Besluit buiten toepassing laten rijkscoördinatieregeling Hoogspanningsstation Simonshaven

Datum 19 juli 2023

Nummer DGKE/33871233

De Minister voor Klimaat en Energie,

overwegende:

  • dat TenneT TSO B.V. (hierna: TenneT) het voornemen heeft het 380kV hoogspanningsstation Simonshaven gelegen in de gemeente Nissewaard uit te breiden met drie transformatoren en bijbehorende aanpassing van de aansluiting op de bestaande 380kV hoogspanningsverbinding;

  • dat dit initiatief op grond van artikel 20a, eerste lid van de Elektriciteitswet 1998, onder de rijkscoördinatieregeling valt, als bedoeld in artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • dat de rijkscoördinatieregeling, voor zover hier van belang, gelet op artikel 3.35, eerste lid, onder c, van de Wet ruimtelijke ordening met zich brengt dat voor het hiervoor bedoelde project een inpassingsplan kan worden vastgesteld door de Minister voor Klimaat en Energie, (hierna: K&E)1 en de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (hierna: VRO), en dat de voorbereiding en bekendmaking van het inpassingsplan door de Minister voor K&E worden gecoördineerd met de voorbereiding en bekendmaking met andere voor de uitvoering van het project benodigde besluiten;

  • dat de Minister voor K&E, in afwijking van het voorgaande, op grond van artikel 9b, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998 kan bepalen dat voor een bepaald project geen inpassingsplan wordt voorbereid en de voorbereiding en bekendmaking van andere besluiten niet door hem worden gecoördineerd;

  • dat deze bevoegdheid kan worden toegepast indien, in aanmerking genomen de omvang, aard en ligging van het desbetreffende hoogspanningsstation, alsmede het aantal voor de uitbreiding of aanpassing van het 380kV hoogspanningsstation Simonshaven benodigde besluiten, redelijkerwijze niet valt te verwachten dat toepassing van de rijkscoördinatieregeling, als bedoeld in artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening, de besluitvorming in betekenende mate zal versnellen of daaraan anderszins aanmerkelijke voordelen zijn verbonden;

  • dat deze situatie zich bij dit project voordoet, omdat het een beperkte uitbreiding van het bestaande hoogspanningsstation betreft en de gemeente bereid is om de ontwikkeling zo snel mogelijk op te pakken;

  • dat er ook geen bijzondere belemmeringen zijn die in de weg staan aan een voorspoedig verloop van de benodigde procedures, zonder dat de rijkscoördinatieregeling wordt toegepast;

  • dat, gelet op het voorgaande, TenneT bij brief van 27 juni 2023 formeel heeft verzocht de rijkscoördinatieregeling buiten toepassing te laten;

  • dat de bij het project betrokken bestuursorganen – de provincie Zuid-Holland en de gemeente Nissewaard – zijn gehoord over het voornemen de rijkscoördinatieregeling buiten toepassing te laten;

  • dat de provincie Zuid-Holland bij mail van 31 maart 2023 heeft aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen;

  • dat de gemeente Nissewaard bij brief van 22 juni 2023 heeft aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen.

Gelet op:

Artikel 20a, derde lid, onder a van de Elektriciteitswet 1998;

Besluit:

Artikel 1

Geen van de procedures, bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening is van toepassing op de besluitvorming in verband met de uitbreiding van het 380kV hoogspanningsstation Simonshaven en de bijbehorende aanpassing van de aansluiting op de bestaande 380 kv hoogspanningsverbinding, gelegen in de gemeente Nissewaard.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking de dag na die waarop het bekend is gemaakt. Dit besluit wordt bekendgemaakt door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister voor Klimaat en Energie, namens deze: T.W.G.M.M. Albers MT-lid directie Realisatie Energietransitie

Tegen dit besluit staat geen bezwaar of beroep open (artikel 7.1 in samenhang met artikel 8.5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1 van hoofdstuk 1 van bijlage 2 bij deze zelfde wet).


X Noot
1

In artikelen 3.35, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening en 9b, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998 staan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als bevoegde gezagen genoemd. Deze bevoegdheden zijn overgegaan op de Ministers voor K&E en voor VRO.

Naar boven