Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de Staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst, van 15 juni 2023, nr. IENW/BSK-2023/153036, houdende wijziging van de Regeling groenprojecten 2022 in verband met de herziening van de Landbouw Groepsvrijstellingsverordening en de Visserij Groepsvrijstellingsverordening

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de Staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst,

Gelet op artikel 5.14, derde lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001;

BESLUITEN:

ARTIKEL I

De Regeling groenprojecten 2022 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De begripsomschrijving van ‘Landbouw Groepsvrijstellingsverordening’ komt te luiden:

Verordening (EU) nr. 2022/2472 van de Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2022, L 327);.

2. In de alfabetische volgorde wordt de volgende begripsbepaling ingevoegd:

Visserij Groepsvrijstellingsverordening:

Verordening (EU) nr. 2022/2473 van de Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2022, L 327);.

B

Artikel 5, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel i wordt ‘artikel 1, vijfde lid, van de Landbouw Groepsvrijstellingsverordening’ vervangen door ‘artikel 1, vierde lid, van de Landbouw Groepsvrijstellingsverordening of artikel 1, vijfde lid, van de Visserij Groepsvrijstellingsverordening’.

2. In onderdeel j wordt ‘of artikel 1, zesde lid, van de Landbouw Groepsvrijstellingsverordening’ vervangen door ‘, artikel 1, vijfde lid, van de Landbouw Groepsvrijstellingsverordening of artikel 1, vierde lid van de Visserij Groepsvrijstellingsverordening’.

C

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt ‘€ 60.000’ vervangen door ‘€ 10.000’.

2. In onderdeel c wordt ‘€ 30.000’ vervangen door ‘€ 10.000’.

D

De bijlage wordt als volgt gewijzigd:

1. In categorie 1.1 wordt ‘artikel 29 van de Landbouwgroepsvrijstellingsverordening’ vervangen door ‘artikel 36 van de Landbouwgroepsvrijstellingsverordening’ en wordt ‘€ 500.000’ vervangen door ‘€ 600.000’.

2. In de categorie 6.3 en de subcategorieën 2.1.1, 2.2.1, 2.2.2, 2.2.3, 2.2.5, 2.3.1, 2.3.2 en 2.4.2 wordt ‘€ 500.000’ telkens vervangen door ‘€ 600.000’.

3. In categorie 7.5 wordt ‘€ 15.000.000’ vervangen door ‘€ 600.000’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

De Staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst, M.L.A. van Rij

TOELICHTING

Algemeen deel

§ 1. Inleiding

Deze regeling wijzigt de Regeling groenprojecten 2022 in verband met de inwerkingtreding van de Verordening (EU) nr. 2022/2472 van de Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2022, L 327/1) (hierna: Landbouw

Groepsvrijstellingsverordening) en de Verordening (EU) nr. 2022/2473 van de Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2022, L 327/82) (hierna: Visserij Groepsvrijstellingsverordening). De Regeling groenprojecten 2022 is een fiscale regeling waarop de unierechtelijke staatssteunkaders van toepassing zijn. Als gevolg van de herziening van de Landbouw Groepsvrijstellingsverordening en de Visserij Groepsvrijstellingsverordening moet de Regeling groenprojecten 2022 worden aangepast om hiermee in lijn te worden gebracht. Met de wijzigingen in deze regeling wordt geborgd dat de Regeling groenprojecten 2022 voldoet aan de geldende Europese regelgeving.

§ 2. Hoofdlijnen van het voorstel

Deze regeling bestaat uit drie soorten wijzigingen. Ten eerste biedt de Landbouw Groepsvrijstellingsverordening de mogelijkheid tot een hoger maximaal steunbedrag voor de primaire landbouw. Indien een steunbedrag hoger is dan het in de Europese verordening gestelde maximumbedrag, kan het niet onder de vrijstelling vallen en moet dit worden gemeld bij de Europese Commissie. Om de Regeling groenprojecten 2022 in lijn te brengen met de verhoging van het maximale steunbedrag wordt het bedrag voor groenverklaringen in de relevante projectcategorieën aangepast naar € 600.000. Deze regeling voorziet in die aanpassing. Ten tweede worden in de Landbouw Groepsvrijstellingsverordening en de Visserij Groepsvrijstellingsverordening de drempelwaarden van de publicatieverplichting verlaagd. De publicatieverplichting houdt in dat de Minister van Infrastructuur en Waterstaat gegevens van de begunstigde openbaar moet maken als een bepaald financieel voordeel is behaald. In de Regeling groenprojecten 2022 worden de bedragen betreffende het financiële voordeel, die de drempelwaarden voor de publicatieverplichting vormen, gesteld op basis van de groepsvrijstellingsverordeningen. Deze regeling wijzigt de bedragen en brengt deze weer in overeenstemming met de nieuwe Europese staatssteunverordeningen. Ten derde wordt er met deze regeling ook gezorgd dat alle verwijzingen naar de Landbouw Groepsvrijstellingsverordening en de Visserij Groepsvrijstellingsverordening worden aangepast aan de nieuwe versies van de verordeningen.

§ 3. Gevolgen

Deze regeling heeft zowel voor de aanvragers als voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, die met de uitvoering van deze regeling is belast, zeer beperkte gevolgen. De aanpassingen uit deze regeling wijzigen niets aan de vereisten van de projecten waarop de Regeling groenprojecten 2022 van toepassing is. Er wordt ook niet verwacht dat de verruiming van de steunruimte noemenswaardige gevolgen zal hebben, aangezien er in de afgelopen 5 jaar geen aanvragen zijn gedaan die qua omvang passen binnen de verhoogde steunruimte. De verwachting is daarom dat hierdoor vrijwel geen extra aanvragen voor een groenverklaring zullen worden ingediend. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor groene spaarders en beleggers, en daarmee ook niet voor het budget van de regeling.

De verlaging van de drempelwaarde van de publicatieverplichting heeft tot gevolg dat een groenverklaring in meer gevallen zal leiden tot publicatie van gegevens van de begunstigde. Dit zal geen extra kosten opleveren voor de aanvrager. De verwachting is dat de kosten voor de uitvoering van de regeling door de aangescherpte publicatieverplichting iets zullen toenemen.

§ 4. Notificatie

De Aanwijzingsregeling valt onder de omschrijving van artikel 1, eerste lid, onderdeel f, tweede alinea, punt iii, van Richtlijn 2015/1535/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (codificatie) (PbEU 2015, L 241). De Regeling groenprojecten 2022 is bij de laatste wijziging op 4 april 2022 op grond van deze richtlijn genotificeerd. Deze wijziging is enkel bedoeld om de regeling in overeenstemming te brengen met de Europese staatssteunverordeningen. Aangezien deze regeling geen wijzigingen aanbrengt die een verandering van het toepassingsgebied, een verkorting van het oorspronkelijk geplande tijdschema voor de toepassing, een toevoeging van specificaties of eisen of het stringenter maken ervan tot gevolg heeft, hoeft deze regeling niet genotificeerd te worden. Deze uitzondering geldt op grond van artikel 5, eerste lid, van Richtlijn 2015/1535/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (codificatie) (PbEU 2015, L 241).

§ 5. Consultatie, toetsing, voorhang en overleg EZK en LNV

De wijziging van de Regeling groenprojecten 2022 omvat enkel kleine aanpassingen in de Regeling groenprojecten 2022 om te voldoen aan Uniewetgeving. Gezien de aard van de regeling worden geen aanmerkelijke gevolgen voor de regeldruk, rechten en plichten van burgers en uitvoeringspraktijk verwacht. Om deze reden is de regeling niet voorgelegd ter toetsing en consultatie.

Overeenkomstig artikel 15.4, achtste lid, van de Wet inkomstenbelasting is een ontwerp van deze regeling toegezonden aan de beide kamers der Staten-Generaal.

Overeenkomstig artikel 15.4, derde lid, onderdeel a van de Wet inkomstenbelasting heeft overleg plaatsgevonden over de ontwerpregeling met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Minister voor Klimaat en Energie.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

In de begripsomschrijvingen worden de verwijzingen naar de Europese verordeningen aangepast, zodat verwezen wordt naar de nieuwe versie van de Landbouw Groepsvrijstellingsverordening en de Visserij Groepsvrijstellingsverordening.

Onderdeel B

Dit onderdeel betreft een aantal technische wijzigingen, waarin een aantal verwijzingen worden aangepast en kloppend gemaakt met de herziene Landbouw Groepsvrijstellingsverordening en de Visserij Groepsvrijstellingsverordening.

Onderdeel C

In dit onderdeel worden de bedragen uit artikel 8 met betrekking tot de publicatieverplichting bij verlening van individuele steun in overeenstemming gebracht met artikel 9, eerste lid, onderdeel c, onder ii van de Landbouw Groepsvrijstellingsverordening en artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de Visserij Groepsvrijstellingsverordening.

Onderdeel D

Op grond van artikel 4, eerste lid, onderdelen a respectievelijk h, van de Landbouw Groepsvrijstellingsverordening bedraagt de maximale steunruimte voor investeringen voor met betrekking tot de primaire landbouwproductie en investeringen voor de instandhouding van cultureel en natuurlijk erfgoed op landbouwbedrijven of in bossen € 600.000. In dit onderdeel worden projectcategorieën die gerelateerd zijn aan investeringen aangepast door het maximum steunbedrag te wijzigen in € 600.000.

Artikel II

Deze regeling treedt op 1 juli 2023 in werking. Er wordt afgeweken van de minimuminvoeringstermijn van 2 maanden. De grond voor de afwijking is dat deze regeling implementatie van een bindende EU-rechtshandeling betreft (aanwijzing 4.17, onder 5, onder d, Aanwijzingen voor de regelgeving). De nieuwe Landbouw Groepsvrijstellingsverordening en Visserij Groepsvrijstellingsverordening zijn op 1 januari 2023 in werking getreden. In deze verordeningen is een overgangstermijn tot 1 juli 2023 opgenomen voor lidstaten om nationale steunregelingen in lijn te brengen met de nieuwe verordeningen. Om te voldoen aan de Unierechtelijke verplichting tot tijdige implementatie is afwijking van de minimum invoeringstermijn noodzakelijk.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

De Staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst, M.L.A. van Rij

Naar boven