Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Financiën van 9 juni 2023, nr. 2023-0000233664, tot vaststelling van de bedragen per eenheid voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor het uitkeringsjaar 2020

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst,

Gelet op artikel 9, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet;

Besluiten:

Artikel 1

Voor het uitkeringsjaar 2020 worden de bedragen per eenheid voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, vastgesteld overeenkomstig bijlage 1.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, M.L.A. van Rij

BIJLAGE 1. DE BEDRAGEN PER EENHEID VOOR DE ALGEMENE UITKERING UIT HET GEMEENTEFONDS VOOR HET UITKERINGSJAAR 2020 (BIJLAGE BIJ ARTIKEL 1)

Nr.	Maatstaven	Bedragen in € (tenzij anders aangegeven)
1	Ozb woningen eigenaren	-0,0939%
1a	Ozb niet-woningen eigenaren	-0,1576%
1b	Ozb niet-woningen gebruikers	-0,1270%
2	Inwoners	161,59
3	Éénouderhuishoudens	829,31
3a	Éénouderhuishoudens met 2 of meer kinderen	1.258,04
3b	Éénpersoonshuishoudens	51,88
3c	Éénpersoonshuishoudens 65 t/m 74 jaar	15,80
3d	Éénpersoonshuishoudens 75 t/m 84 jaar	63,21
3e	Éénpersoonshuishoudens 85 jaar en ouder	110,61
4	Jongeren	727,22
5	Inwoners jonger dan 65 jaar	4,06
5a	Inwoners 65 jaar en ouder	100,74
5b	Inwoners 65 t/m 74 jaar	0,18
5c	Inwoners 75 t/m 84 jaar	26,45
5d	Inwoners 85 jaar en ouder	0,18
6a	Inwoners waddengemeenten t/m 2.500	201,79
6b	Inwoners waddengemeenten van 2.501 t/m 7.500	132,44
6c	Inwoners waddengemeenten vanaf 7.501	33,62
7	Huishoudens met laag inkomen	30,76
7a	Huishoudens met een laag inkomen met drempel	695,31
7b	Huishoudens	91,91
7c	Huishoudens met een laag inkomen 65 t/m 74 jaar	123,78
7d	Huishoudens met een laag inkomen 75 t/m 84 jaar	494,75
7e	Huishoudens met een laag inkomen 85 jaar en ouder	864,63
7f	Jongeren in gezinnen met armoederisico	241,53
8	Bijstand	2.151,83
8a	Loonkostensubsidie	1.954,21
8b	Bijstandshuishoudens met minderjarige kinderen	648,02
8c	Éénouderhuishoudens die bijstand ontvangen	1.715,61
8d	Re-integratie klassiek	358.510,67
9	Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen particuliere huishoudens	-123,13
9a	Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen huishoudens met kinderen	-481,82
9b	Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen huishoudens 65 t/m 74 jaar	112,93
9c	Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen huishoudens 75 t/m 84 jaar	451,77
9d	Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen huishoudens 85 jaar en ouder	790,59
10	Medicijngebruik met drempel	372,21
10a	Ouders met langdurig psychisch medicijngebruik	3.554,99
10b	Bedden	0,82
11	Uitkeringsontvangers	86,66
11a	Uitkeringsontvangers minus bijstandontvangers	1.063,29
11b	Wajong	863,12
12	Minderheden	325,51
12a	Minderheden met drempel	325,13
13	Klantenpotentieel lokaal	47,71
14	Klantenpotentieel regionaal	24,38
15	Leerling voortgezet onderwijs	370,50
15a	Leerling speciale school voor basisonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs	230,78
15b	Extra groei leerlingen voortgezet onderwijs	220,56
15c	Achterstandsleerlingen met drempel	2.312,25
15d	Basisonderwijsleerlingen met leerlinggewicht 0,3	-1.606,03
15e	Basisonderwijsleerlingen met leerlinggewicht 1,2	-2.520,95
15f	Extra groei jongeren	249,86
16	Land	41,09
18	Land * bodemfactor gemeente	26,89
19	Binnenwater	38,02
20	Buitenwater	22,97
21	Oppervlak bebouwing	588,37
22	Oppervlak bebouwing woonkern * bodemfactor woonkern	3.089,49
22a	Oppervlak bebouwing woonkern	2.284,96
23	Oppervlak bebouwing buitengebied * bodemfactor buitengebied	1.525,03
23a	Oppervlak bebouwing buitengebied	1.921,87
24	Woonruimten	60,31
25	Woonruimten * bodemfactor woonkern	50,79
27a	Historische kernen eerste groep	3.217,88
27b	Historische kernen tweede groep	6.945,66
27c	Historische kernen derde groep	15.099,53
28	Historische waterweg	15,58
29	Bewoonde oorden 1930	31,39
30	Woningen 1930 in bewoonde oorden	90,29
31a	ISV, onderdeel a	6.087.306,96
31b	ISV, onderdeel b	3.736.019,31
32	Omgevingsadressendichtheid	58,96
32a	Omgevingsadressendichtheid met drempel	24,59
34	Oeverlengte * bodemfactor gemeente	11,72
35	Oeverlengte * bodemfactor gemeente * dichtheidsfactor	5,82
36	Meerkernigheid	9.093,76
36a	Grote woonkernen	60.257,47
37	Meerkernigheid * bodemfactor buitengebied	14.878,30
38	Bedrijven	75,22
38a	Belastingcapaciteit niet-woningen	380,05
39	Vast bedrag voor iedere gemeente	249.631,99
40	Vast bedrag Amsterdam	104.966.340,63
41	Vast bedrag Rotterdam	64.491.778,38
42	Vast bedrag Den Haag	51.905.379,59
43	Vast bedrag Utrecht	30.708.535,84
44	Vast bedrag Waddengemeenten	150.164,11
44a	Vast bedrag Baarle-Nassau	249.631,99

TOELICHTING

Op grond van artikel 9, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet worden de bedragen per eenheid, behorende bij de verdeelmaatstaven van het gemeentefonds, jaarlijks vastgesteld. Met dit besluit zijn de bedragen per eenheid vastgesteld voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor uitkeringsjaar 2020.

De bedragen per eenheid komen overeen met de bedragen die aan de gemeenten kenbaar zijn gemaakt in de septembercirculaire 2020¹, de decembercirculaire 2020² en de maartbrief 2021³ gemeentefonds.

Onderstaande tabel geeft de uitsplitsing van de bedragen per eenheid weer voor de verdeelmaatstaven naar inkomsten- en uitgavencluster.

cluster	bedragen per eenheid in euro's (m.u.v. Ozb)	verdeelmaatstaven
cluster eigen middelen	-0,0939%	Ozb woningen eigenaren
	-0,1576%	Ozb niet-woningen eigenaren
	-0,1270%	Ozb niet-woningen gebruikers
	-26,74	Woonruimten
	34.965,00	Vast bedrag voor iedere gemeente[1]
cluster inkomen en participatie	7,66	Inwoners
	21,98	Éénpersoonshuishoudens
	187,35	Huishoudens met een laag inkomen met drempel
	1.954,32	Bijstand
	1.954,21	Loonkostensubsidie
	8,88	Klantenpotentieel regionaal
	3,31	Omgevingsadressendichtheid
	358.510,67	Re-integratie klassiek
cluster samenkracht en burgerparticipatie	3,17	Inwoners
	45,88	Éénouderhuishoudens
	18,57	Jongeren
	1,79	Inwoners 65 jaar en ouder
	0,31	Inwoners 75 t/m 84 jaar
	2,77	Huishoudens met een laag inkomen
	31,78	Huishoudens met een laag inkomen met drempel
	1,92	Huishoudens
	57,23	Bijstand
	8,05	Uitkeringsontvangers
	37,37	Minderheden
	0,58	Klantenpotentieel lokaal
	1,40	Klantenpotentieel regionaal
	0,03	Leerling voortgezet onderwijs
	0,34	Land
	0,32	Binnenwater
	2,48	Omgevingsadressendichtheid
	334,51	Meerkernigheid
	81,59	Vast bedrag voor iedere gemeente[1]
cluster jeugd	685,40	Éénouderhuishoudens
	1.258,04	Éénouderhuishoudens met 2 of meer kinderen
	515,59	Jongeren
	9,58	Huishoudens met een laag inkomen
	55,74	Huishoudens met een laag inkomen met drempel
	241,53	Jongeren in gezinnen met armoederisico
	648,02	Bijstandshuishoudens met minderjarige kinderen
	1.715,61	Éénouderhuishoudens die bijstand ontvangen
	-123,13	Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen particuliere huishoudens
	-481,82	Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen huishoudens met kinderen
	-1,58	Uitkeringsontvangers
	869,21	Uitkeringsontvangers minus bijstandontvangers
	3.554,99	Ouders met langdurig psychisch medicijngebruik
	72,29	Minderheden
	0,54	Klantenpotentieel regionaal
	-1.606,03	Basisonderwijsleerlingen met leerlinggewicht 0,3
	-2.520,95	Basisonderwijsleerlingen met leerlinggewicht 1,2
	0,54	Omgevingsadressendichtheid
	4.480,81	Vast bedrag voor iedere gemeente[1]
cluster volksgezondheid	0,77	Inwoners
	10,43	Éénouderhuishoudens
	10,25	Jongeren
	0,44	Inwoners 65 jaar en ouder
	0,08	Inwoners 75 t/m 84 jaar
	0,63	Huishoudens met een laag inkomen
	7,22	Huishoudens met een laag inkomen met drempel
	0,44	Huishoudens
	12,71	Bijstand
	1,82	Uitkeringsontvangers
	8,48	Minderheden
	0,13	Klantenpotentieel lokaal
	0,31	Klantenpotentieel regionaal
	0,01	Leerling voortgezet onderwijs
	0,08	Land
	0,08	Binnenwater
	0,56	Omgevingsadressendichtheid
	78,90	Meerkernigheid
	19,25	Vast bedrag voor iedere gemeente[1]
cluster maatschappelijke ondersteuning	33,99	Inwoners
	87,60	Éénouderhuishoudens
	29,90	Éénpersoonshuishoudens
	15,80	Éénpersoonshuishoudens 65 t/m 74 jaar
	63,21	Éénpersoonshuishoudens 75 t/m 84 jaar
	110,61	Éénpersoonshuishoudens 85 jaar en ouder
	0,21	Jongeren
	4,06	Inwoners jonger dan 65 jaar
	98,51	Inwoners 65 jaar en ouder
	0,18	Inwoners 65 t/m 74 jaar
	26,06	Inwoners 75 t/m 84 jaar
	0,18	Inwoners 85 jaar en ouder
	1,54	Huishoudens met een laag inkomen
	357,81	Huishoudens met een laag inkomen met drempel
	17,55	Huishoudens
	123,78	Huishoudens met een laag inkomen 65 t/m 74 jaar
	494,75	Huishoudens met een laag inkomen 75 t/m 84 jaar
	864,63	Huishoudens met een laag inkomen 85 jaar en ouder
	127,57	Bijstand
	112,93	Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen huishoudens 65 t/m 74 jaar
	451,77	Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen huishoudens 75 t/m 84 jaar
	790,59	Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen huishoudens 85 jaar en ouder
	372,21	Medicijngebruik met drempel
	0,82	Bedden
	78,37	Uitkeringsontvangers
	194,08	Uitkeringsontvangers minus bijstandontvangers
	863,12	Wajong
	58,77	Minderheden
	8,67	Klantenpotentieel lokaal
	5,16	Klantenpotentieel regionaal
	0,09	Leerling voortgezet onderwijs
	1,13	Land
	1,08	Binnenwater
	-2,81	Omgevingsadressendichtheid
	1.114,72	Meerkernigheid
	4.739,07	Grote woonkernen
	8.523,31	Vast bedrag voor iedere gemeente[1]
cluster cultuur en ontspanning	53,18	Inwoners
	72,00	Huishoudens
	35,64	Klantenpotentieel lokaal
	9,27	Klantenpotentieel regionaal
	349,05	Opp. historische kernen <=40 ha
	348,84	Opp. historische kernen 41-64 ha
	349,18	Opp. historische kernen >=65 ha
	90,29	Woningen 1930 in bewoonde oorden
cluster educatie	1,04	Inwoners
	182,60	Jongeren
	41,71	Huishoudens met een laag inkomen met drempel
	48,35	Minderheden
	217,61	Minderheden met drempel
	0,07	Klantenpotentieel regionaal
	370,37	Leerling voortgezet onderwijs
	230,78	Leerling speciale school voor basisonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs
	220,56	Extra groei leerlingen voortgezet onderwijs
	2.312,25	Achterstandsleerlingen met drempel
	249,86	Extra groei jongeren
	8,59	Land
	8,56	Binnenwater
	2,86	Omgevingsadressendichtheid
	4.422,19	Meerkernigheid
cluster infrastructuur en gebiedsontwikkeling	16,32	Inwoners
	16,24	Huishoudens met een laag inkomen
	21,47	Minderheden
	2,02	Klantenpotentieel lokaal
	-0,63	Klantenpotentieel regionaal
	28,12	Land
	25,58	Land * bodemfactor gemeente
	27,98	Binnenwater
	15,28	Buitenwater
	460,21	Oppervlak bebouwing
	3.089,49	Oppervlak bebouwing woonkern * bodemfactor woonkern
	2.284,96	Oppervlak bebouwing woonkern
	1.525,03	Oppervlak bebouwing buitengebied * bodemfactor buitengebied
	1.921,87	Oppervlak bebouwing buitengebied
	55,88	Woonruimten
	32,15	Woonruimten * bodemfactor woonkern
	2.868,83	Opp. historische kernen <=40 ha
	6.596,82	Opp. historische kernen 41-64 ha
	14.750,35	Opp. historische kernen >=65 ha
	15,58	Historische waterweg
	13,95	Bewoonde oorden 1930
	6.087.306,96	ISV, onderdeel a
	3.736.019,31	ISV, onderdeel b
	39,05	Omgevingsadressendichtheid
	19,08	Omgevingsadressendichtheid met drempel
	7,25	Oeverlengte * bodemfactor gemeente
	3,60	Oeverlengte * bodemfactor gemeente * dichtheidsfactor
	14.878,30	Meerkernigheid * bodemfactor buitengebied
	63,01	Bedrijven
	42,31	Belastingcapaciteit niet-woningen
	26.323,27	Vast bedrag voor iedere gemeente[1]
cluster riolering en reiniging	-5,47	Inwoners
	-2,97	Land
	1,31	Land * bodemfactor gemeente
	-63,79	Woonruimten
	18,64	Woonruimten * bodemfactor woonkern
	3,02	Omgevingsadressendichtheid
	4,47	Oeverlengte * bodemfactor gemeente
	2,22	Oeverlengte * bodemfactor gemeente * dichtheidsfactor
cluster openbare orde en veiligheid	0,18	Inwoners
	13,70	Huishoudens met een laag inkomen met drempel
	57,82	Minderheden
	65,25	Minderheden met drempel
	0,67	Klantenpotentieel lokaal
	2,00	Klantenpotentieel regionaal
	4,79	Land
	7,69	Buitenwater
	128,16	Oppervlak bebouwing
	61,86	Woonruimten
	13,40	Omgevingsadressendichtheid
	5,51	Omgevingsadressendichtheid met drempel
	3.143,44	Meerkernigheid
	55.518,40	Grote woonkernen
	5,70	Bedrijven
	337,74	Belastingcapaciteit niet-woningen
cluster bestuur en algemene ondersteuning	50,75	Inwoners
	20,96	Minderheden
	42,27	Minderheden met drempel
	-2,62	Klantenpotentieel regionaal
	1,01	Land
	33,10	Woonruimten
	17,44	Bewoonde oorden 1930
	-3,45	Omgevingsadressendichtheid
	6,51	Bedrijven
	175.238,76	Vast bedrag voor iedere gemeente[1]
cluster overig	104.966.340,63	Vast bedrag Amsterdam
	64.491.778,38	Vast bedrag Rotterdam
	51.905.379,59	Vast bedrag Den Haag
	30.708.535,84	Vast bedrag Utrecht
	150.164,11	Vast bedrag Waddengemeenten
	201,79	Inwoners waddengemeenten t/m 2.500
	132,44	Inwoners waddengemeenten van 2.501 t/m 7.500
	33,62	Inwoners waddengemeenten vanaf 7.501

1 De gemeente Baarle-Nassau ontvangt een vast bedrag gelijk aan tweemaal het vast bedrag voor iedere gemeente.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, M.L.A. van Rij

---

1 Bijlage bij Kamerstukken II 2020/21, 35 570-B, nr. 4.

2 Bijlage bij Kamerstukken II 2020/21, 35 570-B, nr. 15.

3 Bijlage bij Kamerstukken II 2020/21, 35 420, nr. 244.