Besluit buiten toepassing laten rijkscoördinatieregeling hoogspanningsstation Zwolle en hoogspanningsstation Zwolle-Hessenweg

Datum 12 juni 2023

Nummer DGKE/DRE 27723695

De Minister voor Klimaat en Energie,

overwegende:

  • dat TenneT TSO B.V. (hierna: TenneT) het voornemen heeft het 380 kV hoogspanningsstation in Zwolle en 220 kV hoogspanningsstation Zwolle-Hessenweg uit te breiden samen met reconstructie van de bijbehorende verbindingen, gelegen in de gemeente Zwolle en de gemeente Dalfsen.

  • dat dit initiatief op grond van artikel 20a van de Elektriciteitswet 1998 onder de rijkscoördinatieregeling valt, als bedoeld in artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • dat de rijkscoördinatieregeling, voor zover hier van belang, gelet op artikel 3.35, eerste lid, onder c, van de Wet ruimtelijke ordening met zich brengt dat voor het hiervoor bedoelde project een inpassingsplan kan worden vastgesteld door de Minister voor Klimaat en Energie, (hierna: K&E)1 en de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (hierna: VRO), en dat de voorbereiding en bekendmaking van het inpassingsplan door de Minister voor K&E worden gecoördineerd met de voorbereiding en bekendmaking met andere voor de uitvoering van het project benodigde besluiten;

  • dat de Minister voor K&E, in afwijking van het voorgaande, op grond van artikel 9b, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998 kan bepalen dat voor een bepaald project geen inpassingsplan wordt voorbereid en de voorbereiding en bekendmaking van andere besluiten niet door hem worden gecoördineerd;

  • dat deze bevoegdheid kan worden toegepast indien, in aanmerking genomen de omvang, aard en ligging van de desbetreffende hoogspanningsstations, alsmede het aantal voor de aanleg of uitbreiding van deze twee hoogspanningsstations benodigde besluiten, redelijkerwijze niet valt te verwachten dat toepassing van de rijkscoördinatieregeling, als bedoeld in artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening, de besluitvorming in betekenende mate zal versnellen of daaraan anderszins aanmerkelijke voordelen zijn verbonden;

  • dat deze situatie zich bij dit project voordoet, omdat de uitbreiding van beide hoogspanningsstations noodzakelijk is om te voldoen aan de toenemende omvang van duurzame opwek en afname door een groeiend aantal energieprojecten in de provincies Overijssel en Drenthe en uit overleg tussen TenneT en de 2 betrokken gemeenten is gebleken dat de gemeenten dit onderkennen en bereid zijn de planologische inpassing te verzorgen;

  • dat er ook geen bijzondere belemmeringen zijn die in de weg staan aan een voorspoedig verloop van de benodigde procedures, zonder dat de rijkscoördinatieregeling wordt toegepast;

  • dat, gelet op het voorgaande, TenneT bij brief van 23 december 2022 formeel heeft verzocht de rijkscoördinatieregeling buiten toepassing te laten;

  • dat de bij het project betrokken bestuursorganen – de gemeente Zwolle, de gemeente Dalfsen en de provincie Overijssel – zijn gehoord over het voornemen de rijkscoördinatieregeling buiten toepassing te laten;

  • dat de gemeente Zwolle bij brief van 29 november 2022 heeft aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen;

  • dat de gemeente Dalfsen bij brief van 15 december 2022 heeft aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen;

  • dat de provincie Overijssel bij brief van 10 maart 2023 heeft aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen;

Gelet op:

Artikel 20a van de Elektriciteitswet 1998

Besluit:

Artikel 1

Geen van de procedures, bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening is van toepassing op de besluitvorming inzake de uitbreiding van het 380 kV hoogspanningsstation ‘Zwolle’, gelegen in de gemeente Zwolle en de reconstructie van de bijbehorende hoogspanningsverbinding die zich bevindt in de gemeenten Zwolle en Dalfsen, alsmede de uitbreiding van het 220 kV hoogspanningsstation Zwolle-Hessenweg, gelegen in de gemeente Zwolle.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking de dag na die waarop het bekend is gemaakt. Dit besluit wordt bekendgemaakt door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister voor Klimaat en Energie, namens deze: T.W.G.M.M. Albers MT-lid directie Realisatie Energietransitie

Tegen dit besluit staat geen bezwaar of beroep open (artikel 7.1 in samenhang met artikel 8.5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1 van hoofdstuk 1 van bijlage 2 bij deze zelfde wet).


X Noot
1

In artikelen 3:35, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening en 9b, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998 staan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als bevoegde gezagen genoemd. Deze bevoegdheden zijn overgegaan op de Ministers voor K&E en voor VRO.

Naar boven