Regeling voor muziekhubs op het gebied van pop, hiphop en dance

Het bestuur van het Fonds Podiumkunsten

Gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid en artikel 2 van het Algemeen Reglement Fonds Podiumkunsten

Besluit:

Paragraaf 1: Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

bestuur:

de raad van bestuur van de stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten;

landsdelen:

Noord (Groningen, Friesland en Drenthe), Oost (Overijssel en Gelderland), Midden (Utrecht en Flevoland), Zuid (Zeeland, Noord-Brabant en Limburg) en West (Noord-Holland en Zuid-Holland);

Nederland:

het Koninkrijk der Nederlanden, bestaande uit Nederland inclusief Bonaire, Sint-Eustatius en Saba en Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

Artikel 1.2 Doel

Het bestuur kent in het kader van deze regeling subsidies toe aan samenwerkingsverbanden voor talentontwikkeling op het gebied van popmuziek, hiphopmuziek en dancemuziek. De subsidie is bedoeld om, via samenwerkende partners en verspreid over het land, talenten ruimte voor ontwikkeling en presentatiemogelijkheden te bieden. Daarnaast is de subsidie bedoeld om de samenwerking tussen de partners te faciliteren, kennisdeling in de sector te stimuleren en daarmee bij te dragen aan de professionalisering van de gehele muzieksector.

Artikel 1.3 Subsidieperiode

Subsidie wordt verstrekt voor een periode van twee kalenderjaren.

Artikel 1.4 Subsidieplafonds

  • 1. Het bestuur kan een of meer subsidieplafonds vaststellen.

  • 2. Het bestuur kan eerder vastgestelde subsidieplafonds verhogen of verlagen.

  • 3. Besluiten als bedoeld in het eerste en tweede lid worden bekendgemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten.

Artikel 1.5 Weigeringsgronden

  • 1. Het bestuur kan, onverminderd het bepaalde in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, subsidie weigeren:

    • a. als de aanvraag onvoldoende concreet is met betrekking tot de uit te voeren activiteiten;

    • b. als het bestuur er, op basis van de aanvraag, onvoldoende van overtuigd is dat de uit te voeren activiteiten kunnen worden gerealiseerd;

    • c. als de aanvrager geen rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid is;

    • d. als de aanvrager een rechtspersoon is met winstoogmerk;

    • e. als de aanvrager in de voorgaande twee jaar niet heeft voldaan aan een of meer aan een subsidie verbonden voorwaarden of verplichtingen, waaronder in elk geval ook vallen het juist en tijdig afronden van de gesubsidieerde activiteiten, het tijdig melden van relevante veranderingen in de realisatie en het juist en tijdig verantwoorden van de activiteiten;

    • f. als de aanvrager niet voldoet aan de voor de betreffende instelling gebruikelijke normen met betrekking tot good governance op het terrein van goed bestuur, adequaat toezicht en transparante verantwoording;

    • g. als de aanvraag niet aan het bepaalde in deze regeling voldoet.

  • 2. Het bestuur weigert de subsidie als de aanvrager een meerjarige instellingssubsidie ontvangt van het Fonds Podiumkunsten of de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

  • 3. De subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien de aanvrager in de aanvraag niet verklaart dat het samenwerkingsverband de Fair Practice Code en de Code Diversiteit en Inclusie onderschrijft, dat het zich inzet om de culturele codes toe te passen in het beleid en de uitvoering van de ondersteunde activiteiten, en dit via concrete acties kan aantonen.

Paragraaf 2: Procedure

Artikel 2.1 Aanvrager

De aanvraag wordt ingediend door een van de samenwerkingspartners van het samenwerkingsverband voor talentontwikkeling op het gebied van popmuziek, hiphopmuziek en dancemuziek.

Artikel 2.2 Indienen aanvraag

  • 1. Het bestuur stelt vast wanneer aanvraagrondes plaatsvinden. De bijbehorende indiendata worden bekendgemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten.

  • 2. Een aanvraag wordt digitaal ingediend met behulp van een door het bestuur opgesteld formulier.

  • 3. Er kan per samenwerkingsverband één aanvraag worden ingediend.

  • 4. Een aanvraag wordt alleen in behandeling genomen als het volledig ingevulde aanvraagformulier tijdig is ontvangen door het Fonds Podiumkunsten en vergezeld gaat van de op het formulier vermelde bijlagen.

Artikel 2.3 Beoordeling

  • 1. Aanvragen worden voorgelegd aan een adviescommissie, mits zij voldoen aan de vereisten om voor subsidie in aanmerking te komen.

  • 2. De adviescommissie beoordeelt de aanvragen aan de hand van de criteria in deze regeling en adviseert welke aanvraag het beste aansluit op de beoordelingscriteria.

Artikel 2.4 Verdeling budget

  • 1. Per landsdeel wordt een aanvraag gehonoreerd. De aanvraag die het beste aansluit op de beoordelingscriteria wordt gehonoreerd.

  • 2. In de situatie dat in een of meer landsdelen het subsidieplafond niet wordt bereikt, kan het bestuur besluiten om het resterende budget toe te voegen aan de subsidieplafonds van een of meer van de overige landsdelen.

Artikel 2.5 Besluit

Het bestuur informeert de aanvrager binnen 13 weken na de uiterlijke indiendatum schriftelijk over zijn besluit. Als voor de motivering van het besluit wordt verwezen naar een over de aanvraag uitgebracht advies wordt de tekst van het advies aan de aanvrager toegezonden.

Paragraaf 3: Waarvoor

Artikel 3.1 Waarvoor kan worden aangevraagd

Een aanvraag kan worden gedaan voor een samenwerkingsverband voor talentontwikkeling op het gebied van popmuziek, hiphopmuziek en dancemuziek. De subsidie is bedoeld voor activiteiten als het creëren van onderzoeks- en ontwikkelmogelijkheden, faciliteren van optredens, het bieden van begeleiding op het gebied van artistieke ontwikkeling en coaching op zakelijk vlak.

Artikel 3.2 Voorwaarden

  • 1. Een aanvraag komt in aanmerking voor een bijdrage:

    • a) als het samenwerkingsverband minimaal een partner bevat uit iedere provincie van het landsdeel, waarbinnen wordt aangevraagd;

    • b) als tenminste een van de partners een presentatiefunctie heeft;

    • c) als de activiteiten zich richten op talentontwikkeling in de popmuziek, hiphop en dance;

    • d) als de partners een meerjarige samenwerking overeen zijn gekomen.

Artikel 3.3 Beoordelingscriteria

Aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

  • a) de kwaliteit van de beoogde samenwerking;

  • b) de ontwikkelmogelijkheden van de talenten;

  • c) duurzaamheid van de samenwerking;

  • d) begroting en (co)financiering.

Artikel 3.4 Subsidiehoogte

  • 1. De subsidie bedraagt maximaal 166.670 euro per aanvrager.

  • 2. Van het toegekende subsidiebedrag mag maximaal een percentage van 25% worden besteed aan organisatie- en overheadkosten.

Paragraaf 4: Verplichtingen en verantwoording

Artikel 4.1 Aan de subsidie verbonden verplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger meldt het direct aan het bestuur als:

    • a) de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt niet of niet geheel zullen doorgaan;

    • b) niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan;

      of

    • c) er aanzienlijke inhoudelijke of zakelijke wijzigingen zijn ten opzichte van het plan op basis waarvan subsidie is verstrekt.

  • 2. De subsidieontvanger plaatst het logo of de naam van het Fonds Podiumkunsten op alle publiciteitsuitingen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteiten. Daarnaast levert de subsidieontvanger minstens twee rechtenvrije foto’s aan die het Fonds Podiumkunsten met naamsvermelding mag gebruiken in zijn communicatie-uitingen.

  • 3. Het bestuur kan bij beschikking andere dan de in het eerste en tweede lid opgenomen verplichtingen aan de subsidie verbinden.

Artikel 4.2 Verantwoording

  • 1. De subsidieontvanger stuurt binnen 3 maanden na het verstrijken van de in de beschikking opgenomen einddatum een inhoudelijke en financiële verantwoording in van de uitgevoerde activiteiten.

  • 2. De inhoudelijke verantwoording bestaat uit een verslag over de verrichte activiteiten waarmee kan worden aangetoond dat de gesubsidieerde activiteiten volgens plan hebben plaatsgevonden.

  • 3. De financiële verantwoording sluit aan op de ingediende begroting. De financiële verantwoording dient vergezeld te gaan van een verklaring omtrent de getrouwheid en de rechtmatigheid afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De verklaring dient te zijn opgesteld overeenkomstig een door het bestuur vast te stellen protocol.

  • 4. Het bestuur kan nadere voorwaarden stellen aan de inrichting van de verantwoording.

Artikel 4.3 Vaststelling subsidie

  • 1. Het bestuur stelt de subsidie aan het einde van de subsidieperiode vast op basis van de verantwoording.

  • 2. Als de activiteiten volgens plan zijn uitgevoerd en is voldaan aan alle aan de subsidie verbonden verplichtingen, stelt het bestuur de subsidie binnen 22 weken overeenkomstig de verlening vast.

Artikel 4.4 Intrekking of wijziging subsidie

  • 1. Als op enig moment blijkt dat niet is voldaan aan enige voorwaarde van deze regeling of enige aan de subsidie verbonden verplichting, kan het bestuur de subsidie intrekken, ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen of lager vaststellen.

  • 2. De subsidieontvanger wordt vooraf geïnformeerd over een voornemen tot intrekking, wijziging of lagere vaststelling van de subsidie.

Paragraaf 5: Overige bepalingen

Artikel 5.1 Begrotingsvoorbehoud

Subsidie wordt verleend onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 5.2 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 5.3 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling voor muziekhubs op het gebied van pop, hiphop en dance.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

V. van Hulst, directeur-bestuurder

Vastgesteld in de vergadering van de Raad van Bestuur d.d. 26 juni 2023.

TOELICHTING REGELING VOOR MUZIEKHUBS OP HET GEBIED VAN POP, HIPHOP EN DANCE

Inleiding

Deze regeling richt zich op samenwerkingsverbanden voor talentontwikkeling op het gebied van popmuziek, hiphopmuziek en dancemuziek.

Het Fonds Podiumkunsten kent subsidies toe aan samenwerkende partijen zodat zij in staat worden gesteld talenten ruimte voor ontwikkeling en presentatiemogelijkheden te bieden. Het betreft dan activiteiten zoals het creëren van onderzoeks- en ontwikkelmogelijkheden, faciliteren van optredens, het bieden van begeleiding op het gebied van artistieke ontwikkeling en coaching op zakelijk vlak.

De regeling richt zich op popmuziek, hiphopmuziek en dancemuziek. Het Fonds Podiumkunsten wil ruimte bieden aan deze verschillende muziekstromingen met verschillende kenmerken van talentontwikkeling. De samenwerkende partijen werken vanuit de specifieke behoeften van de talenten op wie zij zich richten.

De verschillende partners kunnen in de samenwerking verschillende rollen spelen. Zo zullen podia onder meer een rol kunnen spelen bij het creëren van speelplekken en kunnen managementbureaus een belangrijke rol spelen bij de coaching op zakelijk vlak. Daarnaast is de subsidie bedoeld om samenwerking tussen de partijen te faciliteren, kennisdeling in de sector te stimuleren en daarmee bij te dragen aan de professionalisering van de gehele muzieksector.

Het uitgangspunt van de regeling is dat in samenwerkingsverbanden wordt geïnvesteerd die er voor de lange termijn zijn, waar verschillende toekomstige generaties artiesten gebruik van kunnen maken.

De regeling richt zich op talenten uit het gehele land en het Caribisch deel van het Koninkrijk. Daarom heeft het Fonds Podiumkunsten ervoor gekozen om het budget te verdelen per landsdeel. Per landsdeel wordt een samenwerkingsverband ondersteund. Voor het Caribisch deel van het Koninkrijk wordt de subsidie op een manier verstrekt die aansluit bij de muzikale infrastructuur van de eilanden. De subsidie op grond van deze regeling wordt verstrekt voor een periode van twee jaar.

Aanleiding voor deze regeling is de opdracht van Staatssecretaris Gunay Uslu om extra te investeren in talentontwikkeling van nieuwe muziekmakers. Het uitgangspunt is om via samenwerkingsverbanden de talentontwikkeling op het gebied van popmuziek, hiphopmuziek en dancemuziek te stimuleren en meer mogelijkheden te creëren voor liveoptredens. Voor de periode 2023-2024 is een bedrag van 1 miljoen euro per jaar beschikbaar gesteld. Dit bedrag zal voor de periode die volgt, worden verhoogd naar een bedrag van 2 miljoen euro per jaar. Het Fonds Podiumkunsten heeft de opdracht gekregen om de bedragen te verdelen middels een subsidieregeling. Het Fonds Podiumkunsten heeft ter voorbereiding van deze regeling met verschillende stakeholders gesproken, zowel individueel als in groter verband. Het Fonds Podiumkunsten zal de werking van de regeling tussentijds monitoren. Indien nodig kunnen dan aanpassingen worden gedaan aan de regeling of de uitvoering daarvan voor een nieuwe ronde.

Voor wie

Een aanvraag wordt ingediend door een van de partners van het samenwerkingsverband.

Aanvragen is alleen mogelijk als de aanvrager rechtspersoonlijkheid bezit en geen rechtspersoon is met winstoogmerk. Rechtspersonen met winstoogmerk mogen wel onderdeel zijn van het samenwerkingsverband.

Om in aanmerking te komen voor de subsidie is toepassing en naleving van de Governance Code Cultuur, Fair Practice Code en Code Diversiteit en Inclusie een voorwaarde. Aanvragers verklaren bij het indienen van hun aanvragen dat ze de codes toepassen. In de aanvraag wordt aanvragers gevraagd te reflecteren op hun rol en de manier waarop ze de principes uit de codes toepassen in het beleid en de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Dit geldt onder meer voor de wijze waarop aanvragers voor eerlijke betaling voor de werkenden zorgdragen.

Aanvragers die reeds een meerjarige instellingssubsidie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of het Fonds Podiumkunsten ontvangen, komen niet in aanmerking voor deze subsidie. Dergelijke instellingen mogen wel onderdeel zijn van een samenwerkingsverband.

Waarvoor

Een aanvraag kan worden gedaan voor een samenwerkingsverband voor talentontwikkeling op het gebied van popmuziek, hiphopmuziek en dancemuziek. De subsidie is een bijdrage voor activiteiten die worden verricht in het kader van het samenwerkingsverband en zijn dus niet bedoeld voor de reguliere activiteiten van een partner.

Het is de bedoeling dat de subsidie zoveel mogelijk terecht komt bij de artiesten dan wel wordt gebruikt voor kosten die rechtstreeks raken aan de ontwikkeling van de artiesten.

De regeling is bedoeld voor opkomend talent dat de ambitie heeft om op den duur als professional werkzaam te zijn in de muzieksector dan wel talent dat zich verder wil professionaliseren. De samenwerkingsverbanden kunnen zich dan ook richten op talenten in verschillende fases van hun ontwikkeling. Het Fonds Podiumkunsten beoogt hiermee ook rekening te houden met de verschillende ontwikkelpaden die er zijn binnen de popmuziek, hiphopmuziek en dancemuziek. De regeling is niet bedoeld voor artiesten die al te ver gevorderd zijn. Hiervan is in ieder geval sprake als artiesten al een zeer succesvolle nationale of internationale carrière hebben. Het is aan de partners om samen met elkaar het talent te selecteren volgens een transparante selectiemethode waarin oog is voor de afhankelijkheidspositie en veiligheid van het talent.

De activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, gaan over het faciliteren van talentontwikkeling. Hierbij moet worden gedacht aan het creëren van onderzoeks- en ontwikkelmogelijkheden, het faciliteren van optredens, het bieden van begeleiding op het gebied van artistieke ontwikkeling en coaching op zakelijk vlak voor talent. Talentontwikkeling kan daarbij ook gaan over functies achter de schermen, zoals op het gebied van produceren. Het is aan de samenwerkingsverbanden om hier nader invulling aan te geven. Hierbij kan worden gedacht aan het faciliteren van ontwikkel- en onderzoekstrajecten, het verstrekken van opdrachten, het aanbieden van residenties, ontwikkelbudgetten etc.

De beoordeling vindt plaats op basis van een plan en een begroting.

Hoogte subsidie

Voor de activiteiten van het samenwerkingsverband kan maximaal een bedrag van 166.670 per jaar per aanvrager worden toegekend.

De subsidie is primair bedoeld voor de talenten en het faciliteren van hun ontwikkeling. Om die reden mag van het toegekende subsidiebedrag maximaal een percentage van 25% worden besteed aan organisatie- en overheadkosten.

Voorwaarden om aan te kunnen vragen

Het indienen van een aanvraag is alleen mogelijk als het samenwerkingsverband zich richt op talentontwikkeling op het gebied van popmuziek, hiphopmuziek en dancemuziek. Een samenwerkingsverband hoeft zich niet te richten op al deze genres, maar kan zich richten op een specifiek genre.

Verder moet de samenwerking zijn aangegaan voor een langere termijn. De samenwerking moet minimaal zijn aangegaan tot het einde van de subsidieperiode. Dit moet worden aangetoond door middel van een door de samenwerkingspartners getekende overeenkomst.

Het Fonds Podiumkunsten acht het van belang dat de middelen zoveel mogelijk over het land worden verdeeld. Daarnaast ziet het Fonds Podiumkunsten een meerwaarde in een samenwerking over meerdere provincies, waarin artiesten de gelegenheid krijgen om een netwerk buiten hun eigen omgeving op te bouwen en uit kunnen wisselen met andere artiesten. Om die reden dient een samenwerkingsverband minimaal een partner te bevatten uit iedere provincie van het landsdeel, waarbinnen wordt aangevraagd. Bijvoorbeeld: een aanvraag van een samenwerkingsverband uit landsdeel Zuid moet minimaal bestaan uit een samenwerkingsverband van een organisatie uit Noord-Brabant, een organisatie uit Limburg en een organisatie uit Zeeland.

Voorts moet tenminste een van de samenwerkingspartners een presentatiefunctie hebben. Daarmee wordt bedoeld: een podium of een festival.

Het Fonds Podiumkunsten toetst strikt of een aanvrager voldoet aan de voorwaarden. In beginsel leidt het niet voldoen aan de voorwaarden tot een afwijzing.

Beoordelingscriteria

Om vast te kunnen stellen welke aanvragen het beste passen bij de doelstellingen van het Fonds Podiumkunsten in het algemeen en deze regeling in het bijzonder worden alle aanvragen die voldoen aan de formele eisen beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

  • a) de kwaliteit van de beoogde samenwerking;

  • b) de ontwikkelmogelijkheden van de talenten;

  • c) duurzaamheid van de samenwerking;

  • d) begroting en (co)financiering.

a. De kwaliteit van de beoogde samenwerking

Bij criterium a wordt gekeken naar artistieke en zakelijke kwaliteiten van de samenwerkingspartners.

Het gaat daarbij om vragen als:

  • Welke ervaring hebben de samenwerkingspartners al op het gebied van talentontwikkeling in pop, hiphop en dance? Wat kunnen de partners aanvullend daarop realiseren met hun gezamenlijke plan? En hoe onderscheiden de activiteiten uit de aanvraag zich van de reguliere activiteiten van de samenwerkingspartners?

  • Passen de geformuleerde doelstellingen en ervaring van de verschillende samenwerkingspartners bij een samenwerking op het gebied van talentontwikkeling? En zijn de doelstellingen helder beschreven, passend bij de partners en realistisch?

  • Welke selectiemethode voor talenten hanteren de samenwerkingspartners en hoe wordt daarin rekening gehouden met de afhankelijkheidspositie van de talenten?

  • In hoeverre is duidelijk welke rol en taken de verschillende samenwerkingspartners hebben in de samenwerking en specifiek in de ontwikkeltrajecten?

b. De ontwikkelmogelijkheden van de talenten

Bij criterium b wordt gekeken naar de ontwikkelmogelijkheden van de beoogde artiesten en hun teams. Hierbij wordt gekeken op welke wijze invulling wordt gegeven aan het creëren van onderzoeks- en ontwikkelmogelijkheden, het faciliteren van optredens, het bieden van begeleiding op het gebied van artistieke ontwikkeling en coaching op zakelijk vlak voor talent.

Het gaat daarbij om vragen als:

  • Volgt uit het plan wat voor type artiesten wordt beoogd? Denk daarbij aan fases in de carrière van de talenten, artistieke uitgangspunten en/of de doelgroep van de artiest.

  • Is overtuigend beschreven hoe de talenten zullen worden geworven en geselecteerd?

  • Blijkt uit het plan grondige kennis van de omgeving waarin de talenten werken en bewustzijn van specifieke behoeften van de talenten?

  • Hoe worden de ontwikkeltrajecten vormgegeven gelet op de behoeften van de talenten?

  • In hoeverre zijn de voorgestelde ontwikkeltrajecten effectief om de ambities en doelstellingen van de talenten te realiseren?

c. Duurzaamheid van de samenwerking

Bij criterium c wordt gekeken naar de potentiële duurzaamheid van de samenwerking tussen de partners.

Het gaat daarbij om vragen als:

  • Wordt duidelijk uit de aanvraag hoe de samenwerking op langere termijn bestendigd wordt? En is dit een realistisch perspectief?

  • Hoe wordt gewaarborgd dat de kennis en ervaringen op het gebied van talentontwikkeling worden gedeeld zowel binnen als buiten het samenwerkingsverband.

d. Begroting en (co)financiering

Bij criterium d wordt gekeken naar de zakelijke aspecten van de samenwerking.

Het gaat daarbij om vragen als:

  • Is de begroting duidelijk en realistisch als financiering voor de beoogde plannen?

  • In hoeverre dragen de lokale overheden (gemeenten en/of provincies) bij aan het samenwerkingsverband?

  • In hoeverre dragen partners uit de industrie, zoals platenmaatschappijen en boekingskantoren, bij aan het samenwerkingsverband?

Indiening

Aanvragen moeten worden ingediend met behulp van een aanvraagformulier. De activiteiten moeten worden beschreven aan de hand van een aantal door het Fonds Podiumkunsten geformuleerde vragen. De richtlijnen voor het indienen van de aanvraag zijn te vinden op de website van het Fonds Podiumkunsten. De aanvraag en de daarbij behorende informatie is leidend voor de beoordeling of de aanvrager in aanmerking komt voor subsidie. Het is dus van belang dat de aanvraag helder is en een goed beeld geeft van de activiteiten die een aanvrager wil ondernemen.

Alleen als de aanvraag op tijd is ingediend, het aanvraagformulier juist is ingevuld en alle gevraagde informatie is bijgesloten, kan de aanvraag in behandeling worden genomen. Om alle aanvragers gelijke kansen te geven, wordt de uiterste indiendatum strikt gehanteerd. Nagezonden informatie wordt om die reden niet meegenomen in de beoordeling. Verder vraagt het Fonds Podiumkunsten geen informatie op als de aanvraag onvoldoende helder is. Hierop worden geen uitzonderingen gemaakt.

Beoordeling en budget

Centraal in de beoordeling aan de hand van de hiervoor beschreven criteria staat het oordeel van deskundige adviseurs (‘peer review’). Het Fonds Podiumkunsten faciliteert het proces waarin deze deskundigen een oordeel geven over ingediende aanvragen aan de hand van het kader uit deze regeling. Het Huishoudelijk reglement van het Fonds Podiumkunsten is van toepassing; dit bevat het procedurele kader waarbinnen de advisering door de deskundige adviseurs plaatsvindt en verzekert op die manier dat het proces eerlijk, zorgvuldig en op transparante wijze verloopt.

Alle aanvragen die voldoen aan de formele eisen worden voorgelegd aan een adviescommissie. Er wordt een adviescommissie samengesteld die per landsdeel de aanvragen beoordeelt. Het gaat om de volgende landsdelen: Noord (Groningen, Friesland en Drenthe), Oost (Overijssel en Gelderland), Midden (Utrecht en Flevoland), Zuid (Zeeland, Noord-Brabant en Limburg) en West (Noord-Holland en Zuid-Holland). Per landsdeel wordt een subsidiebudget vastgesteld.

Het Fonds Podiumkunsten reserveert voor het Caribisch deel van het Koninkrijk een deel van het budget. Dit budget zal worden ingezet om talenten op het gebied van popmuziek, hiphopmuziek en dancemuziek in de gelegenheid te stellen zich artistiek te ontwikkelen en zichzelf te presenteren. Het budget zal worden verdeeld op een wijze die aansluit bij de specifieke kenmerken van de pop-, hiphop- en dancesector in het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Verdeling budget

Allereerst worden alle aanvragen per criterium beoordeeld. Het oordeel wordt vervolgens vertaald in een waardering. Er wordt gewerkt met een systeem waarin de waardering per criterium wordt omgezet naar een cijfer. Zowel de waardering als het cijfer staan op zichzelf; aanvragen worden niet direct met elkaar vergeleken. De aanvraag binnen het landsdeel die het beste aansluit op de criteria van de regeling wordt gehonoreerd. Er wordt dus per landsdeel één aanvraag gehonoreerd.

In het geval aanvragen ex aequo (’gelijk’) eindigen, wordt bij de keuze voor welke aanvraag wordt gehonoreerd, rekening gehouden met de te honoreren aanvragen in de andere landsdelen. Het uitgangspunt is dat verschillende genres (popmuziek, hiphop en dance) zijn vertegenwoordigd in het geheel van de samenwerkingsverbanden waaraan subsidie wordt toegekend.

Verplichtingen

Na toekenning van de subsidie moeten alle veranderingen die wezenlijk zijn voor de subsidiëring worden gemeld aan het Fonds Podiumkunsten. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als bepaalde activiteiten komen te vervallen, als er sprake is van wijzigingen ten aanzien van de (artistiek) verantwoordelijken of als er aanzienlijke veranderingen zijn in de financiering van de activiteiten. Ook kan in het subsidiebesluit een verplichting zijn opgenomen op grond waarvan specifieke zaken gemeld moeten worden.

Eenmaal gedurende de subsidieperiode voert het Fonds Podiumkunsten een monitorgesprek met de aanvrager (en de betrokken partners).

Als achteraf blijkt dat er sprake is van een wezenlijke verandering die niet is gemeld, of niet is voldaan aan enige voorwaarde van deze regeling of enige aan de subsidie verbonden verplichting, kan het Fonds Podiumkunsten de subsidie intrekken, ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen of lager vaststellen. Dit is geheel voor risico van de aanvrager. In geval van twijfel kan een aanvrager contact opnemen met het Fonds Podiumkunsten om te bepalen of sprake is van een wezenlijke wijziging.

Uitgangspunt is dat het plan zoals dat is ingediend, wordt uitgevoerd. De periode van twee jaar geldt als één geheel. De beoordeling of een instelling aan de eisen heeft voldaan, wordt pas aan het einde van die periode in één keer uitgevoerd.

Verantwoording

Subsidies dienen inhoudelijk en financieel verantwoord te worden. De inhoudelijke verantwoording bestaat uit een beschrijving van de gerealiseerde activiteiten. In de inhoudelijke verantwoording wordt gereflecteerd op welke ontwikkeling de artiesten hebben doorgemaakt en welke stappen zij in de toekomst kunnen zetten. Hierbij dient te worden teruggekeken naar de in het plan geformuleerde doelstellingen. Daarnaast wordt aan de aanvragers gevraagd om te reflecteren op de toepassing van de Fair Practice Code en de Code Diversiteit en Inclusie.

De financiële verantwoording sluit aan op de ingediende begroting. De financiële verantwoording dient vergezeld te gaan van een verklaring omtrent de getrouwheid en de rechtmatigheid, afgegeven door een accountant. Richtlijnen voor het opstellen van de verantwoording worden gepubliceerd op de website van het Fonds Podiumkunsten.

Tot slot

Deze toelichting moet worden gelezen in combinatie met de Regeling voor muziekhubs op het gebied van pop, hiphop en dance. Als u vragen hebt of meer informatie wilt, kunt u contact met het Fonds Podiumkunsten opnemen.

Naar boven