Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 30 juni 2023, nr. WJZ/ 27986467, houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling pacht in verband met de vaststelling van de pachtprijzen 2023

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 2, 14, eerste lid, 15, eerste lid, 16, tweede lid, 20, eerste lid, en 21a, tweede lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007;

Besluit:

ARTIKEL I

De Uitvoeringsregeling pacht wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘€ 5.094,–’ vervangen door ‘€ 6.551,–’ en ‘€ 3.598,–’ door ‘€ 4.907,–’.

b. In onderdeel b wordt ‘in Westelijk Holland 13% en in de Rest van Nederland 19%’ vervangen door ‘in Westelijk Holland 29% en in de Rest van Nederland 36%'.

B

In artikel 3, onderdeel c, wordt ‘2,3’ vervangen door ‘3,1%'.

C

In artikel 4, tweede lid, wordt ‘2,79%’ vervangen door ‘3,72%’.

D

Bijlage 1, onderdelen A en B, komen te luiden:

A. Pachtovereenkomsten die worden aangegaan op of na 1 september 2007

Pachtprijsgebied

Hoogst toelaatbare pachtprijs per hectare per jaar

Bouwhoek en Hogeland

790

Veenkoloniën en Oldambt

420

Noordelijk weidegebied

621

Oostelijk veehouderijgebied

666

Centraal veehouderijgebied

649

IJsselmeerpolders

1.398

Westelijk Holland

518

Waterland en Droogmakerijen

357

Hollands/Utrechts weidegebied

842

Rivierengebied

791

Zuidwestelijk akkerbouwgebied

499

Zuidwest-Brabant

949

Zuidelijk veehouderijgebied

750

Zuid-Limburg

831

B. Percentage waarmee de tussen partijen op grond van een voor 1 september 2007 aangegane pachtovereenkomst geldende pachtprijs wordt gewijzigd

Pachtprijsgebied

Veranderpercentage

Bouwhoek en Hogeland

14

Veenkoloniën en Oldambt

15

Noordelijk weidegebied

22

Oostelijk veehouderijgebied

19

Centraal veehouderijgebied

25

IJsselmeerpolders

12

Westelijk Holland

30

Waterland en Droogmakerijen

54

Hollands/Utrechts weidegebied

18

Rivierengebied

22

Zuidwestelijk akkerbouwgebied

37

Zuidwest-Brabant

13

Zuidelijk veehouderijgebied

42

Zuid-Limburg

37

E

Bijlage 2, onderdeel A, komt te luiden:

A. Hoogst toelaatbare pachtprijzen agrarische woningen

Punten

Bedrag

Punten

Bedrag

Punten

Bedrag

Punten

Bedrag

Punten

Bedrag

40

210,31

82

432,15

124

676,43

166

920,66

208

1.164,89

41

215,56

83

437,98

125

682,24

167

926,48

209

1.170,72

42

220,83

84

443,79

126

688,03

168

932,29

210

1.176,55

43

226,10

85

449,61

127

693,87

169

938,12

211

1.182,35

44

231,33

86

455,43

128

699,68

170

943,91

212

1.188,15

45

236,59

87

461,23

129

705,52

171

949,76

213

1.193,97

46

241,86

88

467,08

130

711,34

172

955,54

214

1.199,80

47

247,12

89

472,88

131

717,13

173

961,37

215

1.205,60

48

252,38

90

478,72

132

722,94

174

967,15

216

1.211,43

49

257,61

91

484,50

133

728,77

175

973,01

217

1.217,23

50

262,88

92

490,32

134

734,57

176

978,77

218

1.223,06

51

268,11

93

496,14

135

740,41

177

984,64

219

1.228,86

52

273,41

94

501,95

136

746,20

178

990,46

220

1.234,70

53

278,63

95

507,76

137

752,04

179

996,27

221

1.240,50

54

283,93

96

513,61

138

757,83

180

1.002,06

222

1.246,33

55

289,16

97

519,40

139

763,66

181

1.007,88

223

1.252,12

56

294,42

98

525,20

140

769,48

182

1.013,69

224

1.257,93

57

299,68

99

531,03

141

775,27

183

1.019,52

225

1.263,79

58

304,94

100

536,82

142

781,06

184

1.025,33

226

1.269,59

59

310,18

101

542,66

143

786,90

185

1.031,16

227

1.275,40

60

315,46

102

548,48

144

792,72

186

1.036,96

228

1.281,25

61

320,71

103

554,28

145

798,55

187

1.042,79

229

1.287,04

62

325,93

104

560,11

146

804,38

188

1.048,60

230

1.292,82

63

331,18

105

565,91

147

810,15

189

1.054,43

231

1.298,65

64

336,45

106

571,75

148

815,96

190

1.060,23

232

1.304,47

65

341,70

107

577,55

149

821,84

191

1.066,06

233

1.310,28

66

346,98

108

583,38

150

827,61

192

1.071,84

234

1.316,10

67

352,20

109

589,20

151

833,43

193

1.077,70

235

1.321,92

68

357,47

110

594,97

152

839,25

194

1.083,50

236

1.327,75

69

362,75

111

600,82

153

845,05

195

1.089,32

237

1.333,53

70

367,94

112

606,62

154

850,88

196

1.095,12

238

1.339,35

71

373,26

113

612,44

155

856,71

197

1.100,92

239

1.345,18

72

378,48

114

618,27

156

862,50

198

1.106,76

240

1.350,98

73

383,76

115

624,08

157

868,32

199

1.112,57

241

1.356,81

74

389,00

116

629,88

158

874,12

200

1.118,40

242

1.362,61

75

394,28

117

635,74

159

879,96

201

1.124,20

243

1.368,45

76

399,49

118

641,52

160

885,75

202

1.130,00

244

1.374,26

77

404,76

119

647,33

161

891,59

203

1.135,81

245

1.380,05

78

410,04

120

653,15

162

897,38

204

1.141,65

246

1.385,87

79

415,30

121

658,96

163

903,18

205

1.147,44

247

1.391,70

80

420,55

122

664,78

164

909,03

206

1.153,28

248

1.397,52

81

426,34

123

670,59

165

914,83

207

1.159,11

249

1.403,32

               

250

1.409,16

F

De tabel in bijlage 2a komt te luiden:

Aard van het bedrijf

Doelmatigheid

Nieuw

Zeer goed

Goed

Redelijk

Matig

Slecht

Akkerbouw

547

430

328

242

169

97

Melkvee

1.406

1.107

845

620

431

249

Overig

846

666

508

373

260

148

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang 1 juli 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 30 juni 2023

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

TOELICHTING

1. Inleiding

Deze regeling wijzigt de Uitvoeringsregeling pacht. Daarmee wordt uitvoering gegeven aan de artikelen 2, 14, eerste lid, 15, eerste lid, 16, tweede lid, en 20, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007. Ingevolge artikel 21a, tweede lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007 vindt namelijk jaarlijks per 1 juli herziening plaats van de pachtprijzen voor los land zonder woningen of andere opstallen en tuinland alsmede voor agrarische woningen en bedrijfsgebouwen.

Voorzien is in de vaststelling van de hoogst toelaatbare pachtprijzen voor overeenkomsten die op of na 1 september 2007 zijn aangegaan en in de vaststelling van de percentages waarmee de tussen partijen op grond van voor 1 september 2007 aangegane overeenkomsten geldende pachtprijzen wijzigen.

De nieuwe prijzen en percentages gelden vanaf 1 juli 2023.

De veranderpercentages werken van rechtswege door. De verpachter kan echter, onder schriftelijke mededeling aan de pachter, geheel of ten dele van een verhoging afzien (artikel 333, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek).

2. Hoogst toelaatbare pachtprijzen voor land zonder woningen of andere opstallen en tuinland

De hoogst toelaatbare pachtprijs en het veranderpercentage zijn overeenkomstig de systematiek volgend uit de adviezen van de Commissie Pachtnormen I en II berekend door het Wageningen Economic Research (WEcR) op basis van gegevens in het bedrijveninformatienet van akkerbouwbedrijven met een omvang van 130.000 Standaardopbrengst tot 750.000 Standaardopbrengst en van melkvee- en opengrondstuinbouwbedrijven met een omvang van 155.000 Standaardopbrengst tot 885.000 Standaardopbrengst conform artikel 5 van het Pachtprijzenbesluit 2007. Bij de berekening is overeenkomstig de artikelen 6, derde lid, en 8, derde lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007 uitgegaan van het vijfjaargemiddelde van de bedrijfsgegevens van het bedrijveninformatienet in de periode 2017 tot en met 2021.

Voor de berekening van het vereiste directe rendement van de verpachter is uitgegaan van het driejarig voortschrijdend gemiddelde van de reële lange kapitaalmarktrente, zijnde het effectief rendement van de 10-jarige Euro Interest Rate Swap van december 2022 (0,599%) minus het driejarig voortschrijdend gemiddelde van de inflatie in de Eurozone per december 2022 (gebaseerd op de HCIP, de geharmoniseerde Europese consumentenprijsindex) van 4,597%, te vermeerderen met een opslag voor grondlasten, beheerkosten, belastingen en risico van 1,25% overeenkomstig artikel 9, tweede lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007. Hiermee komt het vereiste directe rendement op -2,748% van de verpachte waarde van de landbouwgrond, dan wel de helft daarvan, -1,374% van de onverpachte waarde.

Op basis van de verhouding tussen het vereiste directe rendement en de grondbeloning is op de grondbeloning de correctiefactor, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007, toegepast (zie onderstaande tabel). Door de sterke daling van de rendementseis ligt in alle pachtprijsgebieden de grondbeloning ruim boven het vereiste directe rendement. Als gevolg hiervan worden de regionormen naar beneden bijgesteld ten opzichte van de grondbeloning: in alle gebieden met (het maximum van) 10%. Deze gecorrigeerde grondbeloning is de nieuwe regionorm.

Grondbeloning (euro per ha) gecorrigeerd voor vereiste directe rendement verpachters voor land zonder woningen of andere opstallen

Pachtprijsgebied

Grondbeloning na reservering

2017–2021 (euro/ha)

Rendementseis/

grondbeloning

Correctiepercentage

Regionorm 2023

(euro/ha)

Bouwhoek en Hogeland

878

-0,96

-10

790

Veenkoloniën en Oldambt

467

-1,93

-10

420

Noordelijk weidegebied

690

-1,04

-10

621

Oostelijk veehouderijgebied

740

-1,21

-10

666

Centraal veehouderijgebied

721

-1,29

-10

649

IJsselmeerpolders

1.553

-1,16

-10

1.398

Westelijk Holland

576

-2,00

-10

518

Waterland en Droogmakerijen

397

-2,35

-10

357

Hollands/Utrechts weidegebied

936

-0,90

-10

842

Rivierengebied

879

-1,10

-10

791

Zuidwestelijk akkerbouwgebied

554

-1,87

-10

499

Zuidwest-Brabant

1.054

-1,05

-10

949

Zuidelijk veehouderijgebied

833

-1,21

-10

750

Zuid-Limburg

923

-1,14

-10

831

Wageningen Economic Research, rapport 2023-083, blz.14

Uitgaande van de in deze tabel vermelde regionorm is in bijlage I, onderdeel A, van de Uitvoeringsregeling pacht, zoals gewijzigd met artikel I, onderdeel D, per pachtprijsgebied de nieuwe hoogst toelaatbare pachtprijs vermeld voor land zonder woningen of andere opstallen voor pachtovereenkomsten die worden aangegaan op of na 1 september 2007.

Daaruit is een veranderpercentage per pachtprijsgebied berekend (zie de vijfde kolom van de tabel hieronder), waarmee de tussen partijen op grond van een voor 1 september 2007 aangegane pachtovereenkomst geldende pachtprijs wordt gewijzigd (bijlage I, onderdeel B, zoals gewijzigd met artikel I, onderdeel D).

De berekende pachtnormen 2023 van los bouw- en grasland zijn in alle pachtprijsgebieden hoger dan de pachtnormen 2022. Dit varieert van een stijging van 12% à 15% in Bouwhoek en Hogeland, Veenkoloniën en Oldambt, IJsselmeerpolders en Zuidwest-Brabant, tot een toename van 37% à 54% in het Zuidwestelijk akkerbouwgebied, Zuid-Limburg, het Zuidelijk veehouderijgebied en in Waterland en Droogmakerijen. De veranderingen in de pachtnormen van 2022 naar die van 2023 zijn vooral bepaald door de verschillen in grondbeloning tussen het jaar 2016 en het jaar 2021.

In de pachtprijsgebieden met een daling van het veranderpercentage dient in individuele gevallen te worden nagegaan of de daling mag worden geëffectueerd. Alleen als de laatst betaalde pachtprijs in die pachtprijsgebieden al hoger is dan 90% van de nieuwe regionorm, mag de daling worden toegepast tot aan de bodem van 90% van de nieuwe regionorm. Is de laatst betaalde pachtprijs al lager dan 90% van de nieuwe regionorm, dan blijft de pachtprijs gelijk (wordt bevroren).

In de pachtprijsgebieden met een stijging van het veranderpercentage moet in individuele gevallen worden nagegaan of de te betalen pacht niet uitstijgt boven 110% van de regionorm. Is dat het geval dan is de maximale pachtprijs gelijk aan 110% van de regionorm. Als in individuele gevallen de laatst betaalde pacht al hoger is dan de nieuwe regionorm, dan wordt de betaalde pachtprijs bevroren. Daarnaast moet worden nagegaan of in individuele gevallen de pachtprijs van de betreffende percelen niet hoger is dan 2% van de vrije grondprijs van die percelen. Is dat het geval dan is 2% van de vrije grondprijs de maximaal te betalen pachtprijs. De laagste van beide plafonds geldt.

De in bijlage 1, onderdelen A en B, van de Uitvoeringsregeling pacht, zoals gewijzigd bij artikel I, onderdeel D, vermelde bedragen zijn:

Nieuwe regionorm, oude regionorm en veranderpercentage per pachtprijsgebied

Pachtprijsgebied

Regionorm 2023

(euro/ha)

Regionorm 2022

(euro/ha)

Verschil

(euro/ha)

Veranderpercentage (%)

Bouwhoek en Hogeland

790

695

95

14

Veenkoloniën en Oldambt

420

365

55

15

Noordelijk weidegebied

621

511

110

22

Oostelijk veehouderijgebied

666

560

106

19

Centraal veehouderijgebied

649

518

131

25

IJsselmeerpolders

1.398

1.245

153

12

Westelijk Holland

518

400

118

30

Waterland en Droogmakerijen

357

232

125

54

Hollands/Utrechts weidegebied

842

715

127

18

Rivierengebied

791

650

141

22

Zuidwestelijk akkerbouwgebied

499

365

134

37

Zuidwest-Brabant

949

839

110

13

Zuidelijk veehouderijgebied

750

530

220

42

Zuid-Limburg

831

607

224

37

Wageningen Economic Research, rapport 2023-083, blz.14

In onderstaande tabel zijn de grondprijs, het vereiste directe rendement, de grondbeloning en de verhouding tussen de grondbeloning en het vereiste directe rendement en de regionorm voor tuinland zonder woningen of andere opstallen weergegeven.

Berekening regionorm per pachtprijsgebied: grondbeloning gecorrigeerd voor rendementseis

Pachtprijsgebied

Prijs onverpacht tuinland 2020

(euro/ha)

Vereiste directe rendement b)

(euro/ha)

Grondbeloning

2017–2021

(euro/ha)

Rendementseis/

grondbeloning

(kolom 3/kolom 4)

Correctiepercentage

Regionorm 2023

(euro/ha)

Westelijk Holland a)

147.381

-2.025

7.279

-0,28

-10

6.551

Rest van Nederland

101.069

-1.389

5.452

-0,25

-10

4.907

a) Exclusief boomkwekerij in het gebied Boskoop en Rijneveld; b) -1,374%.

Wageningen Economic Research, rapport 2023-083, blz.16

Uitgaande van de in deze tabel vermelde regionorm zijn in artikel I, onderdeel A, met betrekking tot de wijziging van artikel 2 van de Uitvoeringsregeling pacht de nieuwe regionorm en het veranderpercentage vermeld. In tabelvorm zijn de wijzigingen als volgt:

Nieuwe regionorm, oude regionorm en veranderpercentage per pachtprijsgebied

Pachtprijsgebied

Regionorm 2023

(euro/ha)

Regionorm 2022

(euro/ha)

Veranderpercentage

(%)

Westelijk Holland a)

6.551

5.094

29

Rest van Nederland

4.907

3.598

36

a) Exclusief boomkwekerij in het gebied Boskoop en Rijneveld.

Wageningen Economic Research, rapport 2023-083, blz.16

3. Hoogst toelaatbare pachtprijzen agrarische bedrijfsgebouwen

De hoogst toelaatbare pachtprijzen voor agrarische bedrijfsgebouwen in 2023, bedoeld in artikel I, onderdeel F, met betrekking tot bijlage 2a, behorend bij artikel 4, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling pacht zijn conform artikel 16, tweede lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007 vastgesteld. Daarin is bepaald dat de hoogst toelaatbare pachtprijzen voor agrarische bedrijfsgebouwen jaarlijks wordt aangepast aan de hand van de gemiddelde stijging van het prijspeil volgens de bouwkostenindex in de vijf jaar voorafgaand aan het jaar van aanpassing. De bouwkostenindex is opgebouwd uit:

  • het indexcijfer van de materialen voor de woningbouw en

  • het indexcijfer van de CAO lonen in de bouwnijverheid per uur, inclusief bijzondere beloning.

Het gemiddelde indexcijfer van de materialen voor de woningbouw wordt hierbij één keer gewogen en het gemiddelde indexcijfer van de CAO lonen in de bouwnijverheid per uur, inclusief bijzondere beloning, wordt hierbij twee keer gewogen. De gemiddelde bouwkostenindex (2018–2022) voor 2023 bedraagt 3,72%. Dit percentage is in bijlage 2a, behorend bij artikel 4, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling pacht verwerkt (artikel I, onderdeel F). Er is uitgegaan van drie bedrijfstypen, te weten: akkerbouwbedrijven, melkveebedrijven en overige bedrijven. Deze drie bedrijfstypen verschillen substantieel voor wat betreft de soorten bedrijfsgebouwen, de nieuwwaarde daarvan en het gemiddelde bedrijfsareaal.

Wanneer tussen partijen een andere pachtprijs is overeengekomen dan de hoogst toelaatbare pachtprijs van artikel 16 van het Pachtprijzenbesluit 2007 dient deze pachtprijs overeenkomstig artikel 20 van het Pachtprijzenbesluit 2007 jaarlijks te worden aangepast met de gemiddelde bouwkostenindex voor alle huishoudens over de vijf voorafgaande jaren. De gemiddelde jaarlijkse inflatie volgens de bouwkostenindex bedroeg in de afgelopen vijf jaar (2018-2022) 3,72% (Artikel I, onderdeel C, met betrekking tot artikel 4, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling pacht).

4. Hoogst toelaatbare pachtprijs agrarische woningen

In artikel 14, derde lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007 is aangegeven hoe de hoogst toelaatbare pachtprijs voor agrarische woningen moet worden bepaald voor pachtovereenkomsten ingegaan op of na 1 september 2007 als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007. Daarbij wordt aangesloten op het geldende puntenstelsel voor zelfstandige woningen dat is vastgesteld op grond van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, rekening houdend met het agrarisch gebruik van de woningen. Jaarlijks stelt de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties het maximale huurstijgingspercentage per woning vast.

Per 1 juli 2023 stijgen de huurprijsgrenzen met 10,0% (inflatiepercentage over kalenderjaar 2022) (zie tabel bij Bijlage 2 onder A, behorend bij artikel 3 van de Uitvoeringsregeling pacht, zoals gewijzigd in artikel I, onderdeel E).

Voor pachtovereenkomsten ingegaan vóór 1 september 2007 (artikel 15, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007) wordt de pachtprijs van een agrarische woning jaarlijks vastgesteld aan de hand een percentage dat overeenkomst met de indexering die wordt toegepast bij uitvoering van de regels bedoeld in artikel 14, derde lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007. Het percentage wordt in 2023 op 3,1% vastgesteld (artikel I, onderdeel B), het basisverhogingspercentage voor huurwoningen.

5. Regeldruk

Uit de onderhavige wijziging van de regeling volgen geen nieuwe verplichtingen en daarmee brengt deze regeling geen regeldrukeffecten met zich mee.

6. Notificatie

Omdat met deze regeling maximumprijzen worden vastgesteld in de zin van artikel 15, tweede lid, onderdeel g, van de Dienstenrichtlijn (Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PbEU 2006, L 376) zal deze regeling genotificeerd worden op grond van artikel 15, zevende lid, van de Dienstenrichtlijn. Deze notificatie staat niet in de weg aan de inwerkingtreding van deze regeling op 1 juli 2023.

7. Vaste verandermomenten

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2023 en is daarmee in lijn met de vaste verandermomenten voor regelgeving en de verplichting tot inwerkingtreding op 1 juli krachtens artikel 21a, tweede lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

Naar boven