Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | Staatscourant 2023, 16764 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | Staatscourant 2023, 16764 | ander besluit van algemene strekking |
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op artikel 9.5.2, zevende lid, van de Wet milieubeheer;
BESLUIT:
In deze regeling wordt verstaan onder:
Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid;
Besluit uitgebreide producentenverantwoordelijkheid textiel;
een in Nederland gevestigde rechtspersoon of natuurlijke persoon die is aangewezen door een niet in Nederland gevestigde producent voor de uitvoering van zijn verplichtingen in verband met het Besluit UPV textiel en het Besluit UPV.
De gemachtigd vertegenwoordiger beschikt over de benodigde informatie om namens de producent melding te kunnen doen en verslag te kunnen uitbrengen als bedoeld in de artikelen 3 en 4, tenzij de producent is aangesloten bij een producentenorganisatie.
1. De producent, gemachtigd vertegenwoordiger en producentenorganisatie maakt voor de melding, bedoeld in artikel 4 van het Besluit UPV gebruik van het in bijlage I opgenomen formulier.
2. De in Nederland gevestigde producent die niet is aangesloten bij een producentenorganisatie vult het gehele formulier in, met uitzondering van deel A, onderdeel 3, en deel C, onderdeel 6.
3. De gemachtigd vertegenwoordiger vult deel A, onderdelen 1 en 2, van het formulier in en namens iedere vertegenwoordigde producent die niet is aangesloten bij een producentenorganisatie afzonderlijk deel A, onderdeel 3, en de delen B en C, met uitzondering van onderdeel 6.
4. De producentenorganisatie vult deel A, onderdelen 1 en 2, van het formulier in en namens iedere aangesloten producent afzonderlijk deel A, onderdeel 3, en namens alle aangesloten producenten gezamenlijk de delen B en C, met dien verstande dat de optie van meerkeuze niet geldt.
1. De producent, gemachtigd vertegenwoordiger en producentenorganisatie maakt voor het verslag, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van het Besluit UPV textiel, gebruik van het in bijlage II opgenomen formulier.
2. De in Nederland gevestigde producent die niet is aangesloten van een producentenorganisatie vult het gehele formulier in, met uitzondering van deel A, onderdeel 3.
3. De gemachtigd vertegenwoordiger vult deel A, onderdelen 1 en 2, van het formulier in en namens iedere vertegenwoordigde producent die niet is aangesloten bij een producentenorganisatie afzonderlijk deel A, onderdeel 3, en deel B.
4. De producentenorganisatie vult deel A, onderdelen 1 en 2, van het formulier in en namens iedere aangesloten producent afzonderlijk deel A, onderdeel 3, en namens alle aangesloten producenten gezamenlijk deel B.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen
Het formulier is als webformulier beschikbaar via:
Daarnaast kan het ingevulde formulier per post verzonden te worden naar:
Rijkswaterstaat
Afdeling Leefomgeving Circulaire Economie & Afval (LOAC)
t.a.v. Team uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
Postbus 2232
3500 GE Utrecht
1. Hoedanigheid melder.
○ Producent ○ Gemachtigd vertegenwoordiger ○ Producentenorganisatie |
2. Algemene gegevens melder.
Bedrijfsnaam melder |
|
Nummer KVK |
|
Postadres |
|
Telefoonnummer |
|
Algemeen e-mailadres voor contact over deze melding |
|
Datum melding |
3. Indien gemachtigd vertegenwoordiger of producentenorganisatie: gegevens van de producent(en) namens wie de melding wordt gedaan.
Bedrijfsnaam producent |
|
Nummer KVK indien producent in Nederland is gevestigd |
|
Postadres |
|
Telefoonnummer |
|
Algemeen e-mailadres |
1. Geef aan welke textielproducten de producent in Nederland in de handel brengt.
In Nederland in de handel te brengen textielproducten |
Producent: geef aan welke textielproducten u in de handel brengt |
Producentenorganisatie: geef aantal producenten per productcategorie |
---|---|---|
Consumentenkleding |
||
Bedrijfskleding |
||
Huishoudtextiel voor particulier gebruik |
||
Huishoudtextiel voor bedrijfsmatig gebruik |
2. Geef het totaalgewicht aan van de textielproducten die de producent in de komende twaalf maanden in Nederland in handel verwacht te brengen.
Totaalgewicht in Nederland in de handel te brengen textielproducten |
Producent: geef aan welke gewichtscategorie op u van toepassing is |
Producentenorganisatie: geef aantal producenten per gewichtscategorie |
---|---|---|
Minder dan 2 ton |
||
2 – 5 ton |
||
5 – 10 ton |
||
10 – 20 ton |
||
20 – 50 ton |
||
50 – 100 ton |
||
100 – 200 ton |
||
200 – 500 ton |
||
500 – 1.000 ton |
||
1.000 – 2.000 ton |
||
2.000 – 5.000 ton |
||
5.000 – 10.000 ton |
||
Meer dan 10.000 ton |
||
Producentenorganisatie: totaalgewicht in tonnen |
n.v.t. |
N.B. Bij onderstaande meerkeuzevragen zijn meerdere antwoorden mogelijk.
1. Geef een omschrijving van de wijze waarop de verplichtingen worden nagekomen die in het Besluit UPV textiel zijn gesteld, waaronder het behalen van doelstellingen en het voldoen aan de inspanningsverplichting met betrekking tot de toepassing van gerecyclede textielvezels in nieuwe textielproducten.
De producent behaalt de doelstellingen door: 0 hiervoor in eigen beheer een systeem op te zetten; 0 uitbesteding/samenwerking met derden; 0 gezamenlijke uitvoering in een producentenorganisatie; 0 anders, nl. |
Geef een omschrijving van de wijze waarop de producent voldoet aan de inspanningsverplichting met betrekking tot de toepassing van gerecyclede textielvezels. |
Toelichting: Zie voor de verplichtingen de artikelen 3 t/m 6 van het Besluit UPV textiel, over de doelstellingen voor voorbereiding voor hergebruik en recycling (artikel 3), de doelstellingen voor voorbereiding voor hergebruik (artikel 4), de doelstellingen voor vezel-tot-vezelrecycling (artikel 5), en de inspanningsverplichting met betrekking tot de toepassing van gerecyclede textielvezels in nieuwe textielproducten (artikel 6).
2. Geef een omschrijving van het innamesysteem en de passende beschikbaarheid daarvan.
De producent zorgt voor een passende beschikbaarheid van een innamesysteem door: 0 producten in eigendom te houden gedurende de gebruiksfase; 0 een terugnamegarantie; 0 terugname bij verkooppunten; 0 een oud-voor-nieuwregeling; 0 een statiegeldsysteem; 0 afgedankte producten op te halen bij de eindgebruiker; 0 met afvalinzamelaars afspraken te maken over afvalinzameling; 0 anders, nl. |
Toelichting: De producent zorgt voor een passende beschikbaarheid van een innamesysteem voor de textielproducten waar het Besluit UPV textiel betrekking op heeft. Onder ‘passend’ wordt in ieder geval verstaan dat het innamesysteem: gedurende het gehele jaar beschikbaar is en niet beperkt is tot gebieden waar de inname en het beheer van de betreffende afvalstoffen het meest kostenefficiënt is; en degene die voornemens is zich van de textielproducten te ontdoen in staat stelt om deze kosteloos bij het innamesysteem in te leveren.
Een producent kan er bijvoorbeeld voor kiezen om de inname van de door hem in de handel gebrachte producten vorm te geven door de producten in eigendom te houden gedurende de gebruiksfase, middels een terugnamegarantie, door terugname bij verkooppunten, middels oud-voor-nieuw-regelingen, middels statiegeldsystemen, door afgedankte producten op te halen bij de eindgebruiker, of door met de afvalinzamelaars afspraken te maken over afvalinzameling. Ook een combinatie van dergelijke systemen is mogelijk.
3. Geef een overzicht van de financiële of financiële en organisatorische middelen.
De producent beschikt over de benodigde middelen om aan zijn UPV-verplichtingen te voldoen door: 0 fondsvorming; 0 garantiestellingen; 0 verzekeringen; 0 derdengeldrekening; 0 producten formeel juridisch in eigendom te houden; 0 anders, nl. |
Toelichting: De producent beschikt over de financiële of financiële en organisatorische middelen die nodig zijn om aan de verplichtingen te voldoen die voortvloeien uit het Besluit UPV textiel en het Besluit UPV.
Bij het opzetten van de financiële en organisatorische middelen en het dragen van de kosten moet de producent anticiperen op toekomstige verplichtingen ten aanzien van reeds in de handel gebrachte producten die onder reikwijdte van de regeling van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vallen. Dit kan bijvoorbeeld door fondsvorming, garantiestellingen, verzekeringen, derdengeldrekening, of door producten formeel juridisch in eigendom te houden.
4. Geef een omschrijving van het mechanisme van zelfbeheer waaruit de continuïteit van de financiële en organisatorische middelen blijkt, waarmee de producent zijn verplichtingen nakomt.
De producent zorgt voor een adequaat mechanisme van zelfbeheer gewaarborgd door: 0 onafhankelijke controles; 0 audits; 0 accountantsonderzoeken; 0 anders, nl. |
Toelichting: De producent zorgt voor een adequaat mechanisme voor zelfcontrole, dat is gericht op het waarborgen van de continuïteit van de financiële of financiële en organisatorische middelen, en de kwaliteit van het verslag. Het mechanisme voor zelfbeheer dient de continuïteit van de financiële en organisatorische middelen waarmee de producent zijn verplichtingen nakomt, als de kwaliteit en verifieerbaarheid van de verzamelde en gerapporteerde gegevens te waarborgen. Hierbij dient de producent waar nodig gebruik te maken van onafhankelijke controles, audits en accountantsonderzoeken.
5. Vermeld de wijze waarop de producent invulling geeft aan de informatieverplichting.
De producent geeft invulling aan zijn informatieverplichting door: 0 informatie beschikbaar te stellen via een website; 0 communicatiecampagnes; 0 informatie te vermelden op het product zelf; 0 anders, nl. |
Toelichting: De producent informeert afvalstoffenhouders van de textielproducten die hij in de handel brengt over afvalpreventiemaatregelen, innamesystemen, voorzieningen voor hergebruik of nuttige toepassing en de preventie van zwerfafval.
De producent kan aan deze verantwoordelijkheid invulling geven door bijvoorbeeld de gevraagde informatie openbaar beschikbaar te stellen via een website, communicatiecampagnes of door de informatie te vermelden op het product zelf. Het is hierbij in het bijzonder van belang dat de afvalstoffenhouder snapt hoe en waar het product kosteloos wordt ingenomen. In het verlengde daarvan is het van belang dat de afvalstoffenhouder inzicht krijgt in wat er na inname met de producten gebeurt en de resultaten die daarmee worden geboekt. Ook draagt de producent een verantwoordelijkheid om de gebruiker te informeren over genomen preventiemaatregelen.
6. Wanneer gezamenlijk uitvoering wordt gegeven aan de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, geef de hoogte, de wijze van berekening en de wijze van differentiatie van de financiële bijdragen aan de producentenorganisatie aan.
Toelichting: De aan de producent doorberekende kosten mogen niet hoger zijn dan nodig om goede en kostenefficiënte uitvoering te kunnen geven aan de gestelde verplichtingen, rekening houdend met de inkomsten uit het hergebruik en de verkoop van secundaire grondstoffen van hun producten, ook in de toekomst. Het opzetten van bijvoorbeeld een kennisinstituut of innovatiefonds kan hier onderdeel van zijn. Daarbij geldt de verplichting om de bijdrage die producenten betalen indien mogelijk te differentiëren, met name door rekening te houden met de gehele levenscyclus van producten en de duurzaamheid, repareerbaarheid, herbruikbaarheid, recyclebaarheid en de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen. Tevens kan het middels een bonus-malussysteem van differentiatie afremmen van het op de markt brengen van producten die op geen enkele manier bijdragen aan het nakomen van de verplichtingen, onderdeel van de tariefdifferentiatie zijn.
Het formulier is als webformulier beschikbaar via:
Daarnaast kan het ingevulde formulier per post verzonden te worden naar:
Rijkswaterstaat
Afdeling Leefomgeving Circulaire Economie & Afval (LOAC)
t.a.v. Team uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
Postbus 2232
3500 GE Utrecht
1. Hoedanigheid verslaglegger.
○ Producent ○ Gemachtigd vertegenwoordiger ○ Producentenorganisatie |
2. Algemene gegevens verslaglegger.
Bedrijfsnaam verslaglegger |
|
Nummer KVK |
|
Postadres |
|
Telefoonnummer |
|
Algemeen e-mailadres voor contact over dit verslag |
|
Datum verslag |
3. Indien gemachtigd vertegenwoordiger of producentenorganisatie: gegevens van de producent(en) namens wie verslag wordt ingediend.
Bedrijfsnaam producent |
|
Nummer KVK indien producent in Nederland is gevestigd |
|
Postadres |
|
Telefoonnummer |
|
Algemeen e-mailadres |
1. Geef aan welke textielproducten de producent in Nederland in de handel brengt.
In Nederland in de handel gebrachte textielproducten |
Producent: geef aan welke textielproducten u in de handel brengt |
Producentenorganisatie: geef aantal producenten per productcategorie |
---|---|---|
Consumentenkleding |
||
Bedrijfskleding |
||
Huishoudtextiel voor particulier gebruik |
||
Huishoudtextiel voor bedrijfsmatig gebruik |
2. Geef het gewicht aan van de textielproducten die de producent in Nederland in de handel heeft gebracht in het vorige kalenderjaar of in een gedeelte van het vorige kalenderjaar, bijvoorbeeld vanwege de start of beëindiging van de handelsactiviteit in dat jaar.
Kalenderjaar |
|||
---|---|---|---|
Of: gedeelte van dat kalenderjaar (begin- en einddatum) |
Reden gedeelte van het kalenderjaar |
Totaalgewicht in Nederland in de handel gebrachte textielproducten |
Producent: geef aan totaalgewicht per productcategorie in kg |
Producentenorganisatie: totalen van aangesloten producenten in kg |
---|---|---|
Consumentenkleding |
||
Bedrijfskleding |
||
Huishoudtextiel voor particulier gebruik |
||
Huishoudtextiel voor bedrijfsmatig gebruik |
Het Besluit uitgebreide producentenverantwoordelijkheid textiel (Besluit UPV textiel)1 regelt dat producenten van kleding en huishoudtextiel verantwoordelijk zijn voor de afvalfase van de textielproducten die zij in Nederland in de handel brengen. Het Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (Besluit UPV) verplicht producenten op wie het Besluit UPV textiel van toepassing is onder andere om melding en verslag te doen. Het Besluit UPV textiel en het Besluit UPV dienen in onderlinge samenhang te worden gelezen en worden in het navolgende ook wel aangeduid als: regeling voor UPV textiel.
Voor de in de regeling voor UPV textiel geregelde onderwerpen kunnen ingevolge artikel 9.5.2, zevende lid, van de Wet milieubeheer bij ministeriële regeling nadere regels worden gesteld. Het Besluit UPV brengt met zich dat producenten die textielproducten in Nederland in de handel brengen binnen zes weken nadat de regeling voor UPV textiel op hen van toepassing is daarvan melding moeten doen jaarlijks verslag moeten uitbrengen. Bij deze ministeriële regeling zijn de formulieren voor de melding en het verslag vastgesteld. Voor meer informatie over de meldingsplicht en de verslagleggingsplicht wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting bij artikel 4 van het Besluit UPV.
De melding kan worden gedaan door indiening van een ingevuld webformulier dat beschikbaar is op de website van Rijkswaterstaat. Ook is mogelijk de melding via de post te doen. De melder is een in Nederland gevestigde producent, gemachtigd vertegenwoordiger van één of meer niet in Nederland gevestigde producenten, of producentenorganisatie. Indien de melder een in Nederland gevestigde producent is die niet is aangesloten bij een producentenorganisatie, doet deze melding. Indien de melder een gemachtigd vertegenwoordiger is, doet deze namens iedere vertegenwoordigde producent afzonderlijk melding. De producent of gemachtigd vertegenwoordiger meldt welke categorieën textielproducten de producent in Nederland in de handel brengt. Daarnaast meldt de producent of gemachtigd vertegenwoordiger hoe de producent aan zijn verplichtingen uit hoofde van de regeling UPV textiel voldoet.
Indien de melder een producentenorganisatie is, doet deze namens de aangesloten producenten gezamenlijk melding. De producentenorganisatie meldt namens welke producenten melding wordt gedaan, welke categorieën textielproducten door hoeveel aangesloten producenten in de handel gebracht en hoeveel aangesloten producenten een bepaald gewicht aan textielproducten in de komende twaalf maanden in de handel verwachten te brengen. Deze laatste informatie is nodig om inzicht in de markt te verkrijgen teneinde te kunnen beoordelen of en, zo ja, welke producenten kunnen worden uitgezonderd van de verslagleggingsplicht. Daarnaast meldt de producentenorganisatie hoe deze bewerkstelligt dat aan de verplichtingen van de aangesloten producenten wordt voldaan en hoe de hoogte van hun financiële bijdragen wordt bepaald.
Over ieder kalenderjaar moet vóór 1 augustus van het daaropvolgende jaar verslag worden uitgebracht aan de minister. De eerste keer dat verslag moet worden uitgebracht is vóór 1 augustus 2024 over de tweede helft van 2023. Ook dat kan door indiening van een ingevuld webformulier dat beschikbaar is op de website van Rijkswaterstaat of door verzending per post van het ingevulde formulier. Bij de vormgeving van het verslagleggingsformulier is zoveel mogelijk hetzelfde format aangehouden als bij de melding.
Daarbij verdient aantekening dat in de jaren 2023 en 2024 geen doelstellingen gelden voor hergebruik en recycling, zodat overeenkomstig artikel 7, tweede lid, van het Besluit UPV textiel bij het verslag over de jaren 2023 en 2024 kan worden volstaan met vermelding van de hoeveelheid in de handel gebrachte textielproducten. Het verslagleggingsformulier dat bij deze regeling is vastgesteld, is alleen geschikt voor deze twee jaren. Voor de jaren erna zal een gewijzigd formulier worden vastgesteld.
Een concept van deze ministeriële regeling is voorgelegd aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) om deze te toetsen op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid.
De ILT merkt op dat de open formulering van de vragen in bijlage I, deel C, ervoor zorgt dat de aangeleverde informatie minder goed analyseerbaar is. Naar aanleiding van dit punt zijn er meerkeuzevragen toegevoegd, zodat de informatie uit de meldingen beter geanalyseerd kan worden.
Voorts vraagt de ILT om minimale eisen om de antwoorden te toetsen. Een dergelijke toetsing is voor de melding niet nodig. Producenten zijn verplicht zich binnen zes weken te melden en alle vragen in het meldingsformulier te beantwoorden. De meldingen worden door Rijkswaterstaat doorgezet naar de ILT die de gegeven antwoorden kan benutten voor het toezicht.
Tot slot herhaalt de ILT het punt dat bij het toetsen van het Besluit UPV textiel ook naar voren was gebracht, namelijk dat de regeling voor UPV textiel lastig te handhaven is in het geval er geen collectieve uitvoering aan wordt gegeven. Op dit punt is in de Nota van toelichting bij Besluit UPV textiel reeds ingegaan.
Omdat deze ministeriële regeling geen ingrijpende verandering teweegbrengt in de rechten en plichten van burgers en bedrijven en ook geen ingrijpende gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk, is van internetconsultatie afgezien. De meldings- en verslagleggingsplicht waarvoor bij deze regeling formulieren zijn vastgesteld, vloeien immers reeds voort uit het Besluit UPV textiel in samenhang met het Besluit UPV.
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het naar verwachting geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.
Bij de voorbereiding van deze regeling is een bedrijfseffectentoets uitgevoerd. De uitkomsten staan hier beschreven.
Geraakte doelgroep
De UPV textiel heeft volgens de brancheorganisaties Modint en INretail naar verwachting directe gevolgen voor ongeveer 500 tot 2.000 producenten met meer dan 5 werkzame personen. Bij ongeveer 500 bedrijven zijn 10 of meer personen werkzaam. De overige 1.500 bedrijven zijn bedrijven waar 5 tot 10 personen werkzaam zijn. Van deze 1.500 bedrijven is volgens beide brancheorganisaties nog onzeker hoeveel er daadwerkelijk onder de definitie van ‘producent’ vallen, omdat een deel daarvan textiel inkoopt via een inkooporganisatie. Daarnaast heeft de UPV textiel indirecte gevolgen voor de inzamelaars, sorteerders en recyclers van textiel. Dit zijn er in Nederland ongeveer 40.
Regeldrukeffecten
De eenmalige nalevingskosten zijn € 2,4 tot 2,8 miljoen. Het grootste deel van de kosten zijn voor het opzetten van het systeem van inzamelen, sorteren, recyclen en voorbereiden voor hergebruik van textiel (het UPV-systeem) door één producentenorganisatie. Deze kosten bestaan onder andere uit kosten voor de inkoop van diensten zoals ICT, website en onderzoeksprojecten en voor menskracht om het UPV-systeem op te zetten. Daarnaast worden kosten gemaakt door alle producenten om kennis te nemen van de UPV en input te leveren voor de producentenorganisatie. De structurele nalevingskosten zijn netto € 35 tot € 50 miljoen. Deze kosten bestaan uit de kosten voor de organisatie, het innovatiefonds, de eventuele verbranding van textiel dat niet kan worden gerecycled of voorbereid voor hergebruik en kosten voor de vezel-tot-vezelrecycling. Bij deze inschatting is rekening gehouden met de opbrengsten van textiel dat kan worden hergebruikt en gerecycled. Deze kosten worden in eerste instantie gedragen door de producentenorganisatie wanneer deze er is.
De eenmalige administratieve lasten zijn € 108.000 tot € 432.000. Dit zijn de kosten die gemaakt worden voor het doen van de eenmalige melding. Dat komt voor een individueel bedrijf gemiddeld neer op € 216. De structurele administratieve lasten zijn € 118.800 tot € 2.743.200. Dat komt voor een individueel bedrijf gemiddeld neer op € 238 tot € 1.372. Deze lasten bestaan uit het opstellen en versturen van het jaarlijkse verslag en het doen van een eenmalige melding door nieuwe producenten. De hoogte van de lasten verschilt per bedrijf en is afhankelijk van of hun administratie aansluit bij de gevraagde data over het in het voorgaande jaar in de handel gebrachte hoeveelheid textiel in kilo’s, van de hoeveelheid textiel en de variatie in de textielproducten van een bedrijf. Alle administratieve lasten slaan neer bij de individuele producenten.
Overige bedrijfseffecten
Innovatie
Verwacht wordt dat de UPV textiel innovaties stimuleert die een circulaire textielketen bevorderen, zoals het automatiseren van het sorteerproces en het ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen voor textiel van beter herbruikbaar of recyclebaar materiaal. In de huidige situatie zijn deze innovaties vaak nog niet op te schalen, vanwege een gebrek aan groeikapitaal. De producentenorganisatie is voornemens een innovatiefonds op te zetten, waarmee geïnvesteerd kan worden in innovaties en de schaalbaarheid van deze innovaties.
Markteffecten
Deze regeling heeft naar verwachting verschillende markteffecten. Verwacht wordt dat:
• het aanbod van tweedehandskleding groter wordt vanwege de doelstellingen voor hergebruik. Het is nog niet duidelijk of de vraag in Nederland ook toeneemt, aangezien in de huidige situatie relatief een klein percentage tweedehandskleding in Nederland wordt verkocht (tussen de 1% en 2%);
• de UPV-doelstellingen de vraag naar duurzamere materialen vergroten waardoor de prijzen van duurzame materialen op korte termijn hoger worden;
• er een level playing field ontstaat wat er naar verwachting toe leidt dat meer bedrijven extra stappen zetten op het gebied van circulair textiel en
• de kosten die producenten moeten maken om aan de UPV te voldoen, worden doorberekend in de prijs van het textielproduct.
Sociaaleconomische effecten
Verwacht wordt dat de UPV leidt tot extra werkgelegenheid in de inzamel-, recycle- en sorteersector. Als met het aanbod ook de vraag in Nederland naar hergebruikt textiel toeneemt, zou de UPV ook kunnen zorgen voor meer werkgelegenheid bij verkooppunten van het ingezamelde textiel zoals kringloopwinkels. Verder is het mogelijk dat de werkgelegenheid toeneemt, omdat er meer vraag is naar bepaalde expertises om de benodigde innovaties (zie innovatie effecten) te realiseren. Daarnaast is het mogelijk dat de UPV een negatief effect heeft op de lonen van textielarbeiders in landen waar textiel wordt geproduceerd. Als de kostprijzen van textiel stijgen door de UPV, wordt dit mogelijk gecompenseerd door de lonen van textielarbeiders te verlagen.
Andersoortige kosten en baten of effecten
Het UPV-systeem brengt ook baten met zich mee. Nadat textiel is ingezameld, wordt het gesorteerd en blijven er afvalstromen over die kunnen worden hergebruikt en gerecycled en blijft er een reststroom over, die wordt verbrand. Textiel dat kan worden hergebruikt of gerecycled levert opbrengsten op. Deze opbrengsten zijn al verrekend in de structurele nalevingskosten voor het uitvoeren van het UPV-systeem. Verder stimuleren de UPV-doelstellingen dat meer afgedankt textiel wordt voorbereid voor hergebruik. Het grootste deel daarvan (tussen 98% en 99%) wordt nu geëxporteerd naar het buitenland. Aangezien de UPV geen invloed heeft op wat er, na export, gebeurt met dit afgedankte textiel, is het mogelijk dat dit textiel alsnog verbrand of gedumpt wordt in landen waar al een overschot is aan afgedankt textiel van slechte kwaliteit.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2023. Daarbij wordt afgeweken van de minimuminvoeringstermijn van twee maanden, nu dit, gelet op de doelgroep en de jaarindeling, aanmerkelijke ongewenste private en publieke nadelen voorkomt. De inwerkingtreding van deze regeling vindt gelijktijdig plaats met de inwerkingtreding van het Besluit UPV textiel, dat producenten verplicht zich binnen zes weken te melden. Met deze regeling is het daarbij te gebruiken meldingsformulier vastgesteld.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2023-16764.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.