Mededeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 18 juli 2023, nr. IENW/BSK-2023/203209, inzake de implementatie van Richtlijn (EU) 2021/1187

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

deelt, overeenkomstig aanwijzing 9.13 van de Aanwijzingen voor de regelgeving, mede dat Richtlijn (EU) 2021/1187 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 inzake het stroomlijnen van maatregelen met het oog op een snellere voltooiing van het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-T) (PbEU 2021, L 258) is geïmplementeerd door middel van bestaande wetgeving.

Met deze bekendmaking wordt uitvoering gegeven aan de verplichting van artikel 11, eerste lid, van de hiervoor genoemde richtlijn om de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken op uiterlijk 10 augustus 2023.

Deze mededeling zal aan de Europese Commissie worden gestuurd.

Momenteel zijn de bepalingen waarin deze richtlijn is geïmplementeerd verspreid over verschillende nationale regelingen. Dit zal in belangrijke mate veranderen met de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Deze wet bundelt een groot deel van de nationale regels over de fysieke leefomgeving, waaronder het merendeel van de bepalingen waarin de richtlijn is geïmplementeerd.

De Omgevingswet treedt op korte termijn in werking, namelijk op 1 januari 2024. De realisatie en de besluitvorming daaromtrent van de in de richtlijn genoemde verbindingen in Nederland die onder de reikwijdte van de richtlijn vallen is voor die datum ook niet aan de orde. Daarom is ervoor gekozen om in onderstaande transponeringstabel te volstaan met mededeling van de wijze waarop de richtlijn zal zijn geïmplementeerd na inwerkingtreding van deze wet.

Bepaling EU-regeling richtlijn 2021/1187

Bepaling in implementatieregeling of in bestaande regelgeving; toelichting indien niet geïmplementeerd of uit zijn aard geen implementatie behoeft

Toelichting

Artikel 1, eerste lid

Behoeft geen implementatie; betreft de reikwijdte van de richtlijn

 

Artikel 1, tweede lid

Behoeft geen implementatie; betreft mogelijkheid om richtlijn op andere projecten toe te passen.

het betreft een facultatieve bepaling waar geen gebruik van gemaakt wordt

Artikel 2

Bijlage bij artikel 1.1 Omgevingswet (Ow) en afdeling 5.2 Ow

De definities in artikel 2 sluiten aan bij de begripsbepalingen in de Ow met betrekking tot het begrip ‘project’ en ‘projectbesluit’ en de regels over de ‘projectprocedure’ als bedoeld in afdeling 5.2 Ow.

Artikel 3

Behoeft geen implementatie; kan door feitelijk handelen worden uitgevoerd

 

Artikel 4

Afdeling 5.2 Ow

De instantie die voor een project als aanspreekpunt optreedt, de uitvoering van de ‘vergunningsprocedure’ faciliteert en gemachtigd is om het ‘vergunningsbesluit’ te nemen, kan per project, projectcategorie of geografisch gebied verschillen. De aanwijzing van deze instantie is gerealiseerd met het attribueren van bevoegdheden in afdeling 5.2 van de Omgevingswet.

Artikel 5

Afdelingen 5.2 en 16.6 Ow, hoofdstuk 5 van het Omgevingsbesluit (Ob) en hoofdstuk 9 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)

Afdelingen 5.2 en 16.6 Ow bevatten regels over de totstandkoming van het projectbesluit en over de projectprocedure. Hoofdstuk 5 Ob bevat nadere regels over de projectprocedure en hoofdstuk 9 Bkl bevat nadere regels over het projectbesluit.

Artikel 6, eerste lid

Behoeft geen implementatie; geen verplichting voor lidstaat

 

Artikel 6, tweede en derde lid

Behoeft geen implementatie; kan door feitelijk handelen worden uitgevoerd

 

Artikel 6, vierde tot en met zesde lid

Behoeft geen implementatie; betreft mogelijkheid om instantie te verplichten om een gedetailleerd vergunningsschema op te stellen dat op het afzonderlijke project toegesneden informatie bevat.

het betreft een facultatieve bepaling waar geen gebruik van gemaakt wordt

Artikel 6, zevende lid

Afdeling 5.2 Ow

Zie toelichting bij artikel 5.

Artikel 6, achtste lid

Behoeft geen implementatie; kan door feitelijk handelen worden uitgevoerd

 

Artikel 7

Behoeft geen implementatie; kan door feitelijk handelen worden uitgevoerd

 

Artikel 8

Behoeft geen implementatie; kan door feitelijk handelen worden uitgevoerd

 

Artikel 9

Behoeft geen implementatie; betreft overgangsbepalingen die geen aanleiding geven tot aanpassing bestaande regelgeving

 

Artikel 10, eerste lid

Behoeft geen implementatie; geen verplichting voor lidstaat

 

Artikel 10, tweede lid

Behoeft geen implementatie; kan door feitelijk handelen worden uitgevoerd

 

Artikel 11

Behoeft geen implementatie; kan door feitelijk handelen worden uitgevoerd

 

Artikel 12

Behoeft geen implementatie; betreft de datum van inwerkingtreding van richtlijn.

 

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, namens deze, DE DIRECTEUR BESTUURLIJKE EN JURIDISCHE ZAKEN, G.A. Jurgens

Naar boven