De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit;
Gelet op artikel 15.51, derde lid, van de Wet
milieubeheer;
Besluit:
TOELICHTING
Met dit besluit stelt de Minister voor Klimaat en Energie, in
overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de
hoeveelheid CO2-emissies vast die de glastuinbouwsector in het
kalenderjaar 2023 binnen het zogenoemde kostenvereveningssysteem zonder
financiële consequenties kan emitteren. Tegen dit besluit kan geen beroep
worden ingesteld op grond van artikel 1 van bijlage 2 van de Algemene wet
bestuursrecht (onder Wet milieubeheer, onderdeel c). De vastgestelde
hoeveelheid voor het kalenderjaar 2023 bedraagt 5,5 megaton
CO2-emissies. Wordt de vastgestelde hoeveelheid overschreden, dan
zijn de aangewezen inrichtingen een vergoeding verschuldigd op grond van
artikel 15.52 van de Wet milieubeheer.
Tot de CO2-emissies behoren ook de CO2-emissies die
samenhangen met warmte welke is afgenomen van een ander bedrijf, met
uitzondering van de CO2-emissies van warmte welke is afgenomen van
een inrichting die deelneemt aan het kostenvereveningssysteem of aan het
Europese systeem van handel in broeikasgasemissierechten (EU ETS). De
laatstgenoemde CO2-emissies worden immers verantwoord door de
inrichtingen die de warmte hebben opgewekt.
Met het vaststellen van de hoeveelheid CO2-emissies voor het
kalenderjaar 2023 is als volgt uitvoering gegeven aan de afspraken die hierover
zijn vastgelegd in het Convenant CO2-emissieruimte binnen het
CO2-sectorsysteem glastuinbouw voor de periode 2021–2024 (hierna:
het Convenant).
In het Convenant is afgesproken dat de basis voor het boekjaar 2021 (te
weten 6,0 megaton CO2-emissies) in de periode 2021–2024 lineair
afneemt naar 5,4 megaton CO2-emissies in 2024.
Overeenkomstig artikel 2, derde lid, onderdeel b, van het Convenant wordt
de hoeveelheid CO2-emissies vastgesteld die de glastuinbouwsector in
het kalenderjaar 2023 binnen het zogenoemde kostenvereveningssysteem zonder
financiële consequenties kan emitteren. Uit de lineaire afname van de basis
volgt voor 2023 een basis van 5,6 megaton CO2-emissies. Vervolgens
is voor de inrichtingen die op 1 oktober 2022 deelnamen aan het EU ETS, op
grond van cijfers van de Nederlandse Emissieautoriteit, een totale emissie van
0,072 megaton CO2-emissie in 2021 vastgesteld. Deze 0,072 megaton
CO2-emissie wordt verminderd met 0,044 vermenigvuldigd met
0,072 megaton CO2-emissie, wat resulteert in 0,069 megaton
CO2-emissie. Dat is afgerond 0,1 megaton CO2-emissie. De
0,044 is de som van de lineaire reductiefactoren van 2022 en 2023, beiden
0,022. De 0,1 megaton CO2-emissie wordt in mindering gebracht op de
basis van 5,6 megaton totale CO2-emissies, wat resulteert in
5,5 megaton totale CO2-emissies.
De Minister voor Klimaat en Energie,
R.A.A. Jetten