Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 6 juli 2023, nr. IENW/BSK-2023/183295, tot wijziging van de Waterregeling in verband met wijziging van de kaartenbijlage augustus 2023

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 3.1, eerste en tweede lid, in samenhang met artikel 3.3 en artikel 6.16, tweede lid, van het Waterbesluit;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Waterregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

In Bijlage II. Kaart met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterkwaliteitsbeheer voert, en grenzen van drogere oevergebieden (bijlage bij artikel 3.2, eerste lid, en 3.3 van de Waterregeling) worden de kaarten met onderstaande nummers vervangen door de hieronder genoemde kaarten met gelijke nummers, opgenomen in bijlage A, behorende bij deze regeling:

Kaart:

Kaartnummer:

Beheer waterkwaliteit en droge oevergebieden

179

Beheer waterkwaliteit en droge oevergebieden

180

B

In Bijlage III. Kaart met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterkwantiteitsbeheer voert (bijlage bij artikel 3.2, tweede lid, van de Waterregeling) worden de kaarten met onderstaande nummers vervangen door de hieronder genoemde kaarten met gelijke nummers, opgenomen in bijlage B, behorende bij deze regeling:

Kaart:

Kaartnummer:

Beheer waterkwantiteit

179

Beheer waterkwantiteit

180

ARTIKEL II

  • 1. Indien een werk of handeling op het tijdstip, direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regeling, niet strijdig was met daarvoor bij of krachtens de Waterwet geldende regels of voorschriften en voor dat werk of die handeling als gevolg van een wijziging krachtens deze regeling van bijlage II of III bij de Waterregeling een watervergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet vereist zou worden, blijft die vergunningplicht buiten toepassing totdat er een wijziging van dat werk of die handeling plaatsvindt waarvoor een watervergunning vereist is.

  • 2. Indien als gevolg van een wijziging als bedoeld in het eerste lid een ander bestuursorgaan bevoegd gezag wordt als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet, wordt een met betrekking tot dat werk of die handeling op het tijdstip, bedoeld in het eerste lid, van kracht zijnde watervergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet aangemerkt als een watervergunning van dat andere bestuursorgaan.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

BIJLAGE A

BIJLAGE A

BIJLAGE B

BIJLAGE B

TOELICHTING

1. Inleiding

Deze regeling vervangt in totaal vier kaarten in bijlagen II en III bij de Waterregeling. Deze bijlagen bevatten kaarten met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterkwaliteits- en waterkwantiteitsbeheer voert.

2. Wijzigingen kaartbijlagen per onderdeel

De aangepaste kaarten van bijlagen II en III bij de Waterregeling bevatten gewijzigde grenzen voor het waterkwaliteits- en waterkwantiteitsbeheer. De wijzigingen van de beheergrenzen betreffen verbeteringen van de eerdere versies van de kaarten en vastlegging van de met andere betrokken bestuursorganen afgesproken wijzigingen van de beheergrenzen. Hieronder zijn voor de vier kaarten de wijzigingen toegelicht.

De kaarten 179 en 180 betreffen alle twee kaarten van Amsterdam. Deze bevinden zich in het regionaal onderdeel West-Nederland Noord van Rijkswaterstaat. In Amsterdam hebben de volgende werkzaamheden plaatsgevonden die veranderingen in de grenzen voor het beheer hebben aangebracht, waarvoor vervanging van de kaarten noodzakelijk is:

  • Aan de oostzijde van zijkanaal A is de datakwaliteit verbeterd door de begrenzingen aan te passen aan de feitelijke situatie (dat wil zeggen aan de bovenkant van de kade).

  • Aan de zuidzijde van de Amerikahaven is een stukje land uitgegraven. De datakwaliteit is nu verbeterd door de begrenzingen aan te passen aan de feitelijke situatie.

3. Gevolgen van deze regeling

Gevolg van het aanpassen van de beheergrenzen is dat gebieden vergunningvrij dan wel vergunningplichtig worden. Het in kaart brengen van de gewijzigde beheergrenzen heeft geen gevolgen voor de regeldruk. De veranderingen in de vergunningplicht kunnen wel gevolgen voor de regeldruk hebben. Hiervan is bij deze wijziging geen sprake. Daarnaast volgen deze veranderingen reeds uit eerder gemaakte afspraken dan wel uit de toepassing van andere regelgeving op de desbetreffende gebieden. De onderhavige regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve regeldruk voor burgers en bedrijven en evenmin voor de bestuurlijke lasten en uitvoeringslasten.

De wijzigingen zijn afgestemd met de betrokken bestuursorganen. Voor burgers en bedrijven zijn er als gevolg van deze regeling geen andere ingrijpende gevolgen. Deze zelfde wijziging van de waterbeheerkaarten heeft plaatsgevonden onder de Omgevingsregeling die in werking treedt zodra de Omgevingswet in werking treedt. Deze kaarten zijn naar aanleiding van die wijziging geconsulteerd via internetconsultatie. Hieruit zijn geen opmerkingen op deze kaarten gekomen.

4. Overgangsrecht

Deze regeling bevat een voor de wijziging van de kaarten in de bijlage bij de Waterregeling gebruikelijke overgangsbepaling, waarmee wordt bereikt dat voor bestaande, doorlopende werken en handelingen waarvoor eerder geen watervergunning vereist was, na inwerkingtreding van de onderhavige regeling niet enkel door de wijziging van de beheergrenzen alsnog een watervergunning vereist is. Daarbij geldt de voorwaarde dat de werken en handelingen voorafgaand aan het van kracht worden van de gewijzigde beheergrenzen aan die eisen van de Waterwet en de krachtens die wet gestelde regels en voorschriften voldoen (zoals vergunningseisen en -voorschriften, zorgplichten, algemene regels, maatwerkvoorschriften en meldings- en informatieplichten). Met dit overgangsrecht wordt de continuïteit van bestaande rechten en beschermingsniveaus gewaarborgd en worden onnodige lasten, die zouden ontstaan door het – enkel door de wijzigingsregeling – moeten aanvragen van nieuwe vergunningen of ontheffingen of door het opleggen van nieuwe maatwerkvoorschriften, voorkomen.

5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, in verband met wijzigingen van beheergrenzen die zo spoedig mogelijk in werking moeten treden. Er wordt afgeweken van het vaste verandermoment en de minimuminvoeringstermijn van drie maanden zoals bepaald in aanwijzing 4.17, derde en vierde lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving. De thans aangegeven beheergrenzen op de desbetreffende kaarten bij de Waterregeling zijn niet actueel meer. Spoedige wijziging is gewenst met het oog op rechtszekerheid. Dit is in overeenstemming met de uitzonderingsgrond van aanwijzing 4.17, vijfde lid, onderdeel a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving. De wijzigingen zijn afgestemd met de betrokken overheden en waar relevant met andere betrokkenen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

Naar boven