Besluit van de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 14 juni 2023 tot vaststelling van het Specifiek interventiebeleid toezicht op attractie- en speeltoestellen (IB02-SPEC 46, versie 07)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 25 van de Warenwet, artikel 10, eerste lid, onder d en 13a van de Mandaatregeling VWS en het Algemeen Interventiebeleid Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

Besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:

1. Onderwerp

Het specifiek interventiebeleid attractie- en speeltoestellen beschrijft, binnen de kaders van het Algemeen Interventiebeleid van de NVWA-IB02 (AIB) en het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen, de klasse-indeling en de interventies voor specifieke overtredingen binnen het toezichtdomein attractie- en speeltoestellen.

Overtredingen die door de inspecteur/toezichthouder worden waargenomen en die niet in deze beleidsregel zijn opgenomen, worden voorgelegd aan de Afdeling Expertise van de Directie Handhaven van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

2. 2. Begrippen

2.1 Definities

Hieronder is een aantal specifieke definities opgenomen in aanvulling op de definities en begrippen uit het Algemeen Interventiebeleid NVWA-IB02.

Certificaat van Goedkeuring

Certificaat afgegeven door een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: de Minister) aangewezen keuringsinstelling (AKI), waaruit blijkt dat het attractie- of speeltoestel is goedgekeurd en voldoet aan de eisen van het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023 (WAS2023).

Ernstig letsel / gezondheidsschade1

Alle vormen van verwonding die ingrijpende en nadelige, mogelijk blijvende of fatale gevolgen hebben voor personen en waarvoor professionele medische behandeling nodig is.

Letsel / gezondheidsschade

Alle vormen van verwonding die geringe nadelige gevolgen hebben voor personen en waarvoor geen professionele medische behandeling nodig is.

Merk van Afkeuring (MvA)

Een door een inspecteur van de NVWA op het attractie- of speeltoestel aangebrachte aanduiding waaruit blijkt dat het betreffende toestel niet aan de wettelijke eisen van het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023 voldoet.

Merk van Goedkeuring (MvG)

Een merkteken afgegeven of aangebracht door een AKI, waaruit blijkt dat het attractie- of speeltoestel is goedgekeurd en voldoet aan de eisen van het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023.

Uniek Registratienummer

Een identificatienummer dat door de NVWA wordt uitgegeven en dat door een AKI op een attractie- of speeltoestel wordt aangebracht.

Afkortingen

AIB

Algemeen interventiebeleid van de NVWA-IB02

AKI

Aangewezen keuringsinstelling (aangewezen instelling)

CvG

Certificaat van Goedkeuring

MvA

Merk van Afkeuring

MvG

Merk van Goedkeuring

NVWA

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

SW

Waarschuwing die schriftelijk wordt bevestigd

VWS

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

WAS2023

Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023

Wed

Wet op de economische delicten

WvSr

Wetboek van Strafrecht

WW

Warenwet

WWR

Warenwetregeling attractie- en speeltoestellen

2.2 Wettelijke basis

De wettelijke basis voor het specifiek interventiebeleid is de Warenwet met het onderliggende Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023 en de Warenwetregeling attractie- en speeltoestellen.

3. Werkwijze

Interventies om de overtreding van het WAS2023 te beëindigen en (eventuele) gevaren die daar het gevolg van zijn weg te nemen of te verminderen vormen de basis van het SPEC46.

Het WAS 2023 staat zowel bestuursrechtelijke als strafrechtelijke interventies toe. Het toepassen van strafrechtelijke interventies betekent geen uitsluiting van het toepassen van corrigerende interventies onder het bestuursrecht. Het waarborgen van de veiligheid heeft altijd de hoogste prioriteit.

Indien een onderwerp niet behandeld wordt in het SPEC46 wordt het AIB gevolgd.

3.1 Het bepalen van de ernst van de overtreding

Overtredingen worden ingedeeld naar de klassen zoals gedefinieerd in het AIB.

Bij het bepalen van de ernst van de overtreding bij de handhaving van het WAS wordt het spelelement dat essentieel is bij attractie- en speeltoestellen meegewogen. Voor iedereen, maar in het bijzonder kinderen, geldt dat zij spelenderwijs leren omgaan met risico’s; voor deze inherente speelrisico’s wordt enig letsel dat kan worden opgelopen geaccepteerd.

Bij het beoordelen van de op te leggen interventie wordt rekening gehouden met de ernst van het gevaar voor de gezondheid of veiligheid van de consument/gebruiker van het attractie- of speeltoestel. Het gevaar kan direct of indirect aanwezig zijn. Van direct gevaar is onder andere sprake als een toestel een technisch mankement heeft of verkeerd geïnstalleerd is. Van indirect gevaar kan sprake zijn als de vereiste documenten ontbreken (zoals het Certificaat van Goedkeuring).

Ook wordt gekeken of er sprake is van calculerend en/of bewust risiconemend gedrag door de fabrikant/gemachtigde van de fabrikant/importeur/distributeur/verhuurder/beheerder/huurder van het attractie- of speeltoestel.

De inspecteur bepaalt en onderbouwt op basis van de feiten en omstandigheden het gevaar van de overtreding en daarmee de overtredingsklasse (de ernst van de overtreding).

In de interventiematrix is een aantal normen in twee of meer overtredingsklassen (B, C en/of D) ingedeeld, omdat de klassenindeling van de overtreding afhankelijk is van de feiten en omstandigheden van het geval. De inspecteur zal op basis van de feiten en omstandigheden de overtredingsklasse hanteren die behoort bij de ernst van de mogelijke gezondheidsschade.

Overtreding klasse B

Er is sprake van een klasse B overtreding wanneer een attractie- of speeltoestel wordt vervaardigd, verhandeld of gebruikt dat niet voldoet aan een wettelijke eis waardoor in een realistisch scenario ernstig letsel kan worden veroorzaakt.

Er is tevens sprake van een klasse B overtreding indien geen gevolg is gegeven aan een maatregel met eis tot herstel of behandeling, of als een eerder buiten gebruik gesteld toestel toch in gebruik is.

Voorts is sprake van een klasse B overtreding wanneer de verplichte keurings- en/of beoordelingsprocedure niet is nageleefd voor:

  • een attractietoestel; of

  • een speeltoestel, waarvan de mogelijke gevaren niet eenvoudig kunnen worden vastgesteld, of bij duidelijke gevaren, waardoor ernstige letsels kunnen ontstaan.

Ook is er sprake van een klasse B overtreding als een attractietoestel of speeltoestel niet tijdig bij de NVWA is aangemeld én het:

  • Verhindert dat er gecontroleerd wordt of aan de wettelijke voorschriften is voldaan, doordat de locatie, eigenaar en keuringsstatus niet bekend zijn via het RAS; of

  • geen speeltoestel betreft waarvan de gevaren eenvoudig kunnen worden vastgesteld en er geen letsel kan ontstaan.

Er is tevens sprake van een klasse B overtreding wanneer er getracht wordt de verplichte keurings- en/of beoordelingsprocedure bij een andere AKI te laten uitvoeren voordat het aangeboden toestel is goedgekeurd door de AKI waar het toestel als eerste is aangeboden ter keuring.

Overtreding klasse C

Er is sprake van een klasse C overtreding wanneer een attractie- of speeltoestel dat wordt vervaardigd, geproduceerd, verhandeld of gebruikt niet voldoet aan een wettelijke eis en dat daardoor in een realistisch scenario letsel kan worden veroorzaakt.

Er is tevens sprake van een klasse C overtreding indien beheersverplichtingen niet aantoonbaar, onvoldoende of niet tijdig worden nageleefd.

Voorts is sprake van een klasse C overtreding wanneer de verplichte keurings- en/of beoordelingsprocedure niet is nageleefd voor een speeltoestel, waarvan de gevaren eenvoudig kunnen worden vastgesteld en er geen letsel kan ontstaan.

Ook is sprake van een klasse C overtreding wanneer een attractietoestel of speeltoestel niet tijdig bij de NVWA is aangemeld. In een tweetal uitzonderingen kan worden opgeschaald tot een klasse B overtreding (zie Overtreding klasse B).

Daarnaast is er sprake van een klasse C overtreding indien een ongeval met ernstig letsel niet onverwijld wordt gemeld bij de NVWA.

Geringe overtreding klasse D

Er is sprake van een klasse D overtreding wanneer een attractie- of speeltoestel dat wordt verhandeld of gebruikt niet voldoet aan een wettelijke eis, maar waardoor geen aantoonbaar veiligheidsrisico bestaat voor personen.

De bijlage van deze beleidsregel is te vinden op de internetpagina van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (www.nvwa.nl/interventiebeleid). In de bijlage zijn de bepalingen van de geldende wetgeving ingedeeld in een overtredingsklasse met bijbehorende interventie(s).

3.2 Het bepalen van interventies bij een overtreding

3.2.1 Corrigerende interventies

Corrigerende interventies worden met name opgelegd om de marktpartij(en) ertoe te bewegen de tekortkoming (van/aan het attractie- of speeltoestel) te verhelpen en daarmee de overtreding te doen opheffen.

Hierbij heeft de inspecteur/toezichthouder een breed scala aan interventie mogelijkheden zoals te zien in bijlage B in het AIB.

Er kunnen meerdere corrigerende interventies tegelijk tegen een natuurlijke of rechtspersoon opgelegd worden.

Voorbeelden van corrigerende interventies zijn:

Besluit eis tot herstel of behandeling

Op grond van artikel 27, lid 1, WW, wordt de marktpartij van een attractie- of speeltoestel opgedragen binnen een gestelde termijn aan het toestel vastgestelde tekortkomingen ten opzichte van de wettelijke eisen te verhelpen.

Besluit tot buitengebruikstelling

Op grond van artikel 30, lid 1, WW, wordt een attractie- of speeltoestel buiten gebruik gesteld. Ten bewijze daarvan wordt het toestel door de inspecteur van de NVWA verzegeld.

3.3.2. Sanctionerende interventies

Sanctionerende interventies zijn bedoeld om te straffen en dienen als afschrikkend middel. Deze interventie wordt toegepast voor de ernstigere overtredingen, de klasse B overtredingen, en bij herhaalde (klasse C en D) overtredingen.

Een sanctionerende interventie kan worden opgelegd op grond van het bestuurs- of strafrecht. Voor het strafrecht houdt dit in dat de inspecteur een PV opmaakt dat daarna wordt voorgelegd aan het Openbaar Ministerie voor verdere afdoening. Voor het bestuursrecht betekent dit dat de inspecteur een Rapport van Bevindingen opmaakt ten behoeve van het opleggen van een bestuurlijke boete.

De NVWA kan bij overtredingen van het WAS bestuursrecht en strafrecht toepassen. In algemene zin sluit dit specifiek interventiebeleid daarmee aan bij het AIB. Specifiek voor het WAS2023 kan strafrechtelijke afhandeling worden toegepast in de volgende gevallen:

  • Er is iemand overleden

  • Er is (ernstig) letsel opgetreden

  • Er is sprake van aanpassing van het plaats delict of beïnvloeding van slachtoffer/getuigen,

  • Er is sprake van valsheden of andere misleiding rondom het incident

  • De intentie van de overtreder is gericht op bewust niet-naleven, of er is sprake van opportunistisch, calculerend en/of bewust risiconemend gedrag,

  • De economische voordelen behaald door de overtreding zijn aanmerkelijke hoger dan de hoogte van een bestuurlijke boete,

In alle gevallen geldt dat een sanctionerende interventie (een proces verbaal of rapport van bevindingen) te allen tijde kan worden gecombineerd met een corrigerende interventie (een herstelmaatregel).

3.3 Herhaalde overtreding en verscherpt toezicht

Herhaalde overtreding

Er is sprake van een herhaalde overtreding wanneer tijdens een (her)inspectie opnieuw een overtreding van het warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023 wordt vastgesteld. Meer specifiek van artikel 4 van dit besluit. Dit is van toepassing in het geval tegen de overtreder in de daaraan voorafgaande periode van drie jaar reeds een interventie werd toegepast.

Herinspectie

Na het constateren van een overtreding klasse B of C kan een extra inspectie worden uitgevoerd om na te gaan of gemaakte afspraken over het opheffen van de overtreding zijn nagekomen.

3.4 Internettoezicht

Op internet worden op handelssites (digitale platforms) geregeld advertenties geplaatst met verboden content. De NVWA kan in die gevallen gegevens bij zowel de aanbieder als de beheerder van de handelssite vorderen op basis van de Algemene wet bestuursrecht. Beheerders van handelssites kunnen de NVWA alternatieven bieden om te interveniëren, zoals het verwijderen van advertenties. In dergelijke gevallen kan de NVWA volstaan met nalevingshulp aan de aanbieder bijvoorbeeld vlak nadat de advertentie is verwijderd. Is er sprake van herhaling dan kunnen alsnog gegevens worden gevorderd en kan worden opgeschaald in de handhaving.

4. Arbo, milieu en veiligheid

Niet van toepassing

5. Divers

Vervanging

Deze beleidsregel vervangt het op 17 juli 2017 vastgestelde Specifiek interventiebeleid toezicht op attractie- en speeltoestellen (IB02-SPEC 46, versie 06). De beleidsregel is aangepast aan de nieuwe wet- en regelgeving inzake attractie- en speeltoestellen. Door de nadruk op corrigerende maatregelen zijn deze voortaan als eerste opgenomen.

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Specifiek interventiebeleid NVWA attractie- en speeltoestellen (IB02-SPEC 46, versie 07)”.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 juli 2023

Bijlage

De bijlage van deze beleidsregel is te vinden op de internetpagina van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (www.nvwa.nl/interventiebeleid).

Deze beleidsregel wordt in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, namens deze: De inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit


X Noot
1

Bij de inschatting welk letsel of welke gezondheidsschade kan worden veroorzaakt, wordt uitgegaan van de ongunstigste situatie die redelijkerwijs in een realistisch scenario kan ontstaan.

Naar boven