Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2023, 19175 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2023, 19175 | ander besluit van algemene strekking |
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op:
– artikel 2.3 van het Tabaks- en rookwarenbesluit;
– Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2022/2100 van de Commissie van 29 juni 2022 tot wijziging van Richtlijn 2014/40/EU van het Europees parlement en de Raad wat betreft de intrekking van bepaalde vrijstellingen met betrekking tot verhitte tabaksproducten (PbEU 2022, L 283);
Besluit:
De Tabaks- en rookwarenregeling wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1.1, eerste lid, wordt in de alfabetische volgorde de volgende begripsbepaling ingevoegd:
nieuwsoortig tabaksproduct dat wordt verhit om een emissie van nicotine en andere chemische stoffen te produceren, die vervolgens door de gebruiker wordt ingeademd en dat, afhankelijk van zijn kenmerken, een rookloos tabaksproduct of een voor roken bestemd tabaksproduct is;
B
In artikel 2.5 wordt ‘sigaretten en shagtabak’ telkens vervangen door ‘sigaretten, shagtabak en verhitte tabaksproducten’.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen
Onderhavige regeling strekt tot implementatie van de gedelegeerde richtlijn (EU) 2022/21001 (hierna: de gedelegeerde richtlijn). In verband met de aanzienlijke verandering in marktomstandigheden met betrekking tot verhitte tabaksproducten heeft de Europese Commissie (hierna: de Commissie) deze gedelegeerde richtlijn vastgesteld. Doel van deze gedelegeerde richtlijn is het uitbreiden van bestaande regels voor tabaksproducten naar verhitte tabaksproducten. Ten eerste wordt het verbod in Richtlijn 2014/40/EU2 (hierna: de Tabaksproductenrichtlijn) op het in de handel brengen van tabaksproducten met een kenmerkend aroma of die geur- of smaakstoffen bevatten in een van de bestanddelen ervan, uitgebreid tot verhitte tabaksproducten. Daarnaast wordt de Tabaksproductenrichtlijn gewijzigd om de informatieve boodschap en de gecombineerde gezondheidswaarschuwingen ook op elke verpakkingseenheid en elke buitenverpakking van verhitte tabaksproducten, voor zover het voor roken bestemde tabaksproducten betreft, verplicht te stellen.
Artikel 2 van de gedelegeerde richtlijn bepaalt dat de richtlijn uiterlijk 23 juli 2023 geïmplementeerd dient te zijn en op 23 oktober 2023 in werking treedt.
In hoofdstuk 2 van deze toelichting worden de relevante artikelen van de Tabaksproductenrichtlijn toegelicht. In hoofdstuk 3 wordt implementatie van de gedelegeerde richtlijn verder toegelicht.
De Tabaksproductenrichtlijn beoogt de interne markt voor tabaksproducten en aanverwante producten beter te doen functioneren, met als uitgangspunt een hoog niveau van bescherming van de volksgezondheid, met name voor jongeren. De Tabaksproductenrichtlijn stelt onder andere eisen aan kenmerkende aroma’s voor sigaretten en shagtabak en verplicht informatieve boodschappen en gecombineerde gezondheidswaarschuwingen op elke verpakkingseenheid en elke buitenverpakking van sigaretten, shagtabak en waterpijptabak. Hieronder worden deze eisen uit de Tabaksproductenrichtlijn in relatie tot verhitte tabaksproducten verder toegelicht.
Artikel 7, eerste lid, van de Tabaksproductenrichtlijn verbiedt het in de handel brengen van tabaksproducten met een kenmerkend aroma. Hierdoor is het bijvoorbeeld verboden mentholsigaretten op de Europese markt in de handel te brengen.
In tegenstelling tot sigaretten en shagtabak waren verhitte tabaksproducten op basis van artikel 7, twaalfde lid, van de Tabaksproductenrichtlijn vrijgesteld van het verbod in artikel 7, eerste lid, van de Tabaksproductenrichtlijn om tabaksproducten met een kenmerkend aroma in de handel te brengen.
Artikel 9, eerste lid, van de Tabaksproductenrichtlijn stelt een algemene waarschuwing3 verplicht op elke verpakkingseenheid en elke buitenverpakking van voor roken bestemde tabaksproducten.
Het tweede lid verplicht om de informatieve boodschap ‘Tabaksrook bevat meer dan 70 stoffen die kanker veroorzaken’ op elke verpakkingseenheid en buitenverpakking van voor roken bestemde tabaksproducten aan te brengen.
Verder verplicht de Tabaksproductenrichtlijn in artikel 10, eerste lid, een gecombineerde gezondheidswaarschuwing op elke verpakkingseenheid en op elke buitenverpakking van voor roken bestemde tabaksproducten aan te brengen. Een gecombineerde gezondheidswaarschuwing bestaat uit een combinatie van een afschrikwekkende afbeelding of illustratie en een waarschuwende tekst en informatie over het stoppen met roken.
De Tabaksproductenrichtlijn stelt in artikel 11, eerste lid, echter dat het lidstaten vrij staat om andere voor roken bestemde tabaksproducten dan sigaretten, shagtabak en waterpijptabak vrij te stellen van de verplichting om de informatieve boodschap en de gecombineerde gezondheidswaarschuwing op elke verpakkingseenheid en op elke buitenverpakking op te nemen. Het was derhalve tot op heden de eigen keuze van de lidstaat om de informatieve boodschap en de gecombineerde gezondheidswaarschuwing op elke verpakkingseenheid en elke buitenverpakking van verhitte tabaksproducten verplicht te stellen.
De Commissie heeft in 2022 een aanzienlijke verandering in de marktomstandigheden met betrekking tot verhitte tabaksproducten vastgesteld.4 Verkoopvolumes van verhitte tabaksproducten zijn in ten minste vijf lidstaten met ten minste 10% toegenomen tussen 2018 en 2020. Daarnaast bedraagt het verkoopvolume in de detailhandel meer dan 2,5% van de totale verkoop van tabaksproducten in de Europese Unie. Dat is voor de Commissie reden geweest om de bovengenoemde vrijstelling voor verhitte tabaksproducten van de voorschriften over kenmerkende aroma’s te laten vervallen en de informatieve boodschap en de gecombineerde gezondheidswaarschuwing op elke verpakkingseenheid en elke buitenverpakking van verhitte tabaksproducten, voor zover het voor roken bestemde tabaksproducten betreft, verplicht te stellen.
Een verhit tabaksproduct wordt in de gedelegeerde richtlijn als volgt gedefinieerd: een nieuwsoortig tabaksproduct dat wordt verhit om een emissie te produceren die nicotine en andere chemische stoffen bevat, die vervolgens door de gebruiker(s) wordt ingeademd en dat, afhankelijk van zijn kenmerken, een rookloos tabaksproduct of een voor roken bestemd tabaksproduct is.5
Vanwege de bovengenoemde veranderingen van de marktomstandigheden van verhitte tabaksproducten wordt artikel 7, twaalfde lid, van de Tabaksproductenrichtlijn door de gedelegeerde richtlijn gewijzigd. Deze wijziging betreft een uitbreiding van het verbod op het in de handel brengen van sigaretten en shagtabak met een kenmerkend aroma en met bestanddelen, zoals filters, papier, verpakkingen of capsules, die geur- of smaakstoffen bevatten of met technische elementen die de geur, de smaak of de intensiteit van de rook van de betreffende tabaksproducten kunnen wijzigen. Dit verbod is nu ook van toepassing op verhitte tabaksproducten.
Om dezelfde reden wijzigt met de gedelegeerde richtlijn artikel 11, eerste lid, van de Tabaksproductenrichtlijn, zodat lidstaten verhitte tabaksproducten, voor zover het voor roken bestemde tabaksproducten betreft, niet meer kunnen vrijstellen van de verplichting om de informatieve boodschap als bedoeld in artikel 9, tweede lid, en de gecombineerde gezondheidswaarschuwingen als neergelegd in artikel 10, eerste lid, van de Tabaksproductenrichtlijn op elke verpakkingseenheid en elke buitenverpakking op te nemen.
Hieronder wordt toegelicht op welke wijze deze wijzigingen van de Tabaksproductenrichtlijn in de regeling worden geïmplementeerd.
Het opheffen van de vrijstelling voor verhitte tabaksproducten van het bepaalde in artikel 7, eerste lid, van de Tabaksproductenrichtlijn wordt geïmplementeerd door ten eerste verhitte tabaksproducten te definiëren in de regeling volgens de gehanteerde definitie in de gedelegeerde richtlijn. Vervolgens worden verhitte tabaksproducten toegevoegd aan artikel 2.5, eerste en tweede lid, van de regeling zodat deze leden voor wat betreft het verbod op het in handel brengen van tabaksproducten met een kenmerkend aroma behalve voor sigaretten en shagtabak, ook van toepassing worden op verhitte tabaksproducten.
De wijziging van artikel 11, eerste lid, van de Tabaksproductenrichtlijn behoeft voor wat betreft verhitte tabaksproducten, voor zover het voor roken bestemde tabaksproducten betreft, geen implementatie meer in de Nederlandse regelgeving. Zoals in paragraaf 2.2 is aangegeven stond het lidstaten met de implementatie van de Tabaksproductenrichtlijn vrij om de informatieve boodschap en de gecombineerde gezondheidswaarschuwing op elke verpakkingseenheid en elke buitenverpakking ook voor andere voor roken bestemde tabaksproducten dan sigaretten, shagtabak en waterpijptabak te verplichten. Nederland heeft er met de implementatie van de Tabaksproductenrichtlijn in 2016 voor gekozen de informatieve boodschap bedoeld in artikel 9, tweede lid, en de gecombineerde gezondheidswaarschuwingen bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Tabaksproductenrichtlijn, te verplichten op elke verpakkingseenheid en elke buitenverpakking van alle voor roken bestemde tabaksproducten. Dit is geïmplementeerd in artikel 3.2, eerste lid, van het Tabaks- en rookwarenbesluit (hierna: het besluit) en nader uitgewerkt in de regeling. Volgens de nu in de gedelegeerde richtlijn opgenomen definitie van verhitte tabaksproducten kan een verhit tabaksproduct zowel een voor roken bestemd tabaksproduct als een rookloos tabaksproduct zijn. Voor zover een verhit tabaksproduct een voor roken bestemd tabaksproduct is, geldt in Nederland dat de verpakkingseenheid en de buitenverpakking hiervan zowel de algemene waarschuwing, de informatieve boodschap als de gecombineerde gezondheidswaarschuwing moeten bevatten. De verpakking van rookloze tabaksproducten bevat op grond van artikel 3.8 van de regeling de gezondheidswaarschuwing zoals bedoeld in artikel 12 van de Tabaksproductenrichtlijn. Deze waarschuwingsteksten verschillen van elkaar omdat de waarschuwingstekst van artikel 11 van de Tabaksproductenrichtlijn, in combinatie met artikel 3.2, eerste lid, van het besluit en de artikelen 3.3 en 3.4 van de regeling, specifiek gericht is op de schadelijkheid van roken. Die tekst is dus niet van toepassing op rookloze tabaksproducten. Hoewel die laatstgenoemde producten ook schadelijk zijn voor de volksgezondheid worden deze producten niet gerookt en is daarom gekozen voor een andere waarschuwingstekst.
De onderhavige regeling is ingevolge artikel 5, eerste lid, van Richtlijn (EU) 2015/15356 niet voorgelegd aan de Commissie, omdat het hier om implementatie gaat van Europese regelgeving met dezelfde gevolgen voor alle lidstaten.
Met deze wijziging van de Tabaks- en rookwarenregeling wordt voor verhitte tabaksproducten, voor zover het voor roken bestemde tabaksproducten betreft, de informatieve boodschap en de gecombineerde gezondheidswaarschuwing geregeld. Voor verhitte tabaksproducten die als rookloze tabaksproducten worden aangemerkt zal een gezondheidswaarschuwing gelden zoals bedoeld in artikel 12 van de TPD. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna: NVWA) zal voor de handhaving op de gezondheidswaarschuwingen voor verhitte tabaksproducten moeten bepalen of het verhitte tabaksproduct valt onder een voor roken bestemd tabaksproduct of een rookloos tabaksproduct. Dit zal gebeuren aan de hand van de definities die daarvoor gesteld zijn in de Tabaks- en rookwarenregelgeving. Daarnaast gaat voor verhitte tabaksproducten een verbod gelden voor de aanwezigheid van een kenmerkend aroma (geregeld in artikel 2.5 van de tabaks- en rookwarenregeling en artikel 7, eerste lid van de TPD). Ditzelfde verbod geldt nu al voor sigaretten en shagtabak. Het aantonen van dit kenmerkend aroma dient te gebeuren volgens uitvoeringsverordening (EU) 2016/779. Dit is een complexe en tijdrovende procedure.
De NVWA zal deze wijzigingen risicogericht gaan controleren. Er zal na inwerkingtreding van deze regeling communicatie richting de fabrikanten plaatsvinden en een controle op basis van het EU-CEG. Daarnaast kan de NVWA onderzoek doen naar bepaalde producten. De benodigde capaciteit voor implementatie, onderhoud en uitvoering van de in deze regeling opgenomen eisen is door de NVWA berekend in combinatie met de benodigde capaciteit voor de implementatie, onderhoud en uitvoering van een andere wijziging waarin de implementatie van artikel 7, zesde lid, van de Tabaksproductenrichtlijn wordt verduidelijkt. De benodigde capaciteit komt dan neer op 0.5 fte bij de afdeling Inspectie. Deze laatstgenoemde wijziging zal in een aparte regeling worden geregeld (zie ook hoofdstuk 7). Gelet op het beperkt aantal, verwachte rapporten van bevindingen die deze wijziging met zich meebrengt, is de verwachting dat divisie Juridische Zaken (JZ) het extra werk binnen de huidige capaciteit kan opvangen. Indien in de komende periode meerdere wijzigingen zijn, is het niettemin mogelijk dat de opeenstapeling ervan aanleiding geeft tot extra benodigde capaciteit.
De NVWA geeft aan dat de wijziging voor haar handhaafbaar en uitvoerbaar is.
Deze ministeriële regeling heeft geen regeldrukgevolgen voor burgers en detaillisten. Ook voor producenten en importeurs zijn er geen gevolgen voor regeldruk. Wel brengt de regeling eenmalige kennisnemingskosten mee.
Producenten en importeurs van verhitte tabaksproducten zullen kennisnemen van de implementatie van de gedelegeerde richtlijn, wat eenmalige kenniskosten met zich meebrengt. In onderstaande tabel is een bedrag opgenomen dat producenten en importeurs naar schatting hieraan per uur kwijt zullen zijn. Deze eenmalige kosten worden geraamd op € 45,– per uur. Het gaat daarbij om het kennisnemen van de wijziging van de regeling. Hiervoor wordt 2 uur gerekend.
In onderstaande tabel is uitgegaan van 41 producenten en importeurs die actief zijn op de Nederlandse markt. Dit aantal is overgenomen uit de toelichting bij de regeling ter regulering van elektronische verhittingsapparaten. Het gaat hier om een verplichting uit de gedelegeerde richtlijn die als gevolg van deze regeling voor de producenten en importeurs van verhitte tabaksproducten zal gaan gelden. Deze verplichting leidt echter niet tot een toename van regeldruk. Deze gevolgen voor producenten en importeurs zijn immers niet direct gerelateerd aan een informatiebehoefte van de overheid of aan inhoudelijke verplichtingen opgelegd door de overheid. Het verbod op kenmerkende aroma’s zal voor de detaillist geen gevolgen hebben. Hij zal hiervoor geen extra aandacht hoeven te besteden aan de inkoop, het beheer van de voorraad of de verkoop, omdat de verpakkingen niet worden gewijzigd.
Handeling éénmalig |
Wie |
Tijd in uren |
Kosten per uur |
Q |
Totaal |
---|---|---|---|---|---|
Kennisnemen nieuwe regelgeving |
Producenten en importeur verhitte tabaksproducten |
2 |
€ 45,– |
41 |
€ 3.690 |
Via https://www.internetconsultatie.nl/verbodenadditieven/b1 is van 18 april 2023 tot en met 15 mei 2023 aan ieder de mogelijkheid geboden te reageren op het concept van onderliggende wijziging van de regeling en de bijbehorende toelichting. Ook de consultatieversie bevatte nog de tweede wijziging van de regeling. Zoals reeds in hoofdstuk 5 van deze toelichting toegelicht, ging het om een verduidelijking van de implementatie van artikel 7, zesde lid, van de Tabaksproductenrichtlijn in de Tabaks- en rookwarenregeling. Additieven, die nu al als algemene categorieën verboden zijn, worden op een lijst opgenomen en in een nieuwe bijlage bij de regeling gevoegd. De regeling is echter na de internetconsultatie om procedurele redenen gesplitst. De verduidelijking van de implementatie van artikel 7, zesde lid, van de Tabaksproductenrichtlijn zal in een aparte regeling geregeld worden.
Er zijn in totaal 11 openbare reacties ontvangen van organisaties en particulieren. De organisaties die hebben gereageerd, zijn onder te verdelen in organisaties die zich inzetten voor tabaksontmoediging en gezondheid, verkooppunten die belang hebben bij de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten en een organisatie uit de tabaksindustrie. Bij de consultatie wordt rekening gehouden met artikel 5, derde lid, van het WHO-Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging. Uit dit artikel volgt dat verdragspartijen maatregelen moeten nemen om het tabaksontmoedigingsbeleid te beschermen tegen commerciële belangen van de tabaksindustrie. Reacties, vragen en opmerkingen van (vertegenwoordigers van) de tabaksindustrie die betrekking hebben op beleidskeuzes zullen daarom niet worden behandeld. Het verslag van de internetconsulatie zoals in deze paragraaf beschreven, zal tevens worden gepubliceerd op www.internetconsultatie.nl.
De regering is de partijen erkentelijk voor de reacties. Hieronder wordt kort ingegaan op de uitgebrachte reacties en wordt aangegeven wanneer de reactie heeft geleid tot aanpassing van de concept regeling en/of de toelichting.
Organisaties die zich inzetten voor tabaksontmoediging en gezondheid en particulieren voor wie het laten opgroeien van een rookvrije generatie belangrijk is, zijn grote voorstanders van het invoeren van een verbod op kenmerkende aroma’s voor verhitte tabaksproducten. Wel geven de organisaties enkele aandachtspunten mee. Ten eerste merken deze organisaties op het jammer te vinden dat dit verbod niet van toepassing is op bijvoorbeeld cigarillo’s en pijptabak. Op dit moment staat de Tabaksproductenrichtlijn dit nog niet toe. De organisaties spreken de hoop uit dat de regering inzet op aanpassing van de Tabaksproductenrichtlijn op dit punt, zodat uiteindelijk voor álle tabaksproducten en aanverwante producten geur- en smaakstoffen verboden worden. De regering onderkent dit en neemt het punt mee bij toekomstige beleidsvorming. Ook geven de organisaties de overheid mee om bij het moment van inwerkingtreding van de regeling extra aandacht te geven aan het belang van stoppen met roken, door het algemeen publiek te informeren over de voordelen van en de beschikbare hulp bij stoppen met roken. De regering neemt deze suggesties eveneens mee bij de toekomstige beleidsvorming.
Verkooppunten die belang hebben bij de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten zijn akkoord om 23 oktober 2023 als datum vast te stellen waarna alleen nog producten geproduceerd en in de handel mogen worden gebracht die voldoen aan de gewijzigde bepalingen van deze regeling. Deze verkooppunten merken daarbij op dat het belangrijk voor hen is dat ten aanzien van de reeds ingekochte producten (voorraden) een redelijke termijn wordt gegund om deze uit te verkopen en ook tijdig te weten wat deze termijn is. Zij pleiten daarom voor een uitverkooptermijn van één jaar die ingaat op het moment van publicatie van deze wijziging van de regeling in de Staatcourant.
De regering merkt hierover op dat de gedelegeerde richtlijn op 29 juni 2022 is gepubliceerd. Lidstaten zijn verplicht deze richtlijn om te zetten in nationale regelgeving voor 23 juli 2023. De bepalingen treden vervolgens vanaf 23 oktober 2023 in werking. Een uitverkooptermijn is niet in de gedelegeerde richtlijn opgenomen. Omdat vanaf 29 juni 2022 al bekend is hoe de precieze voorschriften zouden gaan luiden, kon vanaf die datum reeds worden gestart met het uitverkopen van de voorraad. Dit is anders bij wijzigingsvoorstellen die niet voortvloeien uit een richtlijn. Dan is het mogelijk dat na de internetconsultatie nog aanpassingen in de regeling of toelichting worden doorgevoerd.
Daarnaast roept een organisatie uit de tabaksindustrie op om te wachten met de implementatie van de gedelegeerde richtlijn in afwachting van een uitspraak van een rechtszaak aangespannen tegen de Commissie door de tabaksindustrie bij het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ EU)7 over de geldigheid van de gedelegeerde richtlijn.
De regering merkt op dat de gedelegeerde richtlijn op dit moment geldend recht is. De lidstaten hebben de verplichting om de gedelegeerde richtlijn te implementeren in de nationale regelgeving voor 23 juli 2023. Het nietigheidsberoep heeft, op grond van artikel 278 VWEU, geen schorsende werking. Hierbij wordt opgemerkt dat het verzoek om opschorting van de tenuitvoerlegging van de gedelegeerde richtlijn door het HvJ EU is afgewezen.8 Zolang de gedelegeerde richtlijn niet door het HvJ EU op grond van artikel 263 VWEU nietig is verklaard, is de gedelegeerde richtlijn geldend recht. Dit betekent dat Nederland gehouden is aan de implementatieverplichting van de gedelegeerde richtlijn.
Met onderstaande tabel is aangegeven op welke wijze uitvoering is gegeven aan de gedelegeerde richtlijn na de inwerkingtreding van de onderhavige regeling.
Bepaling EU-regelgeving (Gedelegeerde richtlijn 2100/2022) |
Bepaling implementatie regeling of bestaande regeling |
Omschrijving beleidsruimte |
Toelichting op de keuze(n) bij de invulling van beleidsruimte |
---|---|---|---|
Artikel 1, onderdeel 1 (wijziging van artikel 7, twaalfde lid) |
Artikel I wijziging artikelen 1.1 en 2.5, eerste en tweede lid, Tabaks- en rookwarenregeling |
Geen |
– |
Artikel 1, onderdeel 2 (wijziging van artikel 11, eerste lid) |
Reeds geïmplementeerd in artikel 3.2, eerste lid, Tabaks- en rookwarenbesluit |
Geen |
– |
Artikel 2 |
Behoeft naar zijn aard geen implementatie |
||
Artikel 3 |
Behoeft naar zijn aard geen implementatie |
||
Artikel 4 |
Behoeft naar zijn aard geen implementatie |
In artikel 1.1, eerste lid, wordt een definitie toegevoegd van het begrip verhit tabaksproduct. De definitie is overgenomen uit artikel 7, twaalfde lid, van de Tabaksproductenrichtlijn zoals deze komt te luiden nadat de wijzigingen van de gedelegeerde richtlijn daarin verwerkt zijn.
Door ‘verhitte tabaksproducten’ toe te voegen in het eerste en tweede lid van artikel 2.5 van de regeling wordt het verboden om verhitte tabaksproducten met een kenmerkend aroma in de handel te brengen. Dit verbod gold al voor sigaretten en shagtabak. Artikel 7 van de Tabaksproductenrichtlijn is van toepassing op tabaksproducten. Op grond van het twaalfde lid van artikel 7 waren andere tabaksproducten dan sigaretten en shagtabak uitgezonderd van de verboden uit het eerste en zevende lid. Voor verhitte tabaksproducten vervalt deze uitzondering door de gedelegeerde richtlijn.
De wijzigingen in de regeling treden in werking op 23 oktober 2023. Dit is de datum dat uiterlijk uitvoering gegeven moet worden aan de gedelegeerde richtlijn.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2022/2100 van de Commissie van 29 juni 2022 tot wijziging van Richtlijn 2014/40/EU van het Europees parlement en de Raad wat betreft de intrekking van bepaalde vrijstellingen met betrekking tot verhitte tabaksproducten (PbEU 2022, L 283).
Richtlijn 2014/40/EU van het Europees parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten en tot intrekking van Richtlijn 2001/37/EG (PbEU 2014, L 127).
Deze waarschuwing is in artikel 3.3 van de regeling opgenomen en luidt: ‘Roken is dodelijk – stop nu’)
Verslag van de Commissie over de vaststelling van een aanzienlijke verandering in de omstandigheden voor verhitte tabaksproducten in overeenstemming met Richtlijn 2014/40/EU, COM/2022/279 final.
Deze definitie uit de nieuwe tekst van artikel 7, twaalfde lid, van de Tabaksproductenrichtlijn is overgenomen in artikel 1.1, eerste lid, van de regeling.
Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEU 2015, L 241).
Beroep ingesteld op 16 november 2022 – Nicoventures Trading e.a./Commissie (Zaak T-706/22).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2023-19175.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.