Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 30 juni 2023, nr. WJZ/ 27065055, tot wijziging van de Regeling statistieken goederenverkeer

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 38c, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 5 van de Regeling statistieken goederenverkeer wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De vereenvoudigingsmethoden, bedoeld in artikel 38c, eerste lid, onderdeel b, van de wet zijn de methoden, bedoeld in bijlage V, afdeling 31, derde, vijfde, zevende en negende punt, van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1197 van de Commissie van 30 juli 2020 tot vaststelling van technische specificaties en regelingen overeenkomstig Verordening (EU) 2019/2152 van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese bedrijfsstatistieken en tot intrekking van tien rechtshandelingen op het gebied van bedrijfsstatistieken (PbEU 2020, L 271).

2. In het tweede lid wordt ‘2022’ vervangen door ‘2023’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 30 juni 2023

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

TOELICHTING

1. Aanleiding

Met deze regeling wordt de Regeling statistieken goederenverkeer gewijzigd. In laatstgenoemde regeling wordt op grond van artikel 38c, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek per kalenderjaar vastgesteld welke vereenvoudigingsmethoden van toepassing zijn. Dit zijn vereenvoudigingsmethoden als bedoeld in bijlage V, afdeling 31, van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1197 van de Commissie van 30 juli 2020 tot vaststelling van technische specificaties en regelingen overeenkomstig Verordening (EU) 2019/2152 van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese bedrijfsstatistieken en tot intrekking van tien rechtshandelingen op het gebied van bedrijfsstatistieken (PbEU 2020, L 127) (hierna: de Uitvoeringsverordening). De Uitvoeringsverordening bevat een specificatie van de gegevensvereisten voor de productie van bedrijfsstatistieken om vergelijkbare gegevens tussen lidstaten te produceren en de domeinen van de bedrijfsstatistieken te harmoniseren. De Uitvoeringsverordening biedt lidstaten de mogelijkheid om bij het rapporteren van de statistieken met betrekking tot het goederenverkeer een keuze te maken uit een aantal vereenvoudigingsmethoden. Deze vereenvoudigingsmethoden zijn limitatief opgesomd in bijlage V, afdeling 31, van de Uitvoeringsverordening.

Voor het kalenderjaar 2023 worden met deze regeling de volgende vereenvoudigingsmethoden, bedoeld in bijlage V, afdeling 31, van de Uitvoeringsverordening, vastgesteld:

  • geen uitsplitsing nodig bij het rapporteren van gegevens over de goederen voor kleine en middelgrote handelaren of zendingen met een waarde van minder dan 1.000 euro (punt 3a);

  • vrijstelling van het verstrekken van statistische gegevens over de hoeveelheid goederen, het land van oorsprong en de aard van de transactie voor kleine en middelgrote handelaren of zendingen met een waarde van minder dan 1.000 euro (punt 3b);

  • vereenvoudiging en vrijstelling voor delen van complete fabrieksinstallaties en componenten (punt 5);

  • vrijstelling van het verstrekken van informatie over het identificatienummer van de partnerexploitant in de lidstaat van de invoer, deze vrijstelling is voor rapportage-eenheden over de statistieken voor de uitvoer van goederen (punt 7); en

  • vrijstelling van rapportage-eenheden van het specificeren van de nettomassa wanneer er een vermelde aanvullende eenheid is (punt 9).

De geselecteerde vereenvoudigingsmethoden komen overeen met de methoden voor het jaar 2022. Er is voor dit jaar geen aanleiding tot wijziging van de vereenvoudigingsmethoden, omdat is gebleken dat deze methoden in de praktijk goed werken voor de betreffende bedrijven en het CBS.

2. Regeldruk

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten, omdat de vereenvoudigingsmethoden niet veranderen.

3. Vaste verandermomenten

Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2023. De inwerkingtreding van de regeling wijkt af van de minimuminvoeringstermijn van twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding van de regeling. In dit geval is afwijking gerechtvaardigd, omdat het implementatie van een bindende EU-rechtshandeling betreft.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

Naar boven