Beleidsregel van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 30 juni 2023, nr. WJZ/26579081, tot wijziging van de Beleidsregel ernstige inbreuken GVB 2020 in verband met de wijziging van enkele verordeningen betreffende vangstmogelijkheden

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op:

  • artikel 42, tweede lid, in samenhang met artikel 3, tweede lid, van Verordening (EG) Nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999 (PbEU 2008, L 286);

  • artikel 90, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PbEU 2009, L 343);

  • Verordening (EU) 2023/194 van de Raad van 30 januari 2023 tot vaststelling, voor 2023, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden welke in wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot vaststelling, voor 2023 en 2024, van dergelijke vangstmogelijkheden voor bepaalde diepzeevisbestanden (PbEU 2023, L 28);

  • Verordening (EU) 2023/195 van de Raad van 30 januari 2023 tot vaststelling, voor 2023, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde bestanden en groepen visbestanden in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee en tot wijziging van Verordening (EU) 2022/110 wat betreft de vangstmogelijkheden voor 2022 in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee (PbEU 2023, L 28); en

  • artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

De Beleidsregel ernstige inbreuken GVB 2020 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 15, onderdeel h, wordt ‘artikel 18 of artikel 5, tweede lid’ vervangen door ‘artikel 21’.

B

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor onderdeel a wordt een aanhef ingevoegd, luidende:

Als ernstige inbreuk als bedoeld in artikel 42, onderdeel a, in samenhang met artikel 3, eerste lid, onderdeel d, van verordening nr. 1005/2008, wordt aangemerkt een overtreding van een van de volgende bepalingen voor zover gericht wordt of is gevist op de in deze bepalingen genoemde vissoorten:

2. Onderdeel a komt te luiden:

  • a. artikel 13, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 18, eerste lid, artikel 25, tweede lid, artikel 28, tweede lid, artikel, artikel 33, eerste lid, artikel 38, eerste lid, artikel 39, eerste zin, artikel 40, artikel 41, tweede lid, artikel 46, artikel 48, of artikel 55, eerste lid, van de verordening vangstmogelijkheden;

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 30 juni 2023

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

TOELICHTING

I. Algemeen

In de Beleidsregel ernstige inbreuken GVB 2020 (hierna: Beleidsregel) wordt de overtreding van enkele artikelen uit verordeningen betreffende vangstmogelijkheden aangemerkt als ernstige inbreuk. Inmiddels zijn er nieuwe verordeningen betreffende de vangstmogelijkheden voor 2023 vastgesteld. Dit zijn verordening (EU) 2023/1941 en verordening (EU) 2023/195 (hierna: de nieuwe verordening).2 De onderhavige wijziging van de Beleidsregel strekt ertoe de verwijzingen naar de oude verordeningen en de nummering van de artikelen uit deze verordeningen te actualiseren. Voorts is een artikel uit verordening (EU) 2023/194 toegevoegd als ernstige inbreuk die nog niet voorkwam in de verordening vangstmogelijkheden voor 2022.

Als de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden overtreden kan dit worden aangemerkt als een ‘gewone’ inbreuk of ‘ernstige inbreuk’. Een ernstige inbreuk is op grond van artikel 4, onderdeel 31, van de basisverordening3 een inbreuk die als zodanig omschreven is in het toepasselijke Unierecht, waaronder in artikel 42, eerste lid, van de IOO-verordening4 en in artikel 90, eerste lid, van de controleverordening.5 In laatstgenoemde bepalingen zijn 15 categorieën beschreven die ’naargelang de ernst van de inbreuk’ de kwalificatie ‘ernstige inbreuk’ kunnen krijgen. Het gaat hierbij om ernstige schendingen van het GVB.

Op grond van artikel 3, tweede lid, en artikel 42, eerste lid, van de IOO-verordening dient de bevoegde autoriteit van een lidstaat (in Nederland is dat blijkens artikel 91 en artikel 130, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) aan de hand van criteria zoals omvang van de inbreuk te bepalen of een overtreding als ernstige inbreuk moet worden aangemerkt. De voorliggende wijziging geeft uitvoering aan deze verplichting.

Deze beleidsregel heeft geen gevolgen voor de regeldruk. De voorschriften die burgers en bedrijven moeten naleven wijzigen niet. Wat in de beleidsregel nader wordt geduid is welke overtredingen kwalificeren als een ernstige inbreuk. Deze beleidsregel is afgestemd met RVO en door RVO uitvoerbaar geacht.

II. Artikelsgewijs

Onderdeel A

Dit onderdeel wijzigt artikel 15 van de beleidsregel. In artikel 15 wordt de verwijzing naar de verordening over vangstmogelijkheden in de Middellandse en Zwarte Zee voor 2022 geactualiseerd. Daarnaast is de nummering van de artikelen die verwijzen naar deze verordening in overeenstemming gebracht met de nummering in de nieuwe verordening over vangstmogelijkheden voor 2023. Dit leidt verder niet tot inhoudelijke wijzigingen.

Onderdeel B

Dit onderdeel brengt enkele wijzigingen aan in artikel 16. Artikel 16 van de beleidsregel heeft betrekking op artikel 42, eerste lid, onderdeel a, in samenhang met artikel 3, eerste lid, onderdeel d, van de IOO-verordening bedoelde categorie potentieel ernstige inbreuken (‘gericht vissen op een bestand waarvoor een moratorium of een visverbod geldt’). Het gaat in dit artikel om maatregelen ter bescherming van hele bestanden die zodanig onder druk staan, dat daarop niet of nauwelijks gevist mag worden.

In artikel 16 is de verwijzing naar artikelen uit de oude verordening vangstmogelijkheden aangepast aan de nummering uit de nieuwe verordening vangstmogelijkheden. Inhoudelijk zijn deze artikelen in de nieuwe verordening vangstmogelijkheden niet veranderd, met uitzondering van artikel 48. Dit artikel bevat een nieuw verbod om gericht te vissen op de in het artikel opgesomde diepzeehaaien. Het artikel is daarom toegevoegd aan artikel 16, onderdeel a. Dit betekent dat overtreding hiervan zonder meer wordt aangemerkt als ernstige inbreuk. Een overtreding van artikel 48 wordt als ernstige inbreuk aangemerkt omdat gerichte visserij schadelijke effecten heeft op de hier bedoelde diepzeehaaien.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema


X Noot
1

Verordening nr. (EU) 2023/194 van de Raad van 30 januari 2023 tot vaststelling, voor 2023, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden welke in wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot vaststelling, voor 2023 en 2024, van dergelijke vangstmogelijkheden voor bepaalde diepzeevisbestanden (PbEU 2023, L 28).

X Noot
2

Verordening (EU) 2023/195 van de Raad van 30 januari 2023 tot vaststelling, voor 2023, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde bestanden en groepen visbestanden in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee en tot wijziging van Verordening (EU) 2022/110 wat betreft de vangstmogelijkheden voor 2022 in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee (PbEU 2023, L 28).

X Noot
3

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PbEU, L 354).

X Noot
4

Verordening (EG) Nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999 (PbEU 2008, L286).

X Noot
5

Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PbEU 2009, L343).

Naar boven