De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op artikel 3, tweede lid, van het
Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen;
Besluit:
ARTIKEL I
Het bedrag, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het
Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen, wordt vastgesteld op ten hoogste
€ 76,70.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot
TOELICHTING
1. Algemeen
Artikel 3, eerste lid, van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen
bevat het maximale bedrag dat gemeenten in rekening mogen brengen voor de
kosten die zijn gemoeid met het opleggen van een naheffingsaanslag
parkeerbelasting. Dat bedrag wordt op basis van artikel 3, tweede lid, van dat
besluit, bij ministeriële regeling gewijzigd per 1 januari van elk jaar als de
consumentenprijsindex, geldend voor de maand april van het voorafgaande jaar,
daartoe aanleiding geeft. Het bedrag wordt afgerond op het dichtstbijzijnde
veelvoud van 10 eurocent en vóór 1 september van het voorafgaande jaar bekend
gemaakt.1 Met deze regeling is het maximumbedrag per 1 januari 2024 vastgesteld.
Overeenkomstig artikel 3, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke
parkeerbelastingen is het bedrag vóór 1 september 2023 bekendgemaakt.
2. Indexering
Consumentenprijsindex
De consumentenprijsindex conform de definitie daarvan in artikel 3, derde
lid, van voormeld besluit is:
Basis: 2015 (= 100)
Index april 2022: 119,81
Index april 2023: 126,012
In 2023 was het maximumbedrag € 72,90. Gelet op de consumentenprijsindex is
het tarief voor 2024 vastgesteld op € 76,70. Berekening: (126,01: 119,81) x
€ 72,90 = € 76,70 (afgerond op het dichtstbijzijnde veelvoud van 10
eurocent).
Het verhogen van het maximumbedrag leidt er niet automatisch toe dat
gemeenten het bedrag dat zij in rekening brengen verhogen tot het (nieuwe)
maximumbedrag. De kosten die zijn verbonden aan het opleggen en innen van een
naheffingsaanslag parkeerbelasting zullen namelijk per gemeente verschillen en
kunnen minder bedragen dan het (nieuwe) maximumbedrag.
3. Regeldruk
Deze regeling heeft geen administratieve lasten tot gevolg.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot