Onderlinge regeling houdende wijziging van de Onderlinge regeling inzake het ‘Programma Stimuleren van Studeren in de Caribische Landen van het Koninkrijk en in de regio’ van 30 juni 2023

Partijen,

het land Aruba, te dezen vertegenwoordigd door de Minister van Onderwijs en Sport, de heer E.J.H. Croes, hierna te noemen: ‘Aruba’,

en

het land Curaçao, te dezen vertegenwoordigd door de Minister van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport van Curaçao, de heer S. van Heydoorn, hierna te noemen: ‘Curaçao’,

en

het land Sint Maarten, te dezen vertegenwoordigd door de Minister van Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport, de heer R. Samuel, hierna te noemen: ‘Sint Maarten’,

en

de Staat der Nederlanden, te dezen, vertegenwoordigd door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van Nederland, de heer R.H. Dijkgraaf, hierna te noemen: ‘Nederland’.

hierna gezamenlijk te noemen: ‘de Koninkrijkslanden’.

Overwegende dat:

  • de Koninkrijkslanden elkaar op grond van de artikelen 36 en 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden hulp en bijstand kunnen verlenen, en onderling regelingen kunnen treffen;

  • de Koninkrijkslanden het van belang vinden dat de onderwijsmobiliteit binnen de Koninkrijkslanden wordt gestimuleerd, middels financiële ondersteuning aan studenten in het studiejaar 2023 – 2024;

  • dat Partijen het implementatieplan van Strategic Education Alliance (hierna: SEA) in het Ministerieel Vierlandenoverleg Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 20 april 2023 hebben geaccordeerd.

Komen het volgende overeen:

ARTIKEL I

De Onderlinge regeling inzake het ‘Programma Stimuleren van Studeren in de Caribische Landen van het Koninkrijk en in de regio’ wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan de numerieke rangschikking van paragraaf 7 ‘Overgangsjaar’ wordt na het zevende lid een lid toegevoegd, luidende:

  • 8. Naast het bedrag uit het eerste lid stelt Nederland in 2023 een bedrag van maximaal € 59.000,- beschikbaar aan onderscheidenlijk Aruba, Curaçao en Sint Maarten voor het stimuleren van de onderwijsmobiliteit van studenten binnen het Koninkrijk in het studiejaar 2023 – 2024, hierbij geldt het volgende:

    • a. op uiterlijk 15 juli 2023 leggen, onderscheidenlijk Aruba, Curaçao en Sint Maarten, ter goedkeuring aan Nederland, een activiteitenplan dat in ieder geval bevat:

      • i. de beoogde activiteiten;

      • ii. het benodigde bedrag;

      • iii. een begroting;

      • iv. de bank- en NAW-gegevens van de fondsbeheerder aan wie Nederland de bedragen overmaakt;

      • iiv. de NAW-gegevens van de registeraccountant die de controle op de financiële verantwoording uitvoert;

    • b. na goedkeuring van het activiteitenplan maakt Nederland uiterlijk in september 2023 het bedrag als bedoeld in dit lid over aan de betreffende fondsenbeheerder;

    • c. de leden 5 en 6 zijn van overeenkomstig toepassing.

ARTIKEL II

Deze onderlinge regeling treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en eindigt met ingang van 1 januari 2025.

Binnen 30 dagen na ondertekening van deze onderlinge regeling, wordt de tekst daarvan gepubliceerd in de Staatscourant en in de publicatiebladen van de Caribische landen van het Koninkrijk.

Aldus overeengekomen en in viervoud ondertekend,

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van Nederland, R.H. Dijkgraaf

De Minister van Onderwijs en Sport van Aruba E.J.H. Croes

De Minister van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport van Curaçao S. van Heydoorn

De Minister van Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport van Sint Maarten R. Samuel

Naar boven