Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 8 juni 2023, nummer WBV 2023/14, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf C7/9 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:

9. Het asielbeleid ten aanzien van China

9.1. Besluitmoratorium

Geen bijzonderheden.

9.2. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag
9.2.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

De IND beschouwt de volgende groepen als groepen die systematisch worden blootgesteld aan vervolging in de zin van artikel 1A Vluchtelingenverdrag:

  • a. Oeigoeren; en

  • b. actieve aanhangers van religieuze en spirituele bewegingen die door de Chinese autoriteiten zijn aangemerkt als xie jiao.

Ad b.

Door de Chinese autoriteiten als xie jiao aangemerkt zijn in ieder geval de groepen die in bijlage 13.2 van het algemeen ambtsbericht China juli 2020 worden genoemd.

Ten aanzien van ‘actieve’ aanhangers: het gaat hierbij nadrukkelijk niet alleen om leiders en personen die zich bezighouden met ledenwerving, maar ook om actieve beoefenaars en actieve ‘gewone’ leden van wie bij de autoriteiten bekend is dat zij behoren tot een als xie jiao aangemerkte beweging.

9.2.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

De IND merkt voor China de volgende groepen aan als risicogroep:

  • a. leden van oppositiepartijen, in het geval de oppositiepartij zich kritisch uit ten aanzien van de Communistische Partij en/of de politieke leiders;

  • b. politieke activisten;

  • c. dissidenten;

  • d. mensenrechtenverdedigers;

  • e. aanhangers van ‘grijze’ kerkgenootschappen; en

  • f. (etnische) moslimgroeperingen uit Xinjiang, zoals Kazachen, Kirgiezen, Oezbeken en Hui-moslims.

Ad b en c.

De beoordeling of iemand als politiek activist dan wel dissident kan worden beschouwd vindt plaats overeenkomstig de relevante algemene landeninformatie inzake China. Tot de groep rekent de IND ook journalisten en bloggers indien zij zich in hun publicaties als politiek activist of dissident uiten, bijvoorbeeld door het leveren van significante kritiek op de overheid en/of de Communistische Partij.

De IND beoordeelt ook anderszins of er aanleiding bestaat een journalist of blogger als politiek activist of dissident te beschouwen.

Ad f.

Voor deze groep wordt vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag aangenomen als iemand aannemelijk heeft gemaakt in de negatieve belangstelling van de autoriteiten te staan vanwege een of meer van de indicaties die in paragraaf 11.6.1 van het algemeen ambtsbericht China december 2022 worden genoemd die aanleiding (kunnen) geven voor detentie in een detentiekamp.

9.2.3. Tibetanen die te maken kunnen hebben met repressie

Tibetanen kunnen te maken hebben met repressie in China, als zij:

  • a. als advocaat, politiek activist of blogger actief zijn geweest;

  • b. verdacht worden van separatistische sympathieën;

  • c. steun hebben betuigd aan de dalai lama in China, of daarvan verdacht worden;

  • d. te maken hebben gehad met religieuze activiteiten die door de overheid worden gezien als uitingen van politieke onvrede of streven naar onafhankelijkheid; of

  • e. om andere redenen de negatieve aandacht van de Chinese autoriteiten hebben getrokken dan wel zullen trekken en de overheid deze zien als uitingen van politieke onvrede of streven naar onafhankelijkheid.

De IND verleent een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, Vw aan de Tibetaan afkomstig uit China die aannemelijk maakt dat hij tot een of meerdere van deze groepen behoort.

9.3. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw
9.3.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

9.3.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

9.3.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

9.3.4. Vreemdelingen die illegaal China zijn uitgereisd

De IND verleent een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw aan de Tibetaan afkomstig uit China die aannemelijk heeft gemaakt dat hij illegaal China is uitgereisd.

9.4. Bescherming
9.4.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

Geen bijzonderheden.

9.4.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

Geen bijzonderheden.

9.5. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

In China is adequate opvang in de zin van paragraaf B8/6 Vc.

9.6. Vertrekmoratorium

Geen bijzonderheden.

9.7. Bijzonderheden

De IND betrekt bij de beoordeling van de aanvraag van met name Oeigoeren de vraag of Turkije of een ander land als eerste land van asiel of veilig derde land kan worden aangemerkt zoals beschreven in paragraaf C2/6 Vc.

9.8. Hongkong

De IND houdt er bij de behandeling van individuele asielaanvragen van inwoners van Hongkong rekening mee dat verblijf in Hongkong geen belemmering vormt voor vervolging door de Chinese autoriteiten in Peking.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 8 juni 2023

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie

TOELICHTING

Op 9 december 2022 heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken een algemeen ambtsbericht over China gepubliceerd. Het ambtsbericht beslaat de periode van juli 2020 tot en met november 2022. Hoewel de represssie in China tijdens deze periode is toegenomen, geeft de algemene situatie in China geen aanleiding het landenbeleid China op grote lijnen te wijzigen. Wel is besloten het landenbeleid op enkele punten aan te passen. De staatssecretaris heeft de Tweede Kamer hierover geïnformeerd bij brief van 8 mei 2023 (kenmerk: 4381968).

In grote lijnen zijn de wijzigingen als volgt samen te vatten. Paragraaf C7/9.2 Vc is geschrapt, omdat ten aanzien van Oeigoeren op dit punt geen verhoogde alertheid meer geldt ten opzichte van andere groepen. In paragraaf C7/9.2.1 Vc is verduidelijkt dat het niet alleen gaat om leiders en personen die zich bezighouden met ledenwerving van xie jiao-bewegingen, maar ook om actieve beoefenaars en actieve ‘gewone’ leden van xie jiao-bewegingen. Voorts is in paragraaf C7/9.2.2 Vc de categorie ‘mensenrechtenadvocaten’ aangepast naar ‘mensenrechtenverdedigers’, wat een juistere reflectie is van eerdere brieven aan de Tweede Kamer en de inhoud van het laatste ambtsbericht. Ook is in deze paragraaf de laatste bullit van de opsomming van risicogroeperingen verruimd. Uit het ambtsbericht blijkt immers dat meer in algemene zin voor (etnische) moslimgroeperingen uit Xinjiang, waarvan de Kazachen een onderdeel vormen, kan worden aangenomen dat reeds bij geringe indicaties er gegronde vrees is voor vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag. Onder het addendum f zijn bovendien handvatten gegeven om te kunnen beoordelen of sprake is van een geringe indicatie.

Voor een nadere toelichting op deze wijzigingen wordt verwezen naar de eerdergenoemde brief aan de Tweede Kamer.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie

Naar boven