Beleidsregel van 1 juni 2023 vaststelling aandoeningen Neonatale hielprikscreening en Prenatale screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie 2023

Beleidsregel van de Directeur-Generaal van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, houdende de vaststelling van aandoeningen die onderdeel zijn van de neonatale hielprikscreening en de prenatale screening op infectieziekten en erytrocytenimmunisatie.

De Directeur-Generaal van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu,

gelet op artikel 12a Wet publieke gezondheid en artikel 1 en 5 Regeling bevolkingsonderzoek ex artikel 12a, derde lid, Wet publieke gezondheid

besluit:

Artikel 1

De aandoeningen waarnaar in de neonatale hielprikscreening onderzoek wordt gedaan zijn:

Adrenogenitaal syndroom (AGS), Biotinidase deficiëntie (BIO), Carnitine palmitoyltransferase deficiëntie (CPT1), Congenitale hypothyreoidie (CH), Cystic fibrosis (CF), Galactokinase deficiëntie (GALK), Klassieke galactosemie (GALT), Glutaaracidurie type 1 (GA-1), HMG-CoA-lyase deficiëntie (HMG), Isovaleriaan-acidurie (IVA), Long-chain hydroxyacyl-CoA dehydrogenase deficiëntie (LCHADD), Maple syrup urine disease (MSUD), Medium-chain acyl CoA dehydrogenase deficiëntie (MCADD), 3 Methylcrotonyl-CoA carboxylase deficiëntie (3-MCC), Methylmalon acidemie (MMA), Multiple CoA carboxylase deficiëntie (MCD), Phenylketonurie (PKU), Propion acidemie (PA), Severe combined immune deficiency (SCID), Sikkelcelziekte (SZ), Alfa-thalassemie (HbH), Bèta-thalassemie (TM), Tyrosinemie type 1 (TYR-1), Very long-chain acylCoA dehydrogenase deficiëntie (VLCADD), Mucopolysaccharidose type 1 (MPS I), Spinale musculaire atrofie (SMA) en adrenoleukodystrofie (ALD).

Artikel 2

De aandoeningen waarnaar in de prenatale screening infectieziekten en erytrocytenimmunisatie bloedonderzoek wordt gedaan zijn:

Hepatitis B (hepB), Syfilis (lues), HIV, Rhesus (D)-antigeen, Rhesus (c)-antigeen en irregulaire erytrocyten antistoffen (IEA).

Artikel 3

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 oktober 2023. De Beleidsregel Vaststelling aandoeningen Neonatale hielprikscreening en Prenatale screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie 2022 komt met ingang van 1 oktober 2023 te vervallen.

Artikel 4

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Vaststelling aandoeningen Neonatale hielprikscreening en Prenatale screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Directeur-Generaal van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, J. Brug

TOELICHTING

Met ingang van 1 april 2021 is de Regeling bevolkingsonderzoek ex artikel 12a, derde lid, Wet publieke gezondheid in werking getreden, waarin is bepaald dat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu bij beleidsregel vaststelt welke aandoeningen onderdeel zijn van de neonatale hielprikscreening en de prenatale screening infectieziekten en erytrocytenimmunisatie. De directeur-generaal van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu heeft eveneens per 1 april 2021, op basis van de Mandaatregeling VWS, artikel 10 lid 1 sub b en artikel 13, de beleidsregel vastgesteld, waarin de betreffende aandoeningen zijn vermeld. Per 1 juni 2022 is een nieuwe beleidsregel vastgesteld teneinde de hielprikscreening uit te breiden met de aandoening spinale musculaire atrofie (SMA). Daarnaast is er een tekstuele wijziging in de opsomming van aandoeningen in de hielprikscreening doorgevoerd.

Per 1 oktober 2023 wordt deze beleidsregel ingetrokken en een nieuwe beleidsregel vastgesteld teneinde de hielprikscreening uit te breiden met de aandoening adrenoleukodystrofie (ALD).

Naar boven