Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Buitenlandse Zaken | Staatscourant 2023, 18139 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Buitenlandse Zaken | Staatscourant 2023, 18139 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;
Gelet op de artikelen 2, 4, derde lid, en 9 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken;
Besluiten:
Afdeling 2 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 wordt als volgt gewijzigd:
A
Het opschrift van paragraaf 3 komt te luiden:
B
In artikel 2.4 vervalt ‘vrede en veiligheid,’.
D
Artikel 2.5 komt te luiden:
De minister kan subsidie verstrekken voor activiteiten die niet op grond van een van de overige bepalingen van deze regeling voor subsidie in aanmerking kunnen komen en strekken tot of dienstig zijn aan de ontwikkeling en uitvoering van het beleid van de minister op het gebied van vrede en veiligheid.
E
Na artikel 2.5 (nieuw) wordt, onder vernummering van paragraaf 5 tot 6 en onder vernummering van artikel 2.6 tot 2.10, een artikel ingevoegd, luidende:
Met het oog op en binnen het raam van de doelstelling, genoemd in artikel 2.5, komen voor subsidie in aanmerking activiteiten gericht op of ter bevordering van:
a. het functioneren van de rechtsstaat, de kwaliteit van wetgeving, rechtshandhaving en rechtspraak, de toegang tot recht en de rechtsbescherming van burgers;
b. het versterken van de democratie en de structuur, capaciteit, kwaliteit, inclusiviteit en bestuurskracht van lokale en centrale overheden;
c. een transparante, inclusieve, efficiënte, effectieve en professioneel opererende veiligheidssector binnen de kaders van internationale mensen- en humanitaire rechten;
d. het versterken van de bescherming van burgers door het verminderen van vormen van geweld tegen burgers, waaronder seksueel geweld en andere vormen van bedreigingen voor de fysieke veiligheid;
e. het versterken van de weerbaarheid van lokale gemeenschappen tegen gewapend conflict;
f. het voorlichten over de risico’s en het verwijderen van explosieve oorlogsresten, de ondersteuning van de slachtoffers hiervan en het beïnvloeden van het beleid op dit gebied;
g. het bevorderen en versterken van vredesopbouwinspanningen, inclusief conflictpreventie, conflictbeheersing en conflictresolutie;
h. het erkennen, respecteren en versterken van onafhankelijk leiderschap, participatie, besluitvorming en capaciteit van lokale en nationale actoren op het gebied van de doelstellingen, genoemd in artikel 2.5.
F
Paragraaf 5 komt te luiden:
De minister kan subsidie verlenen voor activiteiten die strekken tot of dienstig zijn aan:
a. het ondersteunen van veilige en humane opvang in de regio van herkomst van vluchtelingen en intern ontheemden, en het ondersteunen van kwetsbare gastgemeenschappen bij het opvangen van de gevolgen van (langdurige) ontheemding; of
b. migratiesamenwerking in lijn met Duurzame Ontwikkelingsdoelstelling 10.7 van de door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 25 september 2015 in resolutie A/RES/70/1 vastgestelde duurzame ontwikkelingsdoelen.
Met het oog op en binnen het raam van de doelstellingen, genoemd in artikel 2.7, aanhef en onderdeel a, komen voor subsidie in aanmerking activiteiten gericht op of ter bevordering van:
a. het bieden van bescherming aan vluchtelingen, intern ontheemden en kwetsbare gastgemeenschappen;
b. het verhogen van de capaciteit en kwaliteit van dienstverlening op het gebied van (beroeps)onderwijs en training voor vluchtelingen, intern ontheemden en kwetsbare gastgemeenschappen;
c. het verhogen van capaciteit en kwaliteit van publieke of private infrastructuur voor vluchtelingen, intern ontheemden en kwetsbare gastgemeenschappen;
d. sociaaleconomische ontwikkeling van vluchtelingen, intern ontheemden en kwetsbare gastgemeenschappen;
e. het erkennen, respecteren en versterken van onafhankelijk leiderschap, participatie, besluitvorming en capaciteit van lokale en nationale actoren op het gebied van de doelstellingen, genoemd in artikel 2.7, aanhef en onderdeel a.
Met het oog op en binnen het raam van de doelstellingen, genoemd in artikel 2.7, aanhef en onderdeel b, komen voor subsidie in aanmerking activiteiten gericht op of ter bevordering van:
a. het voorkomen van irreguliere migratie;
b. het bieden van bescherming aan migranten;
c. het tegengaan van mensensmokkel en -handel;
d. het bevorderen van terugkeer naar en herintegratie in het land van herkomst;
e. het verbeteren en versterken van legale migratie;
f. het erkennen, respecteren en versterken van onafhankelijk leiderschap, participatie, besluitvorming en capaciteit van lokale en nationale actoren op het gebied van de doelstellingen, genoemd in artikel 2.7, aanhef en onderdeel b.
G
Artikel 2.10 (nieuw) komt te luiden:
H
In Afdeling 3 vervalt zowel de indeling in paragrafen als Paragraaf 2.
I
Artikel 5.1 komt te luiden:
De minister kan subsidie verlenen voor andere activiteiten, dan bedoeld in afdeling 4, in of ten behoeve van ontwikkelingslanden op het terrein van een of meer van de volgende thema’s:
a. voedselzekerheid;
b. water;
c. veiligheid en rechtsorde;
d. mensenrechten;
e. seksuele en reproductieve gezondheid en rechten;
f. gender;
g. klimaat; en
h. private sectorontwikkeling.
De Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006, zoals die luidde op de dag voorafgaande aan de dag van inwerkingtreding van deze regeling, blijft van toepassing op subsidies die voor die datum zijn verstrekt en blijft van toepassing op voor inwerkingtreding van deze regeling bekendgemaakte beleidsregels en subsidieplafonds als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
Een aantal van de in de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 opgenomen subsidiegrondslagen behoeft actualisering ten einde weer aan te sluiten bij de actuele beleidsmatige inzichten over de inzet van het subsidie-instrument bij de uitvoering van het beleid op de betreffende thema’s. Dit betreft de subsidieverstrekking op het gebied van vrede en veiligheid en op het gebied van migratie. De onderhavige wijziging van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 creëert een aparte en nader ingevulde subsidiegrondslag voor het onderdeel vrede en veiligheid. Dit onderdeel wordt opgenomen in paragraaf 4 en wordt om die reden geschrapt uit paragraaf 3. Daarnaast wordt het onderdeel migratie uitgebreid met ontheemding, dat wordt opgenomen in paragraaf 5. Het onderdeel gedetineerdenbegeleiding in het buitenland dat was opgenomen in paragraaf 5 wordt als gevolg daarvan verschoven naar paragraaf 6.
Het thema vrede en veiligheid heeft in de afgelopen 15 jaar sterk aan gewicht gewonnen binnen het buitenlands beleid van de Nederlandse regering. Daarmee kwam ook het besef dat het waarborgen van vrede en veiligheid een brede aanpak vergt, waarbinnen het functioneren van de rechtstaat en de democratische processen, de rol van een veiligheidssector (leger, politie en verantwoordelijke ministeries) en de bescherming van de burgers en het weerbaar maken van lokale gemeenschappen tegen de invloeden van extremistisch geweld een belangrijke plaats innemen. Dit alles naast de meer zichtbare inspanningen op het gebied van conflictbeheersing en -resolutie. De grondslag voor subsidieverstrekking op het terrein van vrede en veiligheid wordt in onderhavige wijzigingsregeling hiermee in overeenstemming gebracht.
In 2022 zijn er wereldwijd meer dan 100 miljoen mensen ontheemd en is 1 op de 30 mensen een migrant, wat neerkomt op bijna 4 procent van de wereldbevolking. Tegen de achtergrond van ontwikkelingen als de verwachte wereldwijde bevolkingsgroei, instabiliteit en langdurige conflicten, klimaatverandering, armoede en ongelijkheid, en geopolitieke en economische machtsverschuivingen, is de verwachting dat het aantal mensen dat ontheemd raakt en migreert wereldwijd verder zal toenemen. In het afgelopen decennium is het thema migratie en ontheemding dan ook steeds centraler in het beleid van de Nederlandse regering komen te staan. De Minister intensiveert daarom de inspanningen om vluchtelingen perspectief op een menswaardig bestaan te bieden in hun regio van herkomst. De gehele inzet dient er tevens toe om het doorreizen naar Europa te beperken en om destabilisatie van de opvanglanden zelf te voorkomen. Daarnaast zet de Minister er op in om migratie zoveel mogelijk veilig en gestructureerd te laten verlopen, irreguliere migratiebewegingen zoveel mogelijk te beperken, en terugkeer bij onrechtmatig verblijf en de bescherming van kwetsbare migranten te bevorderen. De grondslag voor subsidieverstrekking op het terrein van migratie wordt in onderhavige wijzigingsregeling in lijn hiermee nader uitgewerkt en aangevuld met het thema van ontheemding. Onder ‘ontheemden’ wordt verstaan: mensen die uit vrees voor vervolging, conflict, algemeen geweld of andere omstandigheden die de openbare orde ernstig hebben verstoord, hun woonplek hebben moeten verlaten en ergens anders in hun eigen land (intern ontheemden) of in een ander land (vluchtelingen) bescherming en een veilig onderkomen behoeven. Onder ‘vluchtelingen’ wordt verstaan: mensen die zich buiten hun land van herkomst bevinden uit vrees voor vervolging, conflict, algemeen geweld of andere omstandigheden die de openbare orde ernstig hebben verstoord en die als gevolg daarvan internationale bescherming behoeven. Deze termen sluiten aan bij de volgende definitie van de UNHCR: all persons outside their country of origin for reasons of feared persecution, conflict, generalized violence, or other circumstances that have seriously disturbed public order and who, as a result, require international protection’. These, and other populations falling fully or partially within UNHCR’s mandate – asylum seekers, people displaced internally inside their own countries or stateless persons – are also often referred to as Persons of Concern (PoCs).
Voor zowel het thema vrede en veiligheid als het thema migratie en ontheemding wordt bovendien voorzien in een subsidiegrondslag voor activiteiten op het gebied van lokalisering. Nederland heeft meermaals het belang bevestigd van lokalisatie als proces van erkenning, respect en versterking van onafhankelijk leiderschap en besluitvorming door lokale en nationale actoren bij ontwikkeling-georiënteerde actie. In uw BHOS-nota van 2022 ‘Doen waar Nederland goed in is’ wordt lokaliseren genoemd als werkwijze voor maximale ontwikkelingsimpact. De grondslag voor subsidieverstrekking op beide beleidsterreinen wordt derhalve ten behoeve daarvan uitgebreid om de positie en impact van lokale actoren werkzaam op het terrein van migratie en ontheemding en vrede en veiligheid te versterken.
In artikel 2.8, onderdeel e, gaat het om het mogelijk maken voor vluchtelingen en intern ontheemden om toch deel te nemen aan nationaal onderwijs, werk en bescherming in een ander land of andere regio dan hun originele woonplaats. Met inclusie wordt bedoeld dat er kansen voor vluchtelingen en intern ontheemden worden gecreëerd om serieus en op gelijkwaardig niveau deel te nemen aan de maatschappij waarin ze verblijven. In artikel 2.9, onderdeel b, gaat het bijvoorbeeld om de bescherming van migranten in de context van mensensmokkel.
Artikel 2.10 (oud: artikel 2.6) bevat de grondslag voor subsidieverstrekking ten behoeve van gedetineerdenbegeleiding. Deze begeleiding dient ook betrekking te kunnen hebben op juridische bijstand.
Paragraaf 2 van afdeling 3 komt te vervallen, omdat geen gebruik meer wordt gemaakt van deze grondslag. De kosten voor personele veiligheid kunnen worden opgevoerd als reguliere programmakosten. Hiervoor is geen aparte subsidiegrondslag meer nodig.
In artikel 5.1 wordt de opsomming via gedachtenstreepjes vervangen door een opsomming met onderdelen a. etcetera. Daarmee kunnen subsidies en subsidiebeleidskaders gerichter worden voorzien van de juiste grondslag.
De inwerkingtreding van deze regeling wijkt af van de vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijn zoals opgenomen in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de onder a in deze aanwijzing opgenomen uitzonderingsgrond. Vasthouden aan de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn van twee maanden maakt het onmogelijk om nog dit jaar te kunnen komen tot het verlenen van subsidies op het gebied van migratie en ontheemding. Dit is gelet op de urgentie van inzet van het subsidie-instrument voor de uitvoering van het beleid op dit gebied onwenselijk. De afwijking is ten voordele van de doelgroep van potentiële subsidieontvangers, omdat zij eerder subsidie zullen kunnen aanvragen, en benadeelt niemand.
De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2023-18139.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.