Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2023, 21516 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2023, 21516 | ander besluit van algemene strekking |
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op artikel 1, aanhef en onder b, en artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;
Besluit:
In dit besluit wordt verstaan onder:
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
Wetenschappelijke Expertgroep Masterplan Basisvaardigheden, bedoeld in artikel 2.
1. Er is een Wetenschappelijke Expertgroep Masterplan Basisvaardigheden
2. De expertgroep heeft tot taak het:
a. adviseren van de minister over (deel)onderzoeken die worden opgezet voor de evaluatie van het Masterplan Basisvaardigheden;
b. bijdragen aan het valideren en opzetten van de (deel)onderzoeken voor de evaluatie van het Masterplan Basisvaardigheden;
c. adviseren van de minister over de onderzoeksresultaten van de uitgevoerde (deel)onderzoeken voor de evaluatie van het Masterplan Basisvaardigheden.
1. De expertgroep bestaat uit een voorzitter en ten hoogste zes andere leden.
2. De voorzitter en de andere leden worden door de minister benoemd.
3. De benoeming geschiedt voor de duur van de expertgroep.
4. De voorzitter en overige leden kunnen op eigen verzoek of wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of wegens andere zwaarwegende gronden worden geschorst en ontslagen door de minister.
5. Bij tussentijds vertrek van een lid kan de minister een ander lid benoemen.
Voor de duur van de expertgroep worden tot lid van de expertgroep benoemd:
○ mevrouw J. Bolhaar, afdelingshoofd Arbeid, Onderwijs en Innovatie bij het CPB en hoogleraar aan de Erasmus School of Economics, tevens voorzitter;
○ de heer T. Bol, universitair hoofddocent sociologie, UvA;
○ de heer R. Daas, universitair docent pedagogische- en onderwijswetenschappen, UvA;
○ mevrouw M. Ehren, hoogleraar onderwijswetenschappen, VU;
○ de heer T. van Huizen, universitair hoofddocent onderwijseconomie en vroegkinderlijke ontwikkeling, UU;
○ mevrouw J. Voogt, hoogleraar onderwijswetenschappen, UvA; en
○ mevrouw I. de Wolf, hoogleraar onderwijssystemen, UM.
1. De expertgroep wordt ingesteld met ingang van 1 mei 2023.
2. De expertgroep wordt opgeheven met ingang van de dag na de datum van indiening van het eindverslag, bedoeld in artikel 7, derde lid.
1. De minister voorziet in een secretaris en een plaatsvervangend secretaris voor de expertgroep.
2. De secretaris en de plaatsvervangend secretaris zijn geen lid van de expertgroep en zijn voor de uitvoering van hun taak uitsluitend verantwoording schuldig aan de voorzitter van de expertgroep.
1. De expertgroep stelt zijn eigen werkwijze vast.
2. De expertgroep stelt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.
3. De expertgroep verantwoordt zijn werkwijze in een eindverslag. In dit eindverslag, dat uiterlijk op 31 maart 2025 aan de minister wordt aangeboden, wordt verslag gedaan over de activiteiten van de periode waarin de expertgroep werkzaam is geweest.
4. De expertgroep kan zich door gastdeskundigen en andere personen doen bijstaan voor zover dat voor de vervulling van zijn taak nodig is.
1. De voorzitter en andere leden van de expertgroep, voor zover niet vallend onder de uitzondering van artikel 2, derde lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, ontvangen per vergadering een vergoeding.
2. De vergoeding per vergadering van de leden van de expertgroep bedraagt 3% van het maximum van salarisschaal 18 zoals deze is vastgesteld in de geldende CAO Rijk.
3. De vergoeding per vergadering van de voorzitter van de expertgroep bedraagt 130% van de hoogte van de vergoeding per vergadering die aan de andere leden van de expertgroep is toegekend.
1. De kosten van de expertgroep worden, voor zover goedgekeurd, gefinancierd door de minister.
2. Onder kosten worden in ieder geval verstaan de kosten voor:
a. de faciliteiten van vergaderingen en voor secretariële ondersteuning; en
b. het inschakelen van verdere externe deskundigheid en het laten verrichten van onderzoek.
Rapporten, notities, verslagen, adviezen en andere producten die door of namens de expertgroep worden vervaardigd of vergaard, worden niet door de expertgroep openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de minister uitgebracht of overgedragen.
De expertgroep draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van zijn werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan de directie Organisatie en Beheer van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Een ieder die betrokken is geweest bij de werkzaamheden van de expertgroep en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij deze werkzaamheden de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf
In mei 2022 is het Masterplan basisvaardigheden bekendgemaakt. Bij een goede uitvoering van het Masterplan horen monitoring en evaluatie. Op deze manier houden we zicht op de implementatie van het Masterplan op scholen en op de resultaten van het programma. Dit helpt om tijdig bij te kunnen sturen en om te bepalen of beleid wel of niet het gewenste effect heeft. Het Masterplan basisvaardigheden bevat daarom een gedegen monitorings- en evaluatieprogramma. Dit programma biedt:
1. zicht op de implementatie en het effect van (maatregelen uit) het Masterplan – en de Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden in het bijzonder – zodat het Ministerie van OCW en het onderwijsveld een actueel en nauwkeurig beeld hebben van de uitvoering van het programma, de succesfactoren en knelpunten en het proces dat scholen doorlopen;
2. zicht op (de ontwikkeling van) het vaardigheidsniveau en de prestaties van leerlingen op de basisvaardigheden, zodat het Ministerie van OCW en het onderwijsveld een actueel en nauwkeurig beeld hebben van de basisvaardigheden in het algemeen en de mogelijke effecten van het Masterplan op de basisvaardigheden in het bijzonder.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kiest ervoor een tijdelijke onafhankelijke commissie in te stellen waarvan de leden vanuit hun eigen expertise kunnen meedenken en adviseren over de monitoring en evaluatie van het Masterplan basisvaardigheden in het funderend onderwijs. De opdracht van deze wetenschappelijke expertgroep is ertoe bijdragen dat de monitoring en evaluatie van het Masterplan basisvaardigheden op een gedegen en verantwoorde manier worden uitgevoerd en de juiste conclusies worden getrokken. Dit doet de expertgroep door de minister te adviseren over (deel)onderzoeken die worden opgezet voor de monitoring en evaluatie van het Masterplan basisvaardigheden, bij te dragen aan het valideren en opzetten van de (deel)onderzoeken, bij te dragen aan het duiden van de onderzoeksresultaten en de minister te adviseren over de voortgang van de monitoring en evaluatie van het Masterplan basisvaardigheden.
De expertgroep brengt geen formele adviezen uit, maar treedt op als sparringpartner en kritisch meelezer. Daarnaast heeft de expertgroep de mogelijkheid om op basis van rapportages voorstellen te doen voor aanvullende onderzoeken.
De Wetenschappelijke Expertgroep Masterplan Basisvaardigheden bestaat uit wetenschappers die expertise op verschillende onderzoeksterreinen inbrengen (onderwijs economisch onderzoek, onderzoek naar kansengelijkheid, onderzoek naar de vier basisvaardigheden taal en rekenen-wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid, onderzoek naar curriculum en onderzoek naar onderwijsverbetering).
De voorzitter en andere leden van de expertgroep ontvangen op grond van Wet vergoedingen adviescolleges en commissies een vergoeding per vergadering en maken aanspraak op een vergoeding van reis- en verblijfkosten op de voet van het Reisbesluit binnenland en het Reisbesluit buitenland. Met betrekking tot de vergoeding voor vergaderingen wordt opgemerkt, dat twee of meer vergaderingen op dezelfde dag als één vergadering worden aangemerkt.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2023-21516.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.