Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 26 juni 2023, nr. WJZ/ 27997874, tot wijziging van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek in verband met de wijziging van de subsidieplafonds voor het boekjaar 2023 en de vaststelling van de subsidieplafonds voor het boekjaar 2024

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies, artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies en artikel 3 van de Kaderwet subsidies I en M;

Besluiten:

ARTIKEL I

De bijlagen 2, 3 en 4 van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek komen als volgt te luiden:

Bijlage 2 , behorende bij artikel 9, tweede lid (subsidieplafonds instituutssubsidie)

Subsidieplafonds voor instituutssubsidie

In onderstaande tabel bevinden zich de subsidieplafonds voor de instituutssubsidie. Dit betreffen subsidieplafonds voor het huidige en het komende boekjaar en in het geval van Wageningen een additioneel meerjarig subsidieplafond voor meerjarige projecten voor de periode van 2023 t/m 2026.

Instituut

Boekjaar

Subsidieplafond (€)

Deltares

2023

22.285.000

2024

22.282.000

MARIN

2023

7.539.000

2024

7.537.000

NLR

2023

29.180.000

2024

28.716.000

Wageningen Research

2023

66.000.000

2024

50.000.000

2023 t/m 2026

15.556.000

Bijlage 3 , behorende bij artikel 12, eerste lid (subsidieplafonds programmasubsidie)

1. Subsidieplafonds programmasubsidie voor Deltares

Deltares richt zich op de onderzoeksthema’s die omschreven staan in deze tabel, en de WOT, beschreven in bijlage 1, waarbij de programmasubsidie als volgt wordt verdeeld.

Nr.

Onderzoeksthema

Soort onderzoek

Omschrijving van het onderzoek

Boekjaar

Subsidieplafond (€)

1.

Mijnbouwactiviteiten en Energietransitie

Ondergrond- en energieonderzoek

Veilige en doelmatige mijnbouwactiviteiten (bijvoorbeeld geothermie), mijnbouweffecten en nazorg

Grootschalige energieprojecten en omgeving

Energietransitie

Hernieuwbare warmte

2023

974.500

2024

250.000

2.

Landbouw, water en voedsel

Best beschermde delta

Ontwikkelen van innovaties om bestaande maatregelen door te ontwikkelen en ontwikkelen van denkbare en haalbare alternatieve transformatieve maatregelen om aan te passen aan versnelde zeespiegelstijging en extremer weer;

Digitalisering van het waterbeheer om tot kostenbesparende, kwaliteitsverhogende of risicobeperkende verbeteringen in het waterbeheer te komen.

2023

420.800

2024

161.500

3.

Waterveiligheid

Waterveiligheidsonderzoek

Onderzoek naar en ontwikkeling van methoden, instrumenten en technieken ten behoeve van de duurzame waterveiligheid van meren en grote wateren, rivieren en kust.

2023

13.500.000

2024

13.500.000

4.

Waterbeschikbaarheid

Onderzoek naar zoetwaterbeschikbaarheid

Onderzoek naar de mogelijkheden om watertekorten tegen te gaan en te borgen dat zoetwater in voldoende mate beschikbaar blijft.

2023

1.500.000

2024

1.500.000

5.

Water- en bodemkwaliteit

Bodemkwaliteitsonderzoek

Onderzoek naar een goede bodem- en waterkwaliteit voor een duurzaam en gezond ecosysteem.

2023

4.500.000

2024

4.500.000

6.

Infrastructuur

Onderzoek voor infrastructuur

Onderzoek op het gebied van hydraulic, eco- en geo-engineering ten behoeve van de infrastructuur (water, weg en spoor).

2023

1.250.000

2024

800.000

7.

Water, bodem en ruimte

Duurzaam ruimtegebruik

Onderzoek naar het waterbodemsysteem ten behoeve van een duurzame ruimtelijke inrichting.

2023

1.500.000

2024

1.000.000

8.

Klimaatverandering (adaptatie en mitigatie)

Klimaatonderzoek

Onderzoek naar effecten van klimaat en zeespiegelstijging op het hoofdwatersysteem. Onderzoek ten behoeve van een klimaatadaptieve inrichting van Nederland en ten behoeve van een klimaatneutraal beheer en gebruik van het hoofdwatersysteem.

2023

5.200.000

2024

6.200.000

9.

Uitvoering wettelijke onderzoekstaken (WOT)

WOT Data, modellen en applicaties

De activiteiten, genoemd in paragraaf 1.2 van bijlage 1

2023

12.500.000

2024

12.500.000

WOT Ondersteuning Watermanagementcentrum Nederland

De activiteiten, genoemd in paragraaf 1.2 van bijlage 1

2023

1.000.000

2024

1.000.000

2. Subsidieplafonds programmasubsidie voor MARIN

MARIN richt zich op de onderzoeksthema’s die omschreven staan in deze tabel waarbij de programmasubsidie als volgt wordt verdeeld.

Nr.

Onderzoeksthema

Soort onderzoek

Omschrijving van het onderzoek

Boekjaar

Subsidieplafond (€)

1.

Veilige en duurzame scheepvaart

Defensieonderzoek

Onderzoek ter ondersteuning van de taken van defensie.

2023

4.364.000

2024

4.279.000

2.

Klimaatneutrale scheepvaart

Validatieonderzoek

Onderzoek naar innovatieve voortstuwingsmethoden (door scheepsmotoren).

2023

500.000

2024

0

3.

Scheepvaartveiligheid

Onderzoek naar veilige beladingssystemen, bevestigingsmiddelen en sjormethoden

Onderzoek ter ondersteuning van de taken van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Rijkswaterstaat.

2023

160.000

2024

125.000

3. Subsidieplafonds programmasubsidie voor NLR

NLR richt zich op de onderzoeksthema’s die omschreven staan in deze tabel waarbij de programmasubsidie als volgt wordt verdeeld.

Nr.

Onderzoeksthema

Soort onderzoek

Omschrijving van het onderzoek

Boekjaar

Subsidieplafond (€)

1.

Veilige samenleving als onderdeel van het maatschappelijk thema Veiligheid

Defensieonderzoek

Onderzoek ter ondersteuning van de taken van defensie.

2023

9.739.000

2024

12.638.000

2.

Beveiliging burgerluchtvaart

Veiligheidsonderzoek

Onderzoek naar verbetering van de beveiliging van de burgerluchtvaart tegen bestaande en nieuwe dreigingen.

2023

216.000

2024

0

Onbemande luchtvaart en drones

Onderzoek naar veiligheidsaspecten van onbemande luchtvaart en drones

2023

180.000

2024

0

4 Subsidieplafonds programmasubsidie voor Wageningen Research

Wageningen Research richt zich op de onderzoeksthema’s die omschreven staan in tabel 4a, en de WOT, beschreven in bijlage 1, waarbij de programmasubsidie wordt verdeeld zoals in tabel 4b omschreven.

4a. Onderzoeksthema’s Wageningen Research

Nr.

Onderzoeksthema

Soort onderzoek

Omschrijving van het onderzoek

Boekjaar

1.

Landbouw, Water en Voedsel

Kringlooplandbouw

Verminderen gebruik meststoffen en water en betere benutting van nutriënten in dierlijke mest en afvalwater. Robuuste teelten met een gezonde, robuuste bodem en nagenoeg geen emissies naar grond- en oppervlaktewater. Zoveel mogelijk hergebruik van organische zij- en reststromen in de voedselketen. Duurzame productie van eiwitrijke grondstoffen en biomassa. Herstel en benutten biodiversiteit.

2023 en 2023 t/m 2026

Klimaatneutrale landbouw en voedselproductie

Emissiereductie in bodem- en landgebruik in de landbouw. Duurzame veehouderij. Energiebesparing en -productie in het rurale gebied. Duurzame glastuinbouw. Land en water ingericht op CO2-vastlegging en -gebruik.

2023 en 2023 t/m 2026

Klimaatbestendig landelijk en stedelijk gebied

Het voorkomen of opvangen van watertekort, verzilting en wateroverlast in het landelijk gebied.

Klimaatadaptieve landbouwsystemen. Het voorkomen van wateroverlast, verdroging, hittestress en bodemdaling en gevolgen overstromingen in de stad.

2023 en 2023 t/m 2026

Gewaardeerd, gezond en veilig voedsel

Waardering voor voedsel. Duurzame en gezonde voeding een gemakkelijke keuze.

Veilig voedsel met een One Health aanpak (focus op veiligheid, zoönose, antibioticaresistentie en schadelijke emissies uit stallen).

Gezondheid, welzijn en integriteit dier op orde. Voedselzekerheid zoals Kansen voor morgen, Food Systems Approach en de Global Food Systems Index.

2023 en 2023 t/m 2026

Duurzame Noordzee, oceanen en binnenwateren

Noordzee, Cariben, rivieren, meren en intergetijdengebieden. Overige oceanen en zeeën. Beleidsvraagstukken over de visserijsector.

2023 en 2023 t/m 2026

2.

Landbouw, Water en Voedsel

Veerkrachtige natuur en vitale bodem

Natuur- en biodiversiteitsherstel beschermde soorten en habitats. Een vitale bodem. Naar een natuurinclusieve samenleving. Klimaatbestendige natuur, waaronder bos en bomen.

2024

Duurzame land- en tuinbouw

Brongericht verminderen van emissies naar bodem, water en lucht. Weerbare gewas- en teeltsystemen en gezonde bodems. Hoogwaardige en circulaire productie en gebruik van grondstoffen. Integrale duurzaamheid en ecosysteemdiensten als bron voor waardecreatie. Dierwaardigheid als gezonde basis. Energietransitie in de land- en tuinbouw.

2024

Vitaal landelijk gebied in een klimaatbestendig Nederland

Integrale gebiedsaanpak en verantwoorde transitie. Klimaatbestendig landgebruik. Toekomstbestendige ruimtelijke inrichting landelijk gebied en ondergrond. Klimaatbestendig bebouwd gebied en waterinfrastructuur. Verbeteren waterkwaliteit en vergroten (zoet)waterbeschikbaarheid.

2024

Duurzaam en gewaardeerd voedsel dat gezond en veilig is

Duurzame ketenaanpak. Duurzame en veilige verwerking. Duurzaam en gezond voedselaanbod aan de consument. Verduurzaming internationale voedselketens. Voedselzekerheid en weerbaarheid van voedselsystemen.

2024

Duurzaam en veilig gebruik van de Noordzee en andere grote wateren

Noordzee in balans en duurzame oceanen en zeeën. Duurzame rivieren, meren en intergetijdegebieden. Duurzame visserij en voedselproductie uit water. Natuurinclusieve landbouw, visserij en waterbeheer in Caribisch Nederland.

2024

Veilige en weerbare delta

Weerbaar Nederland voor hoog water en extreme rivierafvoeren met betaalbare, circulaire en klimaatneutrale maatregelen. Verminderen (bouw)grondstoffen en circulaire bagger-, zand- en grindgebruik. Bevaarbare vaarwegen en veilige, circulaire en klimaatneutrale scheepvaart.

2024

4b. Subsidieplafonds Wageningen Research

Nr.

Onderzoeks

thema

Soort onderzoek

Omschrijving van het onderzoek

Boekjaar

Subsidie

plafond (€)

1.

 

Missiegedreven Kennis- en Innovatieprogramma’s Topsectoren

Onderzoeksthema’s als bedoeld in tabel 4a, nr. 1, van deze bijlage

2023

62.500.000

Onderzoeksthema’s als bedoeld in tabel 4a, nr. 2, van deze bijlage

2024

62.500.000

 

Onderzoeksprogramma’s voor beleidsondersteunend onderzoek, klimaat- en stikstofprogramma en additionele kennisvragen

Onderzoeksthema’s als bedoeld in tabel 4a, nr. 1, van deze bijlage

2023

61.000.000

2023 t/m 2026

70.000.000

Onderzoeksthema’s als bedoeld in tabel 4a, nr. 2, van deze bijlage

2024

65.000.000

2.

Uitvoering Wettelijke taken (WOT)

WOT Besmettelijke dierziekten als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling

De activiteiten, genoemd in paragraaf 1.1 van bijlage 1, van deze regeling.

2023 t/m 2027

63.500.000

WOT Voedselveiligheid als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling, met uitzondering van ondersteuning van de NVWA,

2023 t/m 2025

35.000.000

WOT Voedselveiligheid als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling, gericht op de ondersteuning van de NVWA

2023

27.250.000

2024

29.000.000

WOT Genetische bronnen als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling

2023 t/m 2026

21.500.000

WOT Natuur en milieu als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling

2023

11.000.000

2024 t/m 2028

65.000.000

WOT Visserijonderzoek als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling

2023

8.500.000

2024

9.500.000

WOT Economische informatievoorziening als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling

2023 t/m 2027

51.500.000

Bijlage 4 , behorende bij artikel 17, tweede lid (subsidieplafonds infrastructuursubsidie)

Subsidieplafonds voor infrastructuursubsidie

In onderstaande tabel bevinden zich de subsidieplafonds voor de infrastructuursubsidie.

Instituut

Boekjaar

Subsidieplafond (€)

Deltares

2023

0

2024

0

MARIN

2023

1.000.000

2024

1.000.000

NLR

2023

1.000.000

2024

500.000

Wageningen Research

2023

0

2024

0

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 26 juni 2023

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

TOELICHTING

1. Aanleiding

Deze wijzigingsregeling voorziet in de vaststelling van de subsidieplafonds voor de zogenaamde jaarlijkse instituutssubsidie, programmasubsidie en infrastructuursubsidie die verstrekt wordt op grond van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek (hierna: Subsidieregeling TO2) aan organisaties voor toegepast onderzoek (hierna: TO2-instellingen). Naast de vaststelling van de nieuwe subsidieplafonds voor het boekjaar 2024, worden ook de subsidieplafonds voor het boekjaar 2023 gewijzigd.

2. Inhoud regeling

2.1 Wijziging subsidieplafonds voor het boekjaar 2023

De budgetplafonds voor het boekjaar 2023 worden gewijzigd als gevolg van het beschikbaar stellen van additioneel budgetten voor instituutssubsidies en programmasubsidies.

2.1.1 Wijziging subsidieplafonds instituutssubsidie

Het subsidieplafond van Wageningen Research (hierna: WR) voor 2023 wordt verhoogd met € 16 miljoen. Dit betreft enerzijds een reparatie van beschikkingen die in 2022 zijn afgegeven aan Wageningen Research (hierna: WR), maar achteraf gezien niet door WR correct verwerkt konden worden. Het ging om een verhoging van in totaal € 10 miljoen in verband met de bijdrage van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna: LNV) voor vervangingsinvesteringen in en kosten voor exploitatie en onderhoud van infrastructuur voor Wageningen Research. Anderzijds wordt het plafond met € 6 miljoen verhoogd om budgetflexibiliteit aan het infrastructuurfonds van WR te vergroten. Het is daarom nodig het plafond in 2023 te verhogen.

Voor NLR stelt de Minister van Economische Zaken en Klimaat 400.000 euro extra beschikbaar ten bate van de instandhouding van de European Transonic Windtunnel.

Tevens wordt de instituutssubsidie voor het jaar 2023 bij alle vier de TO2-instellingen aangepast door toekenning van de loon- en prijsbijstelling.

2.1.2 Wijziging subsidieplafonds programmasubsidie

Voor Deltares wordt het subsidieplafond voor onderzoeksthema Mijnbouwactiviteiten en Energietransitie voor 2023 opgehoogd naar € 975.000. Deze verhoging is nodig in verband met extra werkzaamheden die aan Deltares worden gevraagd voor bodemonderzoek.

Voor MARIN wordt het subsidieplafond voor het onderzoeksthema Veilige en duurzame scheepvaart voor 2023 verhoogd naar € 4.364.000. Het budget is afkomstig van de Minister van Defensie voor de uitvoering van extra werkzaamheden naar aanleiding van de Defensievisie 2035.

Voor NLR wordt het subsidieplafond voor Defensieonderzoek voor 2023 verhoogd naar € 9.739.000. Het budget is afkomstig van de Minister van Defensie voor intensivering van het defensieonderzoek naar aanleiding van de Defensienota. Verder wordt door de Minister van Justitie en Veiligheid additioneel budget beschikbaar gesteld voor een kennisopbouwprogramma voor de beveiliging van burgerluchtvaart en de detectie van reisbewegingen. Dit leidt tot een verhoging van het subsidieplafond van 2023 naar € 216.000.

De bijdrage van de Minister van Defensie aan de programmasubsidie NLR voor onderzoeksthema Veilige samenleving als onderdeel van het maatschappelijk thema veiligheid van boekjaar 2023 zal met € 59.000 worden opgehoogd. Dit in verband met de loon- en prijsbijstelling en aanloopkosten voor de intensivering voortkomend uit de Defensienota.

Voor WR wordt door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het subsidieplafond voor beleidsondersteunend onderzoek voor het boekjaar 2023 verhoogd met € 6.000.000. De ophoging is noodzakelijk vanwege een toename van additionele kennisvragen op onder andere het dossier gebiedsgerichte aanpak en voor onderbouwing van het landbouwakkoord.

2.2 Vaststelling nieuwe subsidieplafonds voor het boekjaar 2024

Op grond van de artikelen 9, tweede lid, 12, eerste lid, en 17, tweede lid, van de Subsidieregeling TO2 wordt jaarlijks in bijlage 2, 3 en 4 van de Subsidieregeling TO2 bekendgemaakt welk subsidieplafond voor instituutssubsidie voor een instituut beschikbaar wordt gesteld, welke subsidieplafonds voor de programmasubsidies voor onderzoeksthema’s in het aankomende boekjaar van toepassing zijn en welk subsidieplafond per instituut voor infrastructuursubsidie in het aankomende boekjaar van toepassing is. Via deze wijzigingsregeling worden deze bijlagen uiterlijk op 1 augustus aangepast, zodat de desbetreffende subsidieaanvrager op tijd zijn subsidieaanvraag kan voorbereiden. De subsidieaanvrager dient zijn aanvraag om subsidie op grond van artikel 6 van de Subsidieregeling TO2 namelijk uiterlijk acht weken voor aanvang van het boekjaar in te dienen.

De bijlagen 2, 3, en 4 worden opnieuw integraal vastgesteld omdat de onderzoeksthema’s en bedragen voor het boekjaar 2022 eruit gehaald zijn.

3. Staatssteun

De wijziging brengt geen verandering in de staatssteunaspecten, verbonden aan de Subsidieregeling TO2. De wijziging met betrekking tot de publicatie van voormelde subsidieplafonds passen binnen de eerdere staatssteunbeoordeling. Voor een nadere toelichting op de staatssteunaspecten wordt verwezen naar paragraaf I, onderdeel 6, van de toelichting van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek (Stcrt. 2018, 5475).

4. Regeldruk

De vaststelling van de subsidieplafonds leidt niet tot wijziging van informatieverplichtingen en daarom ook niet tot een toe- of afname van de regeldruk bij de gebruikers van de Subsidieregeling TO2. Voor een nadere toelichting op de huidige regeldrukeffecten wordt verwezen naar paragraaf I, onderdeel 8, van de toelichting van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek (Stcrt. 2018, 5475).

5. Inwerkingtreding

De onderhavige regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met de datum van inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep van deze regeling gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

Naar boven