Regeling van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 4 juli 2023, nr. 2023-0000366495 tot wijziging van de Regeling specifieke uitkering flexibele inzet ondersteuning woningbouw tweede tranche, in verband met een extra uitkering en een technische correctie

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

Gelet op artikel 2, eerste lid, onderdeel g, van het Besluit van 29 oktober 2022, houdende het stellen van regels over het verstrekken van specifieke uitkeringen aan gemeenten of provincies voor activiteiten die passen in het rijksbeleid met betrekking tot het bouwen, het wonen en de woonomgeving (Stb. 2022, 452);

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling specifieke uitkering flexibele inzet ondersteuning woningbouw tweede tranche wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot derde tot en met vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Het uitkeringsplafond voor aanvragen op grond van artikel 2 bedraagt in het kalenderjaar 2023 € 8.800.000 inclusief BTW.

2. In het vierde lid (nieuw) wordt na ‘De specifieke uitkering’ ingevoegd ‘voor het kalenderjaar 2022’ en wordt ‘cijfers ABF cijfers juni 2022’ vervangen door ‘ABF cijfers juni 2022’.

3. Onder vernummering van het vijfde lid (nieuw) tot zesde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 5. De specifieke uitkering voor het kalenderjaar 2023 op basis van ABF cijfers juni 2022 bedraagt per provincie exclusief BTW:

    • a. Drenthe: € 100.293;

    • b. Flevoland: € 294.439;

    • c. Friesland: € 154.580;

    • d. Gelderland: € 875.956;

    • e. Groningen: € 162.862;

    • f. Limburg: € 200.587;

    • g. Noord-Brabant: € 1.133.590;

    • h. Noord-Holland: € 1.463.913;

    • i. Overijssel: € 406.694;

    • j. Utrecht: € 806.947;

    • k. Zeeland: € 83.731; en

    • l. Zuid-Holland: € 1.884.409.

4. In het zesde lid (nieuw) wordt ‘in het eerste lid’ vervangen door ‘in artikel 2’.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na ‘De aanvraag’ ingevoegd ‘voor de uitkering van 2022’.

2. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. De aanvraag voor de uitkering van 2023 wordt schriftelijk ingediend vanaf 10 juli 2023 tot en met 30 september 2023 door gedeputeerde staten bij de Minister.

  • 3. In het derde lid (nieuw) wordt ‘bedoeld in de artikelen 2 en 4, tweede lid, onder a’ vervangen door ‘bedoeld in de artikelen 2 en 4, derde lid, onder a’.

  • 4. In het vierde lid (nieuw) wordt ‘het tweede lid’ vervangen door ‘het derde lid’.

C

Aan artikel 7 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Voor zover het de verantwoording, bedoeld in het eerste lid, betreft, worden de uitkeringsbeschikkingen voor 2022 en voor 2023 als één beschikking beschouwd.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

TOELICHTING

Algemene toelichting

Op 20 juli 2022 is de (meerjarige) Regeling specifieke uitkering flexibele inzet ondersteuning woningbouw gepubliceerd en is er € 40 mln. inclusief BTW uitgekeerd aan de provincies.

Deze middelen mogen worden besteed aan personele ambtelijke capaciteit ten behoeve aan de voorfase van woningbouw- en herstructureringsprojecten en voor het opstellen van regionale integrale woon-zorgvisies.

Op 7 november 2022 is een amendement (Kamerstukken II 2022/23, 36 200 VII, nr. 51) van Kamerlid Peter de Groot c.s. aangenomen. Dit amendement ziet op de Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023. Hiermee is voor 2023 € 10 mln. inclusief BTW extra beschikbaar gesteld voor de flexpools.

Middels deze extra uitkering wordt invulling gegeven aan het amendement door € 8,8 miljoen inclusief BTW via deze regeling over te maken naar provincies. In deze regeling is geen uitkering opgenomen voor Caribisch Nederland omdat de grondslag waarop deze regeling berust niet voorziet in een grondslag voor een uitkering aan Caribisch Nederland. Wel wordt er momenteel onderzocht op welke andere wijze een uitkering van € 1,2 miljoen kan worden overgemaakt naar Caribisch Nederland voor capaciteitsondersteuning voor woningbouw.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Onderdeel A

In onderdeel A wordt voor 2023 een nieuw subsidieplafond vastgesteld en wordt bepaald op hoe veel geld provincies aanspraak kunnen maken. Voor de helderheid wordt bij de bepalingen die alleen zien op de uitkering die in 2022 plaats heeft gevonden ingevoegd dat dit de uitkering in 2022 betrof. Daarnaast wordt er een foute verwijzing gecorrigeerd in het nieuwe zesde lid van artikel 3.

Onderdeel B

Om consistent te blijven met de methodiek van de vorige uitkering van de specifieke uitkering, is ervoor gekozen om ook dit keer weer een aanvraagprocedure open te stellen. Deze aanvraagprocedure zal, net als in 2022, beperkt in omvang zijn.

Onderdeel C

In dit onderdeel is bepaald dat de beschikkingen die voor 2023 worden afgegeven voor de verstrekking van deze subsidie wat betreft de verantwoording moeten worden gezien als een aanvulling op de beschikking die in 2022 is verstrekt. Hiermee is het voor de provincies simpeler om hun inzet van deze middelen te verantwoorden. Aangezien de uitkering in 2023 een beperkte omvang heeft is het extra passend om de uitvoeringskosten voor de decentrale overheden zo beperkt mogelijk te houden. Daarnaast ligt het samenvoegen van de beschikkingen van 2022 en 2023 ook in de rede aangezien ze voor dezelfde activiteiten worden verstrekt.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

Naar boven