Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 30 juni 2023, nr. WJZ/26580191, houdende wijziging van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2023 in verband met de verhoging van het subsidieplafond van de Investeringsregeling POP3+ 2022

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 3, derde lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies en artikel 2.3 van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De tabel in artikel 3, tweede lid, van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2023 komt te luiden:

1	2	3	4	5	6
Instrument	Artikel	Groep	Thema/programma	Openstelling	Plafond
Titel 4.7: Regeling Investeren in groen-economisch herstel	4.7.2, eerste lid, onderdeel a		1. Precisielandbouw en Smart Farming	04-07-2023 t/m 31-12-2023	€ 5.005.400
	4.7.2, eerste lid, onderdeel b		2. Digitalisering	04-07-2023 t/m 31-12-2023	€ 5.005.400
	4.7.2, eerste lid, onderdeel c		3. Water, droogte en verzilting	04-07-2023 t/m 31-12-2023	€ 5.005.400
	4.7.2, eerste lid, onderdeel d		4. Duurzame bedrijfsvoering	04-07-2023 t/m 31-12-2023	€ 5.005.400
	4.7.2, eerste lid, onderdeel e		5. Natuurinclusieve landbouw en kringlooplandbouw	04-07-2023 t/m 31-12-2023	€ 5.005.400

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 30 juni 2023

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

TOELICHTING

1. Beschikbaar budget en openstelling

De Investeringsregeling POP 3+ 2022 (Regeling Investeren in groen-economisch herstel – titel 4.7 van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies) is opengesteld geweest van 1 december 2022 tot en met 31 januari 2023. Door onderuitputting van het budget is nog 14 miljoen euro beschikbaar. Met deze regelingswijziging wordt de investeringsregeling opnieuw open gesteld voor de periode van 4 juli tot en met 31 december 2023. Er is sprake van € 11.027.000,– aanvullend budget. Daarmee is voor deze openstelling € 25.027.000,– beschikbaar.

Deze aanvullende middelen zijn beschikbaar gekomen na een financiële herschikking binnen het POP3+ programma. Dit programma had een looptijd van 2014–2021, en is vervolgens verlengd met een transitieperiode van twee jaar, van 2021 tot 2023. Er worden – met uitzondering van de onderhavige openstelling – geen nieuwe openstellingen meer gedaan onder dit programma. Van belang is daarentegen dat beschikbaar budget optimaal benut wordt. Daarom is een herschikking uitgevoerd binnen het programma. Gelden die nog niet benut waren of niet zouden worden benut, hebben een nieuwe bestemming gekregen. Deze middelen zijn toegewezen aan maatregel 4, ‘verbetering agro milieu condities’. Dit is gedaan via de hiertoe voorgeschreven procedure uit artikel 11 van de Verordening (EU) Nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PbEU 2013, L347), waarbij de Europese Commissie akkoord heeft gegeven voor de budgettaire wijziging.

Het beschikbaar gekomen budget is toegewezen aan de POP3+ 2022 investering. Enerzijds omdat er erg veel animo was voor deze regeling. Anderzijds wordt met het vrijgevallen POP3+ budget uit andere regelingen nu specifiek ingezet op actuele beleidsuitdagingen. De POP3+ 2022 investeringsregeling heeft immers tot doel om de afhankelijkheid van de Nederlandse landbouw van fossiele brandstoffen en synthetische meststoffen te verminderen en het gebruik van hernieuwbare energie te stimuleren. In brede zin draagt deze regeling bovendien bij aan beleidsdoelen rondom klimaat en milieu. Tot slot wordt met deze gerichte inzet specifieker voorgesorteerd op openstellingen binnen het Nationaal Strategisch Plan voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 2023–2027.

In dit verband is van belang dat Nederland op grond van de toepasselijke regels nog steeds uitgaven in het kader van het POP 3+ programma mag doen, mits uiterlijk 31 december 2025 een declaratie bij de Europese Unie wordt ingediend (n+3 regel). Dit is mogelijk indien begunstigden tijdig hun verzoek tot subsidievaststelling indienen. Er is in de investeringsregeling POP 3+ 2022 hiervoor een uiterste indieningsdatum opgenomen, te weten 31 december 2024.

2. Staatsteun

Op grond van artikel 81, tweede lid, van verordening 1305/2013, zijn de artikelen 107, 108 en 109 betreffende steunmaatregelen van de staten van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU) niet van toepassing op betalingen die de lidstaten doen op grond van en in overeenstemming met deze verordening en die binnen de werkingssfeer van artikel 42 VWEU vallen. Het verlenen van subsidie voor investeringen kan op grond van artikel 17 van verordening 1305/2013. De investeringsregeling voldoet aan en reikt niet verder dan wat de bepalingen van deze verordening mogelijk maken. De betalingen die op grond van deze investeringsregeling plaatsvinden, dienen ter uitvoering van verordening 1305/2013 en het POP voor de jaren 2021 en 2022 (POP3+-programma) dat gebaseerd is op deze verordening en is goedgekeurd door de Europese Commissie. Deze betalingen worden bovendien uitsluitend aan landbouwers en met het oog op landbouwactiviteiten gedaan en blijven daarmee binnen de werkingssfeer van artikel 42 VWEU.

De extra gelden, die voor regelingen kunnen worden ingezet zijn volledig bekostigd door EU-gelden. Het EU geld komt uit verordening (EU) nr. 2020/2220 van het Europees Parlement en de Raad van 23 december 2020 tot vaststelling van een aantal overgangsbepalingen voor steun uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in de jaren 2021 en 2022 en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1305/2013, (EU) nr. 1306/2013 en (EU) nr. 1307/2013 wat betreft de middelen en toepassing in de jaren 2021 en 2022 en van Verordening (EU) nr. 1308/2013 wat betreft de middelen en verdeling van die steun voor de jaren 2021 en 2022 (PbEU 2020, 437), ook wel de Transitieverordening genoemd.

3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met de datum van bekendmaking en inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en dat een regeling minimaal twee maanden voordien wordt bekendgemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep van deze regeling gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema