Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 28 juni 2023, nummer WBV 2023/17, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf C7/28 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:

28. Het asielbeleid ten aanzien van de Russische Federatie

28.1. Besluitmoratorium

Geen bijzonderheden.

28.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

Geen bijzonderheden.

28.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag
28.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

De IND beschouwt de volgende groep als groep die systematisch wordt blootgesteld aan vervolging in de zin van artikel 1A Vluchtelingenverdrag:

  • LHBTI’s die afkomstig zijn uit Tsjetsjenië.

28.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

De IND merkt voor de Russische Federatie de volgende groepen aan als risicogroep:

  • LHBTI’s afkomstig uit alle delen van de Russische Federatie, met uitzondering van Tsjetsjenië;

  • politieke activisten, mensenrechtenactivisten en personen die actief zijn in de journalistiek en die daarbij kritiek leveren op de autoriteiten;

  • Jehova’s getuigen;

  • advocaten die politiek gevoelige zaken voeren; en

  • medewerkers van ngo’s die door de autoriteiten als kritisch worden gezien.

28.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw
28.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

28.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

28.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

28.5. Bescherming
28.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND neemt in ieder geval voor de volgende categorieën aan dat het niet mogelijk is de bescherming van de autoriteiten en/of internationale organisaties te verkrijgen:

  • LHBTI’s; en

  • vrouwen die aannemelijk hebben gemaakt dat zij te vrezen hebben voor huiselijk geweld.

28.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND neemt voor de volgende categorieën in het algemeen aan dat er geen binnenlands beschermingsalternatief aanwezig is in de Russische Federatie:

  • vrouwen afkomstig uit Tsjetsjenië, Ingoesjetië en Dagestan, die aannemelijk hebben gemaakt te vrezen voor huiselijk of seksueel geweld; of

  • LHBTI’s.

Het vorenstaande geldt niet als bij de beoordeling van de asielaanvraag door de IND blijkt dat op grond van individuele omstandigheden geconcludeerd kan worden dat de vreemdeling zich elders in de Russische Federatie kan vestigen.

28.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

De IND beoordeelt aan de hand van paragraaf B8/6 Vc of adequate opvang voor amv’s aanwezig is.

Voor de Russische Federatie geldt in zijn algemeenheid dat:

  • algemene opvangvoorzieningen niet beschikbaar en/of toereikend zijn; en

  • de autoriteiten geen zorg dragen voor de opvang.

Ondanks voornoemd uitgangspunt kan in een voorkomend geval – na onderzoek – worden vastgesteld dat adequate opvang beschikbaar is en kan worden gerealiseerd.

28.7. Vertrekmoratorium

Geen bijzonderheden.

28.8. Bijzonderheden

Geen bijzonderheden.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 28 juni 2023

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie

TOELICHTING

A

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft per brief van 8 juni 2023 aan de Tweede Kamer bericht dat hij op grond van het ambtsbericht van de Minister van Buitenlandse Zaken van 31 maart 2023 over de situatie in de Russische Federatie heeft besloten om wijzigingen door te voeren in het asielbeleid met betrekking tot de Russische Federatie. De beleidskeuzes zijn nader toegelicht in de beslisnota, die als bijlage bij de brief aan de Tweede Kamer is meegezonden.

De staatssecretaris heeft als nieuwe risicogroepen aangewezen:

  • advocaten die politiek gevoelige zaken voeren;

  • medewerkers van ngo’s die door de autoriteiten als kritisch worden gezien.

Uit het ambtsbericht is gebleken dat de situatie van advocaten is verslechterd. Zelfs advocaten die zelf niet politiek actief zijn, maar enkel cliënten verdedigen die oppositionele activiteiten ontplooien, lopen het risico op strafvervolging of tegenwerking door de overheid. Ook voor (medewerkers van) ngo’s geldt dat de situatie als gevolg van de beperkte maatschappelijke ruimte verslechterd is. Ook organisaties die zich met apolitieke onderwerpen zoals wetenschap, cultuur en gezondheidszorg bezig hielden, werden aangemerkt als buitenlands agent hoewel dit formeel niet kan. De verdere inperking van de vrijheid van meningsuiting en de consequenties voor met name deze twee groepen was voor de staatssecretaris aanleiding om deze risicogroepen aan te wijzen.

Daarnaast heeft de staatssecretaris besloten om het woord ‘significant’ te laten vervallen bij de risicogroep politieke activisten, mensenrechtenactivisten en personen die actief zijn in de journalistiek en die daarbij kritiek leveren op de autoriteiten, omdat uit het ambtsbericht is gebleken dat de ruimte om kritische geluiden te laten horen verder is gekrompen in de verslagperiode.

Voor wat betreft de toepassing van het binnenlands beschermingsalternatief heeft de staatssecretaris besloten om voor vrouwen uit Tsjetsjenië, Ingoesjetië, en Dagestan die aannemelijk hebben gemaakt dat zij te vrezen hebben voor huiselijk of seksueel geweld, aan te nemen dat er geen sprake is van een binnenlands beschermingsalternatief. Dit is alleen anders als sprake is van evidente, concrete en individualiseerbare aanknopingspunten op basis waarvan kan worden aangenomen dat zij zich elders in de Russische Federatie kunnen vestigen. Ditzelfde geldt voor LHBTI’s afkomstig uit de Russische Federatie. Ook hier geldt dat dit alleen anders is als sprake is van evidente, concrete en individualiseerbare aanknopingspunten op basis waarvan kan worden aangenomen dat zij zich elders in de Russische Federatie kunnen vestigen.

De staatssecretaris heeft verder besloten om het besluit- en vertrekmoratorium voor de Russische Federatie niet te verlengen. Het besluit- en vertrekmoratorium is per 29 juni 2023 van rechtswege vervallen.

Verder heeft de staatssecretaris geoordeeld dat er onverminderd op individuele gronden besluiten kunnen worden genomen op asielaanvragen die verband houden met dienstweigering, ontduiking of desertie, aan de hand van het algemene beleidskader en met inachtneming van de informatie in het ambtsbericht.

Paragraaf C7/28 Vc is hierop aangepast.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie

Naar boven