Deelregeling Kunstpodia 2025–2028

Het bestuur van het Mondriaan Fonds

Gelet op artikel 10, vierde lid van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;

Besluit:

PARAGRAAF 1 ALGEMEEN

Artikel 1.1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. het fonds:

het Mondriaan Fonds;

b. het bestuur:

de directeur-bestuurder van het fonds;

c. kunstpodium:

een organisatie met rechtspersoonlijkheid gevestigd in Nederland, die een publiekstoegankelijk podium biedt voor de presentatie van vernieuwend of experimenteel aanbod van hedendaagse beeldende kunst, die niet overwegend gericht is op het beheer van een collectie, die de programmering laat plaatsvinden in een fysieke ruimte en tot primair doel heeft hedendaagse beeldende kunst te presenteren zonder verkoopdoel en waarbij winst niet het primair oogmerk is;

d. programma:

een serie van inhoudelijk samenhangende activiteiten gericht op presentatie, experiment, opinie en debat, zoals tentoonstellingen, discussiebijeenkomsten en lezingen;

e. beeldend kunstenaar:

degene die op professionele wijze werk maakt binnen het kader van de beeldende kunsten;

f. beeldende kunst:

hedendaagse en actuele vormen van verbeelding die door beeldend kunstenaars worden vervaardigd binnen één of meer van de volgende terreinen:

  • teken-, schilder- en grafische kunsten,

  • beeldhouwkunst, (sociale) sculptuur en installatiekunst,

  • conceptuele kunst, performancekunst, artistiek onderzoek,

  • niet-traditionele vormen van beeldende kunst,

  • fotografie,

  • audiovisuele, digitale, geluids- en (nieuwe) mediakunst,

  • beeldende kunsttoepassingen,

  • kunst in de openbare ruimte;

g. aanvrager:

een kunstpodium dat een aanvraag doet;

h. Nederland:

het Koninkrijk der Nederlanden, bestaande uit Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten inclusief de bijzondere gemeentes Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

i. bevoegd adviesorgaan:

een onder welke benaming dan ook door het bestuur aangewezen adviseur of adviescommissie aan wie is opgedragen aanvragen op grond van een of meer deelregelingen te beoordelen;

j. pluriformiteit:

culturele, geografische en andere vormen van diversiteit.

Artikel 1.2. Doel

Het Mondriaan Fonds kan op grond van deze regeling subsidies verstrekken aan kunstpodia die met hun programma bijdragen aan een kwalitatief hoogwaardig en pluriform aanbod van hedendaagse beeldende kunst in Nederland en het opbouwen en bereiken van een publiek daarvoor.

Artikel 1.3. Subsidievormen

  • 1. Een aanvrager kan op grond van deze regeling subsidie aanvragen voor één van onderstaande categorieën:

    • a. Kunstpodium Start, subsidie wordt verstrekt voor een periode van twee kalenderjaren,

    • b. Kunstpodium Basis, subsidie wordt verstrekt voor een periode van vier kalenderjaren;

    • c. Kunstpodium Breed, subsidie wordt verstrekt voor een periode van vier kalenderjaren.

  • 2. Een instelling kan per aanvraagronde slechts één aanvraag indienen. Een instelling vraagt aan voor één van de bovenstaande categorieën.

Artikel 1.4. Subsidieplafond

  • 1. Het bestuur stelt iedere twee jaar bij bestuursbesluit een subsidieplafond in voor de categorie Kunstpodium Start. Het bestuur stelt iedere vier jaar bij bestuursbesluit een subsidieplafond in voor de categorieën Kunstpodium Basis en Kunstpodium Breed.

  • 2. In dit besluit worden de aantallen per categorie en de hoogte van de subsidiebedragen per categorie vastgelegd.

  • 3. De besluiten, zoals bedoeld in het eerste lid, worden bekendgemaakt op de website van het fonds.

Artikel 1.5. Weigeringsgronden

  • 1. Subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien voor de activiteiten waarvoor op grond van deze regeling subsidie wordt aangevraagd, aan de aanvrager subsidie is of zal worden verleend op grond van een andere regeling van het Mondriaan Fonds of een van de andere Rijkscultuurfondsen, dan wel op grond van de Regeling op het specifiek cultuurbeleid.

  • 2. Subsidie wordt in ieder geval geweigerd, voor zover de aanvrager in de aanvraag niet verklaart dat het de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie onderschrijft.

  • 3. Het bestuur kan subsidie weigeren:

    • a. als de aanvrager in de voorgaande twee jaar niet heeft voldaan aan een of meer aan een subsidie verbonden voorwaarden of verplichtingen, waaronder in elk geval ook vallen het juist en tijdig afronden van de gesubsidieerde activiteiten, het tijdig melden van relevante veranderingen in de uitvoering en het juist en tijdig verantwoorden van de activiteiten;

    • b. als de aanvraag onvoldoende concreet is met betrekking tot de uit te voeren activiteiten;

    • c. als de aanvrager niet aan het bepaalde in deze regeling voldoet.

PARAGRAAF 2 PROCEDURE

Artikel 2.1. Indieningsperiode en termijn

  • 1. Het bestuur stelt voor de categorie Kunstpodium Start iedere twee jaar een aanvraagronde vast. Het bestuur stelt voor de categorieën Kunstpodium Basis en Kunstpodium Breed iedere vier jaar een aanvraagronde vast. De bijbehorende indiendata worden tijdig bekend gemaakt.

  • 2. Bij de openstelling van een aanvraagronde kan het bestuur voor die ronde nadere voorwaarden stellen.

Artikel 2.2. Aanvraagformulier

  • 1. De aanvraag wordt digitaal ingediend.

  • 2. Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een door het bestuur opgesteld formulier voor de betreffende periode en categorie als bedoeld in artikel 1.3 eerste lid.

  • 3. Een aanvraag wordt alleen in behandeling genomen als het volledig ingevulde aanvraagformulier tijdig is ontvangen door het Mondriaan Fonds en vergezeld gaat van de vereiste bijlagen.

  • 4. De aanvrager kan per aanvraagronde voor niet meer dan één categorie subsidie aanvragen en dient in zijn aanvraag te vermelden voor welke subsidie, zoals bedoeld in artikel 1.3 eerste lid, het een aanvraag indient.

Artikel 2.3. Adviescommissie

  • 1. Aanvragen worden voorgelegd aan een adviescommissie, mits zij voldoen aan de vereisten om voor subsidie in aanmerking te komen.

  • 2. De adviescommissie beoordeelt de aanvragen aan de hand van de per categorie bepaalde beoordelingscriteria.

  • 3. De adviescommissie kan daarbij gebruik maken van eerder aan het Mondriaan Fonds uitgebrachte adviezen en rapportages.

  • 4. De adviescommissie kan adviseren over de indeling van de aanvragen waarover het een advies heeft uitgebracht in één van de categorieën, zoals bedoeld in artikel 1.3 eerste lid.

  • 5. Bij de advisering wordt pluriformiteit van de totale groep te honoreren kunstpodia meegewogen.

Artikel 2.4. Honorering en verdeling budget

  • 1. De adviescommissie verdeelt de aanvragen per categorie onder in twee groepen: de Groep Honoreren en de Groep Niet Honoreren.

  • 2. Als de subsidieplafonds ontoereikend zijn om alle subsidiabele aanvragen te honoreren, worden de aanvragen in een rangorde geplaatst op basis van de van toepassing zijnde criteria.

  • 3. Het bestuur verdeelt de beschikbare subsidies per categorie volgens de rangorde, waarbij aanvragen worden toegewezen of gedeeltelijk toegewezen, totdat het in artikel 1.4 eerste lid bedoelde subsidieplafond is bereikt of het in het in artikel 1.4 tweede lid bedoelde aantal is bereikt.

  • 4. Indien het subsidieplafond en/of het aantal in een bepaalde categorie niet bereikt worden, kan het bestuur besluiten het subsidieplafond uit een andere categorie te verhogen.

  • 5. Indien het bestuur een subsidieplafond verhoogt, wordt steeds de eerstvolgende aanvraag in de Groep Honoreren toegewezen voor het geadviseerde subsidiebedrag totdat het subsidieplafond is bereikt.

  • 6. De resterende aanvragen worden afgewezen.

Artikel 2.5. Besluit

  • 1. In afwijking van het bepaalde in het Algemeen Reglement informeert het bestuur de aanvrager binnen 24 weken na de uiterlijke indieningsdatum schriftelijk over zijn besluit.

  • 2. Een subsidie kan alleen worden toegekend als de adviescommissie een positief advies heeft uitgebracht over de aanvraag.

  • 3. Indien een aanvrager in de komende beleidsplanperiode wordt opgenomen in de Basisinfrastructuur of een meerjarige subsidie zal ontvangen van een van de andere Rijkscultuurfondsen, dan komt het toegekende bedrag voor die periode te vervallen.

  • 4. Als het besluit samenhangt met een subsidiebeslissing van de rijksoverheid, dan kan het bestuur een ontbindende voorwaarde in zijn besluit opnemen.

  • 5. De bij wijze van voorschot uitgekeerde subsidie als bedoeld in dit artikel bedraagt maximaal 90 procent van het subsidiebedrag. De resterende 10 procent zal na goedkeuring van de in paragraaf zes bedoelde verantwoording worden uitbetaald.

PARAGRAAF 3 KUNSTPODIUM START

Artikel 3.1. De aanvrager

De aanvrager is een kleine startende organisatie, met rechtspersoonlijkheid, met een al dan niet regelmatig programma van presentaties en activiteiten.

Artikel 3.2. Subsidieduur

De subsidie wordt maximaal drie keer verstrekt voor telkens een periode van twee kalenderjaren.

Artikel 3.3 Drempelnormen

  • 1. De aanvrager die in aanmerking wil komen voor een subsidie Kunstpodium Start:

    • toont aan dat minimaal 10 procent van de begroting is gedekt door financiële bijdragen van andere overheden en/of andere partijen en/of eigen inkomsten voor de structurele kosten van de organisatie;

    • onderschrijft de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie.

  • 2. Het bestuur kan besluiten een aanvraag die niet voldoet aan de drempelnormen in behandeling te nemen als de aanvrager hieraan in zeer beperkte mate niet voldoet. Het bestuur kan in dat geval voorwaarden verbinden aan het besluit de aanvraag te honoreren. Het besluit voorwaarden te stellen is afhankelijk van de mate waarin de aanvraag niet voldoet aan de drempelnormen.

Artikel 3.4. Aanvraag

Naast de bepalingen vastgesteld in het Algemeen Reglement, in het aanvraagformulier en in de toelichting daarop dient de aanvraag vergezeld te gaan van:

  • Een beschrijving van de organisatie, betrokken personen, de activiteiten in het recente verleden en de ambities voor de nabije toekomst;

  • Een plan met de volgende onderdelen;

    • Een programma;

    • Een presentatieplan waarin toegelicht wordt hoe het beoogde publiek wordt bereikt;

    • Een toelichting waarom op dit moment een bijdrage van belang is en op welke manier de bijdrage ook op langere termijn een impuls voor de organisatie kan betekenen;

    • Een toelichting op de lokale inbedding van de organisatie, zoals ook kan blijken uit bijdragen van de lokale overheid;

    • Een reflectie op de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie waarin de organisatie een toelichting geeft op hoe de codes tot nu toe een rol hebben gespeeld in het beleid en welke stappen de organisatie de komende twee jaar wil nemen op dit gebied.

  • Een begroting met een dekkingsplan.

Artikel 3.5. Beoordelingscriteria

De adviescommissie beoordeelt of het kunstpodium van belang is of naar verwachting van belang zal worden voor de hedendaagse beeldende kunst in Nederland aan de hand van de volgende criteria in onderlinge samenhang:

  • a. artistiek/inhoudelijke kwaliteit van activiteiten uit het recente verleden;

  • b. artistiek/inhoudelijke kwaliteit van de activiteiten uit het plan;

  • c. publieksbereik;

  • d. lokale inbedding;

  • e. kwaliteit organisatie en bedrijfsvoering;

  • f. omgang met de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie.

PARAGRAAF 4 KUNSTPODIUM BASIS

Artikel 4.1. De aanvrager

Een (kleine) professionele instelling met rechtspersoonlijkheid met een jaarprogramma van presentaties en activiteiten.

Artikel 4.2. Subsidieduur

De subsidie wordt verstrekt voor een periode van vier kalenderjaren.

Artikel 4.3. Drempelnormen

  • 1. De aanvrager die in aanmerking wil komen voor een subsidie Kunstpodium Basis:

    • voerde in de twee jaar voorafgaand aan de aanvraag een programma uit, zoals bedoeld in artikel 1 sub d;

    • toont aan dat minimaal 20 procent van de begroting is gedekt door financiële bijdragen van andere overheden en/of andere partijen en/of eigen inkomsten voor de structurele kosten van de organisatie;

    • beschikt over actief geïmplementeerd beleid op het gebied van de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie.

  • 2. Het bestuur kan besluiten een aanvraag die niet voldoet aan de drempelnormen in behandeling te nemen als de aanvrager hieraan in zeer beperkte mate niet voldoet. Het bestuur kan in dat geval voorwaarden verbinden aan het besluit de aanvraag te honoreren. Het besluit voorwaarden te stellen is afhankelijk van de mate waarin de aanvraag niet voldoet aan de drempelnormen.

Artikel 4.4. Aanvraag

Naast de bepalingen vastgesteld in het Algemeen Reglement, in het aanvraagformulier en in de toelichting daarop dient de aanvraag vergezeld te gaan van:

  • Een beschrijving van de instelling, de daarbij betrokken personen, de activiteiten in recente jaren en de ambities voor de nabije toekomst.

  • Een plan dat de volgende onderdelen bevat:

    • Een programma met een overtuigende artistiek inhoudelijke basis;

    • Een presentatieplan waarin toegelicht wordt hoe het beoogde publiek wordt bereikt;

    • Een toelichting op de lokale inbedding van de instelling, zoals ook kan blijken uit bijdragen van de lokale overheid;

    • Een toelichting op het actief geïmplementeerde beleid op het gebied van de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie waarin verbeterpunten worden benoemd en een stappenplan richting verbetering wordt geformuleerd.

  • Een begroting met een dekkingsplan.

Artikel 4.5. Beoordelingscriteria

De adviescommissie beoordeelt of het kunstpodium van belang is of naar verwachting van belang zal worden voor de hedendaagse beeldende kunst in Nederland en/of de regio waar het is gevestigd aan de hand van de volgende criteria in onderlinge samenhang:

  • a. artistieke visie;

  • b. artistiek/inhoudelijke kwaliteit van activiteiten uit het recente verleden;

  • c. artistiek/inhoudelijke kwaliteit van de activiteiten uit het plan;

  • d. innovatieve kwaliteiten;

  • e. publieksbereik;

  • f. lokale inbedding;

  • g. kwaliteit organisatie en professionaliteit bedrijfsvoering;

  • h. toepassing van de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie.

PARAGRAAF 5 KUNSTPODIUM BREED

Artikel 5.1. De aanvrager

Een professionele instelling met rechtspersoonlijkheid van lokaal en (inter)nationaal belang met een regelmatig jaarprogramma van presentaties aangevuld met een uitgebreid activiteitenprogramma.

Artikel 5.2. Subsidieduur

De subsidie wordt verstrekt voor een periode van vier kalenderjaren.

Artikel 5.3. Drempelnormen

  • 1. De aanvrager die in aanmerking wil komen voor een subsidie Kunstpodium Breed:

    • voerde in de twee jaar voorafgaand aan de aanvraag een programma, zoals bedoeld in artikel 1 sub d;

    • toont aan dat minimaal 30 procent van de begroting is gedekt door financiële bijdragen van andere overheden en/of andere partijen en/of eigen inkomsten voor de structurele kosten van de organisatie;

    • beschikt over actief geïmplementeerd beleid op het gebied van de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie.

  • 2. Het bestuur kan besluiten een aanvraag die niet voldoet aan de drempelnormen in behandeling te nemen als de aanvrager hieraan in zeer beperkte mate niet voldoet. Het bestuur kan in dat geval voorwaarden verbinden aan het besluit de aanvraag te honoreren. Het besluit voorwaarden te stellen is afhankelijk van de mate waarin de aanvraag niet voldoet aan de drempelnormen.

Artikel 5.4. Aanvraag

Naast de bepalingen vastgesteld in het Algemeen Reglement, in het aanvraagformulier en in de toelichting daarop dient de aanvraag vergezeld te gaan van:

  • Een beschrijving van de missie, visie en het profiel van de instelling, de daarbij betrokken personen en een reflectie op de activiteiten in recente jaren.

  • Een plan dat de volgende onderdelen bevat:

    • Een doordacht artistiek inhoudelijk breed programma;

    • Een presentatieplan waarin toegelicht wordt hoe een stevig publieksbereik voorbij het professionele bereikt wordt waarbij de aanvrager ingaat op de (gewenste)publieksvoorzieningen en een overtuigende publieksstrategie aanlevert waaruit inzicht in meer verschillende doelgroepen blijkt en hoe deze te bereiken.;

    • Een duidelijke strategie met betrekking tot de lokale en (inter)nationale context;

    • Een heldere en overtuigende visie op marketing en communicatie;

    • Een toelichting op het actief geïmplementeerde beleid op het gebied van de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie waarin verbeterpunten worden benoemd en een stappenplan richting verbetering wordt geformuleerd.

  • Een begroting met een dekkingsplan.

Artikel 5.5. Beoordelingscriteria

De adviescommissie beoordeelt of het kunstpodium van belang is voor de hedendaagse beeldende kunst in Nederland en de regio waar het is gevestigd aan de hand de volgende criteria in onderlinge samenhang:

  • a. artistieke visie, missie, profiel;

  • b. artistiek/inhoudelijke kwaliteit van activiteiten uit het recente verleden;

  • c. artistiek/inhoudelijke kwaliteit van de activiteiten uit het plan;

  • d. innovatieve kwaliteiten;

  • e. publieksbereik;

  • f. lokale inbedding;

  • g. kwaliteit organisatie en professionaliteit bedrijfsvoering;

  • h. toepassing van de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie.

PARAGRAAF 6 VERPLICHTINGEN EN VERANTWOORDING

Artikel 6.1. Aan de subsidie verbonden verplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger meldt onverwijld aan het bestuur als:

    • a. de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt niet of niet geheel zullen doorgaan;

    • b. niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan; of

    • c. er aanzienlijke artistieke of zakelijke wijzigingen zijn ten opzichte van het plan op basis waarvan subsidie is verstrekt.

  • 2. De subsidieontvanger plaatst het logo of de naam van het Mondriaan Fonds op alle publiciteitsuitingen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteiten en stuurt exemplaren van drukwerk dat betrekking heeft op de gesubsidieerde activiteiten aan het Mondriaan Fonds.

  • 3. Het bestuur kan bij beschikking andere dan de in het eerste en tweede lid opgenomen verplichtingen aan de subsidie verbinden.

Artikel 6.2. Verantwoording

  • 1. De subsidieontvanger stuurt jaarlijks voor 1 juni een inhoudelijke en financiële verantwoording in van de uitgevoerde activiteiten in het vorige kalenderjaar binnen de subsidieperiode.

  • 2. De inhoudelijke verantwoording bestaat uit een verslag over de verrichte activiteiten waarmee kan worden aangetoond dat de gesubsidieerde activiteiten volgens plan hebben plaatsgevonden.

  • 3. De financiële verantwoording sluit aan op de ingediende begroting.

  • 4. De financiële verantwoording van aanvragers die een subsidie van 125.000 euro of meer per jaar ontvangen, dient vergezeld te gaan van een verklaring omtrent de getrouwheid en de rechtmatigheid afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De verklaring dient te zijn opgesteld overeenkomstig een door het bestuur vast te stellen protocol. Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, met uitzondering van de afdelingen 1, 7, 11, 12, 14 en 15, is van toepassing op de financiële verantwoording, met dien verstande dat de winst- en verliesrekening wordt vervangen door een exploitatierekening.

  • 5. Voor het bepalen van het toepasselijke verantwoordingsregime geldt als peildatum de datum waarop het besluit op de aanvraag is genomen.

  • 6. Het bestuur kan nadere voorwaarden stellen aan de inrichting van de verantwoording.

Artikel 6.3. Vaststelling subsidie

  • 1. Het bestuur beoordeelt aan het einde van de subsidieperiode op basis van de inhoudelijke en financiële verantwoordingen over de respectievelijke jaren de gerealiseerde activiteiten.

  • 2. Als de activiteiten volgens plan zijn uitgevoerd en is voldaan aan alle aan de subsidie verbonden verplichtingen stelt het bestuur het subsidiebedrag binnen 22 weken overeenkomstig de verlening vast.

  • 3. Als aannemelijk is dat gesubsidieerde activiteiten niet geheel, niet tijdig of niet volgens alle daaraan verbonden verplichtingen zullen worden of zijn verricht of dat de daadwerkelijke subsidiabele kosten lager zijn dan begroot, kan het bestuur de subsidie verlagen dan wel de toekenning intrekken. Reeds betaalde bedragen inclusief wettelijke rente kunnen worden verrekend dan wel worden teruggevorderd.

PARAGRAAF 7 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 7.1. Begrotingsvoorbehoud

Subsidie wordt verleend onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 7.2. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 7.3. Hardheidsclausule

Het bestuur kan in uitzonderlijke gevallen ten gunste van een belanghebbende van bepalingen in dit reglement afwijken indien toepassing daarvan leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 7.4. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Deelregeling Kunstpodia 2025–2028

Deze regeling zal na goedkeuring door de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap in de Staatscourant worden geplaatst.

TOELICHTING

PARAGRAAF 1 ALGEMEEN

Met deze deelregeling worden, gelet op artikel 10 vierde lid van de Wet op het specifiek cultuurbeleid, de voorschriften vastgelegd voor de verstrekking door het Mondriaan Fonds voor kunstpodia op het gebied van de hedendaagse beeldende kunst.

Het Algemeen Reglement van het Mondriaan Fonds is van toepassing, onder andere de bepalingen over de bezwaarprocedure.

Het Mondriaan Fonds wil met deze deelregeling bijdragen aan een gezonde en flexibele landelijke infrastructuur van kunstinstellingen die presentaties en activiteiten organiseren op het gebied van hedendaagse beeldende kunst in de brede zin. Uitgangspunt is dat kunstpodia een essentiële bijdrage leveren aan een landelijk en regionaal gespreid aanbod van hedendaagse beeldende kunst.

Binnen de Deelregeling Kunstpodia van het Mondriaan Fonds zijn drie mogelijkheden van op elkaar aansluitende pakketten mogelijk. De insteek is dat instellingen kunnen groeien in hun ontwikkeling van een kleine startende organisatie tot een volwaardige culturele instelling van lokaal tot (inter)nationaal belang met publieksvriendelijke voorzieningen.

In alle gevallen beoordeelt de commissie of het kunstpodium bijdraagt aan een kwalitatief sterk en pluriform aanbod van hedendaagse beeldende kunst. Zij hanteert daarbij een inclusief kwaliteitsbegrip waarbij rekening wordt gehouden met de eigen context waarbinnen elke aanvraag is ingediend of zal worden uitgevoerd.

Naarmate een instelling in een grotere categorie valt, worden de voorwaarden en criteria waaraan het kunstpodium moet voldoen strenger.

In de eerste en tweede paragraaf staan de artikelen die voor alle aanvragen gelden. De derde paragraaf heeft betrekking op de categorie Kunstpodium Start, de vierde paragraaf op de categorie Kunstpodium Basis en de vijfde paragraaf op de categorie Kunstpodium Breed. De zesde en zevende paragraaf hebben betrekking op alle subsidieaanvragen.

Ad 1.1 Definities

In artikel 1.1 zijn de definities opgenomen.

Ad 1.2 Doel

De doelstelling is in het tweede lid geformuleerd.

Ad 1.3 Subsidievormen

In dit artikel zijn de verschillende categorieën kunstpodia omschreven.

Ad 1.4 Subsidieplafond

De Deelregeling Kunstpodia kent voor de categorie Kunstpodium Start een tweejaarlijkse aanvraagronde en voor de categorieën Kunstpodium Basis en Breed een vierjaarlijkse aanvraagronde. Het subsidieplafond zal voorafgaand aan iedere ronde worden vastgesteld en op de website worden gepubliceerd.

Ad 1.5 Weigeringsgronden

In de regelingen van het Mondriaan Fonds wordt opgenomen dat eventuele activiteiten buiten de kernactiviteit alleen kunnen worden gefinancierd door middel van projectsubsidies, mits dergelijke activiteiten al niet worden uitgevoerd door andere instellingen die meerjarig door het Mondriaan Fonds worden ondersteund en slechts indien sprake is van uitzonderlijke kwaliteit en de potentie om een groot en/of ander publiek te bereiken. Verder zijn in dit artikel algemene weigeringsgronden opgenomen.

PARAGRAAF 2 PROCEDURE

Ad 2.1 Indieningsperiode en termijn

De indieningsperiode en de termijn worden voorafgaand aan iedere ronde gepubliceerd op de website van het Mondriaan Fonds.

Ad 2.2 Aanvraagformulier

In dit artikel wordt de wijze van aanvragen bepaald. Een aanvrager kan slechts voor één categorie kunstpodia een aanvraag indienen.

Ad 2.3 Adviescommissie

De verantwoordelijkheid voor het aanvragen in de juiste categorie ligt bij de aanvrager. Wel kan de adviescommissie bij uitzondering adviseren bijvoorbeeld een aanvraag in de categorie Kunstpodium Breed over te plaatsen naar de categorie Kunstpodium Basis. Indien de adviescommissie meent dat de aanvraag niet voldoende voldoet aan de criteria van categorie Kunstpodium Breed maar wel heel goed voldoet aan de criteria van de categorie Kunstpodium Basis, kan de adviescommissie adviseren de aanvraag te honoreren in de categorie Kunstpodium Basis.

Om te voorkomen dat uitsluitend aanvragen van eenzelfde kwalitatief karakter met een vergelijkbare doelgroep worden gehonoreerd, speelt bij de advisering ook de pluriformiteit van de totale groep te honoreren kunstpodia een rol. Met pluriformiteit wordt culturele, geografische en andere vormen van diversiteit bedoeld.

Ad 2.4 Honorering en verdeling budget

In dit artikel is bepaald hoe de adviescommissie adviseert. Als het subsidieplafond ontoereikend is om alle aanvragen waarover de commissie positief heeft geadviseerd te honoreren, rangschikt de commissie de ‘te honoreren’ aanvragen in volgorde van prioriteit.

Het bestuur kan in het geval van onderbesteding binnen de ene categorie beslissen het resterende budget toe te voegen aan een of meer andere categorieën.

Ad 2.5 Besluit

In dit artikel is de termijn bepaald, en de voorwaarden die in een positieve beschikking kunnen worden opgenomen.

PARAGRAAF 3 KUNSTPODIUM START

Ad 3.1 De aanvrager

Kunstpodium Start is bedoeld voor kleine startende organisaties (indicatie bestaansduur 1 – 5 jaar) met rechtspersoonlijkheid en met een al dan niet regelmatig programma van presentaties en activiteiten. Wanneer er sprake is van een voortzetting van een bestaande organisatie in een gewijzigde vorm of een soortgelijke situatie kan het bestuur besluiten de bestaansduur van de eerst opgerichte organisatie bij de bestaansduur van de later opgerichte organisatie op te tellen.

Ad 3.2 Subsidieduur

De Subsidie Kunstpodium Start wordt maximaal drie keer verstrekt voor telkens een periode van twee kalenderjaren.

Ad 3.3 Drempelnormen

Naast de algemene weigeringsgronden in artikel 1.5 zijn er per categorie een aantal specifieke voorwaarden die als drempel dienen. De aanvrager van Kunstpodium Start moet aantonen dat minimaal 10 procent van de begroting voor de exploitatiekosten van de organisatie is gedekt door financiële bijdragen van andere overheden en/of andere partijen en/of eigen inkomsten. Ook onderschrijft de aanvrager de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie.

Ad 3.4 Aanvraag

De aanvraag wordt op basis van de volgende stukken beoordeeld:

  • Een beschrijving van de organisatie, betrokken personen, de activiteiten in het recente verleden en de ambities voor de nabije toekomst;

  • Een plan met de volgende onderdelen;

    • Een programma;

    • Een presentatieplan waarin toegelicht wordt hoe het beoogde publiek wordt bereikt;

    • Een toelichting waarom op dit moment een bijdrage van belang is en op welke manier de bijdrage ook op langere termijn een impuls voor de organisatie kan betekenen;

    • Een toelichting op de lokale inbedding van de organisatie. In Nederlandse regio’s bestaat een grote variatie aan culturele samenstelling, sociale context, arbeidsmarkt en binding met de historische leefomgeving. Het lokale belang van een kunstpodium verschilt dan ook per regio en tussen een stedelijke of landelijke omgeving. Om hier recht aan te doen houdt het Mondriaan Fonds bij de beoordeling rekening met de lokale context en spreiding. Lokale cofinanciering laat verder zien dat er maatschappelijk draagvlak en betrokkenheid bestaat bij een organisatie;

    • Een reflectie op de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie waarin de organisatie een toelichting geeft op hoe de codes tot nu toe een rol hebben gespeeld in het beleid en welke stappen de organisatie de komende twee jaar wil nemen op dit gebied.

  • Een begroting met een dekkingsplan.

Ad 3.5 Beoordelingscriteria

Alle aanvragen die op tijd zijn ingediend, compleet zijn en aan alle voorwaarden voldoen, worden voorgelegd aan de adviescommissie als bedoeld in artikel 2.3. Deze adviescommissie beoordeelt de aanvragen voor Kunstpodium Start aan de hand van onderstaande criteria in onderlinge samenhang:

  • a. Artistiek/inhoudelijke kwaliteit van activiteiten uit het recente verleden: de adviescommissie beoordeelt de rol, positie en de werkwijze van de organisatie in het recente verleden en de manier waarop deze zich verhouden tot de actuele context in brede zin, maar met name binnen de beeldende kunsten en/of andere disciplines, waarbij ook het curriculum van de bij de organisatie betrokken personen een rol speelt.

  • b. Artistiek/inhoudelijke kwaliteit van de activiteiten uit het plan: hierbij worden ook de mogelijkheden die het plan biedt voor de ontwikkeling van de organisatie gewogen.

  • c. Publieksbereik: de adviescommissie beoordeelt of in de aanvraag op een overtuigende wijze wordt omschreven voor wie het programma is bedoeld en of de aanvraag vertrouwen biedt dat het beoogde publiek wordt bereikt.

  • d. lokale inbedding: de adviescommissie beoordeelt wat een productie, presentatie of onderzoek bijdraagt aan de aanwezige culturele infrastructuur, eventuele samenwerkingen en wat relevant is voor het publiek waartoe het zich gaat verhouden.

  • e. Kwaliteit organisatie en bedrijfsvoering: de commissie beoordeelt of de organisatie organisatorisch en financieel in staat is de activiteiten uit het plan uit te voeren.

  • f. Omgang met de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie: de commissie beoordeelt op welke manier de codes tot nu toe een rol hebben gespeeld in het beleid en welke stappen de organisatie de komende twee jaar wil nemen op dit gebied.

PARAGRAAF 4 KUNSTPODIUM BASIS

Ad 4.1 De aanvrager

Kunstpodium Basis is bedoeld voor (kleine) professionele instellingen met rechtspersoonlijkheid die minimaal vier jaar een jaarprogramma hebben van presentaties en activiteiten voor hedendaagse beeldende kunst.

Ad 4.2 Subsidieduur

De subsidie wordt verstrekt voor een periode van vier kalenderjaren.

Ad 4.3 Drempelnormen

Naast de algemene weigeringsgronden in artikel 1.5 zijn er per categorie een aantal specifieke voorwaarden die als drempel dienen. De aanvrager van Kunstpodium Basis moet in de twee jaar voorafgaand aan de aanvraag een programma hebben uitgevoerd, zoals bedoeld in artikel 1 sub d van de deelregeling. Daarnaast moet de aanvrager aantonen dat minimaal 20 procent van de begroting voor de exploitatie kosten van de organisatie is gedekt door financiële bijdragen van andere overheden en/of andere partijen en/of eigen inkomsten en moet beschikken over een actief geïmplementeerd beleid op het gebied van de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie.

Het tweede lid biedt de mogelijkheid een aanvraag in behandeling te nemen als deze in heel beperkte mate niet aan de drempelnorm voldoet. Bijvoorbeeld als een aanvrager op het moment van aanvragen 1 jaar en 11 maanden actief is en verder wel aan alle voorwaarden en criteria voldoet.

Ad 4.4 Aanvraag

De aanvraag wordt op basis van de volgende stukken beoordeeld:

  • Een beschrijving van de instelling, de daarbij betrokken personen, activiteiten in recente jaren en de ambities voor de nabije toekomst;

  • Een plan dat de volgende onderdelen bevat:

    • Een programma met een overtuigende artistiek inhoudelijke basis;

    • Een presentatieplan waarin toegelicht wordt hoe het beoogde publiek wordt bereikt;

    • Een toelichting op de lokale inbedding van de instelling, zoals ook kan blijken uit bijdragen van de lokale overheid. In Nederlandse regio’s bestaat een grote variatie aan culturele samenstelling, sociale context, arbeidsmarkt en binding met de historische leefomgeving. Het lokale/regionale belang van een kunstpodium verschilt dan ook per regio en tussen een stedelijke of landelijke omgeving. Om hier recht aan te doen houdt het Mondriaan Fonds bij de beoordeling rekening met de lokale context en spreiding. Lokale cofinanciering laat verder zien dat er maatschappelijk draagvlak en betrokkenheid bestaat bij een organisatie;

    • Een toelichting op het actief geïmplementeerde beleid op het gebied van de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie waarin verbeterpunten worden benoemd en een stappenplan richting verbetering wordt geformuleerd.

  • Een begroting met een dekkingsplan.

Ad 4.5 Beoordelingscriteria

Alle aanvragen die op tijd zijn ingediend, compleet zijn en aan alle voorwaarden voldoen worden voorgelegd aan de adviescommissie als bedoeld in artikel 2.3. Deze adviescommissie beoordeelt de aanvragen voor de categorie Kunstpodium Basis aan de hand van onderstaande criteria in onderlinge samenhang:

  • a. Artistieke visie: De adviescommissie beoordeelt de samenhang tussen de artistiek-inhoudelijke uitgangspunten van het kunstpodium en de manier waarop deze tot uitdrukking komen in de activiteiten.

  • b. Artistiek/inhoudelijke kwaliteit van activiteiten uit het recente verleden: De adviescommissie beoordeelt de rol, positie en de werkwijze van de instelling in het recente verleden en de manier waarop deze zich verhouden tot de actuele context in brede zin, maar met name binnen de beeldende kunsten en/of andere disciplines, waarbij ook het curriculum van de bij het kunstpodium betrokken personen een rol speelt.

  • c. Artistiek/inhoudelijke kwaliteit van de activiteiten uit het plan: de adviescommissie beoordeelt of het programmaplan onderscheidend is of om een andere reden bijzonder. Hierbij worden ook de uitvoerbaarheid en mogelijkheden die het plan biedt voor de ontwikkeling van het kunstpodium gewogen.

  • d. Innovatieve kwaliteiten: de adviescommissie beoordeelt hoe het programma zich verhoudt tot de ontwikkelingen in de maatschappij. Draagt het bij aan artistiek inhoudelijke ontwikkeling en vernieuwing?

  • e. Publieksbereik: de adviescommissie beoordeelt de manier waarop het kunstpodium naar buiten treedt en publiek voor zijn activiteiten probeert te vinden en aan zich weet te binden. Daarnaast beoordeelt zij of in het plan op overtuigende wijze het beoogde publiek wordt beschreven en of het plan vertrouwen biedt dat het beoogde publiek wordt bereikt.

  • f. Lokale en inbedding: de adviescommissie beoordeelt wat het programma bijdraagt aan de aanwezige culturele infrastructuur, eventuele samenwerkingen en wat relevant is voor het publiek waartoe het zich gaat verhouden.

  • g. Kwaliteit organisatie en professionaliteit bedrijfsvoering: de adviescommissie beoordeelt of sprake is van een solide bedrijfsvoering en kwalitatief sterke organisatie.

  • h. Toepassing van de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie: de adviescommissie beoordeelt het actief geïmplementeerde beleid op het gebied van de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie. En de commissie beoordeelt wat de instelling de komende vier jaar wil verbeteren en hoe zij dit wil realiseren.

PARAGRAAF 5 KUNSTPODIUM BREED

Ad 5.1 De aanvrager

Kunstpodium Breed is bedoeld is bedoeld voor professionele instellingen van lokaal tot (inter)nationaal belang.

Ad 5.2 Subsidieduur

De subsidie wordt verstrekt voor een periode van vier kalenderjaren.

Ad 5.3 Drempelnormen

Naast de algemene weigeringsgronden in artikel 1.5 zijn er per categorie een aantal specifieke voorwaarden die als drempel dienen. De aanvrager van Kunstpodium Breed moet in de twee jaar voorafgaand aan de aanvraag een programma uitgevoerd hebben, zoals bedoeld in artikel 1 sub d. Daarnaast toont de aanvrager aan dat minimaal 30 procent van de begroting voor de exploitatiekosten van de organisatie is gedekt door financiële bijdragen van andere overheden en/of andere partijen en/of eigen inkomsten en beschikt over een actief geïmplementeerd beleid op het gebied van de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie.

Het tweede lid biedt de mogelijkheid een aanvraag in behandeling te nemen als deze in heel beperkte mate niet aan de drempelnorm voldoet. Bijvoorbeeld als een aanvrager op het moment van aanvragen 1 jaar en 11 maanden actief is en verder wel aan alle voorwaarden en criteria voldoet.

Ad 5.4 Aanvraag

De aanvraag wordt op basis van de volgende stukken beoordeeld:

  • Een beschrijving van de missie, visie en het profiel van de instelling, de daarbij betrokken personen, een reflectie op de activiteiten in recente jaren met nadruk op innovatieve ontwikkelingen op artistiek en organisatorisch vlak.

  • Een plan dat de volgende onderdelen bevat:

    • Een doordacht artistiek inhoudelijk breed programma;

    • Een presentatieplan waarin toegelicht wordt hoe een stevig publieksbereik voorbij het professionele bereikt wordt waarbij de aanvrager ingaat op de (gewenste)publieksvoorzieningen en een overtuigende publieksstrategie aanlevert waaruit inzicht in meer verschillende doelgroepen blijkt en hoe deze te bereiken;

    • Een duidelijke strategie met betrekking tot de lokale en (inter)nationale context;

    • Een heldere en overtuigende visie op marketing en communicatie;

    • Een toelichting op het actief geïmplementeerde beleid op het gebied van de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie waarin verbeterpunten worden benoemd en een stappenplan richting verbetering wordt geformuleerd.

  • Een begroting met een dekkingsplan.

Ad 5.5 Beoordelingscriteria

Alle aanvragen die op tijd zijn ingediend, compleet zijn en aan alle voorwaarden voldoen, worden voorgelegd aan de adviescommissie als bedoeld in artikel 2.3. Deze adviescommissie beoordeelt de aanvragen voor Kunstpodium Breed aan de hand van onderstaande criteria in onderlinge samenhang:

  • a. Artistieke visie, missie, profiel: de adviescommissie beoordeelt de samenhang tussen de artistiek- inhoudelijke uitgangspunten van het kunstpodium en de manier waarop deze tot uitdrukking komen in de activiteiten. Welke doelen worden in de missie verwoord en hoe wordt getracht die doelen te bereiken? Hoe profileert en positioneert de instelling zich zowel landelijk als in de stad of regio? Op welke wijze krijgen visie, missie en profiel gestalte in de activiteiten en samenwerkingen?

  • b. Artistiek/inhoudelijke kwaliteit van activiteiten uit het recente verleden: de adviescommissie beoordeelt de rol, positie en de werkwijze van het kunstpodium in het recente verleden en de manier waarop deze zich verhouden tot de actuele context in brede zin, maar met name binnen de beeldende kunsten en/of andere disciplines.

  • c. Artistiek/inhoudelijke kwaliteit van de activiteiten uit het plan: de adviescommissie beoordeelt de samenhang tussen de artistiek-inhoudelijke uitgangspunten van het kunstpodium en de manier waarop deze tot uitdrukking komen in de activiteiten. Is het programmaplan op een overtuigende manier onderscheidend of om een andere reden bijzonder? Is het plan uitvoerbaar en is er daarbij vertrouwen dat het beoogde artistiek/inhoudelijke programma wordt gerealiseerd?

  • d. Innovatieve kwaliteiten: de commissie beoordeelt hoe het programma zich tot de ontwikkelingen in de maatschappij verhoudt. Draagt het programma bij aan artistiek inhoudelijke ontwikkeling en vernieuwing?

  • e. Publieksbereik: de commissie beoordeelt de manier waarop het kunstpodium naar buiten treedt en niet alleen een professioneel publiek maar ook een breder publiek voor zijn activiteiten probeert te vinden en aan zich weet te binden. Dit kan ook door het bieden van publieksvriendelijke voorzieningen die kunnen bestaan uit de mogelijkheid koffie te drinken en publieksvriendelijke zaalteksten. Daarnaast beoordeelt zij of in het plan op overtuigende wijze doelgroepen worden beschreven en of de communicatiestrategie vertrouwen biedt dat de beoogde doelgroepen worden bereikt.

  • f. Lokale inbedding: de adviescommissie beoordeelt wat het programma bijdraagt aan de aanwezige culturele infrastructuur en wat relevant is voor het publiek waartoe het zich gaat verhouden.

  • g. Kwaliteit organisatie en professionaliteit bedrijfsvoering: de adviescommissie beoordeelt of sprake is van een professionele bedrijfsvoering en kwalitatief sterke organisatie.

  • h. Toepassing van de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie: de adviescommissie beoordeelt het actief geïmplementeerde beleid op het gebied van de de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie. Wat wil de instelling de komende vier jaar verbeteren en hoe wil zij dit realiseren?

PARAGRAAF 6 VERPLICHTING EN VERANTWOORDING

In deze paragraaf zijn de subsidieverplichtingen, de tussentijdse- en de eindverantwoording en de vaststelling van de subsidie geregeld.

PARAGRAAF 7 OVERIGE BEPALINGEN

In deze paragraaf is een hardheidsclausule opgenomen.

Naar boven