Regeling van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport van 21 juni 2023, kenmerk 3609540-1049525-LZ, houdende wijziging Regeling Langdurige Zorg in verband met afzien van onderzoek in persoon door het CIZ bij herindicatie

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,

Gelet op artikel 3.2.2, derde lid, van het Besluit langdurige zorg;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 3.1 van de Regeling langdurige zorg wordt onder vernummering van het tweede tot het derde lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Indicatiebesluiten kunnen tevens zonder het onderzoek van de verzekerde in persoon, bedoeld in artikel 3.2.2 van het besluit, worden genomen indien het gaat om een aanvraag voor:

    • a. het zorgprofiel VV Beschermd wonen met intensieve dementiezorg ten aanzien van een verzekerde die reeds een indicatiebesluit heeft voor VV Beschut wonen met intensieve begeleiding en uitgebreide verzorging;

    • b. het zorgprofiel VV Beschermd wonen met intensieve verzorging en verpleging ten aanzien van een verzekerde die reeds een indicatiebesluit heeft voor VV Beschut wonen met intensieve begeleiding en uitgebreide verzorging;

    • c. het zorgprofiel VV Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen, met de nadruk op begeleiding ten aanzien van een verzekerde die reeds een indicatiebesluit heeft voor VV Beschermd wonen met intensieve dementiezorg.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

TOELICHTING

Algemeen

Inleiding

Alle inspanningen van het CIZ zijn erop gericht om de toegang tot de zorg voor kwetsbare mensen te borgen en hen tijdig van een besluit te voorzien. Zoals ook toegelicht aan de Kamer is het streven om verzekerden binnen de wettelijk gestelde termijn een besluit op hun indicatieaanvraag te doen toekomen, daarvoor zijn diverse (aanvullende) maatregelen noodzakelijk gebleken.1Onderhavige wijziging van de Regeling langdurige zorg (Rlz) voorziet in het afzien van de verplichting tot het doen van onderzoek in persoon in een aantal specifieke gevallen waarbij dit een onnodige extra belasting zou zijn. Hiermee wordt voorzien in een tijdsbesparing bij het afhandelen van deze indicatieaanvragen door het CIZ en daarmee in het bijdragen aan een tijdige afhandeling van alle aanvragen bij het CIZ.

Herindicatie zonder onderzoek in persoon

Het CIZ stelt indicaties en beoordeelt of iemand in aanmerking komt voor zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). De indicaties die het CIZ stelt zijn levenslang, van een herindicatie kan sprake zijn wanneer bijvoorbeeld de zorgbehoefte zodanig toeneemt dat het zorgprofiel niet meer toereikend is. Voor een aantal cliënten met een progressieve aandoening zal de zorgbehoefte toenemen omdat zij verder achteruitgaan. Het gaat dan bijvoorbeeld om ouderen die zijn opgenomen in een verpleeghuis met de diagnose dementie waarbij het niet aannemelijk is dat de gezondheidssituatie verbetert.

Deze wijziging heeft daarom tot doel om mogelijk te maken dat het CIZ bij aanvragen van het zorgprofiel VV Beschut wonen met intensieve begeleiding en uitgebreide verzorging naar het zorgprofiel VV Beschermd wonen met intensieve dementiezorg, VV Beschut wonen met intensieve begeleiding en uitgebreide verzorging naar het zorgprofiel VV Beschermd wonen met intensieve verzorging en verpleging en het zorgprofiel VV Beschermd wonen met intensieve dementiezorg naar het zorgprofiel Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen, met de nadruk op begeleiding een nieuwe indicatie besluit kan nemen zonder onderzoek naar de zorgsituatie te doen. In al deze gevallen is er sprake van een zorgvraag die gedurende de tijd verstrijkt zal toenemen. De betreffende aandoeningen waarvoor de cliënten op deze zorg zijn aangewezen zijn allen te kenmerken als progressieve aandoeningen, waarbij de gezondheidssituatie verslechterd. Dit betekent dat in geval van herindicatie niet (opnieuw) uitgebreid onderzoek naar de zorgbehoefte van de client hoeft te worden gedaan. Er is in deze gevallen sprake van een eerder besluit van het CIZ en over het algemeen is het onderzoek niet ouder dan twee jaar.

Deze wijziging draagt er aan bij dat betrokkenen in een veelal laatste levensfase niet onnodig worden belast en de cliënt de zorg ontvangt die hij feitelijk nodig heeft. Door de vereenvoudigde afhandeling worden administratieve lasten tot een minimum beperkt voor de aanvrager (en diens omgeving).

Uit de praktijk is gebleken dat een herindicatie voor deze zorgprofielen nagenoeg niet wordt afgewezen door het CIZ omdat de ophogingen in de lijn der verwachtingen liggen gelet op het ziektebeloop. Het CIZ zal onder andere om fraude of het onterecht toekennen van een indicatie te voorkomen steekproeven uitvoeren waarbij wel het volledige onderzoek wordt uitgevoerd.

Financiële impact

Met dit voorstel wordt voorzien in een tijdsbesparing bij het afhandelen van een aantal specifieke indicatieaanvragen door het CIZ, dit heeft geen consequenties voor de uitvoeringskosten en kan budgetneutraal worden uitgevoerd. Het CIZ zal onder andere om fraude of het onterecht toekennen van een hogere indicatie te voorkomen steekproeven uitvoeren waarbij wel het volledige onderzoek wordt uitgevoerd. Omdat de ophogingen in de lijn der verwachting liggen gelet op het ziektebeloop, is de verwachting dat onterecht toekennen daarmee beperkt blijft.

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat er materieel geen gevolgen voor de regeldruk zijn.

Artikelsgewijs

Voor de artikelsgewijze toelichting op de voorgestelde wijziging wordt verwezen naar het algemene deel van de toelichting.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder


X Noot
1

Kamerstuk 34 104, nr. 370

Naar boven