De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
Gelet op artikel 2, eerste lid, onderdeel g, van het Besluit van 29 oktober 2022,
houdende het stellen van regels over het verstrekken van specifieke uitkeringen aan
gemeenten of provincies voor activiteiten die passen in het rijksbeleid met betrekking
tot het bouwen, het wonen en de woonomgeving (Stb. 2022, 452);
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling specifieke uitkering flexibele inzet ondersteuning woningbouw tweede tranche wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot derde tot en met vijfde
lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. In het vierde lid (nieuw) wordt na ‘De specifieke uitkering’ ingevoegd ‘voor het
kalenderjaar 2022’ en wordt ‘cijfers ABF cijfers juni 2022’ vervangen door ‘ABF cijfers
juni 2022’.
3. Onder vernummering van het vijfde lid (nieuw) tot zesde lid wordt een lid ingevoegd,
luidende:
4. In het zesde lid (nieuw) wordt ‘in het eerste lid’ vervangen door ‘in artikel 2’.
B
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na ‘De aanvraag’ ingevoegd ‘voor de uitkering van 2022’.
2. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid wordt een
lid ingevoegd, luidende:
-
2. De aanvraag voor de uitkering van 2023 wordt schriftelijk ingediend vanaf 10 juli
2023 tot en met 30 september 2023 door gedeputeerde staten bij de Minister.
-
3. In het derde lid (nieuw) wordt ‘bedoeld in de artikelen 2 en 4, tweede lid, onder
a’ vervangen door ‘bedoeld in de artikelen 2 en 4, derde lid, onder a’.
-
4. In het vierde lid (nieuw) wordt ‘het tweede lid’ vervangen door ‘het derde lid’.
C
Aan artikel 7 wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
3. Voor zover het de verantwoording, bedoeld in het eerste lid, betreft, worden de
uitkeringsbeschikkingen voor 2022 en voor 2023 als één beschikking beschouwd.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge
TOELICHTING
Algemene toelichting
Op 20 juli 2022 is de (meerjarige) Regeling specifieke uitkering flexibele inzet ondersteuning
woningbouw gepubliceerd en is er € 40 mln. inclusief BTW uitgekeerd aan de provincies.
Deze middelen mogen worden besteed aan personele ambtelijke capaciteit ten behoeve
aan de voorfase van woningbouw- en herstructureringsprojecten en voor het opstellen
van regionale integrale woon-zorgvisies.
Op 7 november 2022 is een amendement (Kamerstukken II 2022/23, 36 200 VII, nr. 51) van Kamerlid Peter de Groot c.s. aangenomen. Dit amendement ziet op de Vaststelling
van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(VII) voor het jaar 2023. Hiermee is voor 2023 € 10 mln. inclusief BTW extra beschikbaar
gesteld voor de flexpools.
Middels deze extra uitkering wordt invulling gegeven aan het amendement door € 8,8 miljoen
inclusief BTW via deze regeling over te maken naar provincies. In deze regeling is
geen uitkering opgenomen voor Caribisch Nederland omdat de grondslag waarop deze regeling
berust niet voorziet in een grondslag voor een uitkering aan Caribisch Nederland.
Wel wordt er momenteel onderzocht op welke andere wijze een uitkering van € 1,2 miljoen
kan worden overgemaakt naar Caribisch Nederland voor capaciteitsondersteuning voor
woningbouw.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel I
Onderdeel A
In onderdeel A wordt voor 2023 een nieuw subsidieplafond vastgesteld en wordt bepaald
op hoe veel geld provincies aanspraak kunnen maken. Voor de helderheid wordt bij de
bepalingen die alleen zien op de uitkering die in 2022 plaats heeft gevonden ingevoegd
dat dit de uitkering in 2022 betrof. Daarnaast wordt er een foute verwijzing gecorrigeerd
in het nieuwe zesde lid van artikel 3.
Onderdeel B
Om consistent te blijven met de methodiek van de vorige uitkering van de specifieke
uitkering, is ervoor gekozen om ook dit keer weer een aanvraagprocedure open te stellen.
Deze aanvraagprocedure zal, net als in 2022, beperkt in omvang zijn.
Onderdeel C
In dit onderdeel is bepaald dat de beschikkingen die voor 2023 worden afgegeven voor
de verstrekking van deze subsidie wat betreft de verantwoording moeten worden gezien
als een aanvulling op de beschikking die in 2022 is verstrekt. Hiermee is het voor
de provincies simpeler om hun inzet van deze middelen te verantwoorden. Aangezien
de uitkering in 2023 een beperkte omvang heeft is het extra passend om de uitvoeringskosten
voor de decentrale overheden zo beperkt mogelijk te houden. Daarnaast ligt het samenvoegen
van de beschikkingen van 2022 en 2023 ook in de rede aangezien ze voor dezelfde activiteiten
worden verstrekt.
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge