Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 6 juli 2023, nr. WJZ/ 27878280, houdende wijziging van de Regeling verhandeling teeltmateriaal en de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen als gevolg van de Uitvoeringsrichtlijnen (EU) 2022/1647, (EU) 2022/1648 en (EU) 2022/2438 alsmede aanpassing van een vergoeding

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op:

  • Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2022/1647 van de Commissie van 23 september 2022 tot wijziging van Richtlijn 2003/90/EG wat betreft een afwijking voor biologische rassen van landbouwgewassen die geschikt zijn voor biologische teelt (Pb EU 2022, L 248);

  • Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2022/1648 van de Commissie van 23 september 2022 tot wijziging van Richtlijn 2003/91/EG wat betreft een afwijking voor biologische rassen van groentegewassen die geschikt zijn voor biologische teelt (Pb EU 2022, L248);

  • Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2022/2438 van de Commissie van 12 december 2022 tot wijziging van Richtlijn 93/49/EEG en Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU wat betreft door de EU gereguleerde niet-quarantaineorganismen op teeltmateriaal van siergewassen, teeltmateriaal van fruitgewassen en fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (PbEU 2022, L 319);

Gelet op de artikelen 25, vijfde lid, 35, eerste lid, 40, eerste lid, 48a, eerste lid, 85, 87, tweede lid, Zaaizaad- en plantgoedwet 2005, artikel 14, tweede lid, Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en artikel 17 Besluit werkzaamheden Raad voor plantenrassen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling verhandeling teeltmateriaal wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, komt onderdeel s te luiden:

s. richtlijn 93/49/EEG:

Richtlijn 93/49/EEG van de Commissie van 23 juni 1993 tot vaststelling van het schema met de voorwaarden waaraan siergewassen en teeltmateriaal daarvan overeenkomstig Richtlijn 91/682/EEG van de Raad moeten voldoen (PbEU 1993, L 250);.

B

In artikel 23 wordt na ‘richtlijn (EG) 98/56’ ingevoegd ‘en de artikelen 3 en 4 en de bijlage van richtlijn 93/49/EEG’.

C

De artikelen 88, derde lid, en 104 vervallen.

D

In artikel 92 wordt ‘artikelen 7 en 8’ vervangen door ‘artikelen 6, 7 en 8’.

E

Artikel 93 komt te luiden:

  • 1. Teeltmateriaal van siergewassen dat in de handel wordt gebracht voldoet aan de vereisten, genoemd in de artikelen 3 en 5 van richtlijn (EG) 98/56 en de artikelen 3 en 4, eerste lid, van richtlijn 93/49/EEG.

  • 2. Teeltmateriaal dat op basis van zichtbare tekenen of symptomen niet nagenoeg vrij is van schadelijke organismen, wordt op adequate wijze behandeld of, indien nodig, verwijderd.

ARTIKEL II

De Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 10, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Het onderzoek, bedoeld in artikel 16 van het besluit, wordt bij rassen van groentegewassen uitgevoerd overeenkomstig de voorschriften bedoeld in:

    • a. bijlage I of bijlage II van richtlijn (EG) 2003/91, voor wat betreft de vaststelling van de onderscheidbaarheid, bestendigheid en homogeniteit van de in die bijlagen opgenomen gewassen waarbij:

      • alle raskenmerken zoals opgenomen in de voorschriften, bedoeld in bijlage I, in aanmerking worden genomen, of

      • de met een asterisk aangeduide raskenmerken zoals opgenomen in de voorschriften, bedoeld in bijlage II, in aanmerking worden genomen, en

    • b. bijlage III van richtlijn (EG) 2003/91, voor wat betreft de in die bijlage genoemde soorten biologische rassen die geschikt zijn voor biologische teelt.

B

In artikel 11, eerste lid, aanhef, onderdeel a, tweede gedachtestreep wordt ‘en’ vervangen door:

‘of de voorschriften, bedoeld in bijlagen IV en V van richtlijn (EG) 2003/90 voor wat betreft de vaststelling van onderscheidbaarheid, homogeniteit, bestendigheid en de cultuur- en gebruikswaarde van de in die bijlagen opgenomen gewassen geschikt voor biologische teelt, en’.

C

In artikel 42a, tweede lid, wordt ‘€ 307’ vervangen door ‘€ 322’.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel I terug tot en met 30 juni 2023, ten aanzien van Artikel II, onderdelen A en B, werkt zij terug tot en met 1 juli 2023 en ten aanzien van Artikel II, onderdeel C, werkt zij terug tot en met 1 januari 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 6 juli 2023

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

TOELICHTING

I ALGEMEEN

1 Doel en aanleiding

In de Regeling verhandeling teeltmateriaal worden enkele technische aanpassingen doorgevoerd. Naar aanleiding van Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2022/24381 worden enkele verwijzingen naar Richtlijn 93/49/EEG2 aan deze regeling toegevoegd. Voorts wordt naar aanleiding van een inmiddels niet meer geldende EU richtlijn van de gelegenheid gebruik gemaakt enkele bepalingen te schrappen dan wel enkele verwijzingen aan te passen.

Met de wijziging van de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen worden enkele aanpassingen die voortvloeien uit Uitvoeringsrichtlijnen (EU) 2022/16473 en (EU) 2022/16484 in de Nederlandse regelgeving doorgevoerd. Hiermee wordt uitgewerkt dat bepaalde rassen, met inachtneming van de aangepaste onderzoeksprotocollen, geregistreerd kunnen worden in het Nederlandse Rassenregister. Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt de hoogte van de vacatievergoeding voor overige leden van de Raad dan de voorzitter, aan te passen aan de jaarlijkse indexatie.

2 Technische aanpassingen naar aanleiding van Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2022/2438

Naar aanleiding van Uitvoeringsregeling (EU) 2022/2438 is in de Regeling verhandeling teeltmateriaal een omissie geconstateerd die wordt hersteld. Bij het onderzoek, de keuring en de controle van teeltmateriaal van siergewassen, wordt naast toetsing van specifieke bepalingen uit Richtlijn (EG) 98/565, namelijk ook getoetst of is voldaan aan enkele nog geldende bepalingen uit Richtlijn 93/49/EEG. Naktuinbouw heeft bedoelde bepalingen uit Richtlijn (EG) 98/56 en Richtlijn 93/49/EEG materieel wel gecontroleerd. Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om enkele bepalingen te schrappen en enkele verouderde verwijzingen aan te passen. Dit naar aanleiding van de intrekking van Richtlijn (EG) 2000/296 door Verordening 2016/20317, de (rechtstreekse) doorwerking van die Verordening en de inwerkingtreding inmiddels van de Plantgezondheidswet.

3. Registratie van biologische landbouw- en groentegewassen

Rassen van landbouwgewassen en groentegewassen mogen in beginsel alleen in de handel worden gebracht indien deze rassen geregistreerd zijn in het rassenregister van de Raad voor Plantenrassen. Om geregistreerd te kunnen worden voldoet het onderzoek naar deze rassen aan de protocollen die door het Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP/CPVO) zijn vastgesteld. Die protocollen omvatten de voorschriften betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van de onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid van bepaalde rassen van groente- en landbouwwassen zich ten minste moet uitstrekken en de minimumeisen voor dat onderzoek. Deze bepalingen zijn opgenomen in de Richtlijnen 2003/91/EG8voor groentegewassen en 2003/90/EG9 voor landbouwgewassen en geïmplementeerd in Nederland door middel van de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen.

Voor sommige biologische rassen blijken de afzonderlijke teelteenheden genetisch en fenotypisch erg divers te zijn. De normen voor homogeniteit in de bestaande protocollen en richtsnoeren voor onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid van het CPVO en de UPOV zijn voor deze rassen niet geschikt. Vanwege de aanpassingen die met Uitvoeringsrichtlijnen (EU) 2022/1647 en (EU) 2022/1648 in Richtlijnen 2003/90/EG en 2003/91/EG worden doorgevoerd, worden de aanvullende bepalingen en nieuwe bijlagen in laatstgenoemde richtlijnen verwerkt in de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen.

Met deze wijzigingen wordt zodoende voorzien in de mogelijkheid om af te wijken van de bestaande protocollen voor onderzoek naar onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid voor rogge, mais, gerst, tarwe, wortel en koolrabi. Tot slot worden ook de eisen voor het onderzoeken van de cultuur- en gebruikswaarde voor deze landbouwrassen aangepast zodat deze eisen beter zijn afgestemd op voor biologische productie geschikte biologische rassen.

4. Gevolgen uitvoering

De gevolgen voor de uitvoering van de wijzigingen in de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen inzake biologische landbouw- en groentegewassen zijn zeer beperkt. Naar verwachting zal jaarlijks hooguit een enkel biologisch ras worden aangemeld.

Er zijn geen gevolgen voor de uitvoering door Naktuinbouw naar aanleiding van de technische aanpassing van de Regeling verhandeling teeltmateriaal.

5. Consultatie

Gedurende de totstandkoming en uiteindelijke vaststelling van Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2022/1647 en Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2022/1648 heeft overleg plaatsgevonden met belanghebbenden als de Raad voor Plantenrassen, Naktuinbouw, met Plantum, de brancheorganisatie voor uitgangsmateriaal, en met Bionext, de branchevertegenwoordiger van de biologische sector.

De invoering en technische doorwerking van Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2022/2438 is onder andere besproken met Naktuinbouw.

6. Regeldruk

De onderhavige wijzigingsregeling is gelet op de aard van de wijzigingen niet voorgelegd aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR). Zo is sprake van enkele noodzakelijke technische (herstel)aanpassingen naar aanleiding van Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2022/2438, als toegelicht in onderdeel 2 van deze toelichting. De wijziging die de registratie van biologische landbouw- en groentegewassen mogelijk maakt betreft de implementatie van Europese uitvoeringsrichtlijnen waarvoor geen nationale beleidsruimte bestaat. Tot slot valt de wijziging van de vacatiegelden onder de uitzondering voor bestuurlijke afspraken tussen overheden zonder regeldrukgevolgen voor burgers, bedrijven of professionals.

7. Inwerkingtreding

Aan de inwerkingtreding van de specifieke onderdelen van deze wijzigingsregeling wordt terugwerkende kracht verleend. Hiermee wordt afgeweken van het reguliere beleid inzake vaste verandermomenten. Dit is toegestaan in geval van implementatie van EU recht, voorzienbare herstelaanpassingen en begunstigende regels.

Met artikel I worden enkele herstelaanpassingen doorgevoerd om te bewerkstelligen dat Richtlijn 93/49/EEG en de aanpassingen van Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU volledig doorwerken in de Regeling verhandeling teeltmateriaal. In het toezicht zijn de in artikel I genoemde EU-regels steeds betrokken. De bedrijven zijn dus reeds bekend met deze regels.

Met Artikel II worden enkele verruimingen doorgevoerd ten behoeve van biologische teelt ten opzichte van gangbare teelt, geheel in lijn met de aanpassingen die voortvloeien uit Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2022/1647 en Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2022/1648. De terugwerkende kracht beoogt dat het moment dat deze verruimingen – ten voordele van de biologische teelt – doorwerken in de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen aansluit op deze uitvoeringsrichtlijnen.

Ten slotte sluit de inwerkingtreding voor wat betreft Artikel II, onderdeel C, en de aanpassing van een vacatievergoeding terugwerkend aan op de datum 1 januari 2023, om een per abuis nog niet eerder per die datum beoogde indexatie te kunnen doorvoeren.

II ARTIKELSGEWIJS

Artikel I, onderdeel B (artikel 23)

In artikel 23 van de regeling verhandeling teeltmateriaal wordt verduidelijkt dat Naktuinbouw, naast de desbetreffende bepalingen uit richtlijn (EG) 98/56 ook uitvoering geeft aan de artikelen 3 en 4 en de bijlage van richtlijn 93/49/EEG.

Naktuinbouw heeft bedoelde bepalingen uit Richtlijn (EG) 98/56 en Richtlijn 93/49/EEG materieel wel gecontroleerd.

Artikel I, onderdeel D (artikel 92)

Naktuinbouw is op grond van artikel 2 van het Besluit verhandeling teeltmateriaal ook belast met de erkenning of registratie van leveranciers. Aan artikel 92 van de Regeling verhandeling teeltmateriaal wordt volledigheidshalve ook de registratieverplichting voor leveranciers, bedoeld in artikel 6 van Richtlijn (EG) 98/56, toegevoegd.

Artikel I, onderdeel E (artikel 93)

Volledigheidshalve worden enkele artikelen uit Richtlijn 93/49/EEG toegevoegd aan artikel 93. Hierdoor werken ook specifieke drempelwaarden door, als opgenomen in de bijlage van Richtlijn 93/49/EEG, ter nadere invulling van het voorschrift dat teeltmateriaal zichtbaar (nagenoeg) vrij is van schadelijke organismen. De verwijzing naar de inmiddels ingetrokken richtlijn (EG) 2000/29 is voorts geschrapt.

Artikel II, onder A en B (artikelen 10, eerste lid, en 11, eerste lid)

Met Uitvoeringsrichtlijnen (EU) 2022/1647 en (EU) 2022/1648 worden enkele nieuwe bijlagen toegevoegd aan Richtlijn 2003/90/EG10, respectievelijk Richtlijn 2003/91/EG11. De artikelen 10, eerste lid, en 11, eerste lid, zijn hierop aangepast.

Artikel II, onder C (artikel 42a)

Met deze wijziging van de Regeling Raad voor plantenrassen wordt een correctie doorgevoerd met betrekking tot de vacatiegelden van de overige leden van de Raad dan de voorzitter, zoals bedoeld in artikel 42a, tweede lid van de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen. Deze overige leden van de Raad ontvangen voor een vergadering van de Raad vacatiegeld, waarvan de hoogte voor 2022 was bepaald voor een bedrag van € 307 per vergadering.

Per 1 januari 2023 zou een indexatie doorgevoerd moeten zijn van gemiddeld 5,0% hetgeen neerkomt op een bedrag van € 322 gebaseerd op de te verwachten loon- en prijskostenontwikkeling voor het jaar 2023. Deze aanpassing in de Regeling heeft per abuis niet eerder plaatsgevonden en wordt met deze regeling met terugwerkende kracht gecorrigeerd.

III Transponeringstabellen

Bepaling EU-regeling

Bepaling in implementatieregeling of bestaande regeling: Toelichting indien niet geïmplementeerd of naar zijn aard geen implementatie behoeft

beleidsruimte

Toelichting op de keuze(n) bij

de invulling van de beleidsruimte

Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2022/1647

Artikel 1 (wijziging Richtlijn 2003/90/EG)

Artikel 11

Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen

geen

Technische verwerking van de wijzigingen en nieuwe bijlagen bij Richtlijn 2003/90

Artikel 2 (omzetting)

Artikel 42d Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen

geen

 

Artikel 3 (inwerkingtreding)

Geen implementatie vereist

   

Artikel 4 (adressaten)

N.v.t.

   
Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2022/1648

Artikel 1 (wijziging Richtlijn 2003/91/EG)

Artikel 10 Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen

geen

Technische verwerking van de wijzigingen en nieuwe bijlage bij Richtlijn (EG) 2003/91

Artikel 2 (omzetting)

Artikel 42d Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen

geen

 

Artikel 3 (inwerkingtreding)

Geen implementatie vereist

   

Artikel 4 (adressaten)

N.v.t.

   
Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2022/2438

Artikel 1 (wijziging bijlage bij Richtlijn 93/49/EEG)

Artikelen 23 en 93 Regeling verhandeling teeltmateriaal

geen

Technische verwerking van de wijziging van de bijlage bij Richtlijn 93/49/EEG

Artikel 2 (wijziging Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU)

Artikelen 22, 85 t/m 87, 88 en 91 Regeling verhandeling teeltmateriaal

geen

De wijzigingen van Uitvoeringsrichtlijn (2014/98/EU) zijn al verwerkt in de Regeling verhandeling teeltmateriaal

Artikel 3 (omzetting)

Artikel 118 Regeling verhandeling teeltmateriaal

geen

 

Artikel 4 (inwerkingtreding)

Geen implementatie vereist

   

Artikel 5 (adressaten)

N.v.t.

   

X Noot
1

Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2022/2438 van de Commissie van 12 december 2022 tot wijziging van Richtlijn 93/49/EEG en Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU wat betreft door de EU

gereguleerde niet-quarantaineorganismen op teeltmateriaal van siergewassen, teeltmateriaal van fruitgewassen en fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (PbEU 2022, L 319).

X Noot
2

Richtlijn 93/49/EEG van de Commissie van 23 juni 1993 tot vaststelling van het schema met de voorwaarden waaraan siergewassen en teeltmateriaal daarvan overeenkomstig Richtlijn 91/682/EEG van de Raad moeten voldoen (PbEU 1993, L250).

X Noot
3

Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2022/1647 van de Commissie van 23 september 2022 tot wijziging van Richtlijn 2003/90/EG wat betreft een afwijking voor biologische rassen van landbouwgewassen die geschikt zijn voor biologische teelt (PbEU 2022, L 248) (rectificatie PbEU 2023, L65).

X Noot
4

Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2022/1648 van de Commissie van 23 september 2022 tot wijziging van Richtlijn 2003/91/EG wat betreft een afwijking voor biologische rassen van groentegewassen die geschikt zijn voor biologische teelt (PbEU 2022, L248).

X Noot
5

Richtlijn 98/56/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen (PbEU 1998, L226).

X Noot
6

Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PbEU 2000, L169).

X Noot
7

Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad (PbEU 2016, L 317).

X Noot
8

Richtlijn 2003/91/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van Richtlijn 2002/55/EG van de Raad wat betreft de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek (PbEU 2003, L 254).

X Noot
9

Richtlijn 2003/90/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van Richtlijn 2002/53/EG van de Raad met betrekking tot de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouwgewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek (PbEU 2003, L254).

X Noot
10

Richtlijn 2003/90/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van Richtlijn 2002/53/EG van de Raad met betrekking tot de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouwgewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek (PbEU 2003, L 254).

X Noot
11

Richtlijn 2003/91/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van Richtlijn 2002/55/EG van de Raad wat betreft de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek (PbEU 2003, L 254).

Naar boven