Subsidieregeling rechtsbijstand pilot Wijkrechtbank Eindhoven 2022–2023

Het bestuur van de raad voor rechtsbijstand,

gelet op artikel 37b van de Wet op de rechtsbijstand, waarin is bepaald dat het bestuur van de raad voor rechtsbijstand subsidie kan verstrekken ten behoeve van de verlening van rechtsbijstand voor bijzondere doeleinden en projecten,

besluit:

de volgende subsidieregeling vast te stellen.

HOOFDSTUK I: ALGEMEEN

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

a. besluit:

Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000;

b. bestuur:

het bestuur van de raad voor rechtsbijstand, bedoeld in artikel 3 van de wet;

c. rechtsbijstandverlener:

de advocaat die ingeschreven is bij de raad voor rechtsbijstand en rechtsbijstand verleent in het kader van de pilot;

d. voorkeursadvocaat:

de advocaat die voor het strafrecht is ingeschreven bij de raad voor rechtsbijstand en die op uitdrukkelijk verzoek van de rechtzoekende en in nauwe afstemming met de rechtsbijstandverlener, een deel van de rechtsbijstandverlening voor zijn rekening neemt;

e. coördinator(en):

één of maximaal twee van de deelnemende rechtsbijstandverleners die een coördinerende rol vertolken en deelnemen aan de zaakoverstijgende overleggen in de pilot;

f. rechtsbijstandverlening:

de door de rechtsbijstandverlener in de pilot te verlenen rechtsbijstand ten behoeve van de rechtzoekende in een zaak die aan de wijkrechter wordt voorgelegd;

g. rechtzoekende:

de rechtzoekende bedoeld in artikel 1 van de wet, aan wie in het kader van de pilot rechtsbijstand wordt verleend;

h. een zaak:

een cluster van meerdere juridische geschillen van de rechtzoekende die in het kader van de pilot integraal worden behandeld en afgedaan door de wijkrechter;

i. de wet:

de Wet op de rechtsbijstand;

j. de pilot:

de pilot Wijkrechtbank Eindhoven, een proef in de gemeente Eindhoven met rechtspreken in de wijk;

Artikel 2: Doel

Deze regeling heeft tot doel adequate en kosteloze gesubsidieerde rechtsbijstand te regelen voor de rechtzoekende wiens zaak wordt behandeld in de pilot Wijkrechtbank Eindhoven.

HOOFDSTUK II: DE VERGOEDINGEN

Artikel 3: De vergoedingen

  • 1. Rechtsbijstandverleners en voorkeursadvocaten ontvangen overeenkomstig de bepalingen van deze regeling een vergoeding voor de verlening van rechtsbijstand aan de rechtzoekende wiens zaak wordt behandeld in het kader van de pilot. De coördinator ontvangt daarnaast een vergoeding voor deelname aan de zaakoverstijgende aan overleggen in deze pilot.

  • 2. De vergoeding, bedoeld in het eerste lid omvat:

    • a. de overeenkomstig deze regeling vastgestelde vergoeding voor de rechtsbijstandverlening;

    • b. de overeenkomstig deze regeling vastgestelde vergoeding voor kosten in verband met het reizen ten behoeve van de rechtsbijstandverlening;

    • c. een vergoeding voor de administratieve kosten overeenkomstig artikel 27 van het besluit;

    • d. een vergoeding voor de deelname van de coördinator(en) aan zaakoverstijgende bijeenkomsten met ketenpartners, advocaten en evaluatieonderzoekers, met een maximum van 15 uren per maand per coördinator;

    • e. de omzetbelasting die is verschuldigd over de vergoedingen, bedoeld onder a, b, c en d van dit lid.

  • 3. De vergoeding zoals bedoeld in het tweede lid, onder a tot en met c, wordt gedeeld door de twee rechtsbijstandverleners die een zaak behandelen, ofwel gedeeld door één rechtsbijstandverlener die de zaak behandelt en een voorkeursadvocaat.

  • 4. Ten behoeve van de berekening van de vergoeding worden de krachtens deze regeling toegekende punten of, in het geval van coördinator(en) als bedoeld onder d de uren, vermenigvuldigd met het basisbedrag, zoals genoemd in het eerste lid van artikel 3 van het besluit.

  • 5. Bij de toepassing van deze regeling wordt de financiële draagkracht van de rechtzoekende buiten beschouwing gelaten.

Artikel 4: Vergoedingen voor rechtsbijstandverlening

  • 1. Voor de rechtsbijstandverlening aan de rechtzoekende zoals bedoeld in deze regeling wordt een vergoeding toegekend van 21 punten per zaak.

  • 2. De vergoeding dekt de volledig rechtsbijstandverlening in de zaak. Derhalve verstrekt het bestuur voor de zaak, met uitzondering van toevoegingen die het bestuur op last in een zaak moet afgeven, geen andere of aanvullende piket- of toevoegsubsidie.

  • 3. Op aanvraag verstrekt het bestuur op het moment van aanvang van de rechtsbijstandverlening in het kader van de pilot een voorschot van € 1.000 op de krachtens deze subsidieregeling toe te kennen vergoeding. Dit voorschot wordt met een door het bestuur voorgeschreven formulier aangevraagd.

Artikel 5: Vergoeding voor reiskosten

Voor de kosten in verband met het reizen ten behoeve van de verlening van rechtsbijstand aan de rechtzoekende in het kader van de pilot wordt een vergoeding van € 0,09 per kilometer toegekend.

Artikel 6: Kosteloze rechtsbijstand voor de rechtzoekende

  • 1. De rechtsbijstand is voor de rechtzoekende kosteloos; er wordt geen eigen bijdrage opgelegd.

  • 2. De rechtsbijstandverlener kan de rechtzoekende geen kosten in rekening brengen.

HOOFDSTUK III: VOORWAARDEN

Artikel 7: Voorwaarden tot deelname voor advocaten

  • 1. De regeling is van toepassing op rechtsbijstandverleners die voldoen aan de volgende deelnamecriteria:

    • a. de rechtsbijstandverlener is ingeschreven is bij de raad;

    • b. de rechtsbijstandverlener is ingeschreven op meerdere (sociale) rechtsgebieden, zoals het strafrecht, personen- en familierecht, sociaal zekerheidsrecht, arbeidsrecht, huurrecht en jeugdrecht;

    • c. de rechtsbijstandverleners werken in tweetallen aan een zaak;

    • d. de rechtsbijstandverlener is voor deelname aan de pilot voorgedragen door de plaatselijke Orde van Advocaten.

  • 2. De rechtsbijstandverlener verleent medewerking aan onderzoek, evaluatie en collegiale toetsing van onderscheidenlijk binnen de pilot en levert gegevens aan ten behoeve van die evaluatie.

HOOFDSTUK IV: AANVRAAG RECHTSBIJSTAND

Artikel 8: Aanvraag en vaststelling van de vergoeding

  • 1. Binnen twee maanden na afronding van de zaak waarin de rechter definitief uitspraak heeft gedaan, vraagt de rechtsbijstandverlener de vergoeding, onder aftrek van een eventueel voorschot, aan met het formulier ‘Verklaring rechtsbijstandverlening pilot Wijkrechtbank Eindhoven’. Bij dit formulier voegt de rechtsbijstandverlener een urenstaat, waarop de bestede uren aan rechtsbijstandverlening worden vermeld.

  • 2. De coördinator vraagt maandelijks, onder overlegging van een urenstaat en op een door de Raad voorgeschreven formulier, een vergoeding aan voor de gewerkte uren in een maand.

  • 3. De rechtsbijstandverlener of voorkeuradvocaat die in een tweetal werkt, wordt geacht de vergoeding zoals die is opgenomen in artikel 3 van deze regeling onderling te delen, met inachtneming van het derde lid van dat artikel en naar evenredigheid van ieders aandeel in de bestede tijd aan de zaak.

  • 4. De vergoedingen zoals vermeld in lid 1 en 2 worden direct vastgesteld.

HOOFDSTUK V: SLOTBEPALINGEN.

Artikel 9: Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot 1 juli 2022.

  • 2. Deze regeling vervalt op 1 januari 2024.

Artikel 10: Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Subsidieregeling rechtsbijstand pilot Wijkrechtbank Eindhoven 2022–2023’.

Deze subsidieregeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Hertogenbosch, 15 juni 2023

I.D. Nijboer Algemeen directeur / bestuurder Raad voor Rechtsbijstand

TOELICHTING

Algemeen

In het voorjaar van 2019 is op initiatief van de gemeente Eindhoven, de rechtbank Oost-Brabant en het OM, en in samenwerking met andere ketenpartners, in Eindhoven een pilot gestart met een wijkrechtbank. Die pilot sluit aan bij initiatieven die rechtbanken in het gehele land ontwikkelen en die passen in het streven naar maatschappelijk effectieve rechtspraak. Met die maatschappelijk effectieve rechtspraak wordt beoogd de problemen van rechtzoekenden zo integraal en duurzaam mogelijk op te lossen. In dat kader vonden al eerder pilots als de Burenrechter en de Regelrechter plaats.

Het concept van een wijkrechtbank is geïnspireerd op een model van problem solving justice en community courts dat vooral in zogeheten ‘common law landen’ (zoals de Verenigde Staten) wordt benut om crimineel en normoverschrijdend gedrag duurzaam aan te pakken. Kenmerkend voor de aanpak in Eindhoven is allereerst de actieve rol van de rechter. De rechter in de wijkrechtbank kijkt verder dan de individuele strafzaak en streeft ernaar om andere juridische problematiek (bijvoorbeeld schulden of huisvesting) te betrekken bij de lopende procedure. Ook is kenmerkend dat de samenwerking van (lokale) ketenpartners wordt versterkt door alle betrokken instanties aan tafel te brengen tijdens de zitting. Uiteindelijk verbindt de rechter aan een strafoplegging bepaalde bijzondere voorwaarden die gericht zijn op het voorkomen van recidive en moeten bijdragen aan de oplossing van de onderliggende problemen. Eventuele tijdens de zitting gemaakte afspraken kunnen in deze voorwaarden worden vervat. De rechter houdt ook in het traject na de zitting een toezichthoudende taak via een toetsingszitting.

In deze pilot werd er aanvankelijk voor gekozen om het rechtspreken te concentreren in de wijk Woensel in Eindhoven, omdat deze wijk een grote sociale problematiek kent, de criminaliteitscijfers hoger zijn dan gemiddeld en met name jongeren voor veel overlast zorgen. Later is de pilot uitgebreid naar andere wijken in Eindhoven, mede omdat er in enkel de wijk Woensel onvoldoende zaken waren om een betekenisvolle pilot te organiseren. Gelet op het doel richt de pilot zich op de ‘kansrijke zaken’ op het vlak van preventie en de-escalatie.

Het advocatenkoppel is in deze pilot gepositioneerd als een sterke onafhankelijke casemanager voor de rechtzoekende. Daarbij staan het belang en de rechten van de cliënt centraal, maar wordt het belang van een duurzame oplossing scherp in het oog gehouden.

Financiering

Het programma Stelselvernieuwing Rechtsbijstand van het Ministerie van Justitie en Veiligheid is al sinds de start van de Wijkrechtbank Eindhoven betrokken bij de financiering van de rechtsbijstand. Dit gebeurt met specifiek hiervoor vormgegeven vergoedingen, die worden uitgekeerd op grond van door de Raad voor Rechtsbijstand opgestelde subsidieregelingen. Hiervoor is gekozen omdat de reguliere vergoedingensystematiek in deze zaken niet volstaat, aangezien de advocaat meer en andere werkzaamheden verricht dan in reguliere zaken.

Gedurende de pilot wordt een forfait toegekend dat overeenkomt met 21 punten per zaak. Die punten dekken de integrale behandeling van de zaak door de Wijkrechtbank. De vergoeding moet worden gedeeld door de advocaten die gezamenlijk de rechtsbijstand verzorgen. De vergoeding komt in de plaats van de vaak niet in samenhang te behandelen vergoedingen voor piketbijstand, strafrechtsbijstand en rechtsbijstand op civiele en bestuursrechtelijke terreinen. Daarnaast is er een vergoeding van maximaal 15 uren per maand beschikbaar voor maximaal twee coördinatoren voor deelname aan zaakoverstijgende overleggen. De vergoeding per uur voor deze coördinatoren staat gelijk aan het tariefbedrag van één punt.

Actuele stand van zaken en vervolg

Inmiddels is de Wijkrechtbank Eindhoven in een nieuwe fase aangeland. De initiatiefnemers hebben besloten om de werkwijze te gaan integreren in de reguliere werkprocessen. Daarnaast worden er momenteel ook op andere plaatsen in Nederland door de rechtspraak en andere ketenpartijen plannen uitgewerkt voor het starten van nieuwe initiatieven op het gebied van wijkrechtspraak. Gelet op deze ontwikkelingen – integratie van de werkwijze in reguliere processen en nieuwe initiatieven elders – wil het Ministerie van Justitie en Veiligheid een landelijke en uniforme vergoedingensystematiek vormgeven voor rechtsbijstand bij wijkrechtspraak.

Om te komen tot een dergelijke landelijke regeling is besloten om de huidige pilot – evenals de pilot Wijkrechtspraak op Zuid in Rotterdam – te laten evalueren. Dit zal plaatsvinden door een vergelijkende analyse van de wijze van werken en financieren in beide pilots. Deze evaluatie wordt op dit moment uitgevoerd. In afwachting van de uitkomsten van de evaluatie en het opstellen van een landelijke regeling wordt de subsidieregeling ten aanzien van de Wijkrechtbank Eindhoven ter overbrugging verlengd. Hetzelfde zal ook gebeuren met de subsidieregeling voor Wijkrechtspraak op Zuid in Rotterdam. Aangezien er op dit moment nog geen landelijke regeling voor rechtsbijstand bij wijkrechtspraak van kracht is, zijn zowel de wijkrechtbanken in Eindhoven als Rotterdam nog steeds aan te merken als bijzondere projecten. Om die reden is ervoor gekozen om nogmaals gebruik te maken van het middel van een subsidieregeling.

De onderhavige subsidieregeling loopt af op 1 januari 2024.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Artikel 1 bevat onder andere definities voor de betrokken partijen in deze subsidieregeling en omschrijft de pilot.

Artikel 2

In dit artikel is in het doel van de regeling geformuleerd. Het algemene deel bevat al een uitgebreide toelichting van waarop de pilot ziet en welke doelstellingen daaraan hangen.

Artikel 3

In artikel 3 zijn de elementen geformuleerd die voor vergoeding in aanmerking komen. En is aangegeven dat voor de puntvergoeding, de administratieve vergoeding en de reiskostenvergoeding is aangesloten bij de regels in het Besluit vergoedingen rechtsbijstand.

Lid 2 bevat de samenstelling van de vergoedingen voor de rechtsbijstandverleners. Hierin is ook de vergoeding voor de coördinatoren geregeld.

Lid 3 bevat de bepaling dat de rechtsbijstandverleners die een zaak gezamenlijk behandelen de ter beschikking gestelde vergoeding moeten delen.

Die vergoeding kan ook worden gedeeld tussen een rechtsbijstandverlener en een voorkeursadvocaat. Inzet van die voorkeursadvocaat is aan de orde als een verdachte zijn zaak wil laten behandelen door de Wijkrechtbank, maar daarbij wel staat op de (gedeeltelijke) inzet van zijn voorkeursadvocaat. Die voorkeuradvocaat kan op grond van deze regeling een koppel vormen met de rechtsbijstandverlener en aanspraak maken op een deel van de vergoeding.

In lid 5 is bepaald dat in kader van deze pilot voor de verlening van rechtsbijstand geen rekening wordt gehouden met de financiële draagkracht van de rechtzoekende.

In deze pilot bestaat behoefte aan de behandeling van voldoende zaken om lering uit te kunnen trekken. Er bestond vooraf de vrees dat bij toepassing van de financiële draagkracht, te weinig geschikte zaken in de pilot zouden resteren. Vandaar dat in de pilot ervoor is gekozen de financiële draagkracht buiten beschouwing te laten.

Artikel 4

Per zaak geldt een vergoeding van 21 punten. In het algemeen deel van deze toelichting is al beschreven waar die vergoeding op ziet. Bovendien is in lid 2 van dit artikel uitdrukkelijk bepaald dat deze vergoeding een aanvullende toevoeging of piketvergoeding uitsluit. Daarvoor geldt wel weer de uitzondering van een op last af te geven toevoeging, voor bijvoorbeeld de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijke opgelegde straf.

In een zaak kan de rechtsbijstandverlener een voorschot aanvragen. Die mogelijkheid is geboden, omdat het tijdsverloop tussen de start en afronding van de zaak groot kan zijn.

Artikel 5

Voor de kilometervergoeding is aangesloten bij de geldende vergoedingsregels in de gesubsidieerde rechtsbijstand.

Artikel 6

In het verlengde van het geen bepaald is in artikel 3 vijfde lid is hierin opgenomen dat geen eigen bijdrage in rekening wordt gebracht.

Artikel 7

In het eerste lid is geformuleerd aan welke kenmerken de ingeschakelde rechtsbijstandverlener moet voldoen.

De rechtsbijstandverlener moet van veel markten thuis zijn. Hij moet voldoende juridische kennis hebben op de genoemde rechtsgebieden.

Het bestuur realiseert zich dat in deze pilot de advocaat die wordt ingezet niet aan alle door de Raad gestelde inschrijvingsvoorwaarden voor de in de integrale zaaksbehandeling aan bod komende rechtsgebieden kan voldoen en stemt met die afwijking ook in. Wel moet de rechtsbijstandverlener in enkele van die genoemde rechtsgebieden ingeschreven zijn en aan de voorwaarden voldoen.

Bijzonder is ook dat advocaten in tweetallen aan een zaak werken. In artikel 7 lid 1 sub c is de bijzondere regeling voor samenwerking aan een zaak opgenomen. Hiermee wordt bevorderd dat onder regie van degene die de zaak heeft ingenomen, op onderdelen zo nodig de kennis van een deelnemende, collega rechtsbijstandverlener kan worden ingeschakeld. Dit leidt niet tot een hogere vergoeding of het mogen aanvragen van een extra toevoeging.

Artikel 8

In dit artikel zijn de regels voor de aanvraag en vaststelling van de vergoeding weergegeven. Van belang is dat de rechtsbijstandverlener een urenstaat inlevert, opdat goed de (vooraf) vastgestelde uitgangspunten voor de puntentoekenning kunnen worden getoetst.

Naar boven