevoegd, luidende:

Ad Event & Experience Management’

*

*

*

*

c. De rij ‘Ad Facility Management’ wordt vervangen door:

Ad Facility Management

*

*

*

*

d. De rij ‘Ad Facilitair Eventmanagement’ wordt vervangen door:

Ad Facilitair Eventmanagement

*

*

*

*

e. De rij ‘Ad Logistics Management’ wordt vervangen door:

Ad Logistics Management

*

*

*

*

8. In paragraaf 2. Associate degree-instroom met vwo-diploma wordt in de tabel ‘Gedrag en maatschappij’ (instroom met vwo-diploma)’ in de alfabetische rangschikking een rij ingevoegd, luidende:

Ad Participatie en Buurtontwikkeling

*

*

*

*

9. In paragraaf 2. Associate degree-instroom met vwo-diploma wordt de tabel ‘Landbouw en natuurlijke omgeving (instroom met vwo-diploma)’ als volgt gewijzigd:

a. De rij ‘Ad Dier- en Veehouderij’ wordt vervangen door:

Ad Dier- en Veehouderij

*

*

schk

schk

b. De rij ‘Ad Duurzaam Bodembeheer’ vervalt.

c. De rij ‘Ad Duurzame Watertechnologie’ vervalt.

d. De rij ‘Ad Land- en Watermanagement’ wordt vervangen door:

Ad Land- en Watermanagement

*

*

*

*

e. De rij ‘Ad Melkveehouderij’ wordt vervangen door:

Ad Melkveehouderij

*

*

schk

schk

10. In paragraaf 2. Associate degree-instroom met vwo-diploma wordt in de tabel ‘Taal en cultuur (instroom met vwo-diploma)’ de rij ‘Ad Design’ wordt vervangen door:

Ad Design¹

*

*

*

*

11. In paragraaf 2. Associate degree-instroom met vwo-diploma wordt de tabel ‘Techniek (instroom met vwo-diploma)’ als volgt gewijzigd:

a. De rij ‘Ad Constructeur Werktuigbouwkunde’ vervalt.

b. De rij ‘Ad Elektrotechniek/Energietechniek’ vervalt.

c. In de alfabetische rangschikking wordt een rij ingevoegd, luidende:

Ad Energy Transition Engineer

*

*

wisA of wisB

wisA of wisB

d. In de alfabetische rangschikking wordt een rij ingevoegd, luidende:

Ad Maintenance

*

*

*

*

e. De rij ‘Ad Technische Informatica’ vervalt.

12. In paragraaf 3. Bachelorinstroom met havo-diploma wordt de tabel ‘Economie (instroom met havo-diploma)’ als volgt gewijzigd:

a. De rij ‘B Facility Management’ wordt vervangen door:

B Facility Management

*

*

*

*

b. De rij ‘B Logistics Management’ wordt vervangen door:

B Logistics Management

*

*

*

*

c. De rij ‘B Vastgoed en Makelaardij’ wordt vervangen door:

B Vastgoedkunde

*

*

*

(econ of m&o of be) + (wisA of wisB)

13. In paragraaf 3. Bachelorinstroom met havo-diploma in de tabel ‘Gezondheidszorg (instroom met havo-diploma)’ wordt na de rij ‘B Toegepaste Gerontologie’ een rij ingevoegd, luidende:

B Vaktherapie1

*

*

*

*

14. In paragraaf 3. Bachelorinstroom met havo-diploma wordt de tabel ‘Landbouw en natuurlijke omgeving (instroom met havo-diploma)’ als volgt gewijzigd:

a. De rij ‘B Bedrijfskunde en Agribusiness’ wordt vervangen door:

B Bedrijfskunde en Agribusiness

*

*

*

wisA of wisB of wisC

b. De rij ‘B Dier- en Veehouderij’ wordt vervangen door:

B Dier- en Veehouderij

*

*

schk

schk + (wisA of wisB of wisC)

c. De rij ‘B Land- en Watermanagement’ wordt vervangen door:

B Land- en Watermanagement

*

*

*

#

d. De rij ‘B Tuinbouw & Agribusiness’ wordt vervangen door:

B Tuinbouw & Agribusiness

*

*

*

wisA of wisB of wisC

15. In paragraaf 3. Bachelorinstroom met havo-diploma wordt de tabel ‘Onderwijs (instroom met havo-diploma)’ als volgt gewijzigd:

a. De rij ‘B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Islamgodsdienst’ vervalt.

b. De rij ‘B Opleiding tot Leraar van de eerste graad in Lichamelijke Opvoeding’ wordt vervangen door:

B Opleiding tot leraar van de eerste graad in Lichamelijke Opvoeding1

*

*

*

*

c. De rij ‘B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Natuurkunde’ wordt vervangen door:

B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Natuurkunde

*

nat of nlt of o&o

nat of nlt of o&o

(nat of nlt of o&o) + (wisA of wisB)

d. De rij ‘B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Omgangskunde’ wordt vervangen door:

B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in omgangskunde

*

*

*

*

e. De rij ‘B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Scheikunde’ wordt vervangen door:

B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Scheikunde

*

*

schk

schk + (wisA of wisB)

f. De rij ‘B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Techniek’ wordt vervangen door:

B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Techniek

*

*

*

*

16. In paragraaf 3. Bachelorinstroom met havo-diploma wordt de tabel ‘Techniek (instroom met havo-diploma)’ als volgt gewijzigd:

a. De rij ‘B Technische Natuurkunde’ wordt vervangen door:

B Technische Natuurkunde

*

nat of nlt of o&o

wisB + nat

#

b. De rij ‘B Biomedische Technologie’ wordt vervangen door:

B Biomedische Technologie

*

*

schk + biol

wisA of wisB + schk + biol

17. In paragraaf 4. Bachelorinstroom met vwo-diploma wordt de tabel ‘Economie (instroom met vwo-diploma)’ als volgt gewijzigd:

a. De rij ‘B Facility Management’ wordt vervangen door:

B Facility Management

*

*

*

*

b. De rij ‘B Logistics Management’ wordt vervangen door:

B Logistics Management

*

*

*

*

c. De rij ‘B Vastgoed en Makelaardij’ wordt vervangen door:

B Vastgoedkunde

*

*

*

econ of m&o of be

18. In paragraaf 3. Bachelorinstroom met vwo-diploma wordt in de tabel ‘Gezondheidszorg (instroom met vwo-diploma)’ na de rij ‘B Toegepaste Gerontologie’ een rij ingevoegd, luidende:

B Vaktherapie¹

*

*

*

*

19. In paragraaf 4. Bachelorinstroom met vwo-diploma wordt de tabel ‘Landbouw en natuurlijke omgeving (instroom met vwo-diploma)’ als volgt gewijzigd:

a. De rij ‘B Bedrijfskunde en Agribusiness’ wordt vervangen door:

B Bedrijfskunde en Agribusiness

*

*

*

*

b. De rij ‘B Dier- en Veehouderij’ wordt vervangen door:

B Dier- en Veehouderij

*

*

schk

schk

c. De rij ‘B Land- en Watermanagement’ wordt vervangen door:

B Land- en Watermanagement

*

*

*

*

d. De rij ‘B Tuinbouw & Agribusiness’ wordt vervangen door:

B Tuinbouw & Agribusiness

*

*

*

*

20. In paragraaf 4. Bachelorinstroom met vwo-diploma wordt de tabel ‘Onderwijs (instroom met vwo-diploma)’ als volgt gewijzigd:

a. De rij ‘B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Islamgodsdienst’ vervalt.

b. De rij ‘B Opleiding tot Leraar van de eerste graad in Lichamelijke Opvoeding’ wordt vervangen door:

B Opleiding tot leraar van de eerste graad in Lichamelijke Opvoeding1

*

*

*

*

c. De rij ‘B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Natuurkunde’ wordt vervangen door:

B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Natuurkunde

*

nat of nlt of o&o

nat of nlt of o&o

(nat of nlt of o&o) + (wisA of wisB)

d. De rij ‘B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Omgangskunde’ wordt vervangen door:

B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in omgangskunde

*

*

*

*

e. De rij ‘B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Scheikunde’ wordt vervangen door:

B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Scheikunde

*

*

schk

schk + (wisA of wisB)

f. De rij ‘B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Techniek’ wordt vervangen door:

B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Techniek

*

*

*

*

21. In paragraaf 4. Bachelorinstroom met vwo-diploma wordt de tabel ‘Techniek (instroom met vwo-diploma)’ als volgt gewijzigd:

a. De rij ‘B Technische Natuurkunde’ wordt vervangen door:

B Technische Natuurkunde

*

nat of nlt of o&o

nat

#

b. De rij ‘B Biomedische Technologie’ wordt vervangen door:

B Biomedische Technologie

*

*

schk + biol

wisA of wisB + schk + biol

D

In bijlage D wordt in paragraaf 4. Lerarenopleidingen en opleidingen op het gebied van de kunst waarvoor aanvullende eisen gelden in de alfabetische rangschikking van de tabel een rij ingevoegd, luidende:

B Beeldende Kunst en Vormgeving

Artistieke aanleg die blijkt uit:

• beeldend vermogen, werken vanuit waarneming en vanuit fantasie

• gevoel voor kleur, vorm en materiaal

• oorspronkelijkheid en eigenzinnigheid

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

TOELICHTING

I. Algemeen deel

1. Inleiding

De onderhavige wijziging van de Regeling aanmelding en toelating hoger onderwijs (hierna: Ratho) heeft betrekking op het in lijn brengen van de Ratho met artikel 7.53 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW), zoals dat artikel met ingang van 1 september 2023 komt te luiden vanwege de inwerkingtreding van de Wet van 1 juni 2023 tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met het toevoegen van decentrale loting als selectiemethode voor opleidingen met capaciteitsfixus in het hoger onderwijs (Stb. 2023, 177) (hierna Wet loting).

In de onderhavige regeling worden ook bijlagen A, B en D van de Ratho gewijzigd. Bijlage A heeft betrekking op de nadere vooropleidingseisen voor opleidingen van het wetenschappelijk onderwijs. Bijlage B omvat nadere vooropleidingseisen voor opleidingen van het hoger beroepsonderwijs. In bijlage D zijn de opleidingen opgenomen waarvoor aanvullende eisen gelden die verband houden met de uitoefening van een beroep of beroepen waarop zij voorbereiden.

2. Hoofdlijnen van het voorstel

2.1 Wijzigingen verband houdend met het gewijzigde artikel 7.53 WHW

Met de Wet loting wordt decentrale loting toegevoegd als selectie-instrument bij bachelor- en associate degree- opleidingen met een numerus fixus. Hierdoor kunnen universiteiten en hogescholen per opleiding meer maatwerk toepassen bij het inrichten van selectieprocedures en wordt beoogd de kansengelijkheid voor aspirant-studenten te vergroten. De selectieprocedure heeft als doel te bepalen welke kandidaten wel en welke niet één van de schaarse plaatsen op de opleiding kunnen krijgen. Aan dat stelsel van decentrale selectie wordt met de wetswijziging het instrument decentrale loting toegevoegd.

Aan de inzet van loting, gewogen of ongewogen, of een combinatie van loting en selectie worden geen voorwaarden verbonden. Het is aan de instelling te bepalen welk instrument het beste kan worden ingezet als selectiemethode voor een numerus fixusopleiding. De vrijheid die instellingen krijgen om selectieprocedures vorm te geven leidt ertoe dat instellingen selectieprocedures kunnen vormgeven die passen bij het karakter en de inhoud van opleidingen en het werkveld waarvoor deze opleiden. Van belang bij de onderbouwing voor de gekozen selectieprocedure is de effectiviteit van de toegepaste selectiecriteria en de effecten op kansengelijkheid.

De Wet loting maakt het ook mogelijk om een combinatie tussen de instrumenten, het toepassen van kwalitatieve selectiecriteria en loting, te maken. Dat kan bijvoorbeeld door middel van gewogen loting, waarbij lotingsgewicht wordt toegekend op basis van de selectiecriteria. Deze selectie leidt tot een wegingsfactor, die bepaalt of een aspirant-student meer of minder kans maakt om op de opleiding ingeloot te worden. Daarnaast kan een gedeelte van de aspirant-studenten op basis van de resultaten op de kwalitatieve selectiecriteria, meteen worden toegelaten – zij hoeven dus niet te loten – waarna de overgebleven plaatsen worden vergeven op basis van gewogen dan wel ongewogen loting. Het instellingsbestuur kan daarbij op grond van de wet tevens besluiten dat studenten op basis van de resultaten op de kwalitatieve selectiecriteria worden uitgesloten van de loting.

In het gewijzigde artikel 7.53, zevende lid, WHW is bepaald dat bij ministeriële regeling, voorschriften kunnen worden vastgesteld met betrekking tot de loting en de wijze waarop kwalitatieve selectiecriteria en loting gecombineerd kunnen worden. Deze wijziging van de Ratho is hier de uitwerking van. De in deze wijzigingsregeling opgenomen nadere voorschriften zien op het aantal te verdelen plaatsen op basis van onderscheidenlijk de scores op de kwalitatieve selectiecriteria en de loting, de organisatie van de loting en het kunnen bieden van een herkansingsmogelijkheid aan studenten die door bijzondere omstandigheden niet konden deelnemen aan de selectieprocedure, voor zover deze betreft selectie op basis van ten minste twee kwalitatieve selectiecriteria.

Inzet van selectie-instrumenten

De wijze waarop de selectie-instrumenten, tenminste twee kwalitatieve selectiecriteria of loting, worden ingezet en onder welke voorwaarden een aspirant-student in aanmerking komt voor directe plaatsing dan wel een rankingnummer wordt voorafgaand aan de selectieprocedure bekendgemaakt door de instelling. Aspirant-studenten kunnen hier rekening mee houden bij het kiezen van de opleiding en instelling. In de praktijk maken opleidingen hun selectieprocedures in de zomer bekend voorafgaand aan de selectieperiode, dit geeft de aspirant-student ruim de mogelijkheid om een weloverwogen keuze te maken.

Vooraf wordt ook door de instelling bekend gemaakt onder welke criteria een aspirant-student in welke groep belandt: direct toegelaten, indeling in lotingsklassen (eventueel met een bepaald lotingsgewicht) of meteen afgewezen. Zo kan bijvoorbeeld worden bepaald dat de aspirant-studenten die in de vooropleiding zijn afgestudeerd met gemiddeld een 8 of hoger en tevens hoog scoren op een tweede selectiecriterium, meteen worden geplaatst voor een opleiding, of kan worden bepaald dat de 20% hoogst scorende kandidaten op een toelatingstoets meteen worden geplaatst. Dit komt tegemoet aan het gevoel dat het onrechtvaardig zou zijn als een student, die zeer gemotiveerd is, altijd hard heeft gewerkt, en altijd hoge cijfers heeft gehaald, niet zou worden toegelaten, omdat deze de pech heeft te worden uitgeloot. De overige studenten worden dan geplaatst op basis van loting, waarbij opnieuw gewicht kan worden toegekend op basis van de scores op de selectiecriteria. Dit betekent bijvoorbeeld dat studenten met hogere cijfers in de vooropleiding, een hoge score op een toelatingstest of een hoge score op motivatie op basis van een brief of gesprek, een grotere kans kunnen krijgen bij de loting, en daarmee een grotere kans hebben om te worden toegelaten tot de opleiding.

Het meteen afwijzen zou vooral kunnen zien op aspirant-studenten die geen enkele inspanning leveren en moeite doen voor de selectieprocedure. Zij worden dan niet toegelaten tot loting. Van aspirant-studenten mag immers wel een bepaalde inspanning worden verwacht, bijvoorbeeld een dag meelopen of deelnemen aan een matchingsgesprek. De Universiteiten van Nederland en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra onderschrijven deze uitleg. De instellingen kunnen een door de opleiding zelf geformuleerde inspanningsverplichting vragen van studenten als voorwaarde om mee te mogen doen aan de loting.1 Deze instellingen nemen de keuzes en voorwaarden op in het door hen opgestelde selectiereglement en publiceren dit op hun website.

Naast de genoemde combinaties van selectie-instrumenten blijven de selectiemogelijkheden voor opleidingen met een capaciteitsfixus, waarbij aspirant-studenten worden geselecteerd op basis van ten minste twee kwalitatieve selectiecriteria zonder gebruik te maken van loting, bestaan.

Organisatie van de loting

Instellingen zijn zelf verantwoordelijk voor het inrichten van de lotingsprocedures en de (technische) uitvoering daarvan. Instellingen kunnen daarbij onderling de samenwerking zoeken.

Met deze wijzigingsregeling wordt wel in de Ratho vastgelegd dat het verplicht is een notaris toe te laten zien op de loting. Het instellingsbestuur dient daarvoor een notaris aan te wijzen. Hiermee komt de Minister tegemoet aan de wens van de studentenorganisaties, die het belang van een eerlijke en zorgvuldige procedure hebben aangegeven. Daar komt bij dat het de rechtmatigheid ten goede komt en de bewijslast vereenvoudigt in bezwaar- en beroepsprocedures.

Er worden vooralsnog geen kaders gesteld aan de lotingsklassen om instellingen de ruimte te geven hier zelf ervaring mee op te doen. Instellingen hebben na amendering de mogelijkheid gekregen om studenten op basis van de resultaten van de kwalitatieve selectiecriteria uit te sluiten van de loting. De facto betekent dit dat deze studenten de kans ‘nul’ krijgen bij de loting. Omdat het mogelijk is studenten in een lotingsklasse ‘nul’ te plaatsen, ligt het niet voor de hand richtlijnen op te stellen voor de verhoudingen tussen de andere lotingskansen of -klassen. Instellingen worden hierin dus vrij gelaten. Instellingen worden wel verplicht om vooraf bekend te maken hoe en op grond waarvan de kansverhoudingen worden bepaald.

Herkansingsmogelijkheid

In het selectiereglement kan een instelling bepalen dat naast de vastgelegde selectieprocedure een procedure wordt ingericht om een herkansing tot deelname te bieden aan aspirant-studenten die wegens bijzondere, zwaarwegende, omstandigheden niet in staat zijn geweest om deel te nemen aan de reguliere selectieprocedure. Het aanbieden van een dergelijke herkansing is slechts mogelijk bij gebruik van selectie op grond van tenminste twee kwalitatieve selectiecriteria of bij een combinatie van ten minste twee kwalitatieve selectiecriteria en loting, voor zover de loting nog niet heeft plaatsgevonden. De uitvoering van een dergelijke bepaling is mede afhankelijk van de gekozen selectie-instrumenten en de werkwijze van de instelling. Deze mogelijkheid kan niet leiden tot directe toelating van een aspirant-student, maar ziet op het bieden van een mogelijkheid om alsnog aan een daartoe ingerichte selectieprocedure mee te doen. Ook ziet de bepaling niet op de situatie dat een aspirant-student onvoldoende heeft gepresteerd of zich onvoldoende heeft ingezet bij de selectieprocedure. Het gaat hier om bijzondere situaties waarbij een aspirant-student bijvoorbeeld een deadline mist voor het indienen van een motivatie of niet heeft kunnen deelnemen aan een selectiedag wegens ernstige niet voorzienbare problemen, zoals gezondheidsproblemen. Indien de instelling in het selectiereglement een herkansingsmogelijkheid tot deelname biedt in een dergelijk geval, kan door de betreffende aspirant-student aan die specifieke procedure worden deelgenomen. Het is voor het selectie-instrument (on)gewogen loting niet mogelijk om een ander of tweede moment in te richten. Wanneer de loting heeft plaatsgevonden én rankingnummers zijn toegekend, is het vanuit het oogpunt van het rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel niet wenselijk hier achteraf een aanpassing in aan te brengen of nog een nieuwe, dan wel extra, loting plaats te laten vinden.

Data

Zowel instellingen als studenten hebben aangegeven vast te willen houden aan de data die in artikel 4.6, eerste lid en artikel 4.7, eerste lid van de Ratho zijn vastgelegd. Bij de uiterste aanmeldmogelijkheid wordt om die reden geen onderscheid gemaakt tussen selectie op grond van kwalitatieve selectiecriteria, loting of een combinatie van beide. Dit geldt ook voor de datum voor bekendmaking van de van resultaten van de selectie (inclusief eventuele loting) en de daaruit vloeiende rankingnummers. Die datum blijft 15 april. Artikel 4.6, eerste lid en artikel 4.7, eerste lid van de Ratho wijzigen niet en zijn ook van toepassing op het selectie-instrument loting.

2.2 Wijziging van de nadere vooropleidingseisen

Voor alle opleidingen aan bekostigde instellingen die zijn geregistreerd in de Registratie instellingen en opleidingen (RIO voorheen Croho) zijn in bijlagen A en B de nadere vooropleidingseisen opgenomen. De nadere vooropleidingseisen van opleidingen waarbij de instroom is beëindigd, worden verwijderd uit deze bijlagen. Nieuwe opleidingen die tot op heden niet werden verzorgd door een bekostigde instelling en waarvan de instroom van studenten vanaf september 2023 starten zijn toegevoegd aan de bijlagen. Daarnaast worden nadere vooropleidingseisen aangepast, bijvoorbeeld versoepeld of verzwaard, op basis van verzoeken van instellingen.

3. Gevolgen DUO

Een conceptversie van deze wijzigingsregeling is voorgelegd aan DUO met het verzoek een uitvoeringstoets hierover uit te brengen.

DUO stelt vast dat aan de wijzigingsregeling voor DUO geen uitvoeringsconsequenties zijn verbonden. In het kader van het geïntegreerde toezicht is de uitvoeringstoets ook uitgezet bij de Inspectie en de ADR. Vanuit de ADR is geen reactie ontvangen en de Inspectie heeft aangegeven geen opmerkingen te hebben.

4. Financiële gevolgen

Er worden geen financiële gevolgen of lasten verwacht als gevolg van deze wijzigingsregeling.

5. Regeldruk

In de memorie van toelichting bij de wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met het toevoegen van decentrale loting als selectiemethode voor opleidingen met capaciteitsfixus in het hoger onderwijs2, is aangegeven welke mogelijke effecten de invoering van loting heeft op de regeldruk. Deze effecten betreffen administratieve en financiële lasten, waaronder het opstellen van een nieuwe selectieprocedure en selectiereglement, de communicatie richting studenten en de structurele uitvoering van de aangepaste selectieprocedure. De gevolgen voor aspirant-studenten zijn zeer beperkt. Degenen die zich willen aanmelden voor een opleiding met capaciteitsfixus verdiepen zich nu ook al in de bijbehorende verplichtingen. De regels uit deze regeling voor loting betekenen geen verzwaring voor de aspirant-student in dat opzicht.

De extra regeldruk die voortvloeit uit de bepalingen van deze regeling, ziet op de verplichte aanwezigheid van een notaris bij het gebruik van het selectie-instrument loting. Aangezien de selectie voor de numerus fixus opleidingen eenmaal per jaar plaatsvindt, is de inzet van de notaris daartoe beperkt. Omdat instellingen vrij zijn in de keuze op welke manier de decentrale loting verder wordt ingericht heeft dit effect op de tijdsbesteding van de notaris en de uiteindelijke kosten die daarmee gemoeid gaan. Deze kosten zijn om die reden niet vooraf sluitend te bepalen. Uitgaande van een uurtarief van een notaris dat ligt tussen de 125 euro en 325 euro, het feit dat de aanwezigheid bij de loting geen complexe handeling is en de veronderstelling dat de tijdsbesteding maximaal twee uur per keer is, zal dit gemiddeld 450 euro per jaar, per opleiding kosten. Deze uitvoeringslast heeft alleen betrekking op de instellingen die gebruik wensen te maken van decentrale loting als selectiemethode. Op basis van de laatste gegevens zijn er 106 opleidingen die een capaciteitsfixus kennen. Indien voor 30% van de fixusopleidingen wordt gekozen om loting in te zetten, dan is de totale last ongeveer 16.000 euro. Voor instellingen die blijven vasthouden aan hun huidige selectieprocedures verandert niets.

De wijzigingen in de Ratho die zien op nadere vooropleidingseisen leiden niet tot aanvullende regeldruk voor instellingen.

De wijzigingsregeling is voorgelegd voor toetsing op regeldruk aan het Adviescollege toetsing regeldruk (hierna: ATR). Het ATR heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

6. Advies en Consultatie

Een concept van deze regeling is van 22 mei 2023 tot 17 juni 2023 voorgelegd voor internetconsultatie. Gedurende de consultatie zijn drie openbare reacties ingediend. De ingediende reacties hebben tot een wijziging van de hardheidsclausule geleid, evenals een aantal aanpassingen in de toelichting.

De Universiteiten van Nederland (UNL) en de Nederlandse Federatie van Universitair Medisch Centra (NFU) stellen voor om de lotingsklassen en het lotingsgewicht af te laten hangen van de inrichting en de bijbehorende uitkomsten van de selectieprocedure en aldus af te laten hangen van de populatie. Daarnaast is aangegeven dat de hardheidsclausule uitbreiding verdient voor de situaties waarin een onderwijsinstelling uitsluitend opteert voor selectie op basis van tenminste twee kwalitatieve selectiecriteria of uitsluitend gebruikmaakt van loting. De Leido Academy heeft zowel op de toevoeging van de artikelen in verband met loting als op de nadere vooropleidingseisen voor de profielen E&M en C&M en de overige inhoud van de Ratho gereageerd. De suggesties zien onder andere op taalkundige aanpassingen, definities en het in praktische zin niet kunnen voldoen aan de gestelde nadere vooropleidingseisen. Een burger heeft aangegeven het van belang te vinden dat het artikel 13.2 onderdeel c van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten wordt nageleefd.

Vooralsnog wordt in het belang van de aspirant-studenten vastgehouden aan het standpunt dat vooraf bekend moet worden gemaakt hoe de selectieprocedure bij een instelling is ingericht. Naar aanleiding van de reacties is de toelichting wel uitgebreid en verduidelijkt. Daarnaast is de hardheidsclausule gewijzigd naar een herkansingsmogelijkheid. Hiermee wordt het advies van UNL/NFU niet opgevolgd, maar het voorstel heeft wel geleid tot een nadere kritische blik op de hardheidsclausule. In plaats van de hardheidsclausule is in de regeling opgenomen dat instellingen de mogelijkheid hebben om in het selectiereglement te bepalen dat aspirant-studenten in bepaalde gevallen een herkansingsmogelijkheid krijgen om alsnog aan de kwalitatieve selectiecriteria te kunnen voldoen. De wijze van invulling van een dergelijke herkansingsmogelijkheid wordt aan het oordeel van de instellingen gelaten. Dit past binnen de wettelijke kaders en geeft de instellingen – zonder dat wordt afgeweken van de wet – voldoende de mogelijkheid om aspirant-studenten in bijzondere omstandigheden tegemoet te komen. Zoals hierboven toegelicht is het niet mogelijk om bij loting een tweede mogelijkheid te bieden indien de rankingnummers reeds zijn toegekend.

Voor zover de reacties zien op de wet of de onderdelen van de Ratho die niet onder deze wijzigingsregeling vallen, worden die niet overgenomen. Bij een integrale wijziging van de Ratho worden taalkundige verbeteringen, definities en verwijzingen meegenomen. Met betrekking tot de nadere vooropleidingseisen voor de profielen E&M en C&M, wordt opgemerkt dat onderwijsinstellingen hebben aangegeven dat inschrijving voor de betreffende opleidingen mogelijk is voor deze profielen met de aangegeven nadere vooropleidingseisen, in tegenstelling tot het eerdere oordeel dat er in het geheel geen toelatingsrecht voor deze profielen bestond zonder deze nadere vooropleidingseisen. Onderwijsinstellingen hebben aangegeven dat er aspirant-studenten zijn die hieraan voldoen. Uit de evaluatie van deze regeling zal voorts blijken of de bepalingen tot ongewenste of onvoorziene omstandigheden in de praktijk leiden die nopen tot aanpassing.

II. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A

De toevoeging van het artikel 4.7a is het gevolg van de noodzaak om regels te stellen ten aanzien van de organisatie van de loting en de transparantie over de gebruikte selectie-instrumenten te borgen. Op deze wijze kan een aspirant-student een weloverwogen keuze voor een opleiding en instelling maken.

De verplichting voor de aanwezigheid van de notaris komt de zorgvuldigheid en rechtmatigheid ten goede.

In artikel 4.7 is bepaald dat het instellingsbestuur in het reglement bedoeld in artikel 7.53 derde lid, van de wet, kan bepalen dat in het geval de instelling in de selectieprocedure gebruik maakt van kwalitatieve selectiecriteria en een aspirant-student door omstandigheden buiten zijn eigen toedoen niet heeft kunnen deelnemen aan de selectieprocedure, deze student, indien weigering hiervan zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, gebruik kan maken van een herkansingsmogelijkheid waardoor alsnog aan de kwalitatieve selectiecriteria kan worden voldaan. Indien een instelling gebruikmaakt van loting, gewogen of ongewogen, dan kan hiervoor geen herkansing tot deelname worden geboden. Het is aan de instelling, die een herkansingsmogelijkheid heeft opgenomen in het reglement, om de afweging te maken of de aspirant-student voor een herkansing in aanmerking komt.

Artikel I, onderdeel B, subonderdeel 1, onderdeel C, subonderdeel 1

Deze wijzigingen betreffen de toevoeging van een afkorting.

Artikel I, onderdeel B, subonderdelen 2 en 3, onderdeel C, subonderdelen 12c, 17c

Deze wijzigingen betreffen naamswijzigingen van opleidingen.

Artikel I, onderdeel B, subonderdeel 4, onderdeel C, subonderdelen 2a, 2b, 3, 4b, 4c, 6a t/m 6e, 7a, 7b, 8, 9b, 9c, 11a t/m 11e, 15b, 20a

Deze wijzigingen betreffen nieuwe opleidingen die worden toegevoegd aan de Regeling. Het gaat om opleidingen waarvoor door het accreditatieorgaan, de NVAO, accreditatie is verleend. Een aantal opleidingen worden niet langer door de betreffende onderwijsinstelling(en) aangeboden en daarom worden deze verwijderd uit de Ratho.

Artikel I, onderdeel B, subonderdeel 6, onderdeel C, subonderdelen 5, 10, 13, 15a, 15c, 15d, 18, 20b, 20d

Deze wijziging betreft een technische aanpassing en/of taalkundige verbetering.

Artikel I, onderdeel B, subonderdeel 5, onderdeel C subonderdelen 2c t/m 2e, 4a, 4d, 4e, 7c t/m 7e, 9a, 9d, 9e, 12a, 12b, 14a t/m 14d, 15c, 15e, 15f, 16a, 16b, 17a, 17b, 19a t/m 19d, 20c, 20e, 20f, 21a, 21b

Deze wijzigingen betreffen versoepelingen van nadere vooropleidingseisen. Een aantal van deze wijzigingen ziet op het mogelijk maken van toelating van aspirant-studenten met het profiel Cultuur en Maatschappij (CM) met eventueel aanvullende vakken, zoals scheikunde. Dit profiel met eventuele aanvullingen is dan voor de betreffende opleidingen gelijkwaardig te stellen aan de profielen NT, NG en EM. Onderwijsinstellingen geven aan dat er aspirant-studenten zijn met een uitgebreid maatschappij (EM/CM) profiel die interesse in bepaalde opleidingen hebben en waarvoor het mogelijk wordt gemaakt om met de betreffende opleiding te kunnen starten. Daarnaast hebben onderwijsinstellingen aangegeven het in bepaalde gevallen onwenselijk te vinden nog langer onderscheid te maken en aspirant-studenten met bepaalde profielen volledig uit te sluiten, terwijl het alleen gaat om specifieke vakken. Het kan ook zo zijn dat is gebleken dat het programma van de opleiding studenten in het eerste jaar voldoende basis biedt om de kennis voor exacte vakken op het juist niveau te krijgen om de opleiding succesvol te kunnen volgen. Het komt tevens voor dat het vak, bijvoorbeeld natuurkunde, zoals gegeven op de middelbare school niet overeenkomt met de inhoud van het vak binnen de opleiding en om die reden niet meer als nadere vooropleidingseis wordt gesteld. Dit zijn allen redenen om de nadere vooropleidingseisen te versoepelen.

Artikel I, onderdeel D

Deze wijziging betreft een nieuwe opleiding met aanvullende eisen die wordt toegevoegd aan de Ratho.

Artikel II Inwerkingtreding

De wijzigingen treden in werking op 1 september 2023. Dit is een vast verandermoment voor regelingen met betrekking tot het hoger onderwijs. De bovenliggende wijziging van de WHW waar een deel van deze regeling de uitwerking van betreft, treedt ook op deze dag in werking.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf


X Noot
1

Zie brief aan de Tweede Kamer: Kamerstukken II 2022/23, 35 765, nr. 19.

X Noot
2

Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, 35 765, nr. 3

Naar boven