Besluit van 1 juli 2023 houdende verlening ondermandaat en machtiging uitvoering van de Wet op de consignatie van gelden

De directeur Financieel-Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 2 en 16 van het Mandaatbesluit Ministerie van Financiën 2020;

Gelet op de artikelen 10:3, 10:9 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1. Begrippen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de directeur Financieel-Economische Zaken:

de directeur Financieel-Economische Zaken van het Ministerie van Financiën;

b. het afdelingshoofd:

het afdelingshoofd van de afdeling Kaderstelling van het Ministerie van Financiën;

c. de Coördinerend beleidsadviseur:

de Coördinerend beleidsadviseur van de afdeling Kaderstelling van het Ministerie van Financiën;

d. de medewerkers:

de medewerkers van het Bureau Consignatie van het Ministerie van Financiën, welk onderdeel van de Afdeling Kaderstelling belast is met de uitvoering van de Wet op de consignatie van gelden;

e. de Senior Adviseurs:

de Senior Adviseurs van het Bureau Consignatie van het Ministerie van Financiën;

f. de Adviseurs:

de Adviseurs van het Bureau Consignatie van het Ministerie van Financiën;

g. de Wet:

de Wet op de consignatie van gelden.

Artikel 2. Ondermandaat

  • 1. Aan het afdelingshoofd en de Coördinerend beleidsadviseur wordt mandaat verleend om:

    • a. gelden op te nemen in de consignatiekas waarvan de consignatie wordt bevolen of toegelaten bij wettelijk voorschrift of een beschikking van de Minister van Financiën dan wel een beslissing van de rechter ingevolge artikel 2 van de Wet;

    • b. een besluit te nemen op een aanvraag tot uitkering van geconsigneerde gelden ingevolge artikel 9 van de Wet.

  • 2. Aan de Senior Adviseurs, Adviseurs en medewerkers (ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn) wordt mandaat verleend om een besluit te nemen op een aanvraag tot uitkering van geconsigneerde gelden ingevolge artikel 9 van de Wet, voor zover deze uitkering een bedrag van € 49.999,99 niet te boven gaat.

Artikel 3. Machtiging

Aan het afdelingshoofd en de Coördinerend beleidsadviseur alsmede aan de Senior Adviseurs, Adviseurs en medewerkers wordt machtiging verleend om een betaalopdracht te verstrekken op grond van een daartoe genomen besluit op een aanvraag tot uitkering van geconsigneerde gelden ingevolge artikel 9 van de Wet zoals vermeld in artikel 1 en artikel 2 van dit besluit.

Artikel 4. Voorschriften en instructies

  • 1. De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht.

  • 2. De in artikel 3 vermelde betaalopdrachten worden verstrekt aan het Financieel Dienstencentrum (FDC) dat de betalingen uitvoert. Het FDC ontvangt daartoe van het Bureau Consignatie een overzicht van de handtekeningsbevoegdheid van de in artikel 2 genoemde functionarissen.

Artikel 5. Ondertekening

De ondertekening in mandaat en ondermandaat luidt:

De Minister van Financiën,

namens deze,

<handtekening van de gemandateerde functionaris of ondergemandateerde medewerker>

[naam van de gemandateerde functionaris of ondergemandateerde medewerker],

[functie van de gemandateerde functionaris of ondergemandateerde medewerker].

Artikel 6. Intrekking

Het Besluit ondermandaat en machtiging uitvoering van de Wet op de consignatie van gelden, wordt ingetrokken.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2023. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 juli 2023, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 juli 2023.

Artikel 8. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat en machtiging aan het afdelingshoofd, de Coördinerend beleidsadviseur, de Senior Adviseurs, Adviseurs enmedewerkers van het Bureau Consignatie van de Afdeling Kaderstelling.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

G.E. Beekhuis directeur Financieel-Economische Zaken

TOELICHTING

In het kader van de uitvoering van deze werkzaamheden is het wenselijk dat het aan de directeur Financieel-Economische Zaken verleende mandaat voor de opname van gelden in de consignatiekas en uitkeringen van geconsigneerde gelden uit de consignatiekas wordt doorgemandateerd aan het afdelingshoofd, de Coördinerend beleidsadviseur, de Senior Adviseurs, Adviseurs en medewerkers van het Bureau Consignatie van de Afdeling Kaderstelling van de directie Financieel-Economische Zaken.

Tevens is het wenselijk dat aan het afdelingshoofd, de Coördinerend beleidsadviseur en medewerkers van het Bureau Consignatie machtiging wordt verleend om een betaalopdracht te verstrekken op grond van een daartoe genomen besluit op een aanvraag tot uitkering van geconsigneerde gelden ingevolge artikel 9 van de Wet op de consignatie van gelden.

Op 1 juli 2023 treedt de beleidsregel Wcg in werking, die onder andere de besluiten tot opnames van gelden in de consignatiekas onder de werking van de Algemene wet bestuursrecht plaatst. Daarnaast wordt tevens vanuit de optiek van risicobeheersing de bevoegdheid tot het nemen van dergelijke besluiten alleen gemandateerd aan het hoofd van de afdeling Kaderstelling en Coördinerend beleidsadviseur van diezelfde afdeling.

Het vanaf 1 januari 2022 geldende Besluit ondermandaat en machtiging uitvoering van de Wet op de consignatie van gelden (Stcrt. 2023, 102) wordt gelet op het voorgaande per 1 juli 2023 ingetrokken.

G.E. Beekhuis directeur Financieel-Economische Zaken

Naar boven