Besluit van de Minister voor Klimaat en Energie van 4 juli 2023, nr. WJZ/ 22572796, houdende vaststelling van de hoeveelheid CO2-emissies voor het kalenderjaar 2023 voor het systeem van verevening van kosten voor de glastuinbouw

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 15.51, derde lid, van de Wet milieubeheer;

Besluit:

Artikel 1

De hoeveelheid CO2-emissies, bedoeld in artikel 15.51, eerste lid, van de Wet milieubeheer, wordt voor het kalenderjaar 2023 vastgesteld op 5,5 megaton CO2-emissies.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 4 juli 2023

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

TOELICHTING

Met dit besluit stelt de Minister voor Klimaat en Energie, in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de hoeveelheid CO2-emissies vast die de glastuinbouwsector in het kalenderjaar 2023 binnen het zogenoemde kostenvereveningssysteem zonder financiële consequenties kan emitteren. Tegen dit besluit kan geen beroep worden ingesteld op grond van artikel 1 van bijlage 2 van de Algemene wet bestuursrecht (onder Wet milieubeheer, onderdeel c). De vastgestelde hoeveelheid voor het kalenderjaar 2023 bedraagt 5,5 megaton CO2-emissies. Wordt de vastgestelde hoeveelheid overschreden, dan zijn de aangewezen inrichtingen een vergoeding verschuldigd op grond van artikel 15.52 van de Wet milieubeheer.

Tot de CO2-emissies behoren ook de CO2-emissies die samenhangen met warmte welke is afgenomen van een ander bedrijf, met uitzondering van de CO2-emissies van warmte welke is afgenomen van een inrichting die deelneemt aan het kostenvereveningssysteem of aan het Europese systeem van handel in broeikasgasemissierechten (EU ETS). De laatstgenoemde CO2-emissies worden immers verantwoord door de inrichtingen die de warmte hebben opgewekt.

Met het vaststellen van de hoeveelheid CO2-emissies voor het kalenderjaar 2023 is als volgt uitvoering gegeven aan de afspraken die hierover zijn vastgelegd in het Convenant CO2-emissieruimte binnen het CO2-sectorsysteem glastuinbouw voor de periode 2021–2024 (hierna: het Convenant).

In het Convenant is afgesproken dat de basis voor het boekjaar 2021 (te weten 6,0 megaton CO2-emissies) in de periode 2021–2024 lineair afneemt naar 5,4 megaton CO2-emissies in 2024.

Overeenkomstig artikel 2, derde lid, onderdeel b, van het Convenant wordt de hoeveelheid CO2-emissies vastgesteld die de glastuinbouwsector in het kalenderjaar 2023 binnen het zogenoemde kostenvereveningssysteem zonder financiële consequenties kan emitteren. Uit de lineaire afname van de basis volgt voor 2023 een basis van 5,6 megaton CO2-emissies. Vervolgens is voor de inrichtingen die op 1 oktober 2022 deelnamen aan het EU ETS, op grond van cijfers van de Nederlandse Emissieautoriteit, een totale emissie van 0,072 megaton CO2-emissie in 2021 vastgesteld. Deze 0,072 megaton CO2-emissie wordt verminderd met 0,044 vermenigvuldigd met 0,072 megaton CO2-emissie, wat resulteert in 0,069 megaton CO2-emissie. Dat is afgerond 0,1 megaton CO2-emissie. De 0,044 is de som van de lineaire reductiefactoren van 2022 en 2023, beiden 0,022. De 0,1 megaton CO2-emissie wordt in mindering gebracht op de basis van 5,6 megaton totale CO2-emissies, wat resulteert in 5,5 megaton totale CO2-emissies.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

Naar boven