Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 juni 2023, nr. 2023-0000339809, tot wijziging van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen in verband met de jaarlijkse aanpassing van het kostentarief dat gemeenten ten hoogste in rekening mogen brengen bij de naheffingsaanslag parkeerbelasting aan de consumentenprijsindex voor 2024

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen;

Besluit:

ARTIKEL I

Het bedrag, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen, wordt vastgesteld op ten hoogste € 76,70.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot

TOELICHTING

1. Algemeen

Artikel 3, eerste lid, van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen bevat het maximale bedrag dat gemeenten in rekening mogen brengen voor de kosten die zijn gemoeid met het opleggen van een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Dat bedrag wordt op basis van artikel 3, tweede lid, van dat besluit, bij ministeriële regeling gewijzigd per 1 januari van elk jaar als de consumentenprijsindex, geldend voor de maand april van het voorafgaande jaar, daartoe aanleiding geeft. Het bedrag wordt afgerond op het dichtstbijzijnde veelvoud van 10 eurocent en vóór 1 september van het voorafgaande jaar bekend gemaakt.1 Met deze regeling is het maximumbedrag per 1 januari 2024 vastgesteld. Overeenkomstig artikel 3, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen is het bedrag vóór 1 september 2023 bekendgemaakt.

2. Indexering

Consumentenprijsindex

De consumentenprijsindex conform de definitie daarvan in artikel 3, derde lid, van voormeld besluit is:

Basis: 2015 (= 100)

Index april 2022: 119,81

Index april 2023: 126,012

In 2023 was het maximumbedrag € 72,90. Gelet op de consumentenprijsindex is het tarief voor 2024 vastgesteld op € 76,70. Berekening: (126,01: 119,81) x € 72,90 = € 76,70 (afgerond op het dichtstbijzijnde veelvoud van 10 eurocent).

Het verhogen van het maximumbedrag leidt er niet automatisch toe dat gemeenten het bedrag dat zij in rekening brengen verhogen tot het (nieuwe) maximumbedrag. De kosten die zijn verbonden aan het opleggen en innen van een naheffingsaanslag parkeerbelasting zullen namelijk per gemeente verschillen en kunnen minder bedragen dan het (nieuwe) maximumbedrag.

3. Regeldruk

Deze regeling heeft geen administratieve lasten tot gevolg.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot


X Noot
1

Artikel 3, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen.

X Noot
2

Zie Centraal Bureau voor de Statistiek, consumentenprijzen; prijsindex 2015=100 https://www.cbs.nl/nl-nl/cijfers/detail/83131NED.

Naar boven